Misbruik in de kerk – Een reconstructie

Bart Deschacht: ‘Ik ben ervan overtuigd dat mijn klacht de paus ertoe heeft aangezet Roger Vangheluwe zijn bisschops- en priestertitel te ontnemen, maar bewijzen kan ik het niet.’ Beeld Humo

Half januari besloot Bart Deschacht (46) een klacht in te dienen voor wat hem als kind was overkomen: seksueel misbruik en aanranding van de eerbaarheid. Hij is beduusd van de weerstand die dat anno 2024 nog altijd oproept bij politie, gerecht en kerk, maar hij is ook trots dat zijn klacht de Brugse bisschop Roger Vangheluwe tot de lekenstaat heeft teruggebracht. Voor het Vaticaan was die, blijkbaar, de druppel. ‘Ze waren bang voor het schandaal te veel.’

Jan Antonissen – De Morgen


Bisschop Vangheluwe vroeg me: ‘Heb jij al erecties, en wat doe je er dan mee?
Het is oké om mij dat te zeggen, ik heb ook weleens een erectie’

Bart Deschacht


Eén aflevering lang heeft Bart Deschacht, een mondige vertaler-tolk uit Brugge, níét naar Godvergeten gekeken.

De maatschappelijke verontwaardiging over het seksuele misbruik in de kerk had ook hem bereikt, maar hij kon het niet aan, zegt hij. Het zou zijn bestaan weer uit balans hebben gebracht.

Maar toen vernam hij dat Mark Vangheluwe, één van de twee neven die bisschop Roger Vangheluwe had misbruikt, in de tweede aflevering zou getuigen, kon hij zijn ogen niet langer afwenden. Hij had als 10-jarige jongen met dezelfde dader te maken gehad. Alleen, in zijn geval was het bij woorden gebleven.

Enkele maanden na de getuigenis van Mark Vangheluwe in Godvergeten dient Bart Deschacht bij de Brugse politie een klacht in voor feiten die zich in 1985 en 1989 hebben afgespeeld.

In de zomer van 1985 ging het fout in het toenmalige vakantiedomein Loppem Lac, aan een meer in de nabijheid van Brugge, waar zijn grootouders een caravan hadden. Op de camping had een oudere man hem in de bosjes gelokt.

Citaat uit het proces-verbaal:

‘Hij neemt me allereerst bij mijn schouder en terwijl hij mijn lichaam betast, is de man constant aan het sussen door aan te geven dat alles oké is. Vervolgens doet hij mijn broek en onderbroek af.’

Hoe het verder is gegaan, weet Deschacht niet meer. ‘Ik weet wel dat deze man mij gepijpt heeft en dat ik hem heb moeten pijpen. Ik wil duidelijk maken dat dit alles onder dwang gebeurde.’ Achteraf vertelt hij er thuis niets over.

‘Dat ging gewoon niet in mijn gezin.’

Enkele weken later loopt de 7-jarige Deschacht opnieuw over de Brugse camping wanneer hij in de omgeving van het sanitaire blok dezelfde oude man ontwaart. Wellicht heeft hij net gedoucht: zijn haren zijn nat, en hij draagt een handdoek en toilettas bij zich.

De oude man neemt de kleine jongen opnieuw bij de schouder. Hij loodst hem naar het sanitaire blok, waar naakte mannen en vrouwen seksuele handelingen met elkaar verrichten, ‘een soort van orgie’.

De oude man neemt de jongen mee naar het laatste douchehokje, waar hij hem achterlaat bij twee jonge mannen en een vrouw, die tijdens het douchen Nederlands spreken met een Hollands accent.

De vrouw is verontwaardigd door de aanwezigheid van een kind en verdwijnt. De twee mannen dwingen de jongen met veel geweld hen oraal te bevredigen.

Citaat: ‘Ik ben vervolgens naar buiten gelopen en ben onmiddellijk in het water gegaan om te zwemmen. Ik kon anders thuis niet uitleggen waarom mijn T-shirt en zwembroek nat waren.’

In 1989 – Deschacht is nu 10 – bereidt hij met zijn één jaar oudere broer zijn plechtige communie in het West-Vlaamse Nieuwmunster voor.

In de aanloop naar het feest gaan de communicanten op retraite in een hoeve in West-Vlaanderen – de precieze locatie herinnert hij zich niet meer.

Tijdens de retraite daagt Roger Vangheluwe op, de bisschop van Brugge. Eén voor één moeten de vormelingen bij hem op gesprek ‘in een slaapkamer waar een aantal bedden staan’.

Op aangeven van Vangheluwe moet Deschacht plaatsnemen op een bed tegenover dat van de bisschop: ‘De afstand tussen beide bedden was ongeveer een armlengte.’

De bisschop vraagt hoe het gaat op school, maar schakelt snel over naar een ander register: heeft Bart al interesse voor het andere geslacht?

Uit het proces-verbaal: ‘Ik had die vraag niet direct verwacht, en kon bijgevolg niet direct antwoorden.

De bisschop stelde me daarop de vraag: ‘Heb jij al erecties en wat doe je er dan mee?’’

In het hoofd van Deschacht gaan alle alarmbellen af, maar hij probeert uit alle macht de rust te bewaren.

Waarop Vangheluwe: ‘Het is oké om mij dat te zeggen, je hoeft je niet te schamen, ik heb ook weleens een erectie.’ Het gesprek stokt.

De jongen hoort, naar eigen zeggen, in de stem van Vangheluwe de sussende toon van die andere man, die oude man op de camping bij Brugge.

Opnieuw spreekt Deschacht er met niemand over en draagt hij het jarenlang als een geheim bij zich. In 2021 gaat hij in therapie.

Als Deschacht in januari 2024 zijn klacht bij de politie indient, drukt hij de wens uit dat zijn verklaringen worden toegevoegd aan het dossier van het onderzoek dat bekendstaat als Operatie Kelk.

Dat is in 2010 geopend na het ontslag van Roger Vangheluwe als bisschop van Brugge, een gevolg van het jarenlange seksuele misbruik van zijn neef Mark Vangheluwe.

Deschacht, die bij geen enkele slachtoffer vereniging aansluit, wil zijn klacht zoveel mogelijk gewicht geven:

‘Als de kerk al voor 1989 op de hoogte was van het misbruik van Vangheluwe, gaat het om schuldig verzuim en medeplichtigheid.’

Tijdens een retraite, zo vertelt Bart Deschacht, duikt bisschop Vangheluwe op. Eén voor één moeten de vormelingen bij hem op gesprek in een slaapkamer. Beeld BELGA

NIET SERIEUS

Een klacht voor seksueel misbruik indienen is nog altijd makkelijker gezegd dan gedaan.

De eerste poging van Bart Deschacht, vijf dagen daarvoor op hetzelfde Brugse commissariaat aan de Coiseaukaai, loopt met een sisser af.

Het gedrag van de dienstdoende agent wekt veel ergernis bij Deschacht. Hij dient daarvoor ook een klacht in bij Comité P, het orgaan dat toeziet op de goede werking van de politiediensten.

Comité P heeft de klacht intussen ontvankelijk verklaard: het onderzoek loopt, zegt woordvoerder Ashley Engelbos.

In de klacht vertelt Deschacht hoe het uit de hand is gelopen.

Hij had zijn komst enkele dagen van tevoren telefonisch gemeld, met de toevoeging dat het om seksueel geweld ging. Wellicht zou zijn aangifte enige tijd in beslag nemen: hij had geen idee hoe vlot hij de feiten onder woorden zou kunnen brengen.

Maar op de dag zelf gaat het al onmiddellijk mis wanneer hij naar een klein hok met één mannelijke agent in uniform wordt gedirigeerd.

Citaat uit de klacht bij Comité P: ‘Ik gaf die agent onmiddellijk aan dat dit voor mij niet veilig aanvoelde, waarop discussie ontstond.’

Deschacht loopt naar de balie om een nieuwe afspraak te maken: hij wil spreken in de aanwezigheid van twee agenten, van wie minstens één vrouwelijke.

‘Onmogelijk,’ zegt de baliemedewerker.

Deschacht vertrekt boos. Een half uur later keert hij terug, in het gezelschap van zijn vriend L.V. Maar ook met een vertrouwenspersoon erbij lukt het niet. De agent luistert niet, hij valt Deschacht voortdurend in de rede.

Deschacht verlaat opnieuw het politiekantoor. Later vertelt L.V. aan Deschacht wat de agent hem in het nagesprek heeft gevraagd: ‘Moet ik dit serieus nemen?’

L.V. tegenover Humo: ‘De agent wist niet wat hij ervan moest denken, zei hij. Ik zeg: ‘Bart heeft ontegensprekelijk issues, maar je moet wel ernstig nemen wat hij zegt.’’

Deschacht: ‘Was dit één agent die blunderde of gaat het om een systeem dat niet deugt?

“Ook aan de balie bespeurde ik geen enkel begrip. Ik had wel verwacht dat de aangifte van een traumatische gebeurtenis niet opnieuw tot een trauma hoefde te leiden.’

Hij zucht. ‘Een agent heeft me achteraf verteld dat de procedure niet is gevolgd. Maar goed, ik weet ook niet wat de procedure voor de aangifte van seksueel geweld precies inhoudt.’

Op de site van de politie van Brugge is daar niets over terug te vinden.

Op de site van de politie van Gent staat het volgende: ‘Ook jaren na de feiten kan het (…) zinvol zijn om alsnog aangifte te doen. Politiediensten beschikken over specifiek opgeleide medewerkers die je heel goed kunnen opvangen.

‘Indien je liever door een politieambtenaar van je eigen geslacht wordt opgevangen, kun je dat steeds vragen. In de mate van het mogelijke zal men daaraan tegemoetkomen. Het helpt om een vertrouwenspersoon mee te nemen.’

Vijf dagen later lukt een aangifte dus wel, in het bijzijn van twee vrouwelijke agenten.

‘Ik hoop dat de paus mijn dossier ook heeft gelezen. Anders heeft hij, in een moment van paniek, geoordeeld op basis van één brief.’ Beeld Humo

GEEN VERHOOR

Op 7 februari 2024 mailt Bart Deschacht het proces-verbaal van zijn klacht naar federaal magistraat Lieve Pellens.

Hij meldt dat hij zijn getuigenis ook heeft bezorgd aan de parlementaire onderzoekscommissie die er is gekomen in de nasleep van Godvergeten.

Pellens stuurt een dag later een mail terug. Sinds september 2010 vertegenwoordigt ze het centrale meldpunt voor klachten van seksueel misbruik in de kerk, schrijft ze.

Meestal maakt ze de meldingen over aan het best geplaatste lokale parket – doorgaans dat van de woonplaats van de dader.

Op die manier zijn inmiddels driehonderd klachten door een lokaal parket onderzocht, weliswaar met geringe vervolging: het merendeel van de aangiftes was verjaard, de meeste daders waren overleden.

Toch zijn slachtoffers dankbaar voor een officieel verhoor door het parket: ze beschouwen het ‘als een soort symbolische erkenning’.

Het voorstel van Pellens: ‘Ik zou dus uw aangifte over de feiten uit 1985 en 1989 zowel in Loppem als Nieuwmunster overmaken aan het parket van Brugge, die dat verder zullen onderzoeken en u zullen laten verhoren. Kunt u zich daarin vinden?’

Deschacht kan zich daarin vinden.

Met het parket van Brugge verloopt de communicatie minder goed. Het parket splitst de feiten van 1985 en 1989 in twee dossiers op, waarna in april het bericht volgt dat het dossier van 1985, het misbruik aan het Lac van Loppem, wordt ‘afgehandeld zonder strafvordering’.

De feiten zijn verjaard: het dossier wordt geseponeerd. Maar Deschacht heeft niemand gehoord of gezien.

Op hoge poten schrijft hij naar federaal magistraat Pellens in Brussel: ‘Ik sta versteld! Ik dacht dat wij afgesproken hadden dat ik alsnog verhoord zou worden.’

Het antwoord van Pellens: ‘Ik wil niks vergoelijken maar het lijkt erop dat bij sommige parketten niet meer dezelfde magistraten als de afgelopen 14 jaar deze klachten toebedeeld krijgen en die aanpak niet meer overal gevolgd wordt.’ Ze belooft met Brugge te overleggen.

‘De kerk wist niet wat er precies in mijn klacht tegen Vangheluwe stond, en ze probeerden daar op verschillende manieren achter te komen. Ze waren bang voor het schandaal te veel’

Op 2 augustus 2024 stuurt Deschacht aan Pellens een mail die ongeduld verraadt: hij heeft in de pers vernomen dat het gerecht onderzoek-Kelk gaat seponeren.

‘Nochtans wacht ik nog steeds op een uitnodiging om verhoord te worden aangaande de feiten gepleegd in 1989 door Vangheluwe. Ik stel me de vraag hoe het federaal parket dit kan afsluiten als ik nog verhoord moet worden.’

Drie uur later krijgt hij een mail terug van Pellens: ‘Uw klacht wordt behandeld en onderzocht door het parket van Brugge. Op basis van de informatie waarover ik beschik, bent u daarin verhoord.’

Deschacht is stomverbaasd. Hij is níét verhoord. En van de stand van zaken in het dossier van 1989, over Roger Vangheluwe, is hij niet op de hoogte. Tegen Humo: ‘Is dat dossier intussen ook geseponeerd? Ik heb geen idee.’

‘Het is ook geseponeerd,’ zegt Tom Janssens, persmagistraat van het West-Vlaamse parket, ons op 7 augustus 2024.

‘Net als in het dossier van 1985 waren de feiten verjaard.’

Is meneer Deschacht verhoord?

Tom Janssens: “Hij heeft zijn relaas gedaan.”

Wanneer?

“Op 15 januari 2024.”

Dat was zijn aangifte bij de politie in Brugge.

“Hij heeft gesproken van 9.52 uur tot 12.48 uur: hij is dus wel degelijk verhoord.”

In haar mail van 2 augustus had federaal magistraat Lieve Pellens al laten weten dat de klacht tegen Vangheluwe niet bij het onderzoek-Kelk is gevoegd.

‘Niet elk misbruikverhaal wordt automatisch aan het onderzoek-Kelk toegevoegd. Daarover zijn al in 2010 afspraken gemaakt met alle parketten, met het fiat van het college van procureurs-generaal.’

Pellens begrijpt de frustratie van slachtoffers, schrijft ze, maar voor verjaarde feiten is geen vervolging meer mogelijk.

‘Onderzoek-Kelk zit nu in de fase van de raadkamer en wordt in het najaar behandeld.’

De Italiaanse nuntius Franco Coppola ontkent dat de klacht van Deschacht een rol heeft gespeeld in de laïcisering van Vangheluwe, maar er zijn redenen om daaraan te twijfelen. Beeld Pieter-Jan Vanstockstraeten / Ph

AANFLUITING

Toch is de klacht van Deschacht van belang in de afwikkeling van de zaak-Vangheluwe.

Begin februari geeft de pauselijke nuntius in België, monseigneur Franco Coppola, een interview aan Het Laatste Nieuws. Hij verklaart dat hij een dossier met bezwarende elementen tegen Roger Vangheluwe naar het Vaticaan heeft gestuurd.

Het dossier is samengesteld door de Belgische bisschoppen, die al langer aandringen op een officiële straf voor de Brugse bisschop: de publieke opinie neemt het niet dat Vangheluwe zich in een Franse abdij heeft verborgen – een straf voor het jarenlange misbruik van zijn neef kun je dat niet noemen.

Het publieke ongenoegen is vervelend met het oog op het pauselijke bezoek aan België in september van dit jaar. Alleen: je kunt niemand twee keer voor hetzelfde straffen.

Daarom, zegt Coppola, heeft de paus aan de Belgische bisschoppen ‘nieuwe feiten’ gevraagd. Nieuwe feiten maken een nieuwe straf mogelijk.

Van minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open Vld) heeft Coppola de wenk gekregen bewijsmateriaal uit onderzoek Kelk op te vragen. Het federaal parket mag aan een tuchtrechtelijke overheid inzage in een lopend onderzoek verlenen.

En het toeval wil: in 2012 – wanneer de kerk Vangheluwe al naar ‘het verborgene’ heeft gestuurd – hebben speurders nog een hoop porno op zijn computer aangetroffen.

Strafbaar was dat niet: het parket oordeelde dat er geen kinderporno tussen zat. Maar, suggereert Van Tigchelt, misschien was die porno wel strafbaar volgens het kerkelijk recht?

Coppola ontkent dat hij materiaal uit onderzoek Kelk naar het Vaticaan heeft gestuurd. ‘Ik heb niets naar Rome gestuurd omdat ik niets van de Belgische overheid heb ontvangen.’

Bart Deschacht gaat zelf op avontuur. Op 7 februari 2024 mailt hij Franco Coppola met het verzoek een brief aan paus Franciscus rechtstreeks naar Rome te sturen.

‘Door de gebeurtenissen van de jongste dagen,’ schrijft Deschacht in die brief, ‘voel ik me moreel genoodzaakt met Uwe Heiligheid in contact te treden.’

Hij verwijst naar het interview in Het Laatste Nieuws met Coppola, waarin hij zegt op zoek te zijn naar ‘nieuwe feiten’ om Roger Vangheluwe zijn titels van bisschop en priester te ontnemen.

Welnu, schrijft Deschacht, hij hééft nieuwe feiten: op 15 januari jongstleden heeft hij een klacht ingediend voor aanranding van de eerbaarheid door Roger Vangheluwe.

Deschacht vermeldt níét dat de feiten verjaard zijn. De Belgische bisschoppen, schrijft hij, zijn misschien nog niet op de hoogte gezien de recente datum van de klacht.

Besluit van Deschacht: ‘Ik hoop dat Uwe Heiligheid ruimschoots de tijd zal hebben om het nodige te doen zodat de Belgische samenleving U later dit jaar warm zal kunnen ontvangen.’

De mail mét brief gaat ook naar de Belgische ambassadeur bij het Vaticaan en de Belgische bisschoppen, die in cc staan.

Dezelfde avond reageert Bruno Spriet, secretaris-generaal van de Belgische Bisschoppenconferentie, al: ‘Wij bevestigen goede ontvangst van uw brief, die de nuntius ook zeker mee zal delen met Rome (sic).’

De secretaresse van monseigneur Franco Coppola is er ook snel bij: op 8 februari nodigt ze Deschacht uit zijn klacht persoonlijk op de nuntiatuur te komen presenteren ‘omdat overdracht van informatie tussen kerk en staat soms maanden in beslag neemt’.

Deschacht wijst het voorstel af, zelfs wanneer de secretaresse van Coppola in een volgende mail schrijft: ‘Monseigneur Coppola wil u waarschuwen dat hij uw brief naar de Heilige Vader zal sturen, maar die zal geen effect hebben als daar geen concrete klacht bij is gevoegd.’

‘Bisschop Vangheluwe vroeg me: ‘Heb jij al erecties, en wat doe je er dan mee? Het is oké om mij dat te zeggen, ik heb ook weleens een erectie.’’

Mieke Coorevits, verantwoordelijke voor het opvangpunt seksueel misbruik in het bisdom Brugge, mailt Deschacht op 15 februari 2024.

Ze heeft weet van een klacht bij de politie, schrijft ze. Maar opvangpunten mogen het gerechtelijk onderzoek niet doorkruisen, ze moet dus het resultaat van het gerechtelijk onderzoek afwachten.

Toch nodigt ze Deschacht uit voor een persoonlijk gesprek:

‘Als opvangpunt is de eerste stap bij een melding het beluisteren van het leed van een slachtoffer, van het aangedane misbruik en de gevolgen op zijn of haar leven. Daarvoor moeten wij niet wachten op het lopende onderzoek bij Justitie.’

De mail schiet bij Deschacht in het verkeerde keelgat.

Een slachtoffer kiest zélf of het zich bij een opvangpunt aanmeldt, schrijft hij. Dat Coorevits spontaan contact met hem opneemt, is de omgekeerde wereld, ‘een aanfluiting van mijn vermogen om zelf een afgewogen beslissing te nemen’.

Hij heeft geen zin in een dading met de kerk voor ‘een belachelijk, mensonterend bedrag’, in ruil waarvoor hij ook nog eens zou moeten zwijgen.

Als hij nog met de kerk communiceert, zal dat voortaan met bisschop Johan Bonny (tot voor kort verantwoordelijk voor seksueel misbruik in de kerk, red.) zijn of met de Hoge Bestemmeling van zijn brief – de paus.

Mieke Coorevits tegen Humo: ‘Iedereen die in de kerk op de hoogte is van een melding van seksueel misbruik, is verplicht het opvangpunt in te lichten, dat dan overlegt met het slachtoffer. Dat is de procedure.’

Deschacht tegen Humo: ‘Ik voelde de zenuwachtigheid in de kerk. Ze wisten niet wat er precies in mijn klacht tegen Vangheluwe stond, en ze probeerden daar op verschillende manieren achter te komen.

“Maar ik zei: ‘Laat eerst het gerecht zijn werk doen, daarna zal de klacht automatisch bij jullie komen.’

“Dat vonden ze natuurlijk niet prettig: ze waren bang voor het schandaal te veel.’

Die onzekerheid heeft een invloed gehad op de beslissing van de paus op 11 maart 2024, zegt Deschacht.

‘Ik ben ervan overtuigd dat mijn klacht de paus ertoe heeft aangezet Roger Vangheluwe zijn bisschops- en priestertitel te ontnemen, maar bewijzen kan ik het niet.’

De Italiaanse nuntius Franco Coppola ontkent dat de klacht van Deschacht een rol heeft gespeeld in de laïcisering van Vangheluwe.

In een perfect tweetalige mail geeft hij toe dat hij bij Bart Deschacht heeft aangedrongen op een kopie van zijn klacht, omdat hij anders niet over alle noodzakelijke informatie zou beschikken.

‘Wat de heer Deschacht zegt, klopt niet. De gerechtelijke Belgische autoriteiten geven hun informatie en dossiers niet door aan de kerkelijke autoriteiten!

“Daarentegen, het omgekeerde gebeurt wel: de kerkelijke autoriteiten geven de klachten die zij ontvangen door aan de Belgische gerechtelijke autoriteiten.

“De klacht die de heer Deschacht zegt te hebben neergelegd bij de Belgische autoriteiten heeft geen enkele rol gespeeld in het ontslag van Roger Vangheluwe uit de klerikale staat, om de eenvoudige reden dat die klacht nooit – noch aan de Belgische, noch aan de Vaticaanse kerkelijke autoriteiten – is doorgegeven.’

Er zijn redenen om aan dat laatste te twijfelen.

Op 21 maart 2024 publiceert De Tijd een artikel dat, met verwijzing naar kerkjurist Rik Torfs, duiding geeft bij de beslissing van de paus om Vangheluwe zijn kerkelijke titels te ontnemen.

‘Nieuwe feiten’ hebben de doorslag gegeven, staat er.

Minister van Justitie Paul Van Tigchelt heeft gesignaleerd dat er duizenden pornografische beelden op de computer van Vangheluwe zijn teruggevonden.

De bisschoppen hebben na Godvergeten opnieuw gevraagd om Vangheluwe te laïciseren.

En: ‘Tegelijk werd bij de Vaticaanse autoriteiten het kerkrechtelijke dossier van Vangheluwe opnieuw ingediend. Daarin zit een nieuwe verklaring van een oud slachtoffer dat recent formeel een getuigenis tegen hem aflegde.’

Het profiel van dat slachtoffer voldoet aan dat van Bart Deschacht. Tenzij er natuurlijk nóg een oud slachtoffer is opgedoken, en niets lijkt daarop te wijzen.

In het VRT-journaal van zeven uur zegt Antwerps bisschop Johan Bonny op 21 maart precies hetzelfde.

De bisschoppen hebben ‘eind december, begin januari’ opnieuw een dossier over Vangheluwe aan Rome overgemaakt, zegt hij, met mogelijk nieuwe feiten.

‘Waren die er dan?’ vraagt anker Wim De Vilder.

Antwoord van Bonny: ‘Er zijn in de loop der jaren nog hier en daar verhalen naar boven gekomen. Er is één slachtoffer dat een getuigenis heeft gebracht, maar uitdrukkelijk heeft gevraagd anoniem te blijven. Ik zal dan ook niet naar die persoon verwijzen. Maar dat is toegevoegd.’

Het tijdstip van de laïcisering van Roger Vangheluwe, verduidelijkt Bonny, heeft ontegensprekelijk te maken met de komst van de paus naar België.

Humo beschikt over een boze mail van Bart Deschacht op 23 februari aan het adres van Johan Bonny, waarin hij het heeft over zijn klacht en zijn wedervaren met het Brugse opvangpunt voor seksueel misbruik in de kerk.

Deschacht schrijft nergens dat hij anoniem wil blijven. ‘Dat heb ik ook aan niemand gevraagd,’ zegt hij tegen Humo. ‘

Dus vraag ik me af waar Bonny dat haalt.’

Nathalie Milio, woordvoerder namens de Belgische bisschoppen, mailt dat het slachtoffer dat volgens Bonny anoniem wil blijven níét Bart Deschacht is: ‘Het gaat niet over deze klacht.’

Kortom: ‘De klacht van Deschacht heeft geen rol gespeeld in de laïcisering van Vangheluwe. De kerkelijke instanties beschikken niet over de getuigenis van de heer Deschacht aan de politie. (…) Het Vaticaan moet over een concrete getuigenis beschikken om de elementen in rekening te kunnen brengen in het dossier.’

Bart Deschacht zucht.

Vangheluwe, zegt hij, is een kernpedofiel: het is aannemelijk dat hij meer slachtoffers heeft gemaakt dan tot nog toe bekend is.

Hij wil een mogelijk ander slachtoffer niet tekortdoen, maar: ‘Als je de chronologie van de feiten voor ogen houdt, is de kans wel erg klein dat in januari 2024 nog iemand anders een formele klacht tegen Vangheluwe heeft ingediend, die ook nog met zeven haasten naar Rome is gestuurd.

Johan Bonny,’ vervolgt hij, ‘heeft in Het journaal verklaard dat hij van de paus een document wilde waarin zwart op wit staat dat Vangheluwe wordt gestraft.

‘Ik vraag van Bonny hetzelfde: waar is dat document? Show me the paper. En ook: waaróm is hij dan precies gestraft?’

Zo’n document is nog nergens opgedoken.

‘Als de kerk al voor 1989 op de hoogte was van het misbruik van Vangheluwe, gaat het om schuldig verzuim en medeplichtigheid.’
Beeld Jelle Vermeersch

PANIEK

Joris Van Cauter, advocaat van Roger Vangheluwe, heeft geen flauw idee op grond van welke argumenten zijn cliënt tot de lekenstaat is teruggebracht.

‘Dat zijn de ondoorgrondelijke wegen van de kerk, daar heb ik geen kijk op.’

De naam Bart Deschacht klinkt hem onbekend in de oren. Van een klacht van zijnentwege heeft Van Cauter geen weet.

‘Daarover heb ik niets van het Brugs parket vernomen.’

Joris Van Cauter: “Achteraf kun je maar één ding besluiten: de beslissing was beter vijftien jaar geleden genomen. Dat had misschien rust gebracht. Nu heb ik me erbij neergelegd dat het dossier af en toe aan de oppervlakte zal blijven komen zolang mijn cliënt leeft.”

Waarom had de kerk beter vroeger beslist?

“Traag recht is nooit goed recht. Maar blijkbaar lijden kerkelijke rechtbanken aan dezelfde kwalen als wereldlijke rechtbanken.

“Ik stel me wel vragen bij de rol die minister van Justitie Paul Van Tighelt heeft gespeeld: hij heeft het Vaticaan feiten uit een lopend strafrechtelijk onderzoek aangereikt: ‘Doe er iets mee.’

“Feiten die overigens niet strafbaar zijn: het bezit van porno. Dat lijkt me een praktijk een rechtsstaat onwaardig.

“De kerk is met die porno aan de slag gegaan, neem ik aan, ook al is dat volgens het kerkelijk recht niet strafbaar. Specialisten in het kerkrecht noemen het een ‘bijzondere beslissing’.

“Maar, zeggen ze, de paus is een absolute monarch: hij mag alles.

“Ik heb de indruk dat sommige politici, al zijn ze niet dezelfde confessie toegedaan, in het diepst van hun gedachten naar hetzelfde streven.”

Bart Deschacht kan niet goed bevatten wat zijn klacht heeft teweeggebracht.

Zijn leven is, zoals dat van vele slachtoffers van misbruik, een hobbelig parcours, dat hem in zijn professionele carrière van de ambassade naar het kapsalon heeft gebracht – sinds een jaar of drie staat hij onder bewind.

Voor hem was het niet vanzelfsprekend in zijn dooie eentje het gevecht om erkenning aan te gaan met justitie, politie en kerk. Maar hij blijft erbij dat zijn klacht de druppel was voor het Vaticaan.

‘Ik hoop alleen dat de paus mijn dossier ook heeft gelezen. Anders heeft hij, in een moment van paniek, geoordeeld op basis van één brief.

‘Elke pummel kan zo’n brief schrijven.’

© Humo


Bart Deschacht: ‘Ik ben ervan overtuigd dat mijn klacht de paus ertoe heeft aangezet Roger Vangheluwe zijn bisschops- en priestertitel te ontnemen, maar bewijzen kan ik het niet.’ Beeld Humo
Bart Deschacht: ‘Ik ben ervan overtuigd dat mijn klacht de paus ertoe heeft aangezet Roger Vangheluwe zijn bisschops- en priestertitel te ontnemen, maar bewijzen kan ik het niet.’
Beeld Humo


Lees alle berichten in deze categorie


Bron: De Morgen

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven