In een ‘Zorgzame Buurt’ kennen bewoners elkaar en vinden ze sneller de weg naar de juiste zorg en ondersteuning. 132 buurten mochten daar ruim twee jaar lang mee experimenteren. Onderzoekers pleiten ervoor om op te schalen.
“We mogen niemand achterlaten.”
Veerle Beel – De Standaard
Zorgzame Buurten lossen niet alle maatschappelijke problemen op. Ze bieden geen oplossing voor de wachtlijsten in de socialewoningmarkt, voor de armoede of de krapte op de arbeidsmarkt. Ze kunnen die problemen hoogstens signaleren aan andere niveaus.
Wat ze wel kunnen: bewoners van alle leeftijden met elkaar verbinden, zodat ze zich thuis voelen in hun wijk, en hen op een laagdrempelige manier toeleiden naar de juiste zorg of ondersteuning.
132 buurten, waaronder zes in Brussel, hebben er de afgelopen twee jaar ervaring mee mogen opdoen. Maandag werd een uitgebreid evaluatierapport voorgesteld, waar professor emeritus Dominique Verté aan meeschreef.
De projecten zijn erg uiteenlopend. Kon dat zomaar?
Verté: “Dat was zelfs een must, omdat iedere buurt anders is, zowel wat de samenstelling van de bewoners betreft, als de aan- of afwezigheid van zorg en ontmoetingsruimtes.
“Een van de grote problemen is dat 10 tot 15 procent van de mensen die zorg nodig hebben, die vandaag niet krijgen.
“De beste proefprojecten waren die waarbij lokale besturen en zorgorganisaties de handen in elkaar hebben geslagen en waar ze hebben ingezet op het detecteren van noden en toeleiding naar de zorg.”
Is een Zorgzame Buurt er alleen voor oudere mensen?
“Helemaal niet. Een Zorgzame Buurt is er voor iedereen.
“Er zijn projecten waarbij voorzieningen voor personen met een beperking de deuren hebben geopend voor de hele buurt, en andere die meer hebben ingezet op geestelijke gezondheid.
“De Zorgzame Buurt is een holistisch welzijnsmodel, waarbij ook het agentschap Opgroeien betrokken kan worden.
“Ook de bewoners worden aangesproken. Zij kunnen hun oren en ogen openhouden voor wie zorg nodig heeft.”
Hoe gaat zoiets praktisch: is er een coördinator, een vaste plek van afspraak?
“Iemand moet inderdaad op lokaal vlak de regie voeren en alles op elkaar afstemmen.
“Een vaste plek is niet nodig, maar het spreekt voor zich dat elke wijk nood heeft aan een nabije ontmoetingsruimte.
“Wij pleiten ervoor om publieke en semipublieke ruimtes multifunctioneel in te zetten: in Chicago, in de VS, heb ik een apotheek gezien die ook kruidenier was.
“Scholen of kerken kunnen de deuren openen voor ontmoetingsmomenten.
“Als er geen enkele mogelijkheid meer is, omdat alles geconcentreerd is in de hoofd gemeente, dan wordt het veel moeilijker.”
Eind dit jaar loopt de projectsubsidie af. Wat hierna?
“We verwachten van de overheid een stappenplan, waarbij aangegeven wordt waar we over tien jaar willen staan.
“Wat ons betreft: elke buurt moet een Zorgzame Buurt worden, waarbinnen zorgaanbieders samenwerken, in plaats van dat ieder in zijn eigen hokje blijft.
“Er zijn al heel wat steentjes verlegd.
“We zien dit als een beweging, die een grondige verandering op gang brengt. Dat mag niet worden stopgezet. We mogen niemand achterlaten.”
Hilde Crevits
“Zorgzame Buurten zijn er om te blijven”
Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits is het eens met de boodschap van Dominique Verté.
“Steeds meer mensen geloven in het concept van Zorgzame Buurten, er is zelfs interesse van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) om ze internationaal mee uit te dragen”, zegt ze.
“Ze zijn niet dé oplossing voor de vergrijzing, de druk op zorgverleners, de druk op mantel zorgers … maar we zijn de juiste weg ingeslagen en moeten hierop voort kunnen bouwen.
“Zorgzame Buurten zijn er om te blijven.
De Zorgzame Buurten worden ondersteund door de Koning Boudewijnstichting.
Op de website is een ‘vragenwaaier’ te vinden voor al wie met zo’n buurt wil starten.
Bron: De Standaard