‘Sciencefictionfilms zijn een barometer van onze toekomstverwachtingen en de conclusie kan alleen maar zijn dat we er steeds minder vertrouwen in hebben’, schrijft Ilja Leonard Pfeijffer in zijn wekelijks essay voor De Morgen. Rechts verzilvert het groeiende onbehagen met de belofte van een terugkeer naar een geïdealiseerd verleden. Waar is het bevlogen toekomstvisioen van links naartoe?
Ilja Leonard Pfeijffer – De Morgen
Sinds mijn jonge jaren kijk ik alle sciencefiction films en -series die ik maar kan vinden. Ik denk dat ik derhalve in de positie ben om een tendens waar te nemen.
Terwijl oudere sciencefiction dikwijls positivistisch was en getuigde van een rotsvast vertrouwen in de technologische vooruitgang, zijn vrijwel alle sciencefictionfilms van de afgelopen jaren mistroostig en somber.
De iconische serie Star Trek vertelde de avonturen van ontdekkingsreizigers die in naam van de United Federation of Planets wetenschappelijke missies uitvoerden.
Af en toe ontmoetten ze vijandige wezens met knobbelige voorhoofden en gutturale dictie, maar de mensheid was verenigd in een soort intergalactische Verenigde Naties, had uitsluitend vreedzame bedoelingen en geavanceerde 3D-printers, die ‘replicators’ werden genoemd, hadden de armoede en ongelijkheid uitgebannen.
Zo was de toekomst in de jaren 60 van de vorige eeuw, toen de originele serie furore maakte, en in de jaren 80 en 90 met The Next Generation was het vooruitzicht nog altijd even attractief.
De sciencefictionfilms en -series van nu zijn daarentegen vrijwel zonder uitzondering gesitueerd in een troosteloze toekomst, die vaker wel dan niet apocalyptische of postapocalyptische trekken vertoont.
Thans is het uitsluitend nog de wereld van Terminator, The Matrix en Blade Runner die ons als verschiet wordt voorgehouden.
De enige recente uitzondering die ik mij kan heugen, is de film Valerian and the City of a Thousand Planets van Luc Besson uit 2017, die een positieve, ecologische boodschap heeft en uitmondt in een happy end.
Het is toevallig een van de beste sciencefiction films die ik ooit heb gezien, een feestelijke explosie van fantasie. Vanwege de vindingrijkheid en de overweldigende verbeeldingskracht staat hij op eenzame hoogte.
Desondanks is Valerian spectaculair geflopt.
Ik ben ervan overtuigd dat de positieve boodschap de oorzaak daarvan is. Wij herkennen ons niet meer in een rooskleurig toekomstbeeld. Dat vinden wij tegenwoordig vergezocht, ongeloofwaardig en nep.
Huren in Lissabon
Uiteraard is sciencefiction een spiegel van de samenleving. Films die zich in de toekomst afspelen bieden geen zicht op de toekomst maar op de maatschappij die zich de toekomst voorstelt.
De sciencefictionfilms zijn een barometer van onze toekomstverwachtingen en de conclusie kan alleen maar zijn dat we er steeds minder vertrouwen in hebben, in die hele toekomst.
Ik merk dat ook op andere manieren. Onderzoeken wijzen erop en ik ben er zelf ook niet immuun voor.
Ik ben opgegroeid in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw en ik herinner mij mijn optimisme. Ik was er zeker van dat ik en de mensheid met mij een glorieuze toekomst tegemoet gingen in immer toenemende vrijheid en welvaart, terwijl bekrompen patriottisme zou wegsmelten onder de hartverwarmende eenheid der volkeren in de Europese Unie en de Verenigde Naties.
Nu heb ik heimwee naar dat optimisme, terwijl er om mij heen een generatie opgroeit in de zekerheid dat zij het in economisch opzicht, en niet uitsluitend in economisch opzicht, slechter zal hebben dan haar ouders.
Voor de jongeren van nu is zelfs de saaie, oude, burgerlijke droom van de aanschaf van een eigen huis in de meeste steden van Europa een fata morgana geworden.
In Lissabon is de huurprijs voor een slaapplaats in een stapelbed inmiddels opgelopen tot 450 euro per maand, las ik gisteren toevallig.
- De verzorgingsstaat is onbetaalbaar geworden.
- Economische ongelijkheid neemt steeds meer toe.
- Er woedt oorlog op ons continent.
- De planeet zal zich wreken op onze vroegere welvaart.
Het is tekenend voor het klimaat van angst en onzekerheid dat het filosofische concept ‘bestaanszekerheid’ het kardinale thema was van de recentste verkiezingscampagne in Nederland.
Wanneer de toekomst een bar en onheilspellend oord schijnt, is het verleidelijk te dromen van het verleden.
Dit vormt een groot deel van de verklaring voor de huidige aantrekkingskracht van extreemrechtse partijen. Extreemrechts is in de kern van de zaak een nostalgische stroming.
Dat blijkt vaak al uit de slogans die worden gehanteerd.
- ‘Make America Great Again’ is een appel om oude glorie te herstellen.
- De wapenspreuk van de brexit was ‘Take Back Control’.
- Viktor Orbán verwijst vaak naar een verloren paradijs.
- De rechtse regering van Giorgia Meloni hanteert, sinds zij aan de macht is, de spreuk ‘Bentornato orgoglio italiano’:
Welkom terug, Italiaanse trots. - André Ventura van het Portugese Chega, die bij de verkiezingen van afgelopen zondag zijn zetelaantal verviervoudigde, refereert geregeld aan Portugals verleden als koloniale grootmacht.
Ter leniging van angst en onzekerheid biedt extreemrechts de vlucht naar ooit.
Als oplossing voor de problemen die ons uit onze slaap houden, wil het de wijzers van de klok terugdraaien naar een tijd waarin deze problemen nog niet bestonden.
Het is een mythisch verleden dat ons als heilsbestemming wordt voorgehouden, een fictieve era van grootsheid die met behulp van een selectief geheugen wordt geconstrueerd, een tijd toen geluk nog heel gewoon was.
Het historische fascisme en nationaalsocialisme in het midden van de vorige eeuw werden op een vergelijkbare manier gedreven door bezieling voor restauratie van vergane glorie en mythische grandeur, die het volk door kwade krachten zouden zijn ontfutseld.
Deze malicieuze machten, die het volk uit het paradijs hebben verstoten, die het zijn waardigheid hebben ontnomen en die als sinistere wachters van de vooruitgang de heilzame terugkeer naar het beloofde land van ooit trachten te beletten, vormen een essentieel ingrediënt van de extreemrechtse ideologie.
Extreemrechtse politici moeten draken verzinnen om Sint-Joris te kunnen zijn.
Ze hebben vijanden nodig om zichzelf als verlossers te kunnen presenteren.
Daarom zijn ze altijd zo boos. Verontwaardiging en slachtofferschap zijn de donker brommende grondtonen die hun electoraat herkent.
Deplorables
“Ik slaap met een bajonet onder mijn kussen”, zegt Meloni tegenwoordig vaak.
De vijanden van de populist zijn per definitie vijanden van het volk en ze dragen vele namen:
- De elite
- Immigranten
- Brussel
- De pers
- De joden
- De moslims
- Zigeuners
- Homoseksuelen
- Cultuurmarxisten
- De Gülen-beweging
- Soros
- De gevestigde politiek
- Het moeras van Washington
- Het kartel
- Pedofielen
- De deep state
- Klimaatdrammers
- Rechters
- Parlementariërs
Omdat extreemrechtse politici de neiging vertonen overal duistere machten te ontwaren, die hen tegenwerken, kunnen complot theorieën zonder al te veel moeite worden geïncorporeerd in hun gedachtegoed of in de obsessies van hun achterban.
Het klimaat van angst en onzekerheid, dat extreemrechtse populisten met succes exploiteren, wordt gevoed door verandering, en de oorzaak van de ingrijpendste veranderingen die onze maatschappij op dit moment ondergaat, is de globalisering.
We zouden kunnen zeggen dat de oude vertrouwde dichotomie van links en rechts plaats heeft gemaakt voor een tweedeling in de bevolking van diegenen die de globalisering beschouwen als een kans en een uitdaging, en zij die haar vrezen.
Niet geheel toevallig valt deze nieuwe tegenstelling grotendeels samen met het contrast tussen hoger en lager opgeleiden en met de antithese tussen stad en platteland.
Dat is logisch. Als fabrieksarbeider heb je ook daadwerkelijk meer te vrezen van de concurrentie uit Azië dan als manager of consultant.
Voor melkveehouders is de globalisering een grotere bedreiging dan voor beurshandelaren of biomedische wetenschappers.
De vijanden van de populist zijn per definitie vijanden van het volk en ze dragen vele namen: de elite, immigranten, Brussel, de pers, de joden, de moslims, zigeuners, homoseksuelen, cultuurmarxisten
Deze dichotomie tussen de aanjagers van de globalisering en zij die zich er niet zonder reden door bedreigd zien, biedt een verklaring voor veel op het eerste gezicht verrassende politieke ontwikkelingen van de laatste jaren, zoals de brexit en de verkiezingsoverwinning van Donald Trump op Hillary Clinton.
In het kosmopolitische Londen had de stem voor brexit geen meerderheid en de harde kern van Trumps electoraat werd en wordt gevormd door werkloze blanke mannen in de rust belt in het hart van de flyover states, die met recht beschouwd kunnen worden als verliezers van de globalisering, en die Hillary Clinton met strategisch fatale precisie aanduidde als de deplorables.
Het nieuwe, radicale, populistische rechts heeft zich opgeworpen als spreekbuis voor de groep die zich door de globalisering bedreigd voelt.
Dit verklaart waarom zelfs haven- en fabrieksarbeiders, die ooit de stoere stoottroepen vormden van het socialisme en het communisme, tot verbijstering van velen tegenwoordig massaal op extreemrechtse partijen stemmen.
Dit verklaart eveneens waarom extreemrechts een antiglobalistische, anti-Europese, isolationistische politiek van nostalgisch nationalisme propageert.
Het mythische verleden dat rechtse populisten ons als glanzend toekomstperspectief voorhouden, is een sprookjesland waar de driekleur wappert achter gesloten grenzen, waar keiharde guldens, marken of franken grif van hand tot hand gaan, waar geen moslim te bekennen is, waar de torens nog niet zijn gevallen en waar nog goed wordt gesjoeld.
Maar wie slachtoffer is van de globalisering, geeft de globalisering zelden de schuld van zijn malheur.
Wie zijn baan in de fabriek heeft verloren omdat het management de productie heeft verplaatst naar lagelonenlanden, heeft behoefte aan minder abstracte zondebokken dan de mondiale economische ontwikkelingen.
- Zijn woede keert zich tegen hen die in zijn ogen van die ontwikkelingen profiteren: de elite.
- Zijn woede keert zich tegen immigranten en vrouwen die hij carrière ziet maken.
- Zijn woede keert zich tegen culturele verworvenheden, zoals het nieuwe dogma van principiële gelijkheid van de seksen en rassen.
De feministen krijgen de schuld. De antiracisten zijn de oorzaak van zijn misère. De elite, die zich tegen de eigen bevolking heeft gekeerd, is de kwade genius van zijn degradatie tot tweederangsmens.
Het dromen verleerd
Hoewel culturele verworvenheden welbeschouwd weinig te maken hebben met de globalisering, gaat de afkeer van de nieuwe, grenzeloze, wereldwijde wereld hand in hand met verzet tegen nieuwe gedachten die aan een kwaadaardige elite worden toegeschreven.
- Daarom doen vrouwen weer gewoon de afwas in het mythische land van ooit dat onze bestemming is.
- Kinderen hebben er een vader en een moeder.
- Er zijn slechts twee seksen, die vanaf de geboorte onveranderlijk vaststaan tot aan de dood.
- Onze joods-christelijke waarden zullen ons onfeilbaar kompas zijn.
Maar de globalisering kan net zomin worden teruggedraaid als de uitvinding van het internet of kunstmatige intelligentie.
Het rechts-populistische visioen van nostalgisch nationalisme is een drogbeeld. Maar tenminste is het een visioen, dat zijn aantrekkingskracht mede ontleent aan het ontbreken van een aantrekkelijk alternatief.
De linkse partijen zetten er weinig anders tegenover dan schuldgevoel en matiging.
In hun visie wordt alles minder:
- Minder vliegvakanties
- Minder vlees
- Geen Zwarte Piet meer
- Geen vuurwerk met oud en nieuw.
Ooit waren de socialisten gespecialiseerd in visioenen van een rode dageraad.
Herman Gorter dichtte: ‘O strale van daar uit het socialisme / in ons, en worden wij die gloed van parels, / waardoor eenmaal het socialisme opstijgt, / en alle nevel wegtrekt, alle stank van ’t kapitaal. Heersche de gouden vrijheid.’
Maar links is het dromen verleerd.
De enige manier om te ontsnappen uit de mistroostige wereld van Blade Runner, is een visioen te creëren waarin het optimisme van Valerian geloofwaardig is.
Lees ook
Klik hier of op de hyperlink hieronder en vind andere berichten van
Bron: De Morgen