Het gevoel van urgentie in Europa om militair op eigen benen te staan, is ongezien, schrijft Jonathan Holslag. Of dat tijdig kan, is maar de vraag. Die weg is lang en Europa komt er heus niet alleen Rusland tegen.
Jonathan Holslag – De Morgen
15 maart 2025
Leestijd: 9 min
‘Het is veelzeggend dat het tien keer zo welvarende Europa er niet zeker van is dat het Rusland met conventionele middelen de baas kan.’
Jonathan Holslag
In 2017 nam de chef van het Franse leger een opvallende beslissing. Hij gaf de president zijn ontslag omdat hij zichzelf niet langer in staat achtte om met de middelen die hij ter beschikking kreeg de veiligheid van zijn land te garanderen.
Eigenlijk hadden toen alle Europese defensiechefs om die reden collectief moeten opstappen en zo de bevolking een krachtig signaal moeten geven.
Want ondanks terreuraanslagen, de Russische inlijving van onder andere de Krim en de verkiezing van Donald Trump, bleven de Europese defensiebudgetten dalen, tot een dieptepunt van 1,3 procent van het bbp in dat bewuste jaar.
De politiek heeft natuurlijk steeds het laatste woord, maar zowel de militaire als de politieke leiding hebben de Europese defensie veel te veel laten eroderen.
Het kostte een tweede Russische agressie en een tweede termijn van Trump alvorens Europa opnieuw in actie schoot.
Sindsdien is het defensiebudget opnieuw geklommen tot 1,9 procent van het bbp.
De urgentie die sinds de verkiezing van Trump in de Europese hoofdsteden gevoeld wordt, is – misschien op de nasleep van de gruwelijke oorlog in Joegoslavië en de Amerikaanse invasie van Irak na – ongezien.
Zelfs Duitsland overweegt nu meer overheidsschuld om de Bundeswehr te moderniseren.
Politici die jarenlang de kat uit de boom keken en geopolitieke waarschuwingen afwimpelden als doemdenkerij, schieten nu in actie.
Maar zal dit volstaan om Europa op militair vlak op eigen benen te laten staan?
Zal Europa snel genoeg klaar zijn voor de volgende deining?
Belabberd figuur
Het hangt ervan af. In vergelijking met Rusland zou Europa zich moeten kunnen herpakken, al blijft de opgave groot.
Rusland spendeert 145 miljard dollar aan zijn leger; de Europese landen ongeveer 560 miljard dollar.
Voor dat geld verwierf Europa enkele voordelen in de machtsbalans, het heeft nu bijvoorbeeld:
- Drie keer zoveel gevechtstanks
- Twee keer zoveel gevechtsvliegtuigen
- Vier keer zoveel gevechtshelikopters
- Tien keer meer fregatten en aanverwante marineschepen
Het Europese wapentuig is doorgaans ook moderner dan het Russische. Daarbij mogen we uiteraard niet uit het oog verliezen dat de Europese economie tien keer groter is dan de Russische en dat Europa in verhouding tot zijn economische omvang nog steeds een belabberd figuur slaat.
We verliezen ook best niet uit het oog dat Rusland nu evenveel soldaten op de been heeft als de Europese staten samen: ongeveer 1,5 miljoen.
De gemiddelde Europese soldaat heeft vaak niet veel meer gezien dan zijn kazerne en het oefenterrein
En we gaan ook best niet te lichtzinnig voorbij aan het feit dat Rusland ongeveer 600.000 soldaten van die troepenmacht in Oekraïne heeft gestationeerd.
De gemiddelde Russische soldaat mag dan misschien kanonnenvoer zijn, de gemiddelde Europese soldaat heeft vaak niet veel meer gezien dan zijn kazerne en het oefenterrein.
Het aantal Europese soldaten dat ooit aan een gevechtsoperatie deelnam, is de afgelopen jaren verder geslonken.
De kans wordt nu heel groot dat de Europese soldaat het de komende jaren effectief moet gaan waarmaken tegen het Russische kanonnenvoer.
Dat wil zeggen: als Rusland honderdduizenden troepen in Oekraïne houdt, dan zal naar Europa gekeken worden om minstens tienduizenden soldaten te ontplooien om een mogelijk staakt-het-vuren te handhaven.
Eigenlijk is het ook gewoon veelzeggend dat een regio met tien keer meer welvaart en drie keer meer mensen er niet zeker van is dat het met conventionele middelen Rusland de baas kan.
Dat Europa door schrik bevangen raakt bij het beeld van een stabilisatiemacht die misschien positie zal moeten innemen in de nabijheid van Russische soldaten en dat het zich afvraagt of het wel in staat is om mogelijke Russische avonturen tegen de Baltische staten te pareren.
Wat daarin meespeelt, is sowieso het feit dat Europa verdeeld blijft over bijvoorbeeld een mogelijke stabilisatiemissie in Oekraïne en dat een aantal Europese lidstaten er thans weinig voor voelt om bij te dragen.
Polen heeft bijvoorbeeld al laten weten zijn kat te zullen sturen.
Zuidflank
Uiteindelijk vermoed ik dat Europa, wat de oostflank betreft, op termijn wel enigszins zijn mannetje zal kunnen staan.
Indien Europese lidstaten in dit tempo wapens en munitie blijven bestellen, zal de machtsbalans met Rusland zich wel herstellen, ook al blijft de eenheid soms zoek.
Maar de militaire opgave zal zich niet beperken tot het beveiligen van de oostflank alleen.
Het Midden-Oosten blijft bijzonder onstabiel. Afrika zinkt verder weg in onrust. De Indische Oceaan blijft een arena van grootmachten politiek, terrorisme en piraterij.
Europa kan zonnepanelen leggen zoveel het wil, maar tot diep in deze eeuw zal het voor fossiele brandstoffen uit het Midden-Oosten afhankelijk blijven van lange aanvoerroutes.
En als gevolg van de afhankelijkheid van fabrieken in Azië zal het ook in dat opzicht gedwongen worden zich te bekommeren om lange, oostwaartse handelsroutes.
Die routes blijven bezaaid met uitdagingen.
Het smalle Suezkanaal vereist enorme inspanningen, vooral van de Egyptische overheid, om terreurgroepen weg te houden bij de honderden miljarden dollars aan brandstoffen en andere goederen die er elk jaar naar Europa passeren.
Verderop in de Rode Zee werpen de Houthi-rebellen nog altijd een schaduw over de koopvaardij.
Voorlopig zijn het vooral de Amerikanen die er voor enige veiligheid zorgen, maar de prijs daarvan is kolossaal. Alleen al vorig jaar kostten alle munitie en systemen die nodig waren om Houthi-aanvallen af te weren 1 tot 2 miljard dollar.
Nog verder weg blijven piraterij en geweld in de Hoorn van Afrika een aanhoudende bedreiging.
Voor een beetje beveiliging van de handelsroute tussen de Middellandse Zee en de Indische Oceaan zou Europa permanent minimaal een tiental goed bewapende fregatten beschikbaar moeten hebben, oftewel dertig schepen op jaarbasis, indien het tenminste niet afhankelijk wil blijven van de VS.
Intussen leggen de Russen beslag op grondstoffen in Afrika, bezondigen zij zich aan moordpartijen en verkrachtingen, en palmen zij strategische poorten naar de Middellandse Zee en Europa in
Dan is er Afrika zelf.
Als Europese militairen zich niet op eigen initiatief terugtrekken, worden ze door Russische huurlingen uit hun posities in Afrika verdreven.
Frankrijk is daarvan het beste voorbeeld. Dat land moest in de Sahel opkrassen omdat het zich neokoloniaal zou gedragen, maar intussen leggen de Russen wel beslag op grondstoffen, bezondigen zij zich aan moordpartijen en verkrachtingen, en palmen zij strategische poorten naar de Middellandse Zee en Europa in.
Geweld breidt zich uit over het hele continent.
Hoewel veel Europese landen er vandaag weinig voor voelen om zich nog met Afrika te bemoeien, zullen ze eerder vroeg dan laat gedwongen worden om zich opnieuw op het continent te ontplooien.
Grootste opgave
Wat Rusland betreft, kan Europa zich wellicht enigszins voorbereiden, al zal het de eerstkomende jaren bijvoorbeeld voor inlichtingen afhankelijk blijven van de Amerikanen.
Als het zich, naast de verdediging van de oostflank, ook moet klaarmaken om meer verantwoordelijkheid te nemen op de zuidflank, wordt dat al veel moeilijker.
En als het daarbovenop ooit zou moeten omgaan met bijvoorbeeld een botsing tussen China en de Verenigde Staten, komt het zwaar in de problemen.
Deels is dat een gevolg van een gebrek aan uitrusting.
Zelfs met 2 of 3 procent van het bbp zal het jaren kosten om op het vlak van uitrusting meer op eigen benen te staan, en voor veel systemen zelfs tot tien jaar om de technologische achterstand op de Verenigde Staten in te halen – als dat überhaupt al mogelijk is.
De Amerikaanse voorsprong op het vlak van defensietechnologie is enorm groot, en Europa zal daarom een groot deel van zijn budget moeten blijven uitgeven aan Amerikaanse wapens.
De grootste opgave voor Europa is wellicht de zoektocht naar personeel: voor de krijgsmachten, maar ook voor de defensie-industrie.
De bereidheid om te dienen is in Europa bijzonder beperkt. En als er zich al nieuwe rekruten aandienen, blijkt het vaak zeer moeilijk om hen bij te houden of om van hen de discipline en de veerkracht te eisen die bij het leger horen.
Het is belangrijk om uit te leggen dat het behouden van een voordeel in de militaire machtsbalans wellicht meer offers zal eisen dan we nu bereid zijn te brengen
Zelfs als Europa méér zou inzetten op technologie en onbemande oorlogvoering, dan nog leren de recente crisissen in Oekraïne en Gaza dat oorlogvoering landen in de positie dwingt om mensen op grote schaal, in zeer vijandige omstandigheden en voor lange tijd in te zetten.
En dat blijkt niet vanzelfsprekend.
Of we nu evolueren naar een Europees leger – wat onwaarschijnlijk blijft – of naar een verzameling van beter uitgeruste nationale legers, de weg voor Europa in de richting van meer onafhankelijke gevechtscapaciteit is nog ontzettend lang.
Het is belangrijk om daar eerlijk over te blijven en ook uit te leggen dat het behouden van een voordeel in de militaire machtsbalans wellicht meer offers zal eisen dan we nu bereid zijn te brengen.
Het ultieme bewijs van militaire slagkracht is overigens niet de 2 procent of de 3 procent, niet de aankoop van het ene of het andere dure systeem, niet het zoveelste grote Europese project, maar de capaciteit en de wil – vooral de wil – om de mensen en de middelen ook daadwerkelijk in te zetten waar het nodig is.

Beeld Wouter Maeckelberghe / Anadolu via Getty Images
Lees ook
Klik op de hyperlinks hieronder
en vind meer berichten
Bron: De Morgen