‘Apocalypsoof’ Lisa Doeland heeft geen vrolijke boodschap: niet alleen onze manier van leven is gedoemd, ook wijzelf zullen uiteindelijk uitsterven. Het heeft weinig zin dat idee te ontkennen – we kunnen het beter omarmen. Hoe sterven we op een waardige manier uit?
Jeroen Junte – De Morgen
‘Er zit niets anders op dan het beest in de bek te kijken’
Lisa Doeland
Filosoof Lisa Doeland (41) gelooft niet in een naderende apocalyps.
“We zitten er al middenin. Het is vijf over twaalf, alleen willen we dat maar niet zien.
“Afval scheiden, zonnepanelen installeren of tegelwippen zullen dit onheil niet afwenden. Dit zijn slechts afleidingsmanoeuvres, die de illusie in stand houden dat we onze onhoudbare manier van leven niet radicaal hoeven te veranderen.”
Sterker nog, elektrisch rijden, fabrieken om kleding te recyclen of windmolens bouwen zijn volgens haar onderdeel van het probleem, niet van de oplossing.
“Deze innovaties zijn veel minder groen dan wordt gesuggereerd. Bovendien wakkeren ze het verbruik van nog meer energie en grondstoffen aan. Zonder gedragsverandering heeft een energietransitie geen zin.”
‘Apocalypsofie’ noemt Doeland het denken met als uitgangspunt een gitzwart toekomstbeeld voor de mens.
Het is ook de titel van het boek waarmee ze zich vorig jaar op de kaart zette als een dwarse doemdenker.
Niet alleen onze manier van leven is gedoemd, ook wijzelf zullen uiteindelijk uitsterven. Wanneer precies weet zij ook niet.
Doeland: “Ons einde komt niet met een knal, maar heel geleidelijk. Bovendien is de pijn niet gelijk verdeeld. Voor sommige mensen komt het einde veel eerder, en op een gruwelijker manier.
“Hier bij ons lijkt het allemaal wel mee te vallen en dromen we van de redding die groene energie gaat brengen. Ondertussen verdwijnen eilandgroepen als de Malediven onder water.
“Er zijn niet genoeg grondstoffen om de energietransitie te maken. De aarde is uitgeput.”
Veel belangrijker dan de exacte datum van de apocalyps is volgens Doeland het besef te omarmen dat we gaan uitsterven.
“De vraag is: hoe doen we dat op een waardige manier?”
Zegt u het maar, hoe doen we dat, waardig uitsterven?
“Door ons niet blind te staren op wat komen gaat.
“In discussies over klimaatverandering is het tegenargument voor uitsterving dat we een oplossing gaan vinden, dat technologie ons een uitweg zal bieden.
“Maar we moeten juist om ons heen kijken, naar het nu – niet naar mogelijke oplossingen in de toekomst.
“We moeten aanvaarden dat we niet boven de schepping staan, maar onlosmakelijk zijn verweven met onze leefomgeving. We zijn vergeten dat we in wederkerigheid moeten leven met de natuur.
“We krijgen iets – zuurstof, voedsel, noem maar op. Daarom moeten we ook iets teruggeven, zoals schonere lucht of gezondere natuur dan nu.
“Zoals de aloude waarheid wil: je moet je omgeving beter achterlaten dan je die aantrof.”
U hebt het filosofische begrip ‘Apocalypsofie’ gemunt. Wat houdt dit precies in?
“Denken vanuit het besef dat de ineenstorting is begonnen.
“We zitten momenteel in de zesde massa-extinctie. Bij voorgaande uitstervingen stierf tot 95 procent van alle diersoorten.
“Ik heb de filosofische vraag onderzocht hoe we ons moeten verhouden tot wat je onze ‘uitsterfelijkheid’ kunt noemen.
“We willen het daar niet over hebben. Wie dat wel doet, wordt niet gezien als realist, maar weggezet als fatalist.
“In plaats daarvan dromen we over onszelf invriezen of ons brein uploaden naar een supercomputer. Maar dat zal ons niet redden.
“Er zit niets anders op dan het beest in de bek te kijken. Hoe kunnen we op onze ruïnes nog wat moois laten bloeien?
“Pas als we ten volste beseffen dat het einde onvermijdelijk is, wordt een ultieme inspanning vanzelfsprekend om nóg erger te voorkomen, namelijk het uitsterven van nog meer andere levenssoorten.”
U bent er zeker van dat de apocalyps onafwendbaar is. Waar baseert u dat op?
“Er zijn negen planetaire grenzen die we niet mogen overschrijden, omdat de stabiliteit van ons bestaan dan in gevaar komt.
“Daarbij moet je denken aan schoon drinkwater en vruchtbare bodem voor landbouw. Vier van die grenzen hebben we al overschreden:
- De chemische vervuiling
- De opwarming van de aarde
- De verstoring van de stikstofkringloop
- Het verlies aan biodiversiteit
zijn niet alleen onomkeerbaar, maar hebben ook weer onomkeerbare gevolgen.
“Zoetwaterschaarste, verzuring van de oceanen en bodemerosie zitten in de gevarenzone. Dat is allemaal wetenschappelijk aangetoond.”
Aan de Radboud Universiteit Nijmegen promoveert Doeland op onderzoek naar onze relatie tot afval.
Een van haar zorgen is het idee dat we dingen zorgeloos kunnen weggooien. Dat wakkeren profeten van de circulaire economie aan met slogans als ‘afval bestaat niet’.
Hout, metaal en zelfs plastic – het zou allemaal eindeloos kunnen worden gerecycled.
“Nou, afval bestaat wél. Er liggen lekkende batterijen op straat, er drijft plastic in de zee.
“Het idee van een circulaire economie gaat uit van het bestrijden van de grenzen van de groei in plaats van ermee te leven.
“Het creëert de illusie dat er toekomst is voor een onhoudbaar systeem. Dat zit al besloten in het woord duurzaamheid. Het moet voortduren.
“Het is wat Sigmund Freud een Verleugnung noemt. We weten allemaal dat het zo niet kan, maar tóch gaan we ermee door.
“Deze leugen belemmert de systeem verandering die nodig is.”
De mensheid is veerkrachtig. Wetenschap en technologie hebben de levensstandaard van het merendeel van de wereldbevolking verbeterd. Armoede, ziekte en hongersnood nemen steeds verder af. Is er dan geen oplossing voor de uitputting van de aarde?
“Het probleem met deze veronderstelling is de belofte van oneindigheid van groei. Het kan alleen maar beter worden.
“Maar veel van onze vooruitgang is gebaseerd op de ogenschijnlijk oneindige beschikbaarheid van fossiele energie en die raakt op.
“Dan kunnen onze steden niet meer functioneren. Dan stokt de productie en distributie van voedsel.
“Dan zal blijken dat onze intelligentie en creativiteit niet toereikend zijn om de problemen van onze tijd op te lossen.”
In uw boek omschrijft u het kapitalisme als ‘een machine die mensen, dieren en dingen opeet en vervolgens dumpt. Tot afval maakt.’ Hebt u een alternatief?
“Er is niet één alternatief, er zijn veel manieren om je te onttrekken aan het systeem.
“In mijn boek gebruik ik daarvoor de metafoor van de voddenraper. Deze onbeduidende maar zelfredzame persoon scharrelt een bestaan bijeen op de puinhopen en het afval dat is weggegooid in naam van de vooruitgang en economische groei.
“We zullen dus moeten beseffen dat er een einde is aan de groei en dat we ons moeten aanpassen aan de beschikbare grondstoffen en voedsel- en energievoorraden.”
Doeland groeide met haar jongere zus op bij haar alleenstaande moeder, een muzieklerares met een aanvullende uitkering.
“Een liefdevol gezin met een grote maatschappelijke betrokkenheid”, vertelt Doeland.
Als puber op de vrije school was ze diep onder de indruk van het rapport Grenzen aan de groei van de Club van Rome uit 1972. Inmiddels heeft ze last van klimaatrouw.
“Wanneer ik voor het laatst huilde om de staat van de wereld? Sowieso ergens deze week.
“Ik word emotioneel als ik om me heen kijk. Van de kauwtjes in mijn buurt die hun zwarte tooi verliezen door vitaminetekort. Van een plastic zakje in het park. Of van de walnoten uit Californië in mijn yoghurt.”
U bent gelieerd aan Extinction Rebellion. Waarom, het is al te laat immers?
“De apocalypsofie gaat uit van een einde van ons bestaan, waarin we dus wel degelijk een actieve rol hebben te spelen.
“We gaan de straat op omdát het te laat is, niet ondanks. Het is immers onze plicht te redden wat er nog te redden valt.
“Wat mij aantrekt aan deze beweging is dat het de uitsterving als een serieuze optie beschouwt. Dat zie je al aan de naam: extinction.
“Daarbij wordt klimaatverandering heel concreet gemaakt door de focus op één van de aanjagers daarvan: fossiele subsidies. Dat maakt het protest effectief.
“Ik heb lang geaarzeld of ik mij als academisch filosoof in de strijd moest gooien. Totdat activisten van Extinction Rebellion preventief van hun bed werden gelicht.
“Het criminaliseren van klimaatactie was de druppel. En toen stond ik er. Als burger.”
U hebt twee kinderen. Hebt u daar spijt van?
“Natuurlijk niet! Het was nogal instinctief. Je moet niet alles in de hand willen hebben in het leven. Het doorgeven van het leven hoort bij het leven.
“Het ging ook niet alleen om mijzelf, dat ik zo nodig kinderen moest voor mijn persoonlijke groei, al besef ik nu dat het krijgen van kinderen mij nieuwe inzichten heeft gegeven.
“Maar ik ben soms wel heel angstig voor ze. Ze zullen het zwaar krijgen.”
De apocalyps, het einde der tijden, de zondvloed. Er schuilt ook een macabere aantrekkingskracht in deze terminologie. Attentie verzekerd. Maakt u zich niet ook schuldig aan deze sensatiezucht?
“Er gaat een gevaar uit van catastrofilie: de spectaculaire manier waarop rampen worden verbeeld in de populaire cultuur, met name in Hollywood-films.
“Het normaliseert de echte rampspoed die ons nog te wachten staat en die elders al gaande is. Deze verbeelding is een verhaal waar je zelf geen onderdeel van uitmaakt.
“Ik probeer daar een tegenwicht aan te bieden. Als ik mensen met mijn boektitel heb gelokt, en ze vervolgens worden geconfronteerd met de harde realiteit, dan is dat mooi meegenomen.”
Tot slot: de klimaatverandering stoppen begint met een systeemverandering. Wat kunnen we zelf doen?
“Omarm de beperkingen van het leven.
“Geen vliegvakantie, vlees of auto voor de deur meer.
“Probeer terug te denken aan die momenten in je leven waarin je beperkt was in je mogelijkheden en hoe inventief en creatief je je voelde.
“Maar misschien ook wel aan de opluchting die dat kan losmaken. Dat je dat niet allemaal meer hoeft. Geen druk maar vrijheid.”
Lees ook
Bron: De Morgen