Frederik De Backer – Wat hebben we nu eigenlijk overgehouden aan de pandemie


Frederik De Backer – De Morgen


Soms denk ik dat Marc Van Ranst de enige is die zich de pandemie nog herinnert.

Als je even stilstaat bij de impact van de zaak-Dutroux of van 11 september op de maatschappij, op het gedrag en de denkwijze van de mensen, dan lijkt het wel alsof die hele pandemie niet meer dan een slechte roddel is geweest.

Tenzij natuurlijk voor de Vlaamse
Salman Rushdie.

Net als de eerbiedwaardige wetenschapper heb ook ik enige tijd, meer bepaald de eerste vijfentwintig jaar van mijn leven, binnen doorgebracht, veilig weggeborgen in mijn kamer, in een kist onder een stolp in een grote brandkast.

Om de zes uur ververste mijn moeder de zuurstoffles en werd ik kortstondig met een zonnelamp beschenen, allemaal vanwege de honderdduizend pedofielen die mijn geboortedorp bleek te herbergen.

Op 11 september 2001 werd dan weer
de islam uitgevonden.

Een dag eerder had men het bij de bakker tussen twee boterkoeken en een groot bruin gesneden in nog gewoon over het weer en de euro en de eenmaking van de politie gehad, maar plots was alles anders.

De komende vijftien jaar zou in het teken staan van de eerste stapjes in de hoogste klasse der wereldreligies van wat tot dan toe weinig meer dan een nors kijkend kliekje was geweest.

Vijftien jaar lang zou je geen schuif kunnen opentrekken of er zat een moslimterrorist in.

Die twee crises hebben geleid tot respectievelijk een kordate aanpak van seksueel misbruik en een oeverloze tolerantie voor andere culturen dan de onze (lees: die van alles wat niet Peeters of Janssens heet).

Maar wat hebben we overgehouden aan de pandemie?

Ik herinner me nog vaag hoe drieëntwintig auteurs en ik nu vier jaar geleden de laatste hand legden aan een brievenboek dat we in die eerste lockdownmaand bijeen hadden gewanhoopt.

We hadden pretentieus en authentiek en getormenteerd neergeschreven hoe we vreesden wat komen zou, maar evenzeer hoe we opleefden nu we even wat minder moesten.

Hoe ons met de koorts en de kortademigheid, met de borstpijnen en de bewusteloosheid, ook tijd was geschonken om te wandelen, om naar Tiger King te kijken, om niet in de file te staan.

En maar applaudisseren voor de zorg,
die twee keer dat we het konden opbrengen.

We deden boodschappen voor onze grootouders en maanden elkaar aan voorzichtig te zijn.

Wat hadden we lief!

Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog kregen sommigen het mentaal een beetje moeilijk, maar ooit zou deze gekte voorbij zijn en zou de wereld hebben geleerd wat begrip is.

In plaats daarvan leerden we wat telewerk is.

Mensen zijn botter en kwader en egoïstischer dan ooit tevoren, maar ze kunnen hun vergaderingen tenminste volgen via Zoom, wachtend op een zoveelste Zalando-pakje.

Ik hoop dat Marc het wel stelt.


Lees andere berichten in deze categorie



Bron: De Morgen

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven