Geluk kan je niet plannen – Drie filosofen verklappen de sleutels tot geluk


Ben jij gelukkig?
Ons land staat op 17 in de wereldranglijst van gelukkigste landen: er is dus nog werk aan de winkel. Deze 3 vrouwelijke filosofen kunnen helpen. Ze fileerden hun geluk en kunnen nu helder aanduiden wat we goed en niet goed doen in onze zoektocht naar voorspoed. ‘Dit is een valstrik waar velen in trappen, nu we sociale media hebben.’

Katrien Elen – De Morgen


ALICJA GESCINSKA

POOLS-BELGISCHE FILOSOFE EN SCHRIJFSTER
‘ALS JE NIET DANKBAAR KAN ZIJN VOOR WAT JE HEBT, ZAL JE NOOIT GELUKKIG ZIJN’
Alicja Gescinska. Beeld Greetje van Buggenhout
Alicja Gescinska. Beeld Greetje van Buggenhout

‘Geluk valt niet te plannen’

“Ik geloof niet dat streven naar geluk tot geluk leidt. Een gelukservaring valt niet te plannen of te voorspellen. Zo heb ik de gelukkigste momenten met mijn vader beleefd in de drie maanden tussen zijn diagnose van pancreaskanker en zijn dood. De relatie met mijn vader was stroef, maar in die maanden heb ik voor hem gezorgd, ik heb naast zijn ziekbed gezeten, hem vergezeld bij elke chemokuur.”

“Vooraf had ik nooit kunnen denken dat zorgen voor iemand die terminaal is, en al zeker niet voor mijn vader, een geluksmoment zou zijn. Toch was het zo. Al heb ik in die tijd ook veel verdriet gehad, toch kijk ik er nu op terug met het gevoel dat het ondanks de ellende goed is geweest. Die ervaring is een grote levensles geweest. Het toont dat geluk een bijproduct is van een zinvol bestaan. En naar een zinvol ­bestaan kan je wel streven.”

‘Geluk gaat niet om dingen doen die prettig zijn’

“We kunnen allemaal van betekenis zijn voor een medemens of voor de wereld. Maar we vergeten dat vaak. Ik geloof in plus est en vous, de slagzin van de jezuïeten. Dat zinnetje is geen oproep om altijd maar meer te doen of harder te werken, wel is het een appel om van betekenis te zijn voor anderen, om van jezelf een geschenk voor je medemens te maken. Je zal zien dat je dan veel meer voldoening zal ervaren dan wanneer je alleen maar op zoek gaat naar toffe of prettige dingen om te doen. En precies die voldoening is een vorm van geluk, van het diepste geluk.”

‘Het geluk van mijn kinderen is dé prioriteit’

“Sinds ik moeder ben, doet mijn geluk er minder toe dan het geluk van mijn drie kinderen. Van die gedachte ben ik doordrongen. Dat uit zich in soms schijnbaar triviale dingen: zo eet ik sinds ik kinderen heb te weinig fruit. Als we lekker fruit in huis hebben, denk ik de hele tijd: ik ga het laten voor de kinderen. Daarmee heb ik niet gezegd dat ik me volledig wegcijfer voor mijn zonen, maar mijn geluk is geen prioriteit meer in mijn leven.”

‘Geluk vraagt om reflectie’

“Mocht ik schrijven over iets anders dan filosofie, dan zou ik allicht meer boeken verkopen. Maar dat ga ik niet doen. Ik probeer te leven volgens het patroon dat mij gelukkig maakt, niet volgens een patroon dat een ander gelukkig maakt. Dat is een valstrik waar velen in trappen, zeker nu we via sociale media voortdurend zijn blootgesteld aan andere levens.”

“Geluk vraagt om reflectie. Iedereen moet voor zichzelf afvragen wat hen zin geeft. Mijn man, Steven, is huisvader. Voor hem is dat zinvol, maar ik weet dat veel mensen liever vijf dagen gaan werken en een BMW voor de deur hebben. Dat kan, er is niet één patroon voor geluk.”

‘Niet ongelukkig zijn begint bij dankbaarheid’

“Naast reflectie is ook dankbaarheid nauw verweven met ons geluk. Als je niet dankbaar kan zijn voor wat je hebt, zal je nooit gelukkig zijn. Er zal altijd iemand zijn die iets heeft wat jij niet hebt. Zelf ben ik bijvoorbeeld dankbaar dat ik voor mezelf mag denken, dat ik leef in een land waar informatie vrij beschikbaar is en ik mijn mening mag uiten.”

“Omdat ik in het Westen woon, gezond ben en een dak boven mijn hoofd heb, vind ik van mezelf dat ik het recht niet heb om totaal ongelukkig te zijn. Als ik al ongelukkig zou zijn, wat dan met de mensen die momenteel in Oekraïne wonen met maar twee uur elektriciteit per dag? Maar het is niet omdat ik mezelf verbied om ongelukkig te zijn dat ik er ook gelukkig van word. Niet ongelukkig zijn is echt wel een opdracht voor mij. En als ik eerlijk moet zijn, het lukt me niet altijd.”

‘Onbekommerd geluk is zeldzaam’

“Als kind ben ik nooit onbekommerd gelukkig geweest. Mijn ouders zijn om politieke redenen van Polen naar België gevlucht toen ik zeven was. Twee zomers geleden heb ik dat onbekommerde geluk wel ervaren. We zijn die zomer in onze bubbel op gezinsvakantie naar de Poolse kust ­gegaan. Die dagen vormen een van de hoogtepunten van mijn leven.”

“Maar ook dan: je kan het niet afdwingen. Zo gingen we vorige zomer opnieuw naar zee. Vlak voor mijn vertrek hoorde ik dat Caroline Pauwels was overleden. Vervolgens werd Salman Rushdie neergestoken en vond ik het als vicevoorzitter van PEN Vlaanderen belangrijk om te reageren. Ik zat dus op vakantie te rouwen en te werken.”

“Geluk is een fragiel vogeltje dat rondfladdert. Je kan het niet grijpen. Als je het probeert, versmacht je het. Je kan alleen maar hopen dat het vogeltje zich af en toe op je schouder komt neervlijen. Hoogstens kan je het lokken door zaadjes te strooien. Met andere woorden: je hebt je geluk niet in handen, je kan alleen proberen een context te creëren waarin geluk kan ontstaan, en als het je overkomt, er dankbaar voor te zijn.”


KATRIEN SCHAUBROECK

HOOFDDOCENT FILOSOFIE AAN UANTWERPEN
‘IK HEB HET GRAVEN IN MEZELF LOSGELATEN EN RICHT MIJN BLIK NU NAAR BUITEN’
Katrien Schaubroeck. Beeld Greetje van Buggenhout
Katrien Schaubroeck. Beeld Greetje van Buggenhout

‘Geluk vind je in de buitenwereld’

“Mijn grootste inspiratiebron voor een goed en gelukkig leven is de Ierse schrijfster en filosofe Iris Murdoch. Zij beschrijft in een van haar boeken hoe ze na een lastige vergadering met haar collega’s in Oxford in haar kantoor komt en de gesprekken in haar hoofd opnieuw afspeelt. Daarbij maakt ze zichzelf verwijten als: ik had dit of dat moeten zeggen. Dat duurt een tijdje, tot ze uit het raam kijkt en haar aandacht wordt getrokken door een valk die door de lucht zweeft. Die valk haalt haar uit zichzelf, naar de buitenwereld.”

“Als Murdoch wat later terugdenkt aan die vervelende vergadering die eerst zo belangrijk leek, ziet ze alles in een ander perspectief. De vergadering lijkt aan ­gewicht te hebben verloren. Die ervaring schenkt Murdoch een belangrijk inzicht: in plaats van de blik naar binnen te richten, kan je een beter leven leiden als je hem naar buiten richt. Murdoch noemde dat ‘ontzelven’. Voel je je slecht, stop dan met aan introspectie te doen, maar ga naar een museum, ontmoet vrienden of trek de natuur in en verleg zo je aandacht.”

“Op mijn twintigste dacht ik ook dat geluk vanbinnen te vinden was. Zelfkennis leek de bron van een gelukkig leven, vandaar mijn keuze voor filosofie. Later heb ik dat graven in mezelf losgelaten. Ik heb mijn blik omgedraaid, vermijd het navelstaren en hecht niet meer zoveel belang aan zelfontwikkeling of zelfzorg.”

“Ik richt mijn blik naar buiten via vrijwilligerswerk. Ik ben ermee begonnen toen ik niet goed in mijn vel zat. Rond datzelfde moment ben ik vrijwilligerswerk gaan doen bij Domo (nu Home-Start red.), een vzw die gezinsondersteuning biedt aan kwetsbare gezinnen. Wekelijks ging ik op bezoek bij een gezin waar ik speelde met de kinderen. Dat engagement heeft mij enorm geholpen.”

‘Ongelijkheid maakt ongelukkig’

“Economen hebben vastgesteld dat hoe ongelijker de welvaart in een land verdeeld is, des te ongelukkiger de inwoners zijn. Om te weten wat een individu gelukkig maakt, moet je dus ook altijd de context erbij nemen. Als ik geen vliegvakantie kan betalen, evenmin als iedereen die ik ken, zal dat mijn geluk niet affecteren. Maar als ik niet op reis kan en al mijn kennissen wel, dan maakt dat me wel ongelukkig. Afwezigheid van jaloezie is dus een belangrijke component van geluk.”

“De Franse filosoof René Girard noemde dat de mimetische begeerte: we verlangen naar datgene wat anderen hebben. Een heel menselijke neiging, en we herkennen het als we het in kinderen zien. Mijn dochter van 5 jaar oud is een tevredener kind wanneer haar oudere broer uit haar blikveld is. De drang om zich met hem te vergelijken en gefrustreerd te worden door alles wat ze nog niet kan, is sterker dan haarzelf. Die ongelijkheid tussen mijn kinderen is onvermijdelijk, maar als ik bij mezelf vaststel dat ik erg opkijk naar ­iemand, neem ik dat signaal ernstig.”

“Zeker als er jaloezie bij komt kijken. In plaats van te denken: ‘Ik wou dat de ander dit niet had’ probeer ik te achterhalen wat die jaloezie mij vertelt over wat ik zelf wil. Ik denk na over wat ik kan ondernemen om dat (of iets vergelijkbaars) te bereiken. Door in actie te schieten krijg je een gevoel van controle, beter voor je geluksgevoel dan lijdzaam toe kijken.”

‘Mijn kinderen zijn een bron van geluk’

“De voorbije acht jaar waren de gelukkigste van mijn leven. Natuurlijk is het ouderschap niet altijd even fijn, maar ik beschouw zulke momenten als deel van een groter verhaal dat mij gelukkig maakt. Of je kinderen nodig hebt om zin te vinden? Nee, waar het om draait is dat je je leven verbindt met iets groter dan jezelf waaruit je betekenis haalt.”

“Ik hoor steeds vaker van studenten of jongere collega’s dat ze geen kinderen willen omdat ze zich zorgen maken over het klimaat. Ik bewonder hun redenering, maar ze verontrust mij ook. Geen kinderen krijgen is niet hetzelfde als niet meer reizen voor het klimaat. Ik weet voor mezelf dat kinderen krijgen mijn leven een betekenis heeft gegeven die ik door niets anders had kunnen vervangen. Ik vind het erg voor de jongere generatie dat de keuze om kinderen te krijgen nu zo zwaarbeladen lijkt. Ik hoop dus dat hun keuzes niet ten koste zullen gaan van hun geluk.”

‘Ons geluk hangt samen met dat van een ander’

“Ons eigen geluk en dat van een ander kan je niet los zien van elkaar. Zorgen voor een ander vergroot je eigen geluk, al is dat nooit de initiële motivatie. Ik doe geen vrijwilligerswerk of ben geen moeder om er gelukkig van te worden, maar ik vind het niet verkeerd om te zeggen dat het mijn leven betekenisvol maakt.”

“Geluk is een bijproduct dat je genereert door je in te zetten voor iets buiten jezelf. In die zin heb je het tot op zekere hoogte zelf in de hand. Al wil ik toch een kanttekening plaatsen. Mensen op de vlucht bijvoorbeeld hebben wellicht maar weinig aan mijn levenslessen. Soms zijn de omstandigheden te dramatisch om geluk te kunnen ervaren.”


TINNEKE BEECKMAN

FILOSOFE EN COLUMNISTE:
‘GELUK HANGT SAMEN MET HELEMAAL OPGAAN IN HET MOMENT’
Tinneke Beeckman, filosofe en columniste. Beeld Greetje van Buggenhout
Tinneke Beeckman, filosofe en columniste. Beeld Greetje van Buggenhout

­’Geluk is een bijproduct’

“Ik vind het belangrijk om niet ongelukkig te zijn, maar streven naar geluk is voor mij geen doel op zich. In mijn geval komt geluk als een bijproduct van voor iemand zorgen, van samen zijn met mensen van wie ik hou of van een filosofisch idee helder uitleggen. Ik zal nooit op voorhand zeggen: ‘Ik wil gelukkig zijn, dus ik ga nu een lezing geven.’ Maar achteraf voel ik wel dat dat bijdraagt tot mijn geluk.”

“Als je van geluk wel een doel maakt, wordt het ongrijpbaar. Bovendien ga je dan alles wegduwen wat je onaangenaam vindt. Terwijl geluk met contrast te maken heeft. Je geniet meer van een etentje met vrienden als je hard hebt gewerkt of als je hen lange tijd niet hebt gezien.”

“Vreugde is heel nauw verbonden met verdriet. Je kan in het leven niet alleen maar lente of jeugdigheid willen. Je moet ook de donkere kant omarmen, wat Nietzsche amor fati noemt. De aanwezigheid van beide facetten, van de winter én de zomer, maakt het leven en de liefde zo mooi. Als je alleen maar geluk nastreeft en pijn vermijdt, mis je veel.”

‘Geluk begint bij zelfkennis’

“Voor geluk is zelfkennis belangrijk. Dat heb ik geleerd van Spinoza. Volgens de Nederlandse filosoof ligt de sleutel tot geluk bij weten welke dingen jou gelukkig maken. Wat anderen denken, doet er niet toe. Je moet je niet met anderen vergelijken. En je moet je ver houden van schuld- en schaamtegevoelens die anderen jou aanpraten. Die les pas ik steeds beter toe. Bij mijn eerste boek vond ik een slechte recensie pijnlijk, nu voel ik dat amper nog.”

“Wat je gelukkig maakt, is deels persoonlijk, maar er gebeurt ook onderzoek naar wat algemeen bijdraagt tot geluk. Prestige en loonsverhogingen, bijvoorbeeld, zorgen maar voor een korte toename. Dat is opvallend, want we leven in een samenleving die heel erg gericht is op status en consumptie.”

“Wat wel bijdraagt tot geluk? Het sociale valt niet te onderschatten, zelfs voor mensen zoals ik die graag alleen zijn. Ook autonomie – zelf kunnen beslissen hoe je je leven vorm kan geven – is een heel belangrijk facet. Een afhankelijk leven, daar zou ik mezelf niet mee kunnen verzoenen. Verder vind ik dankbaarheid heel belangrijk.”

‘Geluk is geen rekensom’

“Minder geweten is dat geluk ook erg samenhangt met stemmingen; met het één zijn met de mensen en wereld rondom jou, met opgaan in het moment. Zo droom ik ’s nachts soms dat ik zoals vroeger met mijn moeder een ijsje ga eten in een ijssalon. Die droom brengt me terug naar een gelukzalige toestand die ik in realiteit zelden ervaar. Ik eet nog altijd graag ijs, maar dat geluk van toen lijkt buiten bereik.”

“Als ik nu een ijsje wil gaan eten, zit ik berekeningen te maken: ‘Het ijssalon op de hoek is lekker maar duur’ of ‘Het ijssalon in de stad is te ver’. Ik weeg voor- en nadelen af, omdat ik mijn gelukservaring rationeel wil optimaliseren. Daardoor verpest ik de stemming. Die rationalisering is eigen aan de moderne levensstijl. Volgens de utilitaire filosoof Jeremy Bentham moeten mensen berekenen hoeveel plezier en pijn ze ervaren.”

“Moreel gedrag is dan wat zo veel mogelijk mensen zo veel mogelijk geluk brengt. Maar geluk rationaliseren werkt niet volgens mij. De kunst is om zoals een kind op te gaan in de stemming van een moment. Zelfs op feestdagen betrap ik mezelf erop dat ik bereken of ik mijn tijd goed besteed. Mezelf verliezen in een stemming lukt wél als ik in de natuur ga zwemmen, vlak na zonsopgang, in mijn eentje, terwijl het water nog lekker koel is.”

‘Geluk is intenser als moeder en na verdriet’

“Het moederschap heeft me veel gelukkiger gemaakt. Plots draait het leven niet meer om mezelf. Het moederschap heeft mij ook verzoend met mijn sterfelijkheid. Dankzij mijn dochter heb ik er vrede mee dat ik een rol vervul die tijdelijk is. In het filosofische denken is het moederschap echter een blinde vlek. Jammer, want in het moederschap komen zoveel wezenlijke aspecten samen: de schoonheid van de intimiteit aan de ene kant, het weer moeten loslaten aan de andere.”

“Mijn meest ongelukkige periode beleefde ik na het overlijden van mijn moeder. Haar dood was niet alleen het verlies van een persoon, maar van een hele wereld. Sindsdien is die wereld killer geworden.”

“Zoals Machiavelli zegt, brengt het noodlot het beste in de mens naar boven. Het is onaangenaam, maar je leert jezelf beter kennen. Maar dat betekent niet dat je bij een ziekte of een overlijden moet gaan zoeken naar groeikansen. ‘Wat ons niet dood maakt, maakt ons sterker’, zei Nietzsche. Dat zinnetje wordt vaak geïnterpreteerd alsof hij vond dat lijden zorgt voor groei. Dat was niet wat hij wilde zeggen. Wel dat lijden maakt dat we onze waarden herbekijken.”

“Het leven is eindig, dus moet je zo leven dat je voluit doet wat jij belangrijk vindt. Leven is ook het moeilijke omarmen, niet wegvluchten voor pijn en verdriet. Als je dat doet, apprecieer je het mooie meer. Sinds het overlijden van mijn moeder geniet ik veel meer van het nu. De intensiteit van mijn geluk is ­groter, en dat komt voort uit de pijn die ik heb ervaren.”

Filosofen Katrien Schaubroeck, Alicja Gescinska en Tinneke Beeckman.
Beeld Greetje van Buggenhout


Bron: De Morgen

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven