Hendrik Vos – Vluchtelingen, wie maakt zich daar nog druk om

Afrikaanse migranten worden tegengehouden in Tunesië. — © getty

De voorgestelde besparingen op het federale migratiebeleid zijn een schande, vindt Hendrik Vos. Hopelijk kan de advertentie waarmee 11.11.11 de Solidariteitsprijs won, onze beleidsmakers wakker schudden.

Hendrik Vos – De Standaard


Wie rap liep, hoog sprong, de bal tussen de palen kreeg of hard trapte en niet te veel viel, maakte de voorbije zomer kans om met een medaille naar huis te gaan.

In de discipline ‘geweten schoppen’, was het wachten tot afgelopen weekend voor de kampioen bekend werd.

De Solidariteitsprijs van De Standaard is gewonnen door 11.11.11, met een advertentie gebaseerd op de hoes van het Nirvana-album Nevermind: een baby onder water.

Bij 11.11.11 hadden ze er een zwarte baby van gemaakt en ging het om het water van de Middellandse Zee, waar de voorbije tien jaar 30.000 mensen verdronken. De Noordzee is intussen aan een flukse inhaalbeweging bezig.

De tekst van Nirvana bleef behouden: “Never mind”, het schouderophalende
“Wat kan het ons schelen?”

Toen de gesprekken over de federale regeringsvorming in het slop belandden en de tussentijdse nota’s op de straat­stenen, werd duidelijk dat er meningsverschillen bestonden tussen de partijen.

Minstens even revelerend waren de tabellen die blijkbaar geruisloos door iedereen aan tafel aanvaard werden (DS 24 augustus).

Daartussen zat een besparing van ruim anderhalf miljard euro op migratiebeleid, onder meer door een drastische vermindering van het aantal opvangplaatsen.

De voorbije maanden bleek nochtans dat er plekken te weinig waren: mensen overnachten nog altijd op straat, met een stuk karton en een zeil. De regering in wording gaat ervan uit dat de instroom spectaculair zal dalen.

Ze zou een handje kunnen helpen, door de ontwikkeling te ondersteunen van onstabiele regio’s, vaak oorlogsgebied, of door te investeren in fatsoenlijke opvang in gebieden waar miserabele vluchtelingenkampen nu uit hun voegen barsten.

Dat is nadrukkelijk niet het plan,
want het federale budget voor ontwikkelingssamenwerking wordt gehalveerd.

Staatssecretaris voor Migratie Nicole de Moor (CD&V) relativeerde gisteren in deze krant het belang daarvan: ontwikkelingshulp gaat vooral naar de allerarmste plekken in de wereld en die mensen raken toch nooit hier.

Die gaan gewoon dood in hun eigen land.

Om de instroom terug te dringen wordt naar Europa gekeken. Daar beweegt wel wat, want in alle lidstaten leeft hetzelfde verlangen om asielzoekers buiten te houden.

In het onlangs goedgekeurde migratiepact zitten verdedigbare elementen, zoals een faire verdeling van vluchtelingen over alle lidstaten en het voornemen om aan de buitengrenzen te kijken wie er Europa binnenkomt.

Weinigen geloven evenwel dat dit zal werken.

Landen doen er alles aan om te voorkomen dat ze extra mensen moeten opnemen en hebben er een smak geld voor veil om onder de verplichtingen uit te komen.

De kern van de Europese aanpak bestaat dan ook uit het sluiten van akkoorden met landen buiten de Unie, waar zich meestal al veel migranten bevinden.

Er gaan miljarden naar dubieuze regimes, vooral in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Wat ze daar met ons geld doen, maakt weinig uit, zolang ze de migranten maar tegenhouden.

We raakten er immers van overtuigd dat de toestroom hier onhoudbaar is geworden.

Maar wat is dat, onhoudbaar?

Moeten we de bunker gereedmaken?
Halen we kerst nog?
En wat moeten ze dan in Turkije zeggen?
Of in Libanon, waar bijna de helft van de inwoners vluchtelingen zijn?

Die kunnen meestal wél een definitie geven van ‘onhoudbaar’.

Ze hebben de keuze tussen:

Een bestaan in eigen land onder taliban-terreur of met het risico het slachtoffer te worden van gifgas of clusterbommen, of een gevaarlijk en vernederend leven in een overbevolkt kamp, zonder zicht op werk of toekomst.

Of de verschrikkelijke reis naar een continent waar ze evenmin welkom zijn en waar ze alles in het werk stellen om de overtocht nog gevaarlijker te maken.

Het punt is dat de alternatieven niet minder fataal ogen.

De regeringsonderhandelaars lijken het eens te zijn: op de kap van die sukkelaars kan wel wat bespaard worden.

Dat de bezuiniging op migratie samenhangt met extra uitgaven in de vorm van grote geschenken voor machthebbers in Tunesië of Egypte die er verkiezingen mee manipuleren, een repressieapparaat mee in stand houden en er hun paleis mee renoveren, vinden ze blijkbaar weinig verontrustend.

We slagen erin om dat voor onszelf te verantwoorden door asielzoekers te ontmenselijken en voor te stellen als op hol geslagen wilden.

Als we weten wat voor trauma’s ze doorstaan hebben, hoeven we niet verwonderd te zijn dat af en toe bij iemand de stoppen doorslaan en zo’n vluchteling zelf de goorste gruwel uitspookt.

Wat hadden we gedacht?

Dat mensen die zo vaak de dood, misbruik en cynisme op hun pad vonden, collectief naar Kalm Waes kijken tijdens hun ademhalingsoefeningen?

Dat ze met een stresscoach in een bos of in een badkuip vol ijs ‘zen zouden zitten te wezen?

De mesaanval in Solingen kwam als geroepen, en echt niet alleen voor het extreemrechtse AfD, die er haar verkiezingsoverwinning aan kon breien.

De ijzingwekkende moorden helpen ook centrumpartijen om de empathieknop uit te zetten en migratie als de grootste bedreiging voor te stellen.

11.11.11 wint met de Solidariteitsprijs geen geld, medaille of parade op het balkon van het Brusselse stadhuis.

Maar misschien raakt de advertentie de onderhandelaars: dat beeld van radeloze mensen, ook kinderen, die geen alternatief meer zien en die wij laten verdrinken in het water van de zee.

Of kan het hun echt niet schelen?


Hendrik Vos doceert Europese studies aan de UGent. Zijn column verschijnt tweewekelijks op dinsdag.


Afrikaanse migranten worden tegengehouden in Tunesië. — © getty
Afrikaanse migranten worden tegengehouden in Tunesië. — © getty


Lees ook

Klik hier of op de hyperlink hieronder en vind meer columns van

Hendrik Vos



Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven