In de relatie tussen ouder en kind ligt een woestijn van onuitgesproken emoties. In het nieuwe Canvas-programma Waarom wachten krijgt Karine Claassen onder anderen Alexander De Croo en zijn moeder Françoise Desguin (82) zover dat ze die op tafel gooien. We namen een voorschot op het programma en trokken naar Brakel voor een gesprek met de ouders van de premier. Vader Herman (85) blikt voor het eerst terug op de heisa over de pensioenextra’s die hij en andere ex-Kamervoorzitters kregen. ‘Ze hebben me gekrenkt en gekraakt. Ik voel dat ik hierdoor minder lang zal leven.’
Raf Liekens – De Morgen/Humo
‘Waarom vraagt geen enkele journalist aan Raoul Hedebouw wie zijn belastingen betaalt?’
Een dienstmeid opent de deur en leidt ons naar een prachtig bureau, waar meneer en mevrouw De Croo zich behelpen met stok en looprek. Zij sukkelt met de heup, hij herstelt van een knieoperatie.
‘We zijn allebei invalide’, lacht Herman een beetje groen. Zij nestelt zich op de sofa, hij zakt in een houten stoel uit Thailand, gemaakt van onderdelen van landbouwwerktuigen.
Het zou de gewezen Vld-minister en Kamervoorzitter geen moeite kosten om drie dagen te praten over de artefacten die hij van zijn vele reizen heeft meegebracht. Maar we kwamen om het over de zoon des huizes te hebben.
Herman De Croo: “Voor ons is Alexander niet veranderd sinds hij premier is. Hij woont hiernaast, iedereen noemt hem bij zijn voornaam en hij fietst nog altijd zelf naar de bakker om zijn pistolets te halen.
“Andere verplaatsingen maakt hij in een gepantserde wagen met bodyguards, maar daar kickt hij allesbehalve op. Hij is eerder een lastige klant voor de beveiliging, omdat hij niet wil dat zijn gezin daar te veel onder lijdt.
“Als premier leidt hij een hondenleven, met lange dagen. Toch komt hij na nachtelijke onderhandelingen telkens terug naar huis om bij zijn gezin te slapen. Hij wil geen afwezige vader zijn.”
Françoise Desguin: “Zijn kapper zegt: ‘Twee jaar geleden had hij geen spikkeltje grijs in zijn haar, nu al veel.’ Hij wordt ook wat kaal op zijn kruin.”
Louis Michel vertelde in Humo dat hij het leven van zijn zoon als premier ellendig vond. ‘Charles jaagt zijn eten in een ongelofelijk tempo naar binnen, om tijd te winnen. Hij krijgt daardoor een buikje.’
De Croo: “Alexander heeft veel zelfdiscipline en blijft zijn gezondheid onderhouden. Na een lange dag gaat hij ’s nachts soms nog tien kilometer joggen met de hond. Ik ken er niet veel die dat doen.
“Onlangs reed hij samen met zijn zoon Tobias (15) de Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen, met alle zware hellingen, in weer en wind. Zoiets helpt hem te ontstressen.
“Van zijn vader heeft hij geleerd dat je zo’n job alleen volhoudt als je kunt loslaten en relativeren.
“Alexander is een zelfverzekerd man. Hij weet: ik kom altijd wel op mijn pootjes terecht. Na zijn studies heeft hij zijn eigen bedrijf opgericht, Darts International, dat advies geeft in eigendomsrecht.
“Bij zijn overstap naar de politiek heeft hij zijn aandelen verkocht, maar als hij morgen in het bedrijfsleven stapt, zal hij ook daar opnieuw succesvol zijn.”
BLAUW ZWAAILICHT
Wanneer hebben jullie elkaar leren kennen?
Desguin: “In 1958, op een lezing over Israël aan de ULB, de Franstalige universiteit van Brussel. Ik studeerde wijsbegeerte, hij rechten. Bij het buitengaan sprak hij me aan: ‘Zullen we onze notities even vergelijken?’ Daarna nodigde hij me uit om iets te gaan drinken.”
De Croo: “Françoise is een dochter van de bekende familie Desguin, naar wie de Desguinlei in Antwerpen is vernoemd. Haar betovergrootvader was een bekende Antwerpse politicus. Vóór haar twintigste behaalde ze al haar diploma, daarna studeerde ze nog rechten. Zo verstandig was ze.”
Hebt u de jonge Herman laten zweten?
Desguin (lacht): “Het heeft toch een tijdje geduurd, want onze ouders waren niet voor onze relatie. Mijn ouders waren Franstalige intellectuelen uit Brussel: ze zagen het niet zitten dat ik met een plattelandsjongen ging, ook al was Herman knap en verstandig.
“Zijn ouders hadden ook hun reserves, omdat ik Franstalig was en onze achtergronden zo verschilden. We hebben ervoor moeten vechten.”
De Croo: “Alles raakte in een stroomversnelling toen een functie van assistent-prof vrijkwam aan de Chicago School of Law, een topuniversiteit.
“Tot mijn verbazing werd ik geselecteerd, ik kreeg een studiebeurs van Fulbright (Amerikaans uitwisselingsprogramma, red.).
“‘Maar als Françoise meegaat, moeten jullie eerst trouwen’, zeiden mijn schoonouders.”
Desguin: “Drie dagen na ons huwelijk vertrokken we met de Queen Elisabeth, het grootste schip ter wereld, naar Amerika. Zo luxueus was dat niet, hoor. We moesten in een stapelbed slapen (lacht).
“Terwijl Herman lesgaf, deed ik verschillende jobs: Franse les geven, in de bibliotheek werken, babysitten, juridische teksten samenvatten. In de weekends en vakanties doorkruisten we Amerika. We zijn zelfs te voet door de Grand Canyon getrokken, 23 uur aan een stuk.”
Na jullie terugkeer uit Amerika duurde het nog 14 jaar voor Alexander werd geboren.
Desguin: “De eerste jaren werkten we hard aan de uitbouw van ons advocatenkantoor. Tijdens de week woonden we meestal in Brussel, waar Herman hoogleraar was, in de weekends verbleven we bij zijn ouders in Brakel. Dat we zo laat kinderen kregen, was niet slecht. Zo hadden we al meer middelen.”
De Croo: “In 1964 werd ik burgemeester, in ’68 kwam ik in het parlement en in ’74 werd ik als 37-jarige een van de jongste ministers in de regering-Tindemans. Daardoor moest Françoise ons kantoor met zeven medewerkers alleen runnen. En een jaar later werd Alexander geboren.”
Hoe was hij als kind?
Desguin: “Een heel lieve jongen. Nooit brutaal!”
De Croo: “En twee handen op één buik met Ariane, die drie jaar jonger is. Ik heb zelden een broer en zus gezien met zo’n hechte band. Dat komt omdat ze van kleins af op elkaar aangewezen waren.”
Desguin: “Een week na Alexanders geboorte zei Herman: ‘Uw briefwisseling ligt daar nog. Als ge er niet meer naar omkijkt, zullen we het kantoor moeten opgeven.’ Een week later stond ik alweer in de rechtbank.
“Ik had Alexander graag langer borstvoeding gegeven, maar dat ging niet. Kolfmachines bestonden alleen in het ziekenhuis. Soms stond ik te pleiten in een toga vol melkvlekken, omdat alles begon te lekken (lacht). En als ik thuiskwam, huilde de baby van de honger. We zijn dan maar op flesjespap overgeschakeld.”
De Croo: “Als minister kwam ik ’s avonds zo vaak mogelijk naar huis. Mijn vrouw stak de kinderen dan rond zes uur in bed en maakte hen om tien uur weer wakker, zodat we samen konden eten. Dan vertelde ik een verhaaltje, deed het licht uit en sliepen ze gewoon verder.
“Die late etentjes zorgden ervoor dat onze relatie intenser is dan die van de meeste politici met hun kinderen. Een tv hadden we niet. Pas toen de kinderen al tieners waren, hebben we er eentje gekocht.”
Desguin: “Wanneer ze van school kwamen, was er een lieve oppas die voor hen zorgde. Het enige probleem was dat Marie-Madeleine niet kon autorijden. Daarom bracht ik de kinderen naar de muziekschool, de dansles en de volleybalclub. Maar verder moesten ze hun plan trekken. Ik had geen tijd om hen te helpen met hun schooltaken.
“Ze leerden snel om alleen te zijn en geen stupiditeiten uit te halen. Toen ze 15 en 12 waren, zijn Herman en ik zelfs op weekend geweest, terwijl de kinderen alleen thuisbleven. We konden hen vertrouwen.”
Hebt u nooit moeten kijven?
De Croo: “Alexander was soms wel een kapoen. Tijdens het honderddagenfeest op het atheneum van Ronse kreeg ik telefoon van de politie: er reed een carnavalsauto rond met een blauw zwaailicht op het dak. Dat licht stond normaal op mijn dienstwagen, maar Alexander had het ‘geleend’. Daar heb ik hem toch een uitbrander voor gegeven.
“Op zijn 16de zei ik: ‘Ik ga een paard voor jou kopen, maar jij betaalt de helft’. Hij heeft ervoor gewerkt: als vaatwasser in de Hilton, podiumbouwer op festivals, veiligheidsagent in Flanders Expo…
“Zijn eerste job was ploegenarbeider in een drankenfabriek in Brakel. ’s Avonds zei hij: ‘Papa, ik begrijp niet dat ik bijna evenveel verdien als de mensen die daar al jaren werken. Zij moeten van dat loon een huis, een auto en de zorg voor hun kinderen betalen. Hoe doen zij dat?’”
Desguin: “In zijn laatste jaar aan de Solvay Management School in Brussel mocht hij kiezen: een thesis schrijven of een onderneming uitbouwen. Hij richtte het evenementenbureau PromoBoom op, en hij betrok zijn zus en beste vriend in de zaak.”
De Croo: “Het was de enige zaak in de geschiedenis van Solvay die winst heeft gemaakt (lacht). Daarna kreeg Alexander een Fulbrightbeurs, net als ik vroeger, waarmee hij naar de universiteit van Illinois trok voor een opleiding Business Administration.
“Ik had Alexander verwittigd dat hij minstens een grote onderscheiding moest halen om in aanmerking te komen. ‘Geen probleem’, zei hij.
“De toelatingsexamens waren loodzwaar, er waren zesduizend kandidaten voor vierhonderd plaatsen. Maar hij was erbij.
“Toen hij na twee jaar terugkeerde met Annik, trouwden ze in een weide op de Berendries, de bekende helling uit de Ronde van Vlaanderen. De helft van de aanwezigen waren buitenlanders die ze hadden leren kennen in Amerika. Velen van hen zijn doorgegroeid naar topfuncties.”
Wat wilde uw zoon worden als kind?
Desguin: “Herman zag hem als advocaat, maar daar is hij niet voor gemaakt.”
De Croo: “We hebben in ons gezin drie juristen – mijn vrouw, mijn dochter en ik – en drie ingenieurs: Alexander, zijn vrouw en onze schoonzoon.
“Alexander is een man van de feiten. Als advocaat moet je te veel verhaaltjes rond de feiten breien en nevenzaken uitvergroten. Daar houdt hij niet van. Hij is een rasingenieur die speciale tasjes voor zijn fiets maakt met een 3D-printer. En als hij in zijn weide een crosspiste met houten obstakels bouwt voor zijn kinderen, berekent hij de hoeken.”
TWEE WERELDEN
Mevrouw, u doet als advocate vooral familiezaken. Wat valt u daarbij op?
Desguin: “Hoe hard de wereld is veranderd. In de jaren 70 was scheiden bijna een schande, nieuw samengestelde gezinnen of co-ouderschapsregelingen bestonden nog niet. Vandaag gaan mensen voor het minste uit elkaar.
“Ze trouwen te vroeg, zonder elkaar écht te kennen, en ze zijn minder verdraagzaam. Vrouwen kunnen het zich ook makkelijker veroorloven om hun man te verlaten. Zestig jaar geleden konden ze geen kant uit, omdat ze geen inkomen hadden.”
U bent al meer dan 60 jaar getrouwd. Wat is het geheim van een goede relatie?
Desguin: “Elkaar begrijpen en verdragen.”
De Croo: “En geen details opblazen tot halszaken. Je moet elkaar wat ruimte geven. (Fijntjes) Mocht ik dat niet doen, dan zou mijn vrouw die wel nemen. Ze is een feministe.”
Desguin: “Ik twijfel soms of ik op mijn leeftijd nog zaken moet aannemen. Maar vanmorgen had ik nog een cliënte die me smeekte om haar te helpen, omdat ik dat in het verleden ook heb gedaan. En dan aanvaard ik dat. Ik pleit nog een paar keer per maand, om bezig te blijven. Hier hangt nu eenmaal een sfeer van werken.”
De Croo: “Ik kán de riem er niet afleggen. Het is een verslaving, maar ik lijd er niet onder.
“Ik ben mijn carrière begonnen door zitdagen te houden in de cafés. Dienstbetoon. Ik deed 24 sessies per maand, elke keer in een ander café, vaak in een achterzaaltje waar de duiven zaten te koekeloeren. Ik ben altijd een zoon van het volk gebleven.
“Mijn vader was een populaire burgemeester die me naar het jezuïetencollege van Mons stuurde. Daar zaten alleen zonen van advocaten, dokters en ingenieurs. Toch werd ik er, als Vlaamse boerenzoon, de primus. Maar om de drie weken keerde ik terug naar Michelbeke, waar iedereen dialect praatte. Het contrast met het Franstalige, elitaire, competitieve milieu van het college was groot.
“Die twee verschillende werelden hebben mij gevormd. Niemand heeft ooit van mij gezegd dat ik een dikkenek was, ook niet toen ik als minister de wereld rondreisde. In alle cafés waar ik binnenga, trakteer ik pinten, zoals mijn vader vroeger, en ik zal nooit een pint weigeren. Je moet die natuurlijk niet allemaal leegdrinken, anders kom je elke dag poepeloere thuis.”
Mevrouw, u hebt uw man altijd moeten delen met de mensen. En nu ook uw zoon. Vindt u dat soms jammer?
Desguin: “Het is dubbel: wij hebben weinig vakanties en vrije weekends gehad, maar we hebben ook veel gereisd en interessante mensen ontmoet.”
In 2009 kwam uw zoon voor het eerst op bij de Europese verkiezingen, een halfjaar later werd hij partijvoorzitter. Hebt u…
De Croo: “Nee, ik heb hem niet gepousseerd! Ik zag zijn talent, maar híj moest het willen. Bij zijn overstap heb ik één ding gezegd: ‘Uw achternaam heeft u geholpen om voorzitter te worden, nu hebt ge vier jaar om een voornaam te verwerven. En anders zult ge snel uit de politiek verdwijnen’.
“Bon, hij is nu de populairste politicus in Brussel, de derde populairste in Wallonië en de vierde in Vlaanderen. Hij is niet meer de zoon van Herman De Croo, ik ben de vader van Alexander.”
Praat u veel over politiek met hem?
De Croo: “Ik wil geen schoonvader spelen. Ik breng zelf niks aan, maar ik antwoord wel als hij me iets vraagt.”
ZEVEN PAARDEN
Mensen worden almaar venijniger tegen politici. Tijdens de coronacrisis werden hakenkruisen op de woning van de premier geschilderd.
De Croo: “Ik heb toen ook enveloppes met hakenkruisen gekregen. Maar zoiets kleeft niet aan Alexander. Hij is altijd ontspannen.”
Desguin: “Ik heb hem nog nooit kwaad of gestrest gezien. Misschien is hij soms kwaad, maar hij toont dat niet.”
Wat is zijn zwakke punt?
Desguin: “Hij is vrij ongeduldig.”
De Croo: “In de regering wordt zijn geduld soms op de proef gesteld. Alexander is een prima ruiter, beter dan zijn vader.
“Als Kamervoorzitter beschouwde ik het parlement als mijn lievelingspaard. Trok ik de teugels te strak, dan kon het steigeren. Liet ik de teugels te los, dan raakte ik de controle kwijt.
“Wat Alexander doet, is veel moeilijker. Hij bestuurt een koets met zéven paarden en hij heeft maar twee teugels. Die koets mag niet stilvallen en moet op de weg blijven, terwijl die zeven paarden vaak in verschillende richtingen willen lopen. Daarvoor heb je veel handigheid en geduld nodig. Velen zeggen: ik zou het niet willen doen.”
Alexander voelt zich ook thuis op het internationale toneel. Andere partijen vinden dat hij daar te veel mee bezig is en dat hij binnenlandse dossiers te lang laat slingeren.
De Croo: “Dat zeggen mensen die hem kapot willen krijgen. België heeft de helft van het aantal inwoners van Kinshasa en leeft bijna uitsluitend van het buitenland. Wij zijn een klein bootje op een woelige zee dat bij de eerste de beste storm kan kantelen.
“Dan is het cruciaal om in een goed blaadje te staan bij andere landen die ons roeispanen kunnen geven. Hoe meer je je isoleert, hoe meer de anderen zeggen: trek uw plan.
“Daarom onderhoudt Alexander nauwe contacten met de Europese regeringsleiders en leerde hij tot voor kort nog elke week drie uur Duits. Hij wil die taal zo goed beheersen als het Nederlands, het Frans en het Engels.”
Bereidt hij zich voor op een Europese topfunctie?
De Croo: “Nee, hij doet dat uit respect voor de 80.000 Duitstalige Belgen en de 85 miljoen Duitsers. Alexander houdt van ons land, hij zou het liefst premier blijven. Maar hij is wel een van de weinigen die de Duitse bondskanselier Olaf Scholz in zijn eigen taal de levieten durft te lezen. Zij kennen elkaar al van toen ze ministers van Financiën waren.”
Uw zoon schreef het boek De eeuw van de vrouw, maar met Gwendolyn Rutten en Eva De Bleeker heeft hij al twee partijgenotes in de gracht gereden. Sommige partijvoorzitters fluisteren dat onder het laagje van de empathische communicator een sluwe machtspoliticus zit.
De Croo: “Dat is niet waar. Hij kent De Bleeker al van Solvay, en hij heeft meer onder haar ontslag geleden dan men zich kan inbeelden. Helaas kon het niet anders. De regering had beslist over de begroting, maar de bevoegde staatssecretaris zei dat ze niet klopte. Als je dat laat passeren, verlies je als premier je autoriteit. Cru gezegd: het was hij of zij.
“Eva heeft veel talent, maar je moet aan de druk kunnen weerstaan. Je bent ‘maar’ staatssecretaris, je zit met een molensteen van een begroting en toch vraagt iedereen je om meer uit te geven. Dan mag je geen enkele valse noot spelen of ze wordt eindeloos herhaald.”
Van welke politieke problemen ligt u zelf wakker?
Desguin: “Het behoud van onze democratie. Zelfs in Europa wordt het alsmaar moeilijker om die te handhaven.”
De Croo: “We mogen nooit doen zoals in Hongarije of Israël, waar de politiek de rechters overrulet en de media aan banden legt. Dat is het begin van de dictatuur. Wat mij erg verontrust, zijn het ongenoegen op sociale media en het negativisme in de pers.”
Eind vorig jaar zei de premier: ‘Veel van die opgefokte Wetstraatanalyses worden enkel geschreven omdat die rubriek vol moet, maar ze pushen de politiek naar meer polarisering en veto’s. Drie kwart van die analisten kijkt ook alleen maar naar wat er fout loopt.’
De Croo: “Analisten zoals Carl Devos schrijven bijna voortdurend met een zwarte stylo en verliezen daarbij de essentie uit het oog: wij zijn nog altijd een van de veiligste en welvarendste landen ter wereld en we hebben regeringen die, ondanks al het gedoe, nog altijd akkoorden sluiten.”
Vertalen analisten niet vooral wat de mensen denken en wat de politici hun zelf vertellen?
De Croo: “Misschien zijn hun analyses juist, maar je kunt niet alles zwart maken en verwachten dat je er wit uit zult komen.
“Klagen dat de put te diep is, maar niet durven te kijken of je zélf de spade hebt gebruikt, vind ik een gebrek aan zelfkennis.
“We moeten opletten dat we onze democratie niet vernietigen.
“De media gebruiken voortdurend straffe titels, de debatprogramma’s focussen vooral op conflicten. In mijn tijd mocht iemand van een eenmansfractie, zoals Jean-Marie Dedecker, om de zes weken één vraag stellen. Nu mag hij dat elke week live doen in Villa politica.”
Moeten critici dan maar zwijgen over de rampzalige begroting en het gebrek aan sociaal-economische hervormingen?
De Croo: “Nee, maar ze moeten alles in perspectief plaatsen. Wij geven aan arm en rijk de beste gezondheidszorg van de wereld. Mensen klagen dat ze te veel belastingen moeten ophoesten, maar bij de dokter en de apotheker moeten ze maar een fractie van de reële kosten betalen.
“Wij blinken uit in windenergie, de coronavaccins werden in Puurs gemaakt, de internationale instellingen zitten in Brussel, ons onderwijs blijft hoogstaand, en toch doet men alsof wij in een apenland leven. Dat is toch niet ernstig?
“Volgend jaar krijgen we een Zwarte Zondag omdat iedereen zégt dat we er een zullen krijgen. En dan is de vraag: zal de N-VA collaboreren met Vlaams Belang, of zal de N-VA splitsen?
“Bruno De Wever zegt overal dat hij nooit voor zijn broer zal stemmen. Dat zegt toch veel?
“Ik verzeker u: zij die erin geslaagd zijn om de N-VA en Vlaams Belang in de oppositie te duwen, waren geen idioten. Het beest zal zichzelf oppeuzelen. Die partijen kennen overal hoge pieken en diepe dalen.”
U pleit dus voor Vivaldi II?
De Croo: “Dat weet ik niet, er zijn nog andere formules.”
Begrijpt u dat veel mensen zich zorgen maken over migratie?
De Croo: “Ja, maar racisme is het foute antwoord. We redden het Congolese regenwoud niet door te zeggen dat we hier geen kleurlingen willen.
“We zijn op weg naar een Fort Europa met hekken en muren, maar dat houdt geen stand. Geen enkel fort heeft in de loop van de geschiedenis kunnen weerstaan aan de bewegingen van de volkeren.
“Degenen die dat fort willen, zijn straks ook in de minderheid. 70 procent van de Antwerpse kinderen onder 10 jaar is van allochtone afkomst. Dat zal ooit 90 procent worden.
“Socioloog Jan Hertogen voorspelt dat wíj binnen één generatie het ‘andersgekleurde volk’ zullen zijn. Dat is de fameuze omvolkingstheorie van Vlaams Belang.”
U gelooft dat die klopt?
De Croo: “Dat kan een logische demografische evolutie worden. Maar is dat zo erg? De laatste keizers van Rome waren ook geen Romeinen, maar Germanen.
“We hebben de keuze: ofwel zorgen we ervoor dat de miljarden mensen in Afrika zich ook kunnen ontwikkelen, ofwel komen ze naar híér om zich te ontwikkelen.
“Wie zegt dat we geen cent mogen uitgeven aan ontwikkelingssamenwerking, roept de Afrikanen eigenlijk op om naar hier te komen. In een badkuip heb je een kraan en een stop: als je de kraan niet in de hand hebt, is de stop nutteloos.”
GEBRANDMERKT
Vorige maand lekte uit dat een aantal hoge ambtenaren en ex-Kamervoorzitters boven op hun pensioen nog een onwettige pensioenbonus kregen. Hoe hebt u dat schandaal beleefd?
Desguin (blaast): “Die zaak heeft Herman echt gekwetst. Hij was net geopereerd aan zijn knie, hij leed helse pijnen. En dan komt er zoiets bovenop.”
De Croo: “Die regeling bestaat blijkbaar al sinds 1971 en is later (in 2003, red.) aangepast door een klein groepje hoge ambtenaren en quaestoren (parlementsleden die de financiën van de Kamer runnen, red.).
“Maar ik heb aan geen énkele van die vergaderingen deelgenomen. Ik mag hier doodvallen: ik wist van niks.”
U vond niet dat u een ongewoon hoog pensioen ontving?
De Croo: “Ik heb in mijn leven vier pensioenen betaald: burgemeester en schepen, hoogleraar, parlementslid en zelfstandig advocaat en landbouwer.
“Op mijn pensioenfiche staat dat die vier pensioenen geplafonneerd worden door de wet-Wijninckx (die sinds 1978 de overheidspensioenen begrenst tot 7.813 euro per maand, red.).
“Op die fiche stond ook een extra bedrag voor mijn uittreding als Kamervoorzitter. Dat was veel, zo’n 4.000 euro bruto per maand. Daarom heb ik in 2019 aan de diensten van de Kamer gevraagd of dat wel klopte.
“Men zei dat die bonus al bestond sinds de jaren 70 en dat iedereen die er recht op had, hem ook kreeg.”
Zo inde u sinds uw afscheid van het parlement 210.000 euro extra.
De Croo: “Netto gaat daar ongeveer de helft af. Bij mijn voorgangers liggen de bedragen nog hoger, omdat zij al langer met pensioen waren. Maar zodra ik vernam dat die regeling mogelijk illegaal was, heb ik alles teruggestort.
“Mijn bankier verklaarde me zot, maar ik was razend. Ik kon die schandaalberichten niet meer zíén, ik werd er ziek van.
“Als ik niet de vader van Alexander was, zou men daar anders over geschreven hebben. Men wil hem treffen via mij.”
Siegfried Bracke is toch even hard aangepakt?
De Croo: “Ja, omdat hij niks wil terugbetalen. Maar het is toch vreemd dat de Kamer die regeling jaar na jaar heeft goedgekeurd, terwijl de PVDA in 2020 al heeft voorgesteld om ze af te schaffen?”
Had u het dan zelf ook niet moeten weten?
De Croo: “Ik heb nagevraagd of het klopte en men zei ja. Waar gaan we naartoe als je de hoge ambtenaren niet meer mag geloven? Mijn advocaat zegt dat mij niets te verwijten valt. Sterker nog, ik ben het enige parlementslid dat geen euro uittredingsvergoeding heeft geïnd.”
Hoezo?
De Croo: “In 2019 raakte ik als lijstduwer opnieuw verkozen in het Vlaams Parlement, maar op mijn 82ste was het tijd om plaats te maken voor de jeugd.
“Ik was 51 jaar parlementariër geweest en had recht op een uittredingsvergoeding van 570.000 euro.
“Ik heb die zeer bewust niet opgenomen! Ik was de oudste van het parlement en ik had geen zin om Filip Dewinter (Vlaams Belang), de tweede oudste, de eed te laten afnemen van 124 parlementsleden.
“Pas na de eedaflegging heb ik mijn zetel afgestaan, goed wetend dat ik daardoor mijn uittredingsvergoeding kwijt was. Anderen namen ze wél op.
“Veel van mijn voorgangers hebben naast hun pensioen en uittredingsvergoeding ook die tweede uittredingsvergoeding van Kamervoorzitter opgenomen. En toch word ík nu overal afgeschilderd als een zakkenvuller.”
U voelt zich onheus behandeld?
De Croo: “Ik ben gekrenkt en gekraakt. Er is in mijn carrière nooit één negatieve zin verschenen over mijn financiële zaken. Nooit!
“Ik heb mijn hele leven hard gewerkt, mij altijd ingezet voor de gemeenschap, overal pinten getrakteerd, ik had een goede reputatie. En plots, in de herfst van mijn leven, maken ze van mij een graaier. Dat voelt zeer onrechtvaardig aan. Degenen die nu van hun toeter maken, zouden beter eens in de spiegel kijken.
“Raoul Hedebouw herhaalt voortdurend dat parlementsleden 6.000 euro verdienen en hij maar 2.500 euro. Maar de rest gaat wel naar de partij, hè.
“Waarom vraagt geen enkele journalist aan Hedebouw wie zijn belastingen betaalt? Ik heb hem dat ooit gevraagd in een debat op VTM, en er kwam geen echt antwoord.”
Spreken de mensen in Brakel u erover aan?
De Croo: “Ik heb misschien twee negatieve mails ontvangen, maar ik krijg dagelijks ettelijke steunbetuigingen van mensen die zeggen: ‘Wij kennen u, laat u niet doen.’
“De gedachte die mij het meest pijnigt, is dat de mensen zouden denken dat ik al die pinten met hún geld heb getrakteerd. Dat zou ik verschrikkelijk vinden.”
Bracke vindt niet dat hij te veel verdient. Wat denkt u?
De Croo: “Ik ga zijn rekening niet maken. De mensen zeggen: De Croo heeft een groot huis, hij kan wel wat missen. Maar die woning is gebouwd als advocatenkantoor met wachtruimtes, bureaus en archieven, pas jaren later hebben we een stuk bijgebouwd voor de kinderen.
“Ik heb nog altijd drie deeltijdse medewerkers en twee deeltijdse chauffeurs, omdat ik gratis voor een aantal non-profitorganisaties werk. Die mensen werken al decennia voor mij, ik krijg het niet over mijn hart om hen te ontslaan. Zij mogen niet de dupe worden van het feit dat ik die pensioenbonus heb teruggestort en heb verzaakt aan mijn uittredingsvergoeding.
“Met mijn pensioen kom ik niet toe om hen te betalen, dus zal ik aan mijn spaargeld moeten zitten.
“(Korte stilte) Na die vreselijke weken is dit de eerste keer dat ik mijn kant van het verhaal kan uitleggen, ook al zullen veel mensen hun gedacht al gevormd hebben. Voor hen blijf ik gebrandmerkt, die afdruk krijg ik nooit meer uit mijn lijf. (Emotioneel)
“Zo uitgemaakt worden is niet gezond voor een 85-jarige. Het heeft veel pijn gedaan, ook fysiek. Ik voel dat ik hierdoor misschien minder lang zal leven. Al besef ik dat veel andere mensen het veel zwaarder hebben dan ik. Zet dat er alsjeblieft bij.”
© Humo
Lees ook
Vul hieronder de zoekopdracht Pensioen in en vind meer berichten.
Bron: De Morgen/Humo