Het bezoek – Zuhal Demir en Walter Damen – Zuhal, als ze je straks vragen als minister-president, is het je plicht om ja te zeggen


Hij koos haar. Omdat strafpleiter Walter Damen (50), ondanks zijn kritiek aan haar adres, gelijkenissen ziet met Vlaams minister van Justitie Zuhal Demir (42). Het moet vooruit gaan. En: de maatschappij moet er beter van worden. Klinkt het niet, dan botst het maar. ‘Wat is er zo fout aan eerlijk zijn tegen de mensen?’

Door Kasper Goethals en Griet Plets 
Foto’s Jimmy Kets


Een zomer lang neemt iemand bijzonder ons mee naar een bijzonder iemand.


Voor wie van Antwerpen komt, is Maasmechelen toch altijd weer verrassend ver. Zelfs met zijn sportbolide – ‘typisch voor een strafpleiter’, grijnst hij – arriveert advocaat Walter Damen na het afgesproken uur. Zuhal Demir (N-VA) woont op een boogscheut. Ze maakt gretig gebruik van het academisch kwartiertje om ons in te wijden in de geschiedenis van de locatie.

De Vlaamse minister van Omgeving, Energie, Justitie en Toerisme ontvangt ons in het kasteel van Leut, sinds kort van Vlaanderen en nog de hele zomer open voor publiek. De bevolking mag mee beslissen over de toekomstige invulling.

‘Dit was het kasteel van Charles Vilain XIIII (sic.), 200 jaar geleden een van de chicste edellieden van Vlaanderen. In 1822 haalde hij een bruid uit Maastricht, Pauline, en samen kregen ze zeven dochters.’ Pauline was een ‘toonbeeld van alle deugden’, zo werd na haar dood opgetekend, haar liefdadigheid voor de armere inwoners van Leut was ‘onuitputtelijk’.

‘Zij moet een sterke vrouw zijn geweest’, vindt Demir. Geduld, een van die vele deugden, heeft ze minder. Maar ze wil wel goed doen voor de inwoners van Leut en ver daarbuiten, door het kasteel terug te geven aan de mensen.

‘We hebben zoveel mooi erfgoed dat dreigt te verloederen. Dan kan de Vlaamse gemeenschap het toch beter opkopen? We gaan er waarschijnlijk nog wat hectares bijkopen om te bebossen. Nog wat stikstof uit de lucht halen, als ze het mij toelaten.’ (lacht)

Demir heeft er al een hele dag ‘Limburg’ opzitten in de blakende zon, maar dat heeft haar energiepeil niet aangetast. Integendeel. Heeft ze een idee waarom Walter Damen haar gekozen heeft?

‘Misschien omdat ik vroeger met de vrouwenploeg van de balie van Antwerpen nog tegen hem gespeeld heb? Mogelijk vond hij dat ik keigoed kon voetballen. (bulderlach) Of is hij daar een beetje bang van mij geworden?’

‘Misschien apprecieert Walter dat ik ook vaak de moeilijke weg kies’, gaat ze verder. ‘Ja, misschien is dat de rode draad. Ik zou ook kunnen kiezen om wat te rommelen in de marge, iedereen tevreden te houden en mijn tijd uit te zitten. En na 2024 een andere post te krijgen. Maar zo ben ik niet. Soms zeggen ze mij op het kabinet: “Sommige deksels kunt je beter dicht laten.” Maar ik doe dat open en roer nog eens flink in de pot tot de smurrie eruit komt.’

Damen schuift aan. De begroeting is hartelijk, met wederzijdse complimenten over elkaars vestimentaire keuze. De Antwerpse strafpleiter herinnert zich de voetbalmatch nog. ‘Wat ik nog weet, is dat ik in de spits stond. En ongetwijfeld heb ik vijf keer gescoord.’ (lacht)

Met haar gok over de moeilijke weg zit de minister er niet eens zo ver naast. ‘Zuhal gaat het conflict niet uit de weg’, zegt Damen. ‘Dat herken ik ook in mezelf. Ik heb bij Zuhal ook nooit het gevoel: dat is iemand die kickt op macht. Zij moet altijd de afweging maken tussen algemeen en individueel belang. Zo kom je vaak in een positie te zitten waarin je voor niemand goed kunt doen.’

‘Dat is bij mij ook zo. Ik heb behoorlijk wat lastige zaken gedaan die door vele advocaten geweigerd werden, zogezegd omdat ze het ethisch niet aankonden. Je reinste flauwekul, vind ik dat. Of je bent strafpleiter, of je bent het niet. Als de goegemeente je leidraad wordt in het leven, stop dan alsjeblieft met politiek. En dan zal ik ook wel stoppen met strafrecht.’

Zuhal Demir – Beeld Christophe De Muynck

Hoe goed kennen jullie elkaar?

Damen: ‘Ik weet nog dat we in Antwerpen samen aan de balie zaten. Net voor zij parlementslid werd, zijn we gaan lunchen en hebben we een lang gesprek gehad over de risico’s van de politiek. Sindsdien ben ik Zuhal blijven volgen.’

‘Zo’n keer of drie per jaar hebben we nog contact over het een of het ander. Maar ook al zouden we elkaar twee jaar niet gezien hebben, denk ik dat we elkaar zouden begroeten als vrienden en met open geest rond de tafel zitten.’

‘Ik heb Zuhal altijd een fascinerende figuur gevonden. Een vrouw die durft, met principes, die ook heel goed was in haar job als advocaat. En die daar wellicht tien keer meer had kunnen verdienen.’

Demir: ‘Dat laatste is helemaal waar.’

Damen: ‘De mensen staan daar soms niet bij stil. En plots was ze dan de allereerste Vlaamse minister van Justitie. Ik heb trouwens je beleidsplan nog gelezen voordat ik naar hier kwam. Als we echt technisch gaan, wil ik mee kunnen discussiëren.’

Demir: ‘Je kent het waarschijnlijk beter dan ik!’

Damen: ‘Ik heb al vaak kritiek op jou gegeven, maar ik weet dat we altijd door één deur zullen kunnen. En nu ik toch aan het vertellen ben: ik denk dat ik een van de weinige ben die weet dat zij in de Turkse stad Şanlıurfa geboren is.’

Demir: ‘Mijn ouders zijn van die buurt.’

Damen: ‘Juist, je ouders bedoel ik. In 2019 was ik in Şanlıurfa om de IS-weduwes (Tatiana Wielandt en Bouchra Abouallal, red.), van wie ik de familie vertegenwoordigde, terug te halen. Toen heb ik Zuhal nog foto’s van de stad gestuurd.’

‘Zuhal, als ze je straks vragen als minister-president, is het je plicht om ja te zeggen’
Walter Damen

Het dossier van de IS-weduwes is er meteen één waarin jullie wél van mening verschillen.

Demir: ‘Ik heb altijd gezegd dat die kinderen geen schuld treft. Maar vrouwen en mannen die uit vrije wil naar Syrië zijn getrokken, met hun volle verstand, om actief deel te nemen aan de strijd van IS, daar moeten we als overheid geen tijd en geld insteken. Dat ze maar ginder blijven. Voor de kinderen moeten we wél zorgen, hen bijvoorbeeld onderbrengen bij pleeggezinnen.’

Walter Damen – Beeld Christophe De Muynck

Damen: ‘Hen daar laten, zo promoot je straffeloosheid voor terreur. Ik volg die vrouwen verder op, en heb wel de indruk dat er schuldinzicht is. Het zijn trouwens Belgische vrouwen. Wij zijn toch een beschaafd land? De rechten van de verdediging opgeven, ook in hun geval, is een democratie onwaardig.’

‘In de eerste maanden na de Tweede Wereldoorlog heeft de advocatuur zich soms laten meevoeren door wraakgevoelens bij de bevolking. Voor mij is dat een trauma binnen de advocatuur. Ik wilde daar in het dossier van de IS-vrouwen bewust tegen ingaan. Toen ben ik meermaals bedreigd. Een kogel in de bus met een briefje erbij waar “IS-hoer” op geschreven stond … Maar goed, wakker gelegen heb ik daar niet van.’

Aanval op mama

Van bedreigingen kan de minister meespreken. Sinds het boerenprotest tegen het stikstofdecreet grimmiger werd, krijgt Demir politiebescherming. Ze heeft het er lastig mee.

‘Dat gaat ver, ook privé. En ik bestel die niet, het crisiscentrum beslist dat. De eerste dagen liepen die mannen mee als ik de kleine naar school bracht. Mijn dochter van vier vroeg dan: “Mama, waar is Steven?” Steven is mijn chauffeur. Waarop ik: “Dat zijn nieuwe collega’s van Steven.” Want moet je zeggen tegen zo’n kind: ze willen een aanval doen op mama?’

‘Sinds ik als Vlaams minister deze departementen heb, is het niet meer zo plezant. Vroeger ging ik fluitend door het leven, die tijd is voorbij. Ik voel de druk van die zware verantwoordelijkheid en de afwegingen die ik continu moet maken. Omdat er een groter algemeen belang is, moet ik veel mensen teleurstellen.’

U lijkt de moeilijke dossiers, en de conflicten, wel aan te trekken.

Demir: ‘Ik zoek het conflict niet bewust op, maar ik wil wél vooruitgaan. Welk nut heeft het anders om aan politiek te doen als je de problemen doorschuift naar de volgende minister? Iedereen die iets kent van stikstof, wist hoe laat het was. Net hetzelfde met de zonnepanelen en die terugdraaiende teller.’

Uw partij was er toch al die tijd bij?

Demir: ‘Ja. Daarom zeg ik ook dat het een collectieve verantwoordelijkheid is. De politiek heeft destijds onrealistische beloftes gedaan en dat maakt de mensen terecht kwaad. Over die zonnepanelen heb ik verschrikkelijke mails gekregen. Oma’s en opa’s die er hun laatste centen hadden ingestoken, omdat de overheid hen dat aanraadde. Wat is er fout met gewoon eerlijk te zijn tegen de mensen?’

Beeld Christophe De Muynck

Damen: ‘Politiek is een hondenstiel. Je wordt beschimpt en bespuwd. Blijkbaar moet je zelfs vrezen voor je leven. Je wordt onderbetaald en toch noemen ze je een zakkenvuller. Mensen denken dat ze zich alles kunnen permitteren. Bij mij is dat ook. In de rangorde van meest verachte mensensoort komen advocaten meteen na politici. Iedereen jut elkaar maar op, zeker op sociale media.’

Demir: ‘Wat je daar allemaal leest! Soit, ik zit er niet meer op. Twitter en Facebook heb ik van mijn telefoon gegooid. Ook de krant lees ik niet meer. Mijn woordvoerder nog wel: ’s morgens stuurt hij mij een emoji, een duimpje naar boven of naar beneden. Goeie of slechte perscommentaren. Meer hoef ik niet te weten.’

Nochtans is Zuhal Demir zelf ook niet vies van een scherpe tweet. Recent haalde ze nog uit naar advocate Christine Mussche, die de verkrachter die ze verdedigde in de rechtszaal, ‘een doodgewone jongen’ had genoemd.

‘Een doodgewone jongen, meester Mussche? Een doodgewone jongen verkracht geen vrouwen. Daar is nooit een excuus voor. Nooit. #telagestraf’, tweette Zuhal Demir, onder meer bevoegd voor justitiehuizen en strafuitvoering.

De hele gerechtelijke wereld steigerde. Vindt u ook dat de minister toen te ver is gegaan, meester Damen?

Damen: (knikt) ‘Een minister heeft natuurlijk ook recht op vrije meningsuiting, maar mocht ik je adviseur zijn, dan zou ik je afraden om het over “te lage” straffen te hebben. We moeten eens grondig nadenken over hoe we als maatschappij met seksueel misbruik willen omgaan. Als ik een dader van zedenfeiten bijsta, dan is mijn eerste gedachte echt niet: hoe kan ik die zo snel mogelijk buiten krijgen? Wel: hoe kunnen we ervoor zorgen dat dat niet meer gebeurt? En daarna: hoe kunnen we de detentietijd kort genoeg houden zodat hij snel in therapie kan?’

Demir: ‘Ik neem mijn woorden niet terug. Laat ze maar boos zijn. Dat argument over de scheiding der machten wordt te pas en te onpas gebruikt. Ik zou inderdaad de scheiding der machten hebben geschonden als ik als Vlaamse minister van Justitie vooraf contact had opgenomen met de rechter, of vooraf had getweet. Maar dat heb ik niet gedaan.’

‘Alles wat te maken heeft met seksueel misbruik, raakt me enorm. Een verkrachting is een levenslange aanslag op iemand. Straffen van anderhalf of twee jaar tegenover een levenslange impact, daar heb ik het heel moeilijk mee. Ik weet dat we gebotst hebben, toen ik verkrachters “beesten” genoemd heb. Jij hebt toen gezegd: dieren doen niet aan groepsverkrachting.’

Damen: ‘Klopt.’

Demir: ‘En je had gelijk. Let wel: ik ben de eerste minister die openlijk pleit voor daderbegeleiding en dadertherapie bij zedendelinquenten. We zijn daar vanuit Vlaanderen volop mee bezig, ook met risicotaxatie. Helaas kunnen we therapie niet verplichten, dat behoort niet tot onze bevoegdheid, maar als het van mij afhangt, zou het verplicht moeten zijn.’

Tevreden, meester?

Damen: ‘We hebben er al over samengezeten, ik vind het verfrissend dát er iets gebeurt. Maar het zou van mijn kant totaal onverantwoord zijn te beweren dat ik daar al tevreden mee ben. En het zou als minister nog erger zijn dat zij dat zegt.’

‘Zolang zedenfeiten – zeker iets als pedofilie – in de verdomhoek blijven, kunnen die mensen niet naar buiten komen met hun verhaal en hulp zoeken. Het is een seksuele stoornis, waar niemand zelf voor kiest. Van de politiek verwacht ik de moed om dat aan te pakken: hoe gaan we daarmee om zodat we voorkomen dat die mensen slachtoffers maken?’

Demir: ‘Maar zodra er een zaak is, is er al minstens één slachtoffer. Pedofilie, ik denk niet dat je daarvan kunt genezen. Vandaar dat we een hulplijn hebben opgezet om er zo snel mogelijk bij te zijn als mensen die gevoelens voelen opborrelen.’

Damen: ‘Je kunt er niet van genezen. Ik heb iemand gehad die euthanasie wou aanvragen wegens ondraaglijk lijden door zijn seksuele stoornis.’

Demir: ‘Pff, ik zou het als advocaat heel moeilijk hebben om een pedofiel te verdedigen.’

Zuhal Demir en Walter Damen
Beeld Christophe De Muynck

Mist u de advocatuur soms, minister?

Demir: ‘Soms mis ik het om te gaan pleiten en zelf met dossiers om te gaan. Ik zou heel graag slachtoffers van seksueel geweld verdedigen, daders liever niet.’

Damen: ‘Je zou het kunnen, Zuhal. En op een gegeven moment zou je het ook willen. Dat klinkt raar, maar als je in de advocatuur stapt en mensen vragen hulp – dan help je hen ook.’

Demir: ‘Eerlijk gezegd, ik weet het niet.’

Er is nog iets anders dat jullie bindt: jullie zijn allebei feministen.

Demir: ‘Jij hebt een kantoor met alleen maar vrouwen!’

Damen: ‘Dat is niet helemaal waar, ik heb een mannelijke vennoot, al weet niemand dat. Philippe Carsau, een van de éminences grises aan de Antwerpse balie, was pensioengerechtigd, maar hij wilde nog niet stoppen. Dus is hij met zijn vrouw, ook een advocate, bij mij op kantoor gekomen. We heten nu Carsau & Damen. Omdat hij veel ouder is, staat hij eerst op het briefpapier. (lacht) We wilden daar niet te veel fuzz rond maken. Maar eindelijk zit er een man bij mij op kantoor.’

‘Niet dat ik vroeger mannen weerde, maar ze wilden nooit ingaan op het aanbod. Omdat ze opkeken tegen de werklast. Op dat vlak merk ik trouwens ook dat de jeugd veel meer grenzen trekt. Zelf heb ik een hekel aan die term, “work-life balance”. Alsof je niet leeft als je aan het werk bent. (tot Demir) Als jij opstaat ’s morgens, zeg je toch ook niet: “Shit, ik ben minister vandaag.”’

Demir: ‘Wij zijn nog van een generatie die veel uren klopt – omdat je je niet wilt laten kennen. Maar op zich vind ik het niet slecht dat iemand “nee” durft te zeggen. Bij mij op het kabinet zeggen ze: ik ga nu naar huis, maar als de kinderen zijn ingestopt, kijk ik na 21 uur nog eens naar mijn mails of naar dat dossier. Oké voor mij.’

Damen: ‘Akkoord, wanneer mensen juist hun werk doen, maakt mij niet uit.’

Terug naar de vrouwenzaak. Meester Damen, in de raad van bestuur van de Pro League zit geen enkele vrouw. Zou u uw plaats afstaan?

Damen: ‘Het probleem is dat je verkozen moet worden. Maar stel dat er morgen een bekwame vrouw komt en er is geen plaats in de raad, dan zou ik als statement opstappen om plaats te maken. Absoluut. Als maatschappij moeten we nog stappen vooruit zetten. We zijn al ver, maar we zijn er nog niet helemaal.’

Demir: ‘Al ver? Dat weet ik toch niet. Voor benoemingen in raden van bestuur probeer ik altijd vrouwen naar voren te schuiven. Wat krijg ik dan te horen? “Ja maar, is ze bekwaam?” Pardon?! Uiteráárd is die vrouw bekwaam, anders zou ik haar niet voorstellen. Over mannelijke kandidaten wordt dat nooit gevraagd.’

‘Van dezelfde orde: een vrouw die haar stem verheft, wordt meteen weggezet als hysterica. Ik heb genoeg mannelijke collega’s die hard roepen, maar over hen zeggen ze dan dat ze het goed en duidelijk hebben uitgelegd. Een vrouw is altijd “te emotioneel”. Gelijke behandeling gaat ook daarover.’

‘Als vrouwen moeten we onze plaats opeisen. Onlangs zag ik een foto van de Navo-top passeren: de vrouwen waren op amper enkele vingers tellen. De wereld is lang genoeg gerund door mannelijke leiders en beter zijn we daar niet van geworden. Hoog tijd om vrouwen een kans te geven.’

Damen: ‘Ik denk dat het niet te stuiten is. We zijn in een sneltempo tweeduizend jaar aan het inhalen. Vandaar dat volhouden zo belangrijk is. De revolutie zal altijd beginnen bij vrouwen – ook binnen de islam bijvoorbeeld. Over dertig jaar hoop ik hier terug te zitten met jou en dat er dan de helft vrouwen op de Navo-foto staan.’

Demir: ‘Het is zo belangrijk dat mannen daar mee over nadenken en dat het niet bij woorden alleen blijft. Neem premier Alexander De Croo (Open VLD), die zich profileert als vrouwenrechtenactivist met zijn boek De eeuw van de vrouw. Ik ben zelfs nog gaan luisteren naar die persconferentie. Maar als Gwendolyn Rutten zich opmaakt om de eerste vrouwelijke premier van het land te worden, steekt hij daar een stokje voor.’

Is dat niet net het toppunt van gelijkwaardigheid, dat ook een vrouw een mes in de rug krijgt gestoken in de politiek?

Demir: ‘Ik vind dat hypocrisie. Als je het echt meent met de eeuw van de vrouw en je hebt de kans om als partij de eerste vrouwelijke premier te leveren, doe dat dan ook.’

In 2024 krijgt uw partij mogelijk de kans om het te doen, door ú aan te duiden als minister-president van Vlaanderen.

Damen: ‘Mag ik die vraag beantwoorden? Ik vind Jan Jambon een sympathieke mens, maar als jij morgen de mogelijkheid hebt om als eerste vrouw minister-president te worden, móét je dat ook doen. Anders zou dat bijzonder erg zijn voor alle vrouwen die hebben gevochten om hier te raken. Het is je plicht om dat uit te dragen.’

Demir: ‘Allez, ik zal erover nadenken.’

‘Die vrouwenrechten liggen me na aan het hart. Zeker in mijn gemeenschap is dat belangrijk, want jongens worden daar opgevoed als prinsjes. Die mochten van alles en wij meisjes mochten niks. Het was al een heel gedoe dat ik naar Leuven ging studeren. Maar mijn moeder hield voet bij stuk. Haar drie dochters moesten een diploma halen, net als haar twee zonen. Ze wilde niet dat haar dochters ooit afhankelijk zouden zijn van een man. Zij was dat wel.’

Damen: ‘En als je moeder dat niet had gedaan, had je hier dan gezeten?’

Demir: ‘Ik vraag mij dat soms ook af. Mijn pa is iets conservatiever. Binnen de Turkse gemeenschap zeiden de mannen al eens tegen hem: “Uw dochters, die worden veel te vrijgevochten, straks luisteren ze niet meer naar u. Ze gaan toch zeker wel trouwen met iemand van onze cultuur?” Mijn ouders hadden daar geregeld discussies over. Zij was het die tegen mijn pa zei dat hij niet naar hen mocht luisteren.’

‘Toen mijn moeder stierf, kwam iedereen samen bij mijn vader. Zo’n warme gemeenschap, heel fijn om te voelen. Maar toch ben ik tussenbeide moeten komen omdat ik zag dat de vrouwen langs de achterdeur binnenkwamen en de mannen langs de voordeur. “Ja, dat is zo in onze cultuur”, klonk het dan. Ik zei: “Nee, dat zit niet zo in onze cultuur, dat is achterlijk. Dat mag je nooit aanvaarden.” Mijn pa was een beetje op zijn ongemak.’ (lacht)

Damen: ‘Zoals Hannah Arendt zei: met iedere baby die geboren wordt, kan een nieuwe revolutie ontstaan.’

‘Voor mijn eigen dochter hoop ik dat ze gelukkig wordt, dat ze onafhankelijk is en dat ze zich volledig kan ontplooien zoals zij het zelf wenst. Mijn vrouw en ik zetten daar enorm hard op in, ook voor onze zoon. Die generatie zal de kloof weer een stukje dichten, tot er binnen tien jaar geen kloof meer is.’

Walter Damen en Zuhal Demir
Beeld Christophe De Muynck

Los van de partij

De neiging om te rebelleren, ook dat hebben Damen en Demir gemeen. En ongeduld, dat vooral. ‘Ik kijk geen tv’, zegt Damen. ‘En als ik al eens een film keek, dan op anderhalve keer de normale snelheid. Veel te traag anders.’

Demir kijkt verrast op: ook zij kijkt op anderhalve snelheid. ‘Ik heb daar geen geduld voor. Maar puzzelen met de dochter doe ik wel graag. Dat is echt ontstressen. Of ze op mij lijkt? We voeden Rozanne vegetarisch op, een bewuste keuze thuis. Maar zij is zo overtuigd dat ze de andere kleuters in de refter streng aanspreekt:

“Je eet wel Peppa Pig op.” Een echte veggie-warrior. ’s Anderendaags krijg ik dan aan de schoolpoort opmerkingen van de ouders.’

Meester Damen, u was ooit kortstondig politiek actief, bij CD&V. Is het trage ritme de reden waarom u niet meteen een terugkeer ziet zitten?

Damen: ‘Het huwelijk tussen CD&V en N-VA vond ik het mooiste ooit in de politiek. Ik ben dan ook fan van het midden van het veld, dat heb ik nooit onder stoelen of banken gestoken. Maar die alliantie bestaat niet meer. En zolang de N-VA standpunten inneemt à la Theo Francken, hoeft het niet voor mij. Ik heb mij gruwelijk gestoord aan zijn populisme rond de terugkeer van die IS-kinderen. Heel pijnlijk.’

‘Ik kan niet functioneren in een clubje waar je in de pas moet lopen. Zo zijn partijen vandaag. Als er nu één ding is dat ik nooit goed heb gekund, is het dat. En dus word je een rebel. Ik denk dat ik meer kan doen vanuit de advocatuur. Via de procedures die we aanspannen, via de standpunten die ik inneem. Dat geeft me een groter gevoel van onafhankelijkheid.’

‘Maar goed, soms ben ik wel jaloers op het feit dat je beleid kunt maken, de maatschappij kunt verbeteren, in functie van het algemeen belang. Als politicus kun je impact hebben – als je niet te veel met je populariteit bezig bent toch. Ergens kriebelt het wel. Misschien dat ik me ooit weer politiek engageer. En dan het liefst keihard werken, in een ivoren toren bij wijze van spreken, zonder al die pensenkermissen te moeten afdweilen.’

Demir: ‘O, maar daar ben ik ook mee gestopt.’

Damen: ‘Zet me in een parlement om concrete voorstellen te schrijven, graag. Maar hou me buiten het politieke spel.’

Demir: ‘Wat Walter zegt, doet mij denken aan wat er met mijn collega Valerie Van Peel is gebeurd. Ze had sterke voorstellen in haar werkgroep, in apolitieke dossiers zoals misbruik en asbest. Maar ze zei: “Ik raak geen millimeter vooruit.” En dat is heel triest. Van het moment dat je minister bent, kan je wel wat loskomen van de partij.’

‘Met de transgenderwet die ik als staatssecretaris voor Gelijke Kansen in 2017, samen met de toenmalige minister van Justitie Koen Geens (CD&V), heb opgesteld, maakte ik indertijd niet iedereen in de partij gelukkig. Er waren veel onthoudingen, ook bij de N-VA.’

‘Mijn pa, die in Limburg op café zit tussen de Italianen en de Marokkanen en de Turken, hoort dan van Yusuf, Mohamed en Sandro wat ik gedaan heb. Die komt dan thuis en vraagt: “Wat heb je nu gedaan met die transzender?” Hij kende dat niet, dus ik heb dat moeten uitleggen. Mijn pa vond dat verregaand: “Je gaat de mensen allemaal in die richting duwen!” Nee, die wet maakt het gewoon mogelijk dat mensen kunnen zijn wie ze zijn.’

Damen: ‘Eigenlijk is de definitie van volksvertegenwoordiger heel eenvoudig: je vertegenwoordigt het volk en niet een partij. Maar meer en meer politici voelen zich monddood gemaakt en moeten in de pas lopen. Om daar tegenin te gaan, moet je onthecht zijn en een zekere positie hebben binnen de partij. Jij hebt dat, ze willen jou niet kwijt. Daardoor heb je veel meer vrijheid.’

Demir: ‘Dat is waar, maar dan moet je ook iets doen met die positie. Macht om de macht, daar gaat het voor mij niet om. Kun je iets realiseren in het voordeel van zoveel mogelijk mensen, dan is macht oké. Al moet ik toegeven dat het in de politiek moeilijk is om rechtlijnig te zijn.’

Damen: ‘Als je impact kúnt hebben, moet je je verantwoordelijkheid opnemen. Dat geldt voor de advocaat, de leerkracht, de ouder, de vuilnisman en de politicus. Elke mens heeft zijn functie, en als hij z’n functie op een deftige manier uitoefent, kun je daar alleen maar respect voor hebben.’

We zijn tweeënhalf uur verder. De advocaat moet nu echt weg: een cliënt wacht in de gevangenis. De politica laat nog enkele glazen champagne aanrukken, en neemt in één adem de draad weer op waar ze hem in het begin van het gesprek liet liggen: bij het kasteel van Leut en wat het voor Vlaanderen kan betekenen. Ieder zijn werk.

Zuhal Demir en Walter Damen – Beeld Christophe De Muynck

Bron: De Standaard

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven