Het leven – Een gebruiksaanwijzing – Donald Niedekker


Je moet het maar doen: een historische roman schrijven die toch scherp op de tijd zit, en tegelijk tegen de tijd in gaat. Donald Niedekker verbaasde met zijn Waarachtige beschrijvingen uit de permafrost. Nu is er Ochtenden, een nieuwe oefening in aandacht.

Sarah Vankersschaever – De Standaard


‘Als je iets doet wat waardevol voor je is, doe het dan elke dag even’

Donald Niedekker


Wat is het eerste dat u doet bij het wakker worden? Is het de zindering verdringen die van uw hoofd naar het middenrif trekt, denkend aan wie en wat u die dag allemaal wacht?

Of grijpt u in een reflex naar uw smartphone, de wekker, de persoon naast u – dat wat zich aandient als houvast?

Denk er gerust over na, wat u doet.

Punt is: de kans is groot dat u iets doet. Opstaan en beginnen, al was het maar omdat u bent aangeleerd dat treuzelen zwak is.

Donald Niedekker doet niets. In een poging om de overgang van slapen naar waken zo lang mogelijk te rekken, gunt hij zichzelf de tijd.

Hij wordt wakker wanneer hij wakker wordt (‘vanochtend was dat om zes uur, vanwege het licht’), hij gaat naar beneden en naar buiten, neemt alle geuren, contouren en bewegingen op als een ontbijt op nuchtere maag. En wordt helder op een ritme dat buiten hem ligt.

Daar, midden in het natuurgebied van Heiloo vlak onder Alkmaar, waar hij een huis van Natuurmonumenten deelt met de boswachter, daar wordt hij al tien jaar elke ochtend wakker op een voor veel mensen onvoorstelbaar rustig tempo.

En precies zo rustig, even bedachtzaam als het twintig jaar oude katje Isa dat zich op de tuintafel stoïcijns tussen ons in drapeert en even beheerst als de reiger die schijnbaar vertraagd over de weide naar de duin toe vliegt, zo bedaard schrijft Niedekker.

Het maakt zijn bekroonde Waarachtige beschrijvingen uit de permafrost, en al helemaal het pas verschenen Ochtenden, tot oefeningen in vertragen.

Alle pogingen om Niedekker daarin te volgen, zijn bijzonder en waardevol. Want los van alles wat zich afspeelt tussen de kaften, realiseer je je na afloop het ritme.

Waan je je als lezer een boreling op de borst van een vader, doordrongen van een kalmte die zelfs de hartslag van een moeder niet evenaart.

Soit.

Dit moet ook gezegd: het leven van de Nederlandse schrijver staat mijlenver van dat van de meesten van ons, voor wie de ochtend het meest versnelde dagdeel is. Een rush die alle reigers doet opvliegen, waarbij de kat ergerlijk in de weg ligt.

Niedekker is zich bewust van dat verschil.

Meer nog: hij weet wat het vergt om in de ratrace te zitten én wat het vraagt om ervan weg te blijven. Maar in welk ritme je ook zit – waar Niedekkers leven en schrijven over gaat en wat hij hoopt te kunnen geven, is dit: de waarde van wat mogelijk is.

Jeremy

‘Ik was een paar maanden geleden in de Hogeschool Windesheim in Zwolle, bij de tweedejaars leerkrachten Nederlands.

´We praatten over mijn boek, over literatuur – doe ik ontzettend graag – en ik weet dat op zo’n moment die zogenaamde doemgeneratie voor me zit: je weet wel, de jongeren die zich niet meer kunnen concentreren, opgegroeid zijn met flitsende sociale media.

´Maar in zo’n gesprek stel ik elke keer vast dat het geen generatie zonder aandacht is.

´Veel opvoeders zijn onderweg de overtuiging verloren dat iedereen zich kan concentreren. Nochtans, tenzij je een afwijking hebt, word je geboren met dat vermogen.

´Of het nu is om een instrument te leren bespelen, naar muziek te luisteren of je op te maken, je kunt ervoor kiezen om je te concentreren. Ook jongeren. Zeker jongeren. Alleen worden ze meer dan ooit onderbroken.’

Hadden deze jongeren die overtuiging zelf ook? Dat aandacht een vermogen is om goed te onderhouden?

‘Moeilijk om te veralgemenen, maar ik denk wel dat ze zich meer dan ooit bewust zijn van beïnvloeding. Wie of wat krijgt jouw aandacht?

´Ik heb hen verteld waar ík van overtuigd ben: als je iets wilt bereiken in je leven, moet je je kunnen concentreren.

´Dat mag je gerust politiek vertalen: als je niet kwetsbaar wil zijn voor demagogen, moet je focus hebben zodat je niet met de eerste de beste schreeuwer meeloopt die je met een krasse uitspraak weet te raken. Je moet een lijn hebben zodat je je eigen belangetjes overstijgt, en daar moet je bewust mee bezig zijn.’

Het was een ontroerend moment in februari, tijdens de uitreiking van de F. Bordewijkprijs in Den Haag.

Als laureaat mocht Niedekker iemand uitnodigen om op het podium een laudatio te brengen over zijn Waarachtige beschrijvingen uit de permafrost. Hij koos Jeremy. Wie? Jeremy.

‘Jaaaah,’ zegt Niedekker zoals Nederlanders néééééh of jáááááh zeggen, ‘Jeremy zit in het gymnasium, ik vermoed dat dat bij jullie het middelbaar is, en hij viel me op tijdens een scholierendebat over mijn boek. Hij wil later piloot worden.

“Wel,” zei ik hem na zijn prachtige speech, “je was nu al gezagvoerder zoals je achter de microfoon stond”.’

Leven op het ritme van bekroond auteur Donald Niedekker:  ‘Als je iets doet wat waardevol voor je is, doe het dan elke dag even’
Foto: Nick Somers

Jongeren raken een snaar bij Niedekker. Dat is opmerkelijk, want zijn boeken lijken haaks te staan op het steeds versnellende ritme waarin ze vandaag opgroeien.

Zo vertelt Waarachtige beschrijvingen over Bartolomeo, het anonieme bemanningslid dat samen met de andere opvarenden overleed op Nova Zembla in 1596, tijdens de beruchte expeditie van Willem Barentsz.

Bartolomeo was schrijver, ingescheept om een loflied te dichten over de-onderneming-die-geschiedenis-moest-worden. Ze werd geschiedenis, zij het vanwege of misschien wel dankzij de mislukking.

Niedekker laat Bartolomeo na 425 jaar ontwaken uit zijn ijsgraf in de permafrost, om alsnog zijn lied te brengen.

Ochtenden, daarentegen, is qua opzet totaal anders: 129 korte stukjes, 129 keer ontwaken daar in Heiloo, en met de blik van een boreling het ontbijt op nuchtere maag beschrijven.

Bastion

‘Jongeren raken me zo omdat ze een ontvankelijkheid hebben die je als volwassene al eens durft te verliezen. Heb je hun aandacht, dan is er een bereidheid om mee te stappen in een verhaal.

´De Duitse documentaire Rhythm is it! (2004) vat het voor mij: begin deze eeuw wordt Simon Rattle gevraagd om dirigent te worden van de prestigieuze Berliner Philharmoniker. Ze willen hem echt heel graag, in Berlijn.

“Goed,” zegt hij, “op één voorwaarde: iedereen moet zich welkom voelen, dit elitebastion moet opengebroken worden.”

´Oké. Dus hij wordt aangesteld. En dan komt de vraag: hoe breek je een bastion open?

´De documentaire vertelt precies dat verhaal: hoe Rattle beslist om samen met de choreograaf Royston Maldoom én samen met 250 leerlingen uit publieke scholen een opvoering te maken van Stravinsky’s Le sacre du printemps.

´In het begin zie je hoe de jongeren elkaar uitlachen, want ja: dansen, há! Maar dan gebeurt het: beetje bij beetje gaan ze zich concentreren, zelfs de zeurpieten en de etterbakken.

´Ze leren stilstaan, leren hoeveel concentratie er nodig is om te dansen en leren dat als ze iets willen bereiken, ze keihard aan de bak moeten. Je ziet dat ook fysiek, hoe hun houding verandert.’

Niedekker staat op van de tuinbank, toont hoe ze in het begin onderuit gezakt staan, maar tegen het einde van de documentaire met het hoofd rechtop.

‘Als je samen wil dansen kun je niet improviseren, maar moet je heel goed weten wat je doet.

´Je ziet Maldoom af en toe wanhopen, hij vreest soms dat het niet zal lukken, maar ze geraken er en op het einde komen de ouders naar de voorstelling kijken.

“Natuurlijk kan ik leerlingen niet op zes weken leren dansen,” zegt Maldoom, “maar deze jongeren krijgen zo vaak te horen dat iets te hoog gegrepen is.”

´Hij wou hen de ervaring meegeven dat als je geconcentreerd doorzet, er op het einde iets stáát.

´Dus: ja, mijn boeken vragen een inspanning, maar ik geloof niet dat jongeren er het geduld niet voor kunnen opbrengen.’

De concentratie die u opbracht voor Ochtenden lijkt, ondanks het fysieke boek, geen doel te hebben.

‘Ja, precies. Hier is concentratie doel en filosofie op zich: opstaan, alles laten binnenkomen en dat nadien zo ontvankelijk mogelijk opschrijven. De regen, de dieren, de lucht.

´De stukken in Ochtenden had ik niet op mijn twintigste kunnen schrijven, omdat ik er jarenlang voor getraind heb. Ik heb veel gereisd en onderweg de eeuwenoude, oosterse technieken van meditatie en ademhaling opgepikt.

´Wat die je leren, is je aandacht zo belangeloos maken dat je alles wat je waarneemt of ervaart op een heel directe manier beleeft.

´Het vergt training om je aandacht niet te laten verstoren, of om je beleving niet te laten bepalen door verlangen, begeerte, angst …’

U draagt Ochtenden op aan uw moeder en aan ‘haar aanstekelijke vermogen de ochtend met heel haar hart en ziel te begroeten’.

‘Mijn moeder is tijdens de covidpandemie op 83-jarige leeftijd overleden aan alvleesklierkanker – een ziekte met een duidelijk verloop.

´Anderhalf jaar lang heeft ze alles bewust kunnen beleven en plannen en de laatste twee weken leefde ze toe naar haar dood.

´Ronald Giphart beschrijft in Wie waarlijk leeft de dagen voorafgaand aan de euthanasie van zijn moeder eveneens als een mooie tijd, hoe raar dat ook klinkt. We hadden niets op te ruimen als familie, het voelde goed om het leven te laten passeren.

´Maar om te antwoorden op je vraag: mijn moeder, mijn zus en ik waren de vroege opstaanders thuis. Mijn broer en mijn vader, allebei overleden intussen, waren de uitslapers.

´Ging je mee in mijn moeders ritme dan was dat vrij spartaans: ze was een ijzervreetster, wilde bijvoorbeeld dat we ’s ochtends in de zee zwommen. Hoe koud het ook was, ik heb daar heel mooie herinneringen aan, al helemaal aan wat dat met je deed gedurende de rest van de dag.

´De laatste keer dat we hier in de tuin met mijn moeder waren, aten we pannenkoeken – ze kreeg maar anderhalve hap binnen – en zei ik spontaan:

“Je was altijd zo mooi ’s ochtends, ik ga een boek maken met alleen maar beschrijvingen van ochtenden en ik ga het aan jou opdragen.”

´Ze was sterk, moet je weten: bijna altijd gewerkt, behoorde tot de eerste vrouwelijke scheidsrechters en werd actief als bestuurder in de uiterst conservatieve voetbalbond.

´Maar toen brak ze. Ik herkende het meisje in de volwassen vrouw die erkend werd in iets wat heel belangrijk voor haar was geweest.

´Dus, zo heb ik het gedaan, zo heb ik Ochtenden gemaakt. Niet omdat ik het had beloofd maar omdat de ochtend belangrijk is en dat een besef was dat wij deelden.’

Wat mist u het meest aan haar?

‘Ik heb niet zoveel te missen want we hebben elkaar bij leven alles kunnen geven.’

Niedekker, net zestig geworden, heeft er een vrijbuitersleven op zitten.

Lang journalist geweest, veel reisreportages en -boeken gemaakt, daarna een kleine tien jaar rondgetrokken door Europa (‘klinkt idyllisch maar het was vaak hard’), van bibliotheek naar bibliotheek (‘lezen is een vorm van wijsbegeerte’), zonder vast verblijfsadres.

En nu hier in Heiloo. Onthecht op een oosterse manier, weinig materiële weelde (‘geld doet er niet zo toe’) maar wel wonend in een landschap dat voor de gewone sterveling haast onbereikbaar geworden is.

Een rust die the one percent toekomt, om het dan toch in de taal van rijkdom uit te drukken.

‘De zonsopgang beleven en een koe horen kauwen – en herkennen of ie gras of riet kauwt – dat is voor mij belangrijk.’

Het is verleidelijk om het idealisme van de kluizenaar weg te zetten als naïef, een beetje zoals ‘het makkelijk is om de spot te drijven met haiku’s, omdat ze met hun 5-7-5 lettergrepen zo bedrieglijk weinig voorstellen’, om het – als tegengewicht – in de taal van de schrijver uit te drukken.

‘En toch, de onmiddellijkheid van het haikugenre is voor mij een van de hoogste… Najaaah, geen hiërarchie. Is heel erg moeilijk.’

Maar het idealisme is geenszins naïef, het heeft wel degelijk een fond.

Leven op het ritme van bekroond auteur Donald Niedekker:  ‘Als je iets doet wat waardevol voor je is, doe het dan elke dag even’
Foto: Nick Somers

‘Als twintiger heb ik eerst antropologie gestudeerd en daarna Ruslandkunde. In het Oost-Europa Instituut in Amsterdam lagen kranten uit Siberië en zo kwam ik al vroeg in contact met de term permafrost, de dooi ervan en de gigantische consequenties als het koeleffect wegvalt.

´Veertig jaar geleden leek het nog beheersbaar, maar vandaag is de schade onomkeerbaar.

´Ik denk dat veel mensen de problematiek onderschatten omdat ze zich vastpinnen op dat beeld van de stijgende zeespiegel. Ha, denken ze nuchter, dan bouwen we wel een dijk van x meter hoog en x meter breed.

´Het uitzicht van het te onschuldige perspectief.

´We vergeten dat vooraleer het zeeniveau drie meter gestegen is, we allang te maken hebben met een ontregelde waterhuishouding, met verwoestende stromen en periodes van extreme droogte. En met biodiversiteit die tot een nog kritischer niveau is gezakt.

´We kunnen onszelf dan wel de kroon van de schepping vinden, maar zonder water en insecten gaan we het echt niet redden.’

Is dat de essentie van Waarachtige beschrijvingen: dat als zelfs de eeuwenoude geschiedenis ontdooit, we onszelf onvermijdelijk tegenkomen?

‘Het is geen pamflet, het is een roman. Maar ik heb wel uitgesproken overtuigingen: we moeten vroeg of laat draconische maatregelen nemen als we nog een kans op overleven willen.

´Het enige wat me ter discussie lijkt te staan, is hoe die aanpak zich verhoudt tot de autonomie van het individu. Dat toont zich nu al in het stikstofdebat en de discussie rond de autonomie van de boer.

´Ik denk dat we moeten aanvaarden dat we autonomie zullen verliezen.’

Dat is opvallende taal voor een vrijbuiter.

‘Je kunt er gewoon niet omheen. Om te overleven zal de democratie mogelijk onder spanning komen te staan. Al geloof ik dat we belangrijke stappen kunnen zetten met de hulp van burgerberaden, waarbij beslissingen in samenspraak met burgers worden genomen via georganiseerde forumdiscussies.

´De toegang tot informatie is er, je hoeft allang geen Siberische kranten meer te lezen om te weten hoe het met de permafrost gesteld is. Maar ik vind het wel triest dat we nog altijd zo slecht zijn voorbereid op discussies over vrijheid en democratie.

´Van Hannah Arendt leerde ik dat zo gauw je bewust de publieke ruimte betreedt, je als burger geboren wordt. Ook daarvoor zijn burgerberaden goed, om te beseffen wat het betekent om burger te zijn in een complexe verzorgingsstaat die op zijn grenzen stuit.

´Een dilemma dat trouwens mooi aan bod komt in Chris de Stoops boek Dit is mijn hof.’

Voelt u zich machteloos?

‘Neen. Ik heb een tijd geprobeerd om mee te doen met Extinction Rebellion, maar alle communicatie verloopt via sociale media en dat kan ik niet. Ik liep achter, miste info.

´Dus heb ik beslist om het op mijn manier te doen, via het schrijven. Ik denk ook dat dat het meeste effect heeft, als je je engageert binnen datgene wat jij het beste kan.’

Niedekker mailt amper (‘enkel voor praktische zaken, ik huiver fysiek als ik mijn mail moet checken’), aan sociale media doet hij sowieso niet.

Socrates was opgegroeid met het geheugen en weigerde te schrijven omdat hij bang was dat het zijn belangrijkste werkinstrument zou aantasten.

´Zelf ben ik opgegroeid met pen en papier en ik heb het gevoel dat ik desintegreer achter een scherm, ik verdwaas. Stuur me liever een brief, ik schrijf graag terug. Najaaah. Soms voel ik me ook wel gewoon een paard dat weigert een hindernis te nemen.’

Wanneer werkt koppigheid tegen en wanneer werkt die mee met iemand? Want u schrijft op een eigenzinnige cadans, maar wel een dat (mogelijk) met uitsterven bedreigd is.

‘Het hangt af van wat je verwacht. Mij helpt het te leven. Veel mensen zijn op zoek naar houvast en voor mij werkt dit, dit ritme en de rituelen die ik erbij gecreëerd heb.

´Weet je, elke overgang is precair en het jammere is dat we dat niet meer zo beleven.

´De overgang van nacht naar dag, van droom naar realiteit, van kind naar volwassene, van de ene toestand naar de andere waarbij, even, alles in alles kan veranderen …

´In onze versnelling hebben we die overgang zo goed als geschrapt en dat terwijl onze geschiedenis doordrongen is van aandacht precies voor dat precaire.

´Ga je naar een kerk dan is er het voorportaal, doop je even de handen in wijwater, en in een gebedshuis was je eerst je handen of voeten.

´De zorg waarmee je van de ene ruimte naar de andere gaat, die kunnen we ook in ons leven proberen vasthouden.

´Ik vind het prima dat je niet meer gedwongen wordt door een man in een pij om stil te staan bij de drempel die je overgaat, maar ze waren niet voor niets, die momenten.’

Hoe doet u dat concreet, om het over uw ochtenden te hebben?

‘Ik reciteer. Ik heb een eigen canon bij elkaar gesprokkeld met onder meer gedichten van Slauerhoff, Gerhardt, Lucebert, Nijhoff en Bachmann.

´´Als ik ’s nachts wakker lig, ’s ochtends wakker word of overdag ga wandelen dan reciteer ik luidop.

´Het idee pikte ik op van Simone Weil: in Wachten op God schrijft ze hoe ze altijd maar weer het Onzevader herhaalt en hoe die tekst zich voor haar opent, de hele reikwijdte ervan.

´Ik wil poëzie niet als een Onzevader behandelen, maar het repetitieve helpt.’

En Niedekker begint:

‘Ben ik traag omdat ik droef ben,

Alles vergeefs vind en veil

Op aarde geen hogere behoefte ken

Dan wat schaduw onder een zonnezeil?

Of ben ik droef omdat ik traag ben,

Nooit de wijde wereld inga,

Alleen Lisboa van bij de Taag ken,

En ook daar voor niemand besta,

Liever doelloos in donkere stegen

Van de armoedige Mourario loop?

Daar kom ik vele als mijzelve tegen

Die leven zonder liefde, lust, hoop …’

‘Dit is “Fado” van Slauerhoff. Ik zeg niet dat dit dé manier is, dat het per se met literatuur moet. Al hoop ik wel dat in onze zoektocht om een heel mens te worden, naar evenwicht zeg maar, dat we jongeren de kans geven om zich te verhouden tot de grote verhalen die onze beschaving mee hebben gevormd.

´Dante, Shakespeare, de Griekse tragedies. Als ze later vastlopen in het nutsdenken en in het al te spannende leven, dat ze misschien een verhaal of mythe als ijkpunt of houvast hebben.’

In Waarachtige beschrijvingen zegt het hoofdpersonage: ‘Een mensenleven is te kort om tot veel meer dan één inzicht te komen.’ U bent dit jaar zestig geworden, goed voor ruim 22.000 ochtenden. Wat was het inzicht tot nu toe?

‘Tot nu toe? Een echt authentiek inzicht … (grinnikt en denkt na)

´Dat als je iets doet – iets wat waardevol voor je is en je hart heeft – als je dat elke dag minimaal een paar minuten of zelfs een halfuur oefent, wel, dan sta je steviger. Je bereikt een zekere diepte en dat helpt je op momenten van tegenslag.

´Dat klinkt natuurlijk weer zo bangelijk. Maar toch, als je iets hebt wat jou voedt, dan helpt dat jou om overeind te blijven op de momenten dat alles wankelt. Want je hebt altijd precies dát.’

Niedekker krabt Isa tussen de onweersgrijze oren. Gemor, kat geërgerd want gestoord tijdens overpeinzing.

‘Ik kan veel van haar aandacht leren’, zegt hij. ‘Ze kwam hier trouwens per toeval. Isa is een raskat met veel kampioenen onder haar voorouders, maar vanwege een paar oneffenheden kwam ze niet in aanmerking voor dierenshows.

´Ik denk dat ze zich geen idyllischer leven had kunnen wensen dan hier, ver weg van normen en nutsdenken.’

Kat zwijgt, vogels fluiten, Niedekker staat op.

‘Wil je iets te eten, misschien salade uit de tuin?’

© Pilar Deceuleneer

Uit ‘Ochtenden’

Pok. Een pruim valt op de bank. Groen, hard en onrijp. Het is netaan juli. De walnotenboom hangt vol met iets donkerder groene gladde bolsters, twee, drie bij elkaar. Het belooft voor september een rijke notenoogst. Een kraai krast vlak boven me. Het is een licht ogenblik waarin de dingen op hun plaats vallen. De samenhang is gegeven. Een web van leven zonder hiërarchie en zonder duidelijke afbakeningen. De zomer heft de grenzen op. We zijn juli, zomer, deel van een alomvattende rijpende kracht. We laten de vormen de vormen. Die zijn voor later. Het is vroeg op de wereld.


Ochtenden
Waarachtige beschrijvingen uit de permafrost

Donald Niedekker. Foto: Nick Somers

Lees meer interviews

Het leven – Een gebruiksaanwijzing


Bron: De Standaard

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven