Er is momenteel geen hard bewijs dat lopen, mediteren of mindfulness gelukkiger maakt. Laten we ons al jaren meesleuren door slap wetenschappelijk onderzoek? Of slaagt de wetenschap er gewoon niet om de ziel van de mens te vatten?
Klaas Maenhout – De Standaard
Twee Canadese psychologen zijn tot een opvallende conclusie gekomen.
Nadat ze honderden wetenschappelijke studies uitgekamd hebben, stellen ze vast dat er amper bewijs is dat geluksbevorderende recepten zoals wandelen in de natuur of meditatie oefeningen effectief werken.
De studies over wat ons gelukkig(er) zou maken, rammelen vaak. De conclusie van de Canadese onderzoekers: neen, u wordt niet per se gelukkiger van hardlopen of een yogaretraite.
Die vaststelling botst niet alleen met lifestyle-advies, maar ook met de persoonlijke ervaringen van heel wat mensen. Wat moet u nu met die studie?
‘Dit onderzoek zegt vooral iets over hoe wetenschap evolueert’, zegt Inez Germeys, contextueel psychiater en lid van het KU Leuven Breininstituut.
‘Lange tijd had je als wetenschapper data waar je iets mee wilde onderzoeken.
´Terwijl je bezig was, merkte je soms dat de data voor dat ene niet zo interessant waren, maar dat er wel iets anders was met een significante bevinding. Uiteindelijk werd de hypothese daarnaar bijgesteld – vaak onbewust.
´Zo lieten we ons in het verleden leiden door toevalligheden. Die kregen veel gewicht, en dat terwijl de onderzoeken niet te repliceren waren.’
Deze studie toont het falen van psychologisch onderzoek aan?
‘Falen is een groot woord. Het gaat om voortschrijdend inzicht. Er is momenteel een grote omslag bezig, gedreven door jonge onderzoekers.
´Wetenschappers zochten tien jaar geleden ook naar de waarheid. Alleen ligt de standaard vandaag veel hoger.
´De psychologie ging door een repliceerbaarheidscrisis. We vragen ons sindsdien terecht af of iets wat niet te repliceren valt, wel een echte bevinding is.
´´De kleine onderzoeken met onvoldoende power, uitgevoerd op een handvol mensen, zijn aan het verdwijnen.’
‘Pas op, het is te makkelijk om de psychologie onderuit te halen. Ook in andere onderzoeksvelden, zoals de geneeskunde, wordt er nog niet altijd gewerkt met vooraf geregistreerde onderzoeken.
´Daarbij moet op voorhand, in alle transparantie, een document opgemaakt worden met wat de hypothese is en wat de verwachtingen zijn. Zo vermijd je een enge bias in de resultaten.
´Op dat vlak is psychologie zelfs een voorloper op andere wetenschapsdomeinen.’
Dat er amper wetenschappelijk bewijs is binnen geluksonderzoeken, botst bij veel mensen met hun persoonlijke ervaringen. Ze vinden geluk in het hardlopen of mediteren. Wat met hun ervaringen?
‘Die mensen zijn geen idioten. Er zijn gewoon weinig studies over wat ze voelen die aan de hedendaagse standaarden voldoen. Meer niet.’
Komt daar verandering in?
‘De wetenschap is daar volop mee bezig. De conclusie zal sowieso zijn: niets werkt voor iedereen. Lifestyle-advies is individueel verschillend.
´Sommigen zullen positieve gevoelens hebben bij mediteren. Anderen helemaal niet. Dat is een nieuwe kijk op wetenschap.
´Vroeger verwachtten we altijd een algemeen effect op de populatie. Gemiddeld worden mensen gelukkiger van dit of dat. Maar misschien is dat helemaal niet zo.
´Sinds enkele jaren zijn we gaan focussen op het individu: meer en meer vertrekt onderzoek vanuit de ideografische benadering.’
Slaagt de wetenschap überhaupt in het meten van de ziel van de mens?
‘De wetenschap worstelt met het meten van geluk. Daar zijn verschillende redenen voor.
´Sommige zijn heel filosofisch. Zo betekent geluk voor mij wellicht iets anders dan voor jou. En word ik nù van iets gelukkig of ben ik op lange termijn gelukkig?
´Geluk is ook wetenschappelijk een heel breed begrip. In sommige studies gaat het over happiness, in andere over wellbeing.
´In nog andere studies gaat het over de afwezigheid van negatieve gevoelens.’
En dan zijn er nog de parameters.
‘Inderdaad. Dit wordt volgens veel wetenschappers de volgende crisis. Een measurement crisis. Wat meet ik eigenlijk en is wat ik meet wel betrouwbaar?
´Die vraag wordt gesteld over psychologische fenomenen, maar ook biologische parameters zijn niet noodzakelijk betrouwbaar.
´Het stresshormoon cortisol wordt heel vaak gebruikt in onderzoek. Alleen: de vraag is wat dat betekent. Sommige personen hebben een laag cortisol-niveau, maar ervaren toch veel stress.
´Hetzelfde met het meten van hartritme.
´Pas door biologische factoren en subjectieve ervaringen samen te brengen, zullen we fenomenen beter begrijpen.’
Intussen heeft zich een enorme industrie ontwikkeld rond geluksthema’s. Ook de overheid investeerde onder meer in wandelcoaches. Wat denkt u over die trend?
‘Aan de ene kant ben ik daar mild voor. Wetenschappers dachten tien jaar geleden niet dat ze slecht onderzoek deden.
´De maatschappelijke evolutie is dus begrijpelijk. Mensen zijn ook op zoek naar verbinding.
´Alleen vind ik wel dat het beleid te veel ad hoc gericht is. Wandelen in de natuur stimuleren is gebaseerd op gevoel. Niet omdat daar de meeste wetenschappelijke evidentie voor bestaat.
´De link tussen beleid en onderzoek kan in België nog veel versterkt worden.
´Persoonlijk vraag ik me ook af of we ons zo moeten focussen op het nastreven van geluk. Ik volg de idee van Dirk De Wachter wel. Mag het ook nog gewoon gewoon zijn?’
Lees ook
Bron: De Standaard