Interview – Actrice Frances Lefebure schreef een boek over haar bevalling


‘Voor mij is het onmenselijk wat daar gebeurd is, en het had anders gekund.’ Nu zoon Saul 1 jaar is, schreef actrice Frances Lefebure (36) een boek over haar ‘traumatische’ keizersnede. ‘Ik voelde hoe mijn lijf zich naar hem toe wilde krommen.’

Deborah Seymus – De Morgen


“Voor mij is het onmenselijk wat daar gebeurd is.”

Frances Lefebure


Het huis van Frances Lefebure lijkt verdacht veel op haar bewoonster: sympathiek, warm en licht chaotisch.

Het begint al voor we goed en wel binnen zijn: er zijn twee voordeuren, maar slechts één bel. De woning − met een opvallende L-vorm − bestaat uit vele, kleinere kamers met allemaal een eigen identiteit.

In de gezellige woonkamer, met uitpuilende kasten vol platen, boeken en speelgoed, wordt duidelijk geleefd.

De meubels van Muller Van Severen, ontworpen door de broer en schoonzus van Frances’ echtgenoot Boris Van Severen, zorgen voor kleur.

“Ik ben een kusser. Mag ik je een kus geven?” Frances vuurt haar openingsvraag op me af. Snel gevolgd door: “Wil je koffie? Melk en suiker?”

Buiten horen we een motor starten. In de tuin neemt Boris trots plaats op zijn nieuwste aanwinst: een zitmaaier.

“Door regen, weer en wind. Als die man zijn gras maar kan afrijden, is hij content”, zegt Lefebure.

Terwijl ze twee kopjes inschenkt vertelt ze hoe het moederschap − zoon Saul is 1 jaar geworden − haar een nieuwe identiteit gaf.

Niet alleen op het vlak van haar carrière − “Ik vind dat een voos woord, eigenlijk” − maar ook thuis.

De bevalling verliep allesbehalve zoals voorzien: met een ongeplande en nogal traumatische keizersnede.

Na de waas werd Lefebure door vragen overvallen. Overkomt meer vrouwen dit? En had ze het prille moederschap anders beleefd als haar bevalling op een andere manier was gelopen?

In haar net verschenen boek Wat ik nog wilde zeggen gaat ze op zoek naar antwoorden.

In je boek schrijf je brieven aan alle belangrijke personen die jouw zwangerschap en bevalling hebben beïnvloed. Zoals Anna, die je een cursus hypnobirthing gaf. Waarom was je wens om natuurlijk te bevallen zo groot?

“Voor ik een kinderwens had, zat ik zeventien jaren aan de pil. Ik dacht daar niet over na.

“Via sociale media leerde ik een vrouw kennen, Renske, die me confronteerde met hoe weinig ik wist over mijn lichaam en vrouwelijke hormonen.

“Ik was voordien nooit bezig met mijn vruchtbaarheid of cyclus en leerde door haar dat ik met de pil al jaren allerlei natuurlijke processen onderdrukte.

“Door daar met Renske over te babbelen, werd ik bang. Zou ik nog wel vlot en natuurlijk zwanger kunnen worden?

“Die angst bleek later ongegrond, want na een paar weken bleek ik al zwanger te zijn. Ook al verloor ik dat vruchtje vrij snel, ik kreeg toch een heel groot vertrouwen in mijn lichaam en de natuur. Mijn lichaam had immers toch de kracht gevonden om mij vlot zwanger te laten worden.

“Daardoor stond ik open voor een zo natuurlijke mogelijke bevalling.

“Later − toen ik zwanger was van Saul − kwam ik zo terecht bij een vroedvrouwenpraktijk waar ook een cursus hypnobirthing werd aangeboden.”

‘Ik heb er al over nagedacht om de vroedvrouw van dienst terug op te zoeken. Zo van: ‘Hallo, gij hebt toch echt tegen mij gezegd dat ge daar rekening mee ging houden?’
Beeld Eva Beeusaert
Wat moeten we ons daarbij voorstellen? Word je gehypnotiseerd terwijl je bevalt?

“Hypnobirthing is een meditatietechniek die in de jaren 1980 is ontstaan. Door te letten op mijn ademhaling en bepaalde affirmaties te herhalen, kon ik mijzelf in een diepe staat van ontspanning brengen.

“In zo’n cursus word je als aanstaande moeder aangemoedigd om kritisch na te denken over waarom je een bepaald medicament krijgt, zoals epidurale verdoving.

“En of het wel nodig is dat je baby meteen een mutsje op krijgt en waarom ze je kind standaard een vitamine K shot geven.

“Ze hebben mij geleerd dat een bevalling niet iets hoeft te zijn waar je bang voor moet zijn, als iets dat sowieso pijn doet. Je kunt op een natuurlijke, krachtige manier bevallen.

“Het leek me fantastisch. Niet alleen om zelf mee te maken, maar ook om Boris dit te kunnen geven. Ik, de oervrouw, die zijn kind op de natuurlijke manier thuis baart.

“Ik schrok zelf van die drang, want het is toch best een ongeëmancipeerde gedachte.

“Hoe komt het toch dat wij het belangrijk vinden dat onze partner op die manier naar ons kijkt? Want toen ik er later met Boris over sprak, bleek dat hem werkelijk geen bal te kunnen schelen.

“Helaas werd het een ongeplande keizersnede.”

Ook de twee chirurgen die jouw keizersnede uitvoerden, kregen een brief in je boek.

“Toen ik thuis door mijn eerste weeën werd overvallen, leek er op het eerste gezicht niets mis. Maar na meer dan twintig uur weeën kon ik niet meer.

“We besloten rustig naar het ziekenhuis te vertrekken om toch voor epidurale verdoving te gaan, zodat ik sneller meer ontsluiting zou krijgen. Ik had op dat moment nog maar twee centimeter.

“De vierdubbele dosissen weeën-opwekkers die ik daar kreeg, het Dafalgan-infuus: het hielp allemaal niet.

“Tien uur later, om vijf uur ’s avonds, had ik nog steeds maar drie centimeter ontsluiting. Ik kreeg koorts, wat gevaarlijk was voor de baby.

“Er werd dus beslist − en dat had ik zelf ook al geopperd, want ik had er echt genoeg van − dat een keizersnede nodig was.

“Ondertussen duurde mijn bevalling al zo lang. Dankzij de epidurale verdoving had ik voor het eerst even geen pijn en was ik rustiger dan de 36 uur ervoor.

“Sowieso ben ik iemand die het positieve probeert te zien, ook als er iets tegenvalt. Dus ja, wat zou er positief zijn aan een keizersnede? Dat mijn vagina niet aan flarden zou zijn.

“Hoe noemen ze dat? Een honeymoon vajayjay. (lacht)

“Zulke dingen verzin je dan als verdedigingsmechanisme om je aan vast te klampen wanneer alles verkeerd dreigt te lopen. Wist ik veel hoeveel pijn een keizersnede achteraf zou doen. Oh my fucking god.

“Maar oké, daar was ik toen niet mee bezig. Ik wilde gewoon dat hij geboren werd. Dus het leek alsof ik er vrede mee had, met die keizersnede.

“Alleen bleek dat achteraf niet zo te zijn.”

‘Tegenover twintig jaar geleden hebben wij vrouwen al vooruitgang geboekt, er wordt veel meer besproken. Maar pijn en verdriet dekken we nog altijd toe.’ Beeld Eva Beeusaert
Want?

“Voor ik vertel wat er daarna gebeurde, vind ik het heel belangrijk om mee te geven dat het mijn uniek verhaal is, ik wil niets veralgemenen.

“Ik weet dat er mensen zullen zijn die het hier niet mee eens zijn, of die wat ik nu ga zeggen als kwetsend zullen ervaren.

“Maar naar mijn gevoel heb ik geen bevalling gehad. Saul is uit mij gehaald. Ik ben geopereerd, niet van mijn zoon bevallen.

“Ik weet dat elke keizersnede in een ziekenhuis op een operatietafel verloopt en dat het normaal is. Ik héb ook superveel respect voor de mensen die daar dag en nacht staan, maar ik weet dat het anders kan.

“Ik heb namelijk geen direct huid-op-huid contact gekregen met Saul.

“Ik herinner me nochtans dat de vroedvrouw zei dat ze dat in het ziekenhuis ook belangrijk vonden. Maar er hadden al zes handen hem vastgehad voor hij naast mijn wang werd gelegd.

“Ik voelde hoe mijn lijf zich naar hem toe wilde krommen, ik wilde hem aanraken.”

Je zou denken dat je na zo’n keizersnede eerst zelf wat moet bekomen?

“Wat je als moeder voelt op het moment dat ze die baby uit je tillen, is het meest intieme dat je als vrouw kunt ervaren.

“Vergelijk het met een orgaan dat je in je draagt, dat je plots uit je weggehaald ziet worden. Je eerste instinct is: ik wil dat kunnen aanraken.

“Dat is een enorm heftig gevoel. Voor hij daar lag, waren er in mijn beleving al dertig minuten verstreken − waarschijnlijk waren het er tien − en ik had zijn lijfje toen nog steeds niet op mijn lichaam liggen.

“Ik blijf hier verdrietig om. Voor mij is het onmenselijk wat daar gebeurd is en dat had ook anders kunnen verlopen.

“Ik heb er al over nagedacht om de vroedvrouw van dienst terug op te zoeken. Om haar dat toch eens te vragen.

“Zo van: ‘Hallo, gij hebt toch echt tegen mij gezegd dat ge daar rekening mee ging houden? Of heb ik dat dan verzonnen? Wat is er daar misgelopen?’”

‘Cru gesteld: ik weet niet of ik zou willen dat mijn mama er nog is, want ik weet niet of ik dan gelukkiger zou zijn.’ Beeld Eva Beeusaert
Heeft je bevallingsverhaal een impact gehad op je eerste dagen als moeder?

“Die eerste dagen had ik ontzettend veel pijn. Ik reageerde heel slecht op de keizersnede, want ik ken vriendinnen die na drie dagen alweer rondliepen.

“Door de pijn kon ik niet rondlopen en dus Saultje ook niet troosten. Daardoor was hij overgeleverd aan andere handen van andere mensen. Natuurlijk wilde ik liever mijn kind zelf vasthouden.

“Daarnaast wilde ik heel graag borstvoeding geven. Niet dat ik een lid van de borstvoedingspolitie ben, zeker niet, maar na de teleurstelling van die bevalling werd dat plots heel belangrijk voor mij.

“Dat wilde ik echt niet óók afgepakt zien worden. Maar dat verliep heel moeilijk, doordat hormonen na een keizersnede nu eenmaal slecht op gang komen.

Boris moest filmen terwijl ik daar in het ziekenhuis lag. En ja, ik had het geluk dat Daphne (‘Fuck You Very Much’-actrice Daphne Wellens, een van haar beste vriendinnen, red.) en mijn zus veel langskwamen.

“Ik weet dat het voor alleenstaande moeders nog veel zwaarder is, maar leuk was die ziekenhuisperiode absoluut niet.

“Tegelijkertijd was ik wel heel gelukkig dat Saul er was, en was die periode ook heel mooi. Het was intens. Zoals de periode na een bevalling altijd is. Nu, hoe ik die eerste week ervoer, staat voor mij wel los van de teleurstelling en het verdriet dat ik rond mijn keizersnede had.

“Emotioneel kon ik in het begin ook nog niet bij dat verdriet. Dat kwam pas toen ik drie weken later begon te schrijven. Om te reflecteren op alles wat er gebeurd was en hoe ik me over mijn bevalling voelde. Daar heb ik veel aan gehad. Ik ben blij dat ik daar redelijk snel mee ben begonnen.

“Ik zie het nu als een tijdsdocument. Dankzij het boek kan ik alles nu relativeren en begrijp ik dat het een fase is.

“Nu Saul 1 jaar is − en ik de laatste brief drie maanden geleden heb geschreven − besef ik dat het vandaag al veel beter aanvoelt.”

Frances in het huis dat ze deelt met Boris Van Severen. ‘Boris en ik vinden onze ­relatie heel belangrijk. We zien de ­gevaren en valkuilen van twee kleine ­kindjes kort na ­elkaar.’
Beeld Eva Beeusaert
‘Wéér een boek over het moederschap’, hoor ik de critici al zeggen.

“Voor alle duidelijkheid: dit is geen handleiding voor het moederschap. Het is geen boek met tips.

“Ik heb dit boek geschreven omdat ik me erover verbaasde hoeveel ik heb gevoeld; en hoe intens en hoe zot dat allemaal was.

“Over de matrescentie die je als vrouw meemaakt (hoe je verandert van vrouw naar moeder, red.) is nog niet veel geschreven.

“Voor elke vrouw is het zo uniek. Niet elke moeder zal zich in mijn boek herkennen, maar dat vind ik juist interessant.

“Mijn boek is een uitgestoken hand naar iedereen die er iets in ziet. Een oproep die zegt: ‘Zullen we gewoon over dit soort thema’s nog veel meer nadenken, praten en ons individuele verhaal gewoon onder woorden proberen te brengen?’

“Want ik heb het gevoel dat dat nog erg weinig gebeurt. Er wordt nog steeds veel beleefd en gevoeld achter gesloten deuren. Waarom?

“Ik heb het idee dat we er nog te licht over gaan, over de traumatische gebeurtenissen tijdens een bevalling.

“Wanneer een andere moeder tegen mij zei: ‘ah, ik heb zo’n bevalling ook meegemaakt, maar ik was vooral blij dat mijn kind gezond was’, denk ik wel: dát is prima. Een reactie die ik níét leuk zou vinden is: ‘Zeg, wees toch gewoon blij dat uw kind gezond is.’ Zo voel ik mij namelijk niet.

“Iedereen mag voelen wat hij voelt, dus als ik tien jaar nodig heb om die keizersnede te verwerken, vind ik dat dat mag. Je hoeft daarom niet te luisteren.

“En natuurlijk hebben wij − vrouwen − al vooruitgang geboekt tegenover twintig jaar geleden. Er wordt steeds meer besproken. Maar pijn en verdriet, dat dekken we nog altijd toe.”

Ze pakt een fotoboek van zichzelf als kind uit de kast.

“Kijk, hierin schreef mijn mama minutieus op wie er op babybezoek kwam, om hoe laat en hoelang ze er waren.

“Je ziet soms tien mensen in één dag passeren. Dat is gigantisch veel bezoek voor een pas bevallen mama.

“Ze deed dat omdat ze, wanneer mijn vader ’s avonds vanuit zijn architectenbureau langskwam, zou kunnen zien wie er allemaal langs was geweest.

“Daarin is er gelukkig al veel veranderd. Er is in die eerste dagen meer aandacht voor de moeder en haar welzijn. Maar ik vind dat nog altijd niet genoeg.

“Kijk alleen al maar naar hoe wij als aanstaande moeder beïnvloed worden door wat we op sociale media zien.

“En al die adviezen: ‘Je moet aan gentle parenting doen, je mag je kind niet meer laten huilen, maar je moet ook genoeg me-time nemen, het ouderschap moet eerlijk verdeeld worden, en volgens de tradwives moet je een stay-at-home mom zijn.’ Het is zo veel.

“Tegelijk zie ik ook wel dat we voor alles veel gevoeliger zijn geworden. Dus ja, ik vraag me dan ook wel af in hoeverre we onszelf dingen aanpraten?

“Was mijn bevalling écht traumatisch? Of voelt dat zo omdat ik de tijd en de ruimte heb om erover na te denken? Dat blijven voor mij onbeantwoorde vragen.

“Maar er is één ding wat ik wél zeker weet: ik ben de mama. Ik beval. Ik beslis hoe het is. Wil ik epidurale verdoving? Prima. Wil ik dat niet? Ook prima.”

‘Ik heb geen spijt. Ik rouw wel over het feit dat ik dat niet nog eens mag meemaken: een nieuwe kans op een natuurlijke bevalling.’
Beeld Eva Beeusaert
Je hebt intussen ook beslist dat er geen do-over komt. Geen tweede kind, maar ook geen tweede kans om toch een natuurlijke bevalling mee te maken.

“Als ik andere baby’s zie, en zeker nu Saul al 1 jaar is, steekt dat gevoel de kop op: van nog een zwangerschap te willen meemaken.

“Het is niet zo dat ik de heftigheid van mijn bevalling ben vergeten, maar ik ervaar daar wel een waas van liefde bij, waardoor mijn lijf en hart gek genoeg het toch weer zouden zien zitten om dat mee te maken.

“Het is in mijn ogen dan ook de meest intense en speciale ervaring die er bestaat.

“Het blijft dubbel. Ik ben 36, dus fysiek zou het nog kunnen, maar tussen ratio en gevoel zit een heel groot verschil. Ik vind het belangrijk en goed om naar beide af en toe te luisteren, hoewel ik vooral vanuit mijn buikgevoel leef. Soms moet je de grotere context kunnen zien.

“In ons geval ben ik verliefd geworden op Boris omdat hij al een pad had gehad daarvoor. Op dat pad waren al twee kinderen gekomen. Ik heb met heel mijn hart voor hem en vooral voor de kinderen gekozen.

“Daarnaast ging en gaat dat ook heel natuurlijk. Ik heb er vrede mee met hoe dat pad loopt.

“Ik heb met Boris, ook door al wat in zijn leven al heeft meegemaakt, een heel leuke, waardevolle man. En dat maakt voor ons bij uitbreiding dat wij maar één kind willen.

“Ik zou niet willen dat de twee oudere kinderen opeens geen aandacht meer zouden krijgen. Daar hebben zij in hun leven evenveel recht op.

“Dat zou namelijk wel het geval zijn als wij met een kleuter en een kleine baby zouden zitten. Dat zijn rationele redenen, maar die geven mijn hart me ook in.

“Bovendien vinden Boris en ik onze relatie heel belangrijk. Wij willen echt heel graag en lang bij elkaar zijn. We zien ook de gevaren en valkuilen van twee kleine kindjes kort na elkaar.”

‘We zijn veel gevoeliger geworden. Dus ik vraag me ook wel af in hoeverre we onszelf dingen aanpraten. Was mijn bevalling écht traumatisch?’ Beeld Eva Beeusaert
Een beslissing met pijn in het hart?

“Ik heb geen spijt. Ik rouw wel over het feit dat ik dat niet nog eens mag meemaken: een nieuw leven van ons twee, een nieuwe kans op een natuurlijke bevalling.

“Ik wilde mijn kind door mijn geboortekanaal voelen komen, los van hoeveel pijn dat zou doen. Dat is gewoon de natuur. Bevallen is op een mooie manier enorm dierlijk.

“En dat mag. Ik mag afscheid nemen en rouwen, hoewel het een weloverwogen en rationele keuze is die juist voelt.”

Jouw eigen moeder overleed toen je 17 was. Tijdens je zwangerschap werd je door anderen gewaarschuwd dat je haar extra hard zou missen zodra Saul er was. Maar dat bleek niet zo te zijn. In die eerste dagen dacht je niet speciaal aan haar.

“De brief aan mijn mama was heel waardevol om te schrijven. Bij sommige brieven wist ik wel ongeveer wat ik wilde vertellen en welk verhaal ik daaraan wilde ophangen.

“Bij andere brieven ben ik begonnen met een wit blad en wist ik niet waar ik ging uitkomen.

“Mijn brief aan mama begon ik met het feit dat mensen mij hadden gezegd dat mijn verdriet over haar door de bevalling weer in alle hevigheid zou terugkomen. Door zelf mama te worden zou dat weer rauw worden en op de voorgrond treden. Ik was daar op voorbereid, en weet dat dat bij veel mensen effectief zo is.

“De bedenkingen die ik opschreef in mijn brief aan mijn mama zijn echt therapeutisch geweest. Het maakte voor het eerst heel duidelijk hoe en waarom mama een plaats in mijn leven heeft kunnen innemen, zonder dat daar een heel groot gemis mee gepaard gaat.

“Ik merkte tijdens de heftige momenten van de weeën, de bevalling zelf en de eerste week dat Saul er was, dat ik niet aan haar had gedacht. Dat klinkt cru, maar daar kan ik alleen maar eerlijk over zijn.

“Waarom dat zo is? Ik geloof dat zij in de loop van de jaren bij ons allemaal een plaats heeft ingenomen waarin ze er gevoelsmatig is. (fel)

“Maar zij is er echt gewoon niet meer. En ik ben nu eenmaal geen persoon die voor zichzelf een alternatieve werkelijkheid construeert. ‘Mocht ze er nog geweest zijn, dan zou onze relatie zus en zo zijn. Dan was mijn leven zo geweest, want in verhouding tot haar…’”

Je hebt een van de heftigste dingen meegemaakt die een kind op jonge leeftijd kan meemaken: je moeder vroegtijdig verliezen.

“Lang voor ik zwanger was, las ik het boek De profeet van Kahlil Gibran.

“Hij schrijft:

‘Je kinderen zijn je kinderen niet. Ze komen door je, maar zijn niet van je. En hoewel zij bij je zijn, behoren ze jou niet toe. Je bent de boog waarmee ze als een levende pijl worden weggeschoten, maar je bent de boogschutter niet.’

“En zo is het. (glimlacht)

“Op dat moment vielen de puzzelstukken in elkaar voor mij. Ik wist dat ik ooit heel graag een kind zou willen, maar het idee dat ik het dan helemaal zou vormen naar hoe ik zou willen, nee, dat heeft mij nooit aangesproken.

“Doordat ik mama op zo’n jonge leeftijd heb moeten afgeven, heb ik al vroeg geleerd dat ik ook op andere mensen kan leunen. Zo ben ik erachter gekomen dat ik ook zonder haar aanwezigheid kon opgroeien en een volwaardig persoon kon worden.

“Ik vind het een mooie én geruststellende gedachte dat niet alleen mijn mama borg stond voor hoe ik zou worden, want ze was er al niet meer van mijn zeventiende.

“Stel je voor dat ik dan gewoon onaf was geworden. Dat het ontwikkelen van mijn persoonlijkheid daar stopte. Ik ben blij dat ik van mezelf ben en dat ik een netwerk heb in de wereld, los van mijn ouders.

“Zo is Saul uiteindelijk ook gewoon toevallig een mix van onze genen. Desondanks is hij volledig zichzelf. Natuurlijk gaan we hem beschermen en geven we hem mee wat we denken dat juist is.

“Uiteraard hopen we dat er nooit iets ergs met hem gebeurt, maar hem boetseren? Nee. Ik vind dat daar een grote vrijheid in zit.

“Er zijn ouders die − wanneer het minder goed gaat met hun kind of ze het het slechte pad zien opgaan − zich afvragen wat ze fout hebben
gedaan.

“Ik denk dat dat niet per se aan de ouders ligt. Je kunt alle liefde aan een kind geven en dat kan er nog steeds voor kiezen om bijvoorbeeld crimineel gedrag te stellen. En hoewel jij die mens hebt gemaakt, valt dat kind niet met jou samen.”

‘Er is in die eerste dagen na de bevalling meer aandacht voor de moeder en haar welzijn. Maar ik vind dat nog altijd niet genoeg.’
Beeld Eva Beeusaert
Ben jij na je moeders dood goed opgevangen?

“In vergelijking met een paar generaties geleden hebben we als maatschappij zeker meer oog voor rouw en verlies. Maar er bestaat geen handleiding voor, noch een duurtijd. Ook geen intensiteit. Rouw is zo persoonlijk.

“In mijn beleving zijn er twee soorten groepen ‘rouwenden’.

“De ene groep is enorm verontwaardigd wanneer een naaste van hen overlijdt. Het leven is te kort geweest en de overledene heeft niet genoeg meegemaakt. Dat mag.

“Maar door mijn ervaring met mama hoor ik eerder in de andere groep thuis. Ik geloof dat een leven afgerond is wanneer het afgerond is. Wij hebben daar als mensen niets over te zeggen.

“Ik vind het ook gek om te proberen voorbij dat punt te kijken, want ik geloof wel dat alles in het leven een bepaalde koers heeft. Daar kun je niets aan veranderen.

“Juist daarom vind ik het ook heel moeilijk om een beeld te vormen van hoe mijn mama zou zijn als ze nog zou leven. Omdat in mijn ogen alles met elkaar verbonden is.

“Als ze nog zou leven, zou mijn eigen leven en de relatie die ik heb met specifiek deze man helemaal anders zijn gelopen.

“Je kunt daarom iemand − wanneer je die verliest − niet zomaar terugwensen. Door die persoon terug te wensen, krijg je een andere koers in je leven.

“Ik ben nu eenmaal deze persoon geworden doordat ik vanaf mijn zeventiende niet meer samen met mijn moeder heb geleefd.

“Dus cru gesteld: ik weet niet of ik zou willen dat mijn mama er nog is, want ik weet niet of ik dan gelukkiger zou zijn. Daarom geloof ik niet dat je mensen bij je moet willen houden tot het einde der dagen.

“Mensen komen en gaan. Je mag daar heel triestig over zijn. Maar voor mij is rouw voor een heel groot stuk kunnen loslaten.

“En die pure vorm van rouw mag er zijn, voor de rest van mijn leven.

“Nu, dat is ook maar mijn persoonlijke invulling. Want als ik eraan denk dat ik Saul ooit zou verliezen, denk ik niet dat al het voorgaande nog van toepassing zou zijn. (lacht)

“Dat zou het ergste zijn wat er in mijn leven kan gebeuren en ik denk dat er dan heel andere regels gelden.”


Wat ik nog wilde zeggen
De Profeet

Beeld Eva Beeusaert
Frances Lefebure Beeld Eva Beeusaert


Bron: De Morgen

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven