Interview – Christiaan Vinkers – In dertig dagen verlost van je burn-out – Belachelijk


Het wemelt van de mensen die behandelingen aanbieden voor burn-outs, maar wetenschappelijk is het onduidelijk wat werkt. ‘Mijn belangrijkste tip? Gooi je boek weg en zoek zelf uit wat helpt.’

De Standaard


Wie is Christiaan Vinkers?

Christiaan Vinkers (1980) is psychiater en hoogleraar stress en veerkracht aan het Amsterdam UMC. Hij studeerde behalve geneeskunde ook farmacie en rechten. Hij woont in De Bilt, in de provincie Utrecht, met zijn vrouw en hun drie kinderen. Elke ochtend zit hij op zijn roeitrainer in de schuur. ‘Brood smeren voor de kinderen, ontbijten, roeien, douchen, en gaan.’


In boekhandels liggen stapels zelfhulpboeken over burn-out, duizenden coaches bieden in vlogs en blogs hun oplossingen aan. Maar de diagnose burn-out bestaat niet, zegt de Nederlandse psychiater Christiaan Vinkers (42). Dat is zijn conclusie na een zoektocht naar de wetenschappelijke basis van het fenomeen. Die blijkt uiterst wankel.

‘In mijn wereld als psychiater komt het fenomeen niet voor – het staat niet in het handboek voor psychiatrie, de DSM-5, het komt niet aan bod in de opleiding.’ Maar als wetenschapper kreeg hij er vragen over.

Vinkers is hoogleraar stress en veerkracht in het Amsterdam Universitair Medisch Centrum (UMC), hij onderzoekt of je kunt voorspellen wie er psychiatrische klachten ontwikkelt door stress.

‘Ik wilde uitzoeken hoe het zat’, vertelt hij in de voorkamer van zijn huis in De Bilt, terwijl hij koffie serveert uit een Nespresso-apparaat op een provisorisch tafeltje in een hoek. Het gezin Vinkers leeft door een verbouwing al weken zonder keuken.

De boel omgooien en opnieuw beginnen, dat is ook wat de hoogleraar met de diagnose burn-out wil doen. Hij schreef er een boek over, In de ban van burn-out, dat vorige maand verscheen.

Hoe meer Vinkers over burn-out las, hoe minder hij ervan begreep. ‘Er zijn zoveel verschillende cijfers, bevindingen en labels. Overspanning, neurasthenie, surmenage (overspannenheid), aanpassingsstoornis. Er is geen overeenstemming. De bedrijfsarts, de verzekeringsarts, de huisarts, de arbeids­organisatiepsycholoog en de stresscoach, iedereen heeft zijn ­eigen opvatting over wat het is.’

‘Als je twee keer per maand tegen je werk opziet, dan heb je al burn-outklachten. Die klachten voorspellen helemaal niet wie er een burn-out zal krijgen. Slechts enkele tienduizenden zitten thuis met een burn-out’

De stelligheid waarmee zelfverklaarde burn-outexperts – vaak ervaringsdeskundigen – online, in boeken en op tv vertellen hoe het zit, fascineert hem.

Ja, in grote lijnen weet iedereen wel wat ermee bedoeld wordt. ­Iemand heeft te lang te veel stress gehad, het overbelaste lichaam is uit balans.

‘Maar dat is bij een depressie of angststoornis ook vaak zo. En soms ook bij een hartaanval. Als burn-out een aparte ziekte is, moet je dat vast kunnen stellen. Dat kunnen we niet.

‘Depressie en angst ­kunnen we betrouwbaar vaststellen met gestructureerde klinische interviews, voor een burn-out bestaan die niet.’

Hypnose

En dat is erg. ‘Zolang je niet weet wat het is, blijft het een vrije markt voor behandelaars.’ Vooral dat is Vinkers een doorn in het oog.

‘Als je op het internet gaat zoeken op burn-out­behandeling, raak je helemaal in verwarring.’

Hij deed zich per e-mail voor als een overwerkte manager en kreeg de meest uiteenlopende adviezen, van natuurwandelingen en hypnosesessies tot maandenlange opnames of midweken op een hoeve ‘waar je krijgt wat je nodig hebt’.

‘Het verbazingwekkendste? Dat mensen beloven dat ze je gegarandeerd in dertig dagen van je burn-out afhelpen. Belachelijk.’

Let wel, de klachten zijn reëel, zegt Vinkers. ‘Als je een burn-out hebt, is dat een rotperiode.

‘Je zit ­gemiddeld driehonderd dagen ziek thuis. Maar als niemand het betrouwbaar kan vaststellen, dan kun je er nooit achter komen hoeveel mensen een burn-out hebben, en welke behandelingen helpen.’

Een op de zes werknemers heeft burn-outklachten, meten instanties als de Nederlandse onderzoeksorganisatie TNO.

Media smullen van die alarmerende cijfers, maar we hebben er niets aan, zegt Vinkers.

‘Ze meten burn-outkláchten, met maar vijf vragen. Als je twee keer per maand tegen je werk opziet, dan heb je ze al. Die klachten voorspellen ook helemaal niet wie er daadwerkelijk een burn-out zal krijgen. Slechts enkele tienduizenden zitten thuis met een burn-out.’

Stressorkest

Wat hebben al die mensen dan? Dat weten we niet zo goed, zegt Vinkers. ‘Maar we zien veel overlap met depressie en angststoornis.

‘In een onderzoek vulden dertig mensen met een depressie en dertig mensen met een burn-out allemaal twee vragenlijsten in, voor depressie en voor burn-out. Je kon ze op geen enkele manier van elkaar onderscheiden.’

‘Dus het is bij een deel depressie, bij een deel een voorstadium daarvan, en misschien bij een deel nog iets anders. ‘Als je dat beter in kaart wil brengen, moet je investeren in gedegen onderzoek.’

In de VS beschouwen ze burn-out als een voorstadium van depressie.

‘Dat zou kunnen. Ieder mens heeft een kantelpunt wanneer stress te veel wordt. Voor dat punt zijn het ­gewone stressklachten, die horen bij het leven. Daar hoef je niet voor naar de huisarts of psycholoog.’ Als burn-out een depressie is, betekent dat niet dat een arts antidepressiva moet geven, benadrukt Vinkers.

‘Bij een kortdurende depressie ligt het meer voor de hand om te kijken of je iets aan stressoren kunt doen – je leven anders inrichten, cognitieve gedragstherapie. Maar bij langdurig licht depressieve klachten kun je wel baat hebben bij antidepressiva.’

Vinkers pleit voor een andere, transdiagnostische kijk op stress. Bij elke psychiatrische aandoening speelt stress een rol, zegt hij, en bij andere ziektes ook.

‘We moeten ons richten op de stress op de weg vóór dat kantelpunt.’ Stress is per definitie biologisch én psychisch, en de omgeving speelt ook mee.

‘Om er iets aan te doen, kun je kijken naar de omgeving: de mensen om je heen, de werkgever, de overheid. Naar de psychologie: hoe ga je om met moeilijkheden? En biologisch, naar het stress­hormoon cortisol en de andere onderdelen van het stressorkest in ons lichaam.’

Ga lekker op café

In het laatste hoofdstuk van zijn boek geeft Vinkers suggesties voor wat overspannen mensen kunnen doen. Het was het moeilijkste om te schrijven. ‘Ik wilde geen zelfhulpboek schrijven – dan zou ik net zo zijn als die zelf­verklaarde experts.’

Opvallend veel suggesties ­richten zich op de binnenwereld:

  • mild zijn voor jezelf
  • je grenzen bewaken
  • niet op de automatische piloot leven
  • onzekerheid ­accepteren

Dat verbaasde zelfs de psychiater.

‘De binnenwereld bleek als aanjager van stress een veel grotere rol te hebben dan ik dacht. Stress komt niet alleen van buiten. Mensen krijgen ook stress van ambities, dromen, dingen die ze willen maar niet kunnen.’

Concrete tips geeft Vinkers ­bewust niet.

‘Ik wil niet zeggen wat mensen moeten doen – hardlopen, mindfulness, lummelen, goed slapen – zulke tips zijn zo gratuit.

‘In alles zit een kern van waarheid. Maar er staat nooit: ga lekker met je vrienden op café. Dat helpt mij vrij goed, moet ik zeggen. Ik wil mensen laten nadenken en zelf conclusies trekken.

‘De belangrijkste tip is dus: gooi dit boek weg. Lees het, en onderzoek dan zelf wat jij nodig hebt om met jouw stress om te gaan.’

In de ban van burn-out

‘Ieder mens heeft een kantelpunt wanneer stress te veel wordt.’ Lars van den Brink

Bron: De Standaard

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven