‘Gezondheid mag geen koopwaar zijn.’ De uitspraak van wijlen Dirk Van Duppen lijkt een evidentie, maar de strijd van de arts en PVDA-politicus tegen big pharma voor betaalbare geneesmiddelen is nog altijd niet gestreden. ‘Als mijn vader er nog was’, zegt zoon Ben Van Duppen (31), ‘en zag hoe de farmareuzen miljarden verdienen aan het coronavaccin, hij zou door het plafond gaan.’
‘Als papa zou zien hoe de farmareuzen miljarden verdienen aan het vaccin, zou hij door het plafond gaan’
Ben Van Duppen
Het is een jaar geleden dat Dirk Van Duppen afscheid nam van het leven dat pancreaskanker onmogelijk had gemaakt, en we vlak ervoor met hem en zijn vrouw Lieve Seuntjens terugkeken op zijn bijzondere leven. Hij kreeg eind 2020 postuum de Prijs voor Mensenrechten. Zijn zoon nam die in ontvangst: ‘De gevechten die mijn vader voerde voor solidariteit, tegen de Lange Wapper (de brug over de Schelde in Antwerpen, die werd afgevoerd, red.), voor het kiwimodel (waarbij de overheid openbare aanbestedingen uitschrijft voor geneesmiddelen om zo de prijs te drukken, red.) – ze leken mij vaak zo onmogelijk. Ik begreep soms niet hoe hij het volhield.’
We zitten met Ben, die nu schepen is voor de PVDA in Borgerhout, en Lieve Seuntjens aan dezelfde eenvoudige tafel als de laatste keer. Seuntjens is huisarts bij Geneeskunde voor het Volk, waarvan haar man boegbeeld was en dat dit jaar zijn 50-jarige bestaan viert. Een mooie gelegenheid om haar man te herdenken.
Geneeskunde voor het Volk is één van de organisaties achter het Europese burgerinitiatief No Profit on Pandemic, dat eist dat de patenten op de coronavaccins opgeheven worden. Dirk zou nogal lawaai hebben gemaakt.
Lieve Seuntjens: “Dat denk ik ook. Het is verschrikkelijk dat de farmaceutische bedrijven om hun miljardenwinst te beschermen de patenten niet vrijgeven. Door die niet te delen, houden ze de productie van vaccins op grote schaal tegen en gijzelen ze ons in een lockdown die ten koste gaat van ons mentale welzijn – vooral dat van jongeren.”
Ben Van Duppen: “Waar ik het meest van schrok, is dat toen de verpleegkundigen erin slaagden om een zesde dosis uit de flacons te halen, de farmabedrijven meteen zeiden: ‘In het contract staat dat we dosissen verkopen en geen flacons, dus worden de flacons 20 procent duurder’, en daarna de leveringen verminderden.”
Seuntjens: “Wij willen dat Europa dwanglicenties inroept om de farmabedrijven te dwingen hun patenten vrij te geven. We hadden in 2018 na baby Pia al een wetsvoorstel klaar voor dwanglicenties voor medicatie die levensnoodzakelijk is. Dat voorstel, dat Sofie Merckx (PVDA-volksvertegenwoordiger en arts, red.) had ingediend, is in de Kamer meteen weggestemd. Toenmalig minister van Volksgezondheid Maggie De Block zei toen dat de farma-industrie onze partner is en niet onze tegenstander. Dan weet je genoeg.”
Van Duppen: “Het onzinnige is dat farmabedrijven als Pfizer miljarden euro’s winst gaan maken terwijl Europa het gros van de ontwikkeling van de vaccins heeft bekostigd en het grootste deel van het onderzoek door universiteiten is gedaan, door de gemeenschap dus. Bovendien staan de overheden garant voor alle risico’s: ‘Als er later bijwerkingen optreden of er gaat iets anders mis, betalen wij wel’, hebben ze gezegd. De patenten zouden publiek moeten zijn. Dan kunnen zo veel mogelijk producenten die vaccins maken en leveren.”
Ondertussen schuift Janneke Ronse aan tafel. Zij volgde Dirk Van Duppen op als voorzitter van Geneeskunde voor het Volk.
Seuntjens: “Dirk heeft zelf nog voor zijn opvolging gezorgd, al is hij eigenlijk niet door één persoon te vervangen. Janneke heeft samen met Anne Delespaul en Sofie Merckx de fakkel overgenomen.”
Jullie krijgen steun uit onverwachte hoek. Ook Gwendolyn Rutten, voormalig voorzitter van Open Vld, vindt dat de patenten moeten worden opgeheven.
Janneke Ronse: “Ja, alleen ziet Rutten dat als een tijdelijke maatregel om zo snel mogelijk uit de epidemie te raken. Wij willen met de invoering van dwanglicenties er ook in de toekomst voor zorgen dat de farmareuzen geen woekerwinsten meer kunnen maken ten koste van onze gezondheid. Met No Profit on Pandemic willen we in Europa het miljoen handtekeningen verzamelen dat nodig is om ons voorstel bij de Unie op tafel te krijgen, én het draagvlak in de maatschappij voor het voorstel zo groot maken dat ze het niet weer in 7 seconden van tafel kunnen vegen.”
‘Farmabedrijven gaan ervan uit dat jij je huis wilt verkopen om van kanker te genezen’, zei Dirk hier aan tafel een jaar geleden. ‘Een levensjaar is voor hen 50.000 euro.’ De pijnlijke ironie wil dat er geen onderzoek wordt gedaan naar de pancreaskanker die hem fataal is geworden, wegens niet lucratief.
Seuntjens: “Klopt. De tumor is te complex en er zijn te weinig gevallen. De chemotherapie voor pancreaskanker is al 25 jaar dezelfde.”
Klopt het dat de oncoloog jullie zei dat zijn kanker – omdat hij niet rookte, geen alcoholist was en ook geen last had van obesitas – vermoedelijk veroorzaakt is door luchtvervuiling? Hij bond als geen ander de strijd aan tegen fijnstof.
Seuntjens: “De ironie bleek nog groter. Het lag zeer waarschijnlijk aan de arbeidsomstandigheden waaraan hij is blootgesteld toen hij als arbeider werkte in de leerlooierij. Hij is daar gaan werken omdat hij de wereld wilde kennen van de mensen voor en met wie hij de sociale strijd wilde organiseren.”
Voor zijn strijd kreeg hij postuum de Prijs voor de Mensenrechten.
Seuntjens: “Mooi natuurlijk, al kwam die nominatie een beetje vroeg voor mij – ik zat nog in een rouwproces. Die postume prijs leek een signaal dat het leven voortging, terwijl ik juist alleen maar op de pauzeknop wilde duwen en nog even wilde vasthouden aan wat er was geweest. Maar ik was natuurlijk ook heel ontroerd nog eens te horen dat mijn echtgenoot zo veel voor mensen heeft betekend.”
Van Duppen: “Die staande ovatie deed hem meer dan een shot morfine, zei hij tijdens zijn grote afscheidsfeest in zaal De Roma.”
Is het niet ironisch dat zo’n overtuigde communist als je vader, die zo hard het individualisme bevocht, juist als individu zoveel verschil heeft gemaakt?
Seuntjens: “Helemaal niet. Je hebt licht- en schaduwwerkers, staat in zijn laatste boek Zo verliep de tijd die me toegemeten was. Als je dingen wilt veranderen, heb je altijd trekkers nodig die in het licht staan. Die volle zaal in De Roma kwam voor hem, en ik vind dat hij zijn plaats in het licht verdiende, maar zonder zijn medewerkers en zijn netwerken was er geen kiwimodel en geen strijd tegen fijnstof en de Lange Wapper geweest. Dirk zou de eerste zijn om het belang van alle mensen rond hem nu te erkennen.”
Ronse: “Hij zei ook altijd: ‘Je hebt gewone mensen die bijzonder zijn en bijzondere mensen die gewoon zijn.’ Ik weet ook hoeveel input van u kwam, Lieve, uw bedenkingen en ervaringen op het terrein waren hem goud waard.”
Van Duppen: “Natuurlijk! Mama heeft hem zo hard beïnvloed. Het was haar idee om in Libanon te gaan werken in de Palestijnse vluchtelingenkampen Sabra en Shatila.”
Seuntjens: “We hebben elkaar beïnvloed. Onze common ground was ons engagement, maar ik heb wel mijn eigen keuzes gemaakt. Ik heb het talent niet om dingen in de media op de agenda te zetten, en ik ben ook niet zo goed in analyses als Dirk. Ik heb me vooral ingezet voor onze groepspraktijken die gratis eerstelijnszorg geven. We wilden praktijken inrichten waar verschillende zorgverleners – huisartsen, maar ook psychologen, diëtisten en sociaal assistenten – onder één dak werken, zodat je patiënten minder vaak naar de dure specialisten hoeft door te sturen. Geneeskunde voor het Volk heeft ook van begin af aan patiënten willen empoweren om te helpen voorkomen dat mensen ziek werden. Wij zijn destijds nog voor de Orde der Geneesheren gebracht omdat wij foldertjes uitdeelden met uitleg over de griep. Ze wilden dat verbieden.”
Waarom?
Seuntjens: “Omdat dat de patiënten mondig zou maken.”
Ronse: “In de liberale geneeskunde wordt een arts per prestatie betaald. Minder zieken betekent voor hen dus minder broodwinning. Artsen van Geneeskunde voor het Volk hebben een forfaitair inkomen. We krijgen van de ziekenfondsen een bedrag op basis van onze vaste patiënten. Dat wij patiënten aan ons bonden, vonden de niet-forfaitair werkende huisartsen vaak een vorm van concurrentievervalsing. Maar in de coronacrisis is nog maar eens gebleken wat het voordeel van onze aanpak is.”
Seuntjens: “Wij konden veel sneller schakelen toen de pandemie uitbrak. Veel huisartsen vielen in de lockdown opeens zonder inkomen, en daardoor ontstond er een hele discussie: we willen wel telefonische consultaties geven en testen, maar welke nomenclatuur zetten we dan voor die prestaties op de mutualiteitsbriefjes? Wij konden meteen met consulteren en testen beginnen.”
Jullie hadden zelfs een eigen testcentrum.
Seuntjens: “Toen in augustus in Antwerpen het virus opeens weer om zich heen sloeg, trokken huisartsen – ook veel artsen die niet bij Geneeskunde voor het Volk zaten – bij mij aan de bel: ‘We zien wat er gebeurt, maar kunnen niks doen.’ Ik dacht toen: Ben is nu districtsschepen, hij kan dat misschien helpen aanpakken.”
Van Duppen: “In Brussel was Geneeskunde voor het Volk samen met een aantal groepspraktijken en de gemeente al een eigen testcentrum gestart. Ik heb hun model toen opgevraagd en heb die aanpak hier gekopieerd. Veel verantwoordelijken bij de stad waren toen op vakantie, maar toen iedereen terugkwam, stond het testcentrum in het EcoHuis al helemaal op poten. Die lokale testpost is er trouwens nog steeds. De huisartsen hier stonden erop die open te houden toen de grote testdorpen kwamen, omdat ze merkten dat de mensen er vertrouwen in hadden en daardoor sneller een beroep op hen deden. Ze kwamen ook makkelijker met vragen over de maatregelen.”
Ben, jij bent de politiek ingegaan en geeft als kwantumfysicus ook vaak voordrachten, zag ik op YouTube. Ben jij, zoals je vader, een lichtwerker?
Van Duppen: “Mijn vader had niet het verlangen om in het licht te staan. Je engageren betekent strijden voor én met elkaar. Daar was het hem om te doen, en om het soort liefde dat dan tussen mensen ontstaat. Ik weet nog dat ik na zijn dood door Borgerhout fietste. Mijn man werkte toen nog in Japan – ik voelde me echt alleen. Maar op de fiets merkte ik opeens dat her en der mensen me een warme knik of blik gaven, die zei: ‘We weten het. Veel sterkte.’ Ik voelde me echt gedragen en dacht: die verbondenheid, daar was het mijn vader om te doen.”
Je bewonderde hem, hè?
Van Duppen: “Ik denk dat veel mensen opkijken naar mijn vader.”
Maar jij werd door je studiegenoten uitgelachen om je vader.
Van Duppen (lacht): “Dat is waar. Toen ik in 2010 meedeed aan de presesverkiezingen van de studentenclub WINAK (wiskunde, informatica en natuurkunde, red.) kreeg ik als vraag: ‘Naar wie kijk je op?’ Ik schreef: ‘Mijn vader.’ Zoals hij altijd maar bleef vechten voor veranderingen in de samenleving: ik begreep niet hoe hij dat volhield. Achteraf pestten mijn studiemakkers me daarmee: ‘Papa, papa, papa.’ Maar ik keek naar hem op omdat die strijd me zo eindeloos leek en ik mezelf zoiets niet zag volhouden.”
Op de leeftijd dat je vader in de fabriek werkte, organiseerde jij feesten voor studenten.
Van Duppen: “We wilden vooral mensen bij elkaar brengen. Ik was altijd al wel sociaal bewogen – dat kan natuurlijk niet anders met het waardenkader waarin ik opgroeide – maar ik ben me in vergelijking met mijn vader vrij laat maatschappelijk gaan engageren.”
MARX OP JE 15DE
Lieve, vind je dat Ben op Dirk lijkt?
Seuntjens: “Zijn brein werkt anders. Ik weet nog dat ik, toen ik hoorde hoe Ben de problemen probeerde op te lossen van de studenten die bij hem kwamen binnenwaaien, dacht: ‘Dirk zou dat op die leeftijd niet gedaan hebben.’ Dirk is op zijn 15de Marx beginnen te lezen en was vanaf toen alleen nog maar aan het vechten voor grote maatschappelijke veranderingen. Bens engagement richtte zich meer op de dagelijkse beslommeringen van zijn medestudenten. Hij heeft ook De Pioniers, de jongerenwerking van de PVDA, helemaal uitgebouwd.”
Van Duppen: “Die heb ik tot twee jaar geleden mee geleid. Het is nu een grote tweetalige organisatie die in Antwerpen, Luik en Brussel actief is.”
Dirks gevechten begonnen ook bij de problemen van zijn patiënten. Zijn cholesteroloorlog startte hij toen één patiënt een hartinfarct kreeg en daarna 184 euro moest betalen voor een doosje Zocor, en zijn kruistocht tegen fijnstof begon toen hij merkte dat 60 procent van de kinderen jonger dan 6 jaar in Deurne puffers nodig had, terwijl dat in het groene Baarle-Hertog maar 10 procent was.
Van Duppen: “Dat is waar, maar ik ben pas na mijn doctoraat – veel later dus dan mijn vader – me echt gaan afvragen: wat is het doel van die partij precies?”
Heb je je vader toen uitgevraagd?
Van Duppen: “Die antwoordde dan meestal: ‘Ben, je moet een keer mijn boeken lezen.’ (lacht) Dat heb ik toen gedaan.”
Vonden je medestudenten jou als communist geen rare idealist?
Van Duppen: “Neen. Ik heb natuurlijk wel veel met mijn leeftijdsgenoten gediscussieerd, maar ik hoor ze nu steeds vaker zeggen: ‘Ik begrijp nu veel beter wat je toen bedoelde.’ De wereld is veranderd, en steeds meer mensen komen in de weinig solidaire maatschappij van dit moment in het nauw. Neem nu iets eenvoudigs als een stabiele internetverbinding: de nood daaraan is gigantisch in Borgerhout.”
Bij mijn dochter, die nu onlineles volgt, valt de verbinding constant uit.
Van Duppen: “Precies. Het internet is vandaag onze toegangspoort tot alles – tot je werk, tot je vrienden, tot je boodschappen. Dus moet er dringend voor gezorgd worden dat alle gezinnen een stabiele en snelle internetverbinding krijgen. Dat heeft de lockdown pijnlijk duidelijk gemaakt.
“We lopen wat internetinfrastructuur betreft erg achter in Europa. In ons land heeft misschien 2 procent van de bevolking een supersnelle verbinding – in Nederland is dat al 40 procent – omdat drie providers zoveel macht hebben dat ze op de rem kunnen staan met investeren in glasvezelkabels en kunnen beslissen die vooral te leggen in gebieden waar ze er hoge abonnementstarieven aan kunnen koppelen.
“We zouden moeten investeren in gratis breedbandinternet. In het VK heeft ex-Labour-leider Jeremy Corbyn dat idee gelanceerd. Hij wilde een stuk van British Telecom van de privémarkt halen en in gemeenschapshanden leggen, om dan zo snel mogelijk in het hele land glasvezelkabels te installeren. Het voorstel heeft het niet gehaald, maar de discussie over het belang van internet voor mensen in achtergestelde buurten die toen gestart is, is tijdens de coronacrisis zo hard opgelaaid dat er in die wijken in de lockdown gratis abonnementen beschikbaar zijn gesteld. Zo konden ook in die buurten alle kinderen de onlinelessen volgen. Vandaar mijn voorstel om te investeren in een netwerk met zoveel capaciteit dat we gratis breedband kunnen aanbieden. Ik vind dat we kwalitatief internet moeten zien als een recht dat we moeten garanderen voor iedereen.”
Jij bent fysicus en jouw onderzoek heeft met glasvezelkabel te maken.
Van Duppen: “Ik doe onderzoek naar hoe extreem kleine materialen, nanomaterialen, omgaan met laserlicht. Internet via glasvezelkabels gebruikt datzelfde laserlicht. In mijn onderzoek vond ik een manier om die nanomaterialen te gebruiken om internet vele malen sneller te maken.”
Je ontving al de Vlaamse PhD Cup en de Prijs Robert Oppenheimer. Ik heb íéts proberen te begrijpen van wat je doet, maar het enige wat ik denk begrepen te hebben, is: ‘Physics is like sex.’
Van Duppen: “Haha. Dat komt van Richard Feynman. Het volledige citaat is: ‘Physics is like sex: sure, it may give some practical results, but that’s not why we do it.’ Wat ik daarmee bedoel, is dat je wetenschap niet moet beoefenen vanuit het idee dat het iets moet opleveren, maar dat je puur gedreven moet worden door je nieuwsgierigheid, je drang om te weten: hoe zit de wereld in elkaar? Dat is volgens de wetenschap dé manier om echt nieuwe ontdekkingen te doen. Dat gebeurt niet als je van tevoren al een beeld voor ogen hebt, want het is niet mogelijk om het onvoorstelbare voor te stellen.”
En waarin zit nu de overeenkomst met seks?
Seuntjens: “Dat nieuwsgierigheid ook een oerbehoefte is. Een mens heeft de drang om te zoeken. Als je vindt wat je zoekt, komen er net als bij seks oxytocines vrij en daar word je gelukkig van. Ben heeft gekozen voor de theoretische fysica, en dat vakgebied sluit nauw aan bij die oerbehoefte om te zoeken en uit te vinden. Al toen hij 5 jaar was, zei hij: ‘Ik word uitvinder.’”
Van Duppen: “Ja (lacht), maar ik was ook al – ik geloof dat er hier nog een foto van aan de muur hangt – spandoeken aan het schilderen om mee te betogen toen er voor de kleuterschool een kindje was verongelukt.”
Seuntjens: “Dat is waar. Eigenlijk was je nog eerder geëngageerd dan Dirk (lacht). Dirk had eigenlijk ook fysica willen studeren. Hij was daar ook bijzonder goed in.”
Van Duppen: “Ik weet nog dat toen ik met mijn eerste cursussen thuiskwam, hij daar meteen in zat te bladeren en zei: ‘Goh, dit had ik toch ook graag gedaan.’”
Seuntjens: “Die seeking-drang was ook bij Dirk heel sterk. Daarom waren zijn voorstellen altijd zo waterdicht met wetenschappelijke analyses onderbouwd. Hij zocht alles altijd tot op het bot uit.”
Ronse: “Die wetenschappelijke inzichten van hem missen we echt. Toen corona uitbrak, waren er zoveel dingen die we aan hem hadden willen vragen. Maar hij was toen al heel ziek.”
Van Duppen: “Ook bij ons op de universiteit eist de wet van de markt die – zoals mijn vader zo terecht zei – alle solidariteit ondermijnt, zijn plaats op. De druk om onderzoek te doen waarmee de industrie winstgevender wordt, groeit en groeit. Ik ben er helemaal vóór, hè, dat we ook praktisch onderzoek doen, maar voor de door nieuwsgierigheid gedreven wetenschap blijft steeds minder ruimte over.
“Je weet dat hij met zijn boek De supersamenwerker wilde tonen dat we niet gemaakt zijn om elkaar dood te concurreren. We hebben nog wel een klein stukje reptielenbrein dat wil domineren en concurreren, en niet alle competitie is fout. Sociale competitie is goed: het is een spel waarin je van elkaar leert en elkaar beter maakt. Maar in de huidige samenleving worden we tegen elkaar uitgespeeld om de winsten van slechts enkelen te optimaliseren. Terwijl we van nature – dat is wetenschappelijk bewezen – sociale wezens zijn, voor elkaar willen zorgen en willen samenwerken. Of die natuur het wint van ons reptielenbrein hangt af van de maatschappelijke context waarin we leven, of die de concurrentie dan wel de samenwerking aanwakkert. Mijn vader vond dat we die context in de goede zin moeten veranderen. ‘Ik zie de wereld kantelen, ik geloof dat het goed komt’, waren de laatste woorden in zijn afscheidsboek. Ik denk dat hij gelijk heeft.”
UIT DE KAST
Jij bent nu de advocaat van zijn ideeën. Je broer is piloot geworden. De opleiding die je ouders niet konden betalen, heeft hij zelf bekostigd.
Van Duppen: “ Ja. Hij heeft eerst voor ingenieur gestudeerd, is dan gaan werken, en heeft daarnaast de pilotenopleiding gevolgd. Een huzarenstukje. Maar hij is zich nu ook aan het engageren.”
Seuntjens: “De luchtvaart heeft zwaar te lijden onder de lockdowns. Hij werkt al een hele tijd niet meer en ontdekt nu hoe belangrijk de vakbond is. Een bewustwordingsproces begint meestal met een ervaring in je eigen leven.”
Ben, jij leidt bij de PVDA ook de werkgroep die opkomt voor de rechten van holebi’s en transgenders.
Van Duppen: “Ja. Dat doe ik natuurlijk mede omdat ik persoonlijk met die problematiek te maken heb.”
Je vertelde dat je opgelucht was toen je uit de kast kwam. Was dat zelfs in dit warme gezin niet evident?
Seuntjens: “Ik had het niet zien aankomen. Hij had er nooit iets over verteld. Hij is opgegroeid met een brede kijk op het leven, maar kennelijk moest hij daar individueel zijn weg in vinden.”
Van Duppen: “Uit de kast komen is voor iedereen een stap, één die je bij elke ontmoeting opnieuw moet zetten. Het is echt nog steeds niet simpel. Ik zie van dichtbij wat onze samenleving doet met de psychische gezondheid van lgbt-mensen. Onder transgenders is het aantal zelfmoordpogingen gigantisch. Je weet niet hoeveel mensen hun job verliezen als gevolg van hun transitie. Die lgbt-gemeenschap staat nog steeds in de kou. En als je ziet hoe extreemrechts, dat helemaal niks doet voor onze gemeenschap, ons wel gebruikt in het politieke steekspel om de moslimgemeenschap aan te vallen… Vreselijk, vooral omdat ze daarmee de homo’s en lesbiennes in de moslimgemeenschap nog dieper in de kast duwen. Maar ook in de rest van de samenleving is er nog véél homofobie.”
Gaybashing blijkt zelfs toe te nemen.
Van Duppen: “Toen ik hoorde wat David (Polfliet, de man die in Beveren in de val werd gelokt en vermoord, red.) was overkomen, lag er echt een steen op mijn maag. Waarom? Hoe kan dit? Iedereen in mijn omgeving was ontredderd. Het zou de derde officiële homofobe moord kunnen zijn, maar daarnaast is er zoveel microagressie tegen mensen om wie ze zijn.
“Ik was de maandag na de moord op David op het De Coninckplein in Antwerpen, waar vrouwen ter gelegenheid van Vrouwendag actievoerden. Hun strijdbaarheid gaf me moed, maar tegelijkertijd schrok ik: ik herkende veel in hun verhalen over hoe er van gedrag dat echt niet kan, vaak een fait divers wordt gemaakt. Er zouden echt meer organisaties moeten komen waar holebi’s hulp kunnen vragen na dergelijke ervaringen.
“Op scholen moet ook dringend een betere seksuele voorlichting in het curriculum opgenomen worden, waarin alle relatievormen worden besproken. ‘Ja’, zei Vlaams minister van Samenleven Bart Somers daarop, ‘wij hebben daarvoor de site ‘School uit de kast’ opgezet.’ Maar ik ben naar die site gegaan en daarop stond: ‘Er is voor Brussel, Antwerpen en Vlaanderen momenteel geen aanbod.’ Heel pijnlijk.”
Onbegrijpelijk!
Van Duppen: “Het heeft volgens mij ook allemaal te maken met het liefdeloze klimaat in deze samenleving, waarin iedereen het maar in zijn eentje moet uitzoeken. Na de moord op David hoorde je: ‘Hij had maar niet alleen moeten afspreken.’ Dat is hetzelfde als zeggen tegen vrouwen die slachtoffer zijn van seksueel geweld: ‘Je moet maar geen kort rokje dragen.’ Dat is victim blaming. Er is geen enkele visie op hoe homofoob geweld aan te pakken, en zonder structureel beleid is het enige wat overblijft de individuele verantwoordelijkheid.”
Ronse: “Zelfs nu, in de coronacrisis, zijn ze de collectieve verantwoordelijkheid aan het afschuiven op het individu. Men verwacht alle inspanning van de mensen: handen wassen, beperken van je sociale leven. Maar de verantwoordelijkheid van de overheid op het vlak van contactopsporing, testen, materiaal en vaccins is veel groter.”
Van Duppen: “De discussie gaat nu de hele tijd over mensen die zich niet willen laten vaccineren, terwijl er verdorie geen vaccins zíjn. Dáár zou de discussie over moeten gaan. Al die onduidelijkheid en slechte afspraken van een overheid die zich helemaal door de farma-industrie laat wegspelen, wekken natuurlijk wantrouwen bij mensen, én twijfel.”
Maar je vader dacht dus dat het einde van de koude individualistische tijden in zicht was?
Van Duppen: “Ja. Mijn vader zag altijd vooral de mogelijkheden. Hij was tot op het laatste moment een optimist.”
Bron: De Morgen