Interview – Tim Van Aelst en Sofie Peeters


‘We zijn met z’n allen supergoed in doen alsof we niet gaan sterven’


Wat als de succesvolste tv-makers van het decennium ermee ophouden? Tim Van Aelst en Sofie Peeters stoppen op een hoogtepunt. Uit angst voor het dal, maar ook om de blik op de horizon te houden. ‘Ik weet niet wat we nog zouden moeten doen om dat wow-gevoel weer te krijgen.’


Het paste niet in de brievenbus, dus heeft de postbode het pakket maar neergelegd voor de deur van het ­bedrijfspand aan de Antwerpse Ernest Van Dijckkaai. Een kartonnen doos uit Hamburg. De inhoud: een glazen trofee ‘to honour international media excellence’, de Intermedia-globe Silver Award voor beste miniserie.

Daarmee onderscheidt het World Media Festival de tragikomedie Billie vs Benjamin, een reeks over een linkse ‘trut’ en een rechtse ‘zak’ die smoorverliefd worden, en het uithangbord van Streamz dit voorjaar. Het zal de laatste prijs zijn die productiebedrijf Shelter op zijn naam mag schrijven. De Duitse onderscheiding komt er enkele dagen nadat de bazen van Shelter, de ­zaken- en levenspartners Tim Van Aelst (44) en Sofie Peeters (35), ‘schluss damit’ hebben gezegd. Een ‘position switch’ als een bliksemschicht bij heldere hemel.

‘Shelter. In showbusiness since 2009’, met daarboven vijf sterren die ze zichzelf hadden gegeven, als was het een luxehotel. Na de zomer zullen Van Aelst en Peeters dat naambord van de gevel moeten halen, of er de einddatum 2022 aan moeten toevoegen, als op een grafsteen. Dan stopt de huur van het pand en moeten de zes vaste medewerkers op zoek naar een nieuwe baan.

Binnenin oogt het als een mix van een hip café en een typisch kantoor. ­Boven het kopieerapparaat prijkt een ­gigantische foto van de door Shelter ­gelanceerde presentator en komiek Jens Dendoncker, gehuld in een wit lendendoekje met engelenvleugels. Er staat een tafelvoetbalspel. Er hangt een grafiek met kijkcijfers én een dartsbord. Er is een draaitafel, met tussen de boxen een bordkartonnen Ruth Beeckmans als dj, in Safety first-kostuum en op ware grootte­. Altijd klaar voor een feestje.

Sofie Peeters speurt tevergeefs twee zwarte muren af, een indrukwekkende wall of fame, op zoek naar een vrij plekje voor die nieuwe trofee. Naast een stuk of wat Gouden Rozen uit Cannes en een rist andere tv-prijzen staan hier ook drie internationale Emmy Awards te blinken: voor Benidorm bastards (2011), Hoe zal ik het zeggen? (2018) en Wat als? (2014).

Van Aelst en co. waren de eerste Belgen die in New York zo’n Emmy – zeg maar de Oscar van de televisie – wisten te veroveren. In De Morgen liet het koppel afgelopen week optekenen dat een vierde Emmy niet zo nodig meer hoeft. Het goudhaantje wil niet meer kraaien. Toch zeker niet hetzelfde riedeltje.

Wat ze met de trofeeën zullen doen, weten ze nog niet. Van Aelst vindt dat je zoiets toch niet in je living kunt zetten. Peeters vermoedt dat er enkele op het containerpark zullen eindigen. De rest zal misschien verstoffen. De scoot­mobiels uit Benidorm bastards, de gigantische telefoon uit het verborgen camera programma Trigger happy, de sofa uit Safety first en andere Shelter-parafer­nalia gaan straks in de uitverkoop.

‘We moeten zelf nog wennen aan het idee. We hebben de voorbije weken elke dag gehuild.’

Vanwaar dit abrupte, zelfgekozen einde? Shelter heeft goed ­geboerd, ook in het buitenland – zo is Benidorm bastards verkocht aan 65 landen. Heeft het ouderschap er iets mee te maken? Van Aelst en Peeters werden drie maanden geleden de ouders van Loa. Peeters draagt hun dochtertje het hele interview op zich in de draagzak, de baby blijft stoïcijns stil. Geen huil­baby dus die haar ouders tot wanhoop drijft.

Wilde Van Aelst het anders doen met Loa dan met zijn twee zonen uit zijn eerste huwelijk? Was hij een afwezige vader? Nee, hij heeft niet het gevoel dat hij iets goed te maken heeft. Een burn-out dan? Duracellkonijn Van Aelst liep al een paar keer tegen de lamp, zijn lichaam wreekte zijn perfectionisme en meedogenloze werkritme in het verleden. Maar de laatste jaren zegt hij zijn leven veel gebalanceerder te leven.

Waarom breek je eigenhandig af wat je met bloed, zweet en tranen hebt op­gebouwd?

Peeters: ‘Doelgerichtheid is altijd ­belangrijk geweest. We vragen het ge­regeld aan de collega’s: wat zijn je dromen, hoe zie je de toekomst, waar wil je naartoe? Een jaar geleden beseften we dat we die vraag al lang niet meer aan onszelf hadden gesteld.’

Van Aelst: ‘Het was voor het eerst dat ik me geen afgebakend doel kon visuali­seren. Ik zag de toekomst niet, dat was heftig. Ik besefte dat de passie voor tv, de brandende ambitie, aan het uitdoven was. Ik heb geen idee wat we nu gaan doen. Er is geen plan B. De stekker moet eruit om weer een nieuw doel te kunnen zien.’

Peeters: ‘Zo’n productiehuis slorpt enorm veel tijd op, dag en nacht. En dan schiet er weinig tijd over voor het leven. Wat als ik geen productiehuis moet leiden­, vroeg ik me af. Welke mogelijk­heden ontstaan dan? Wordt het leven dan minder voorspelbaar? De beslissing nemen was een lang proces, met veel verdriet, van mening veranderen en die de dag erna opnieuw herzien, maar uitein­delijk blijkt de nieuwsgierigheid naar de onbekende toekomst groter dan het verlangen naar standvastigheid.’

Wie heeft als eerste het einde geopperd?

Van Aelst: ‘Op een dag gooide Sofie het recht in mijn gezicht: “Stel dat je weet dat je leven op je vijftigste ophoudt, wil je Shelter dan absoluut nog voortzetten de komende zes jaar?”’

‘Als geld de belangrijkste motivatie is, moet de alarmbel afgaan. Het allerbeste programma ter wereld willen maken is niet meer mijn drijfveer, en dus moet ik terug naar mijn nulpunt. Ook al is dat pijnlijk’
Tim Van Aelst

Peeters: ‘De vraag klinkt luguber, maar komt niet uit de lucht vallen. De afgelopen jaren zijn mensen uit onze naaste omgeving onverwachts gestorven. Christophe Lambrecht, de man van Ruth Beeckmans, Tims coach die zoveel voor hem heeft betekend. Allemaal waren­ ze rond de vijftig toen het leven plots stopte.’

Sofie, voor jou is vijftig nog wel veraf.

Peeters: ‘Ja, maar ik wil alles uit het ­leven halen. Shelter was een superfijn parcours, maar ik zie mezelf nog tien andere levens leiden.’

Tien? Dat is nogal wat.

Peeters: ‘Er zitten ook een aantal grootse dromen in die niet zullen gebeuren omdat ik er de ballen niet voor heb.’

Waar heb je de ballen niet voor?

Peeters: ‘Om Beyoncé te zijn.’

Shelter begon met verborgen camera, evolueerde naar een absurd sketchprogramma (Wat als?), waarna jullie doorgroeiden in een komische sitcom en film (Safety first) om daarna een heuse dramareeks (Studio Tarara) te maken. Jullie zijn heel bewust met jullie­ carrière omgegaan.

Van Aelst: ‘Ik weet heel goed wat ik kan binnen Shelter, en ik heb het volle potentieel eruit gehaald. Ik weet echt niet wat we nu nog zouden moeten doen om dat wow-gevoel weer te krijgen, om onszelf­ nog eens te overtreffen. We zijn trouwens niet alleen bewust met onze carrière bezig, maar met alles.”

“Het ­essentieelste aan het leven is bewustzijn, anders word je geleefd. We zijn met z’n allen supergoed in doen alsof we niet gaan sterven, daarin zijn we allemaal acteurs. Daar hebben wij twee steeds minder behoefte aan.”

“In onze ­beginjaren waren we lichtzinniger. Maar na een tijd komt er meer geld binnen en met geld moet je oppassen. Ik heb niets tegen geld, integendeel, we hebben altijd gemaakt dat we goed onze boterham verdienden. Maar als geld de belangrijkste motivatie is, moet de alarmbel afgaan. Het allerbeste programma ter wereld willen maken is niet meer mijn drijfveer, en dus besef ik dat ik terug moet naar mijn nulpunt. Ook al is dat pijnlijk.’

Tim Van Aelst: ‘We hebben onze medewerkers niet gedumpt, we hebben het uitgemaakt.’ 

Maar waarom verkopen jullie de boel niet?

Peeters: ‘Er zijn gesprekken gevoerd met grotere concerns, maar al snel bleek dat er veel van ons verwacht werd. Het zou er uiteindelijk op neerkomen dat we hetzelfde kunstje zouden doen als nu, maar dan voor iemand anders.’

Zijn jullie onmisbaar?

Van Aelst: ‘Shelter verkopen zonder ons twee heeft nooit op tafel gelegen. Niet dat we onszelf zo belangrijk vinden, maar het idee wrong dat we onze werknemers als vee zouden verkopen. Het is hier geen koekjesfabriek. De sterke connectie binnen het team is cruciaal.’

Maar nu hebben jullie, bot gesteld, ­totaal onverwachts jullie lief, jullie werknemers, gedumpt.

Van Aelst: ‘Dat was letterlijk hun reactie­.’

Peeters: ‘Maar als je kunt kiezen tussen je lief dumpen en verkopen aan iemand­ anders …’

Van Aelst: ‘We hebben hen ook niet ­gedumpt, we hebben het uitgemaakt. En net als op mijn dertiende, toen ik het uitmaakte met mijn eerste lief, heb ik uitgesproken: ik hoop dat we vrienden kunnen blijven.’

Gaat deze beslissing de dynamiek tussen jullie beiden veranderen?

Peeters: ‘De dynamiek tussen ons is thuis heel anders dan op het werk.’

Van Aelst: ‘Hier luistert zij en thuis luister ik.’

Peeters: ‘Is dat zo?’

Van Aelst: ‘Nee, eigenlijk niet meer. Hier ben jij de laatste jaren ook al baas. Als mensen tegen mij komen zeggen “dat mag niet van Sofie” of achter mijn rug iets bij jou komen checken, dan weet je het wel.’

Peeters: ‘Thuis is het een en al liefde en hier is het een en al professionaliteit. Wij zouden nooit kussen aan de koffiemachine­.’

Van Aelst: ‘Maar onder de douche bespraken we wel het werk. Dat is onze programma’s ten goede gekomen, maar daar hebben we het ook wel mee gehad. Ik wil niet meer voor het slapengaan nog een vergadering houden in bed.’

‘Ik lees veel boeken over mensen die grootse beslissingen nemen op hun hoogtepunt, en denk telkens: amai, zo chic. Als iemand anders het doet, is het machtig en krachtig, maar nu we het zelf doen, voel ik vooral onzekerheid’
Sofie Peeters

Hoe verdwijnt de ambitie om het beste programma ter wereld te maken?

Van Aelst: ‘Geleidelijk. Ik heb het niet doorgehad. Ik bleef nieuwe ideeën ­bedenken en gooide die telkens weer weg. Ik vond het niet meer zo belangrijk. Ik ben blij met mijn gegroeide relativeringsvermogen, ik raad het iedereen aan, maar op het moment dat je aan het werken bent, moet dat werk het allerbelangrijkste voor je zijn. Dat geldt evengoed voor een bakker die een pateeke maakt. Ik was niet meer 100 procent ­dedicated. En dan was er nog dat spook dat opdoemde: ga ik mindere kwaliteit afleveren? Dat is voor mij no pasarán. Het is alles of niks.’

Peeters: ‘We hebben de lat altijd hoger gelegd, de druk op onze schouders verzwaard, misschien zijn we onze mojo daardoor wat kwijtgeraakt? De angst voor de flop was er zeker.’

Bevend zwaard

Het roer radicaal omgooien, velen ­mogen ervan dromen, weinigen durven de stap te zetten. ‘Sofie is daar veel stoerder in dan ik’, vertelt Van Aelst.

‘Als ik aan de toekomst denk, zie ik mezelf in de tuin met mijn dochter. Allebei een gietertje in de hand. Schoon, maar ook vreselijk beangstigend. Wat als ik de passie niet meer terugvind? En wat als ze mij daarna niet meer willen?’

Peeters bekent dat ze op voorhand had gedacht dat het ‘veel graver’ zou voelen dan nu het geval is.

‘Ik lees heel wat boeken over mensen die grootse beslissingen nemen op hun hoogtepunt, en denk telkens: amai, zo chic. Als iemand anders het doet, is het machtig en krachtig, maar nu we het zelf doen, voel ik vooral onzekerheid.’

Van Aelst: ‘We staan met ons zwaard bevend te vechten tegen die grote reus.’

Wie is de grote reus?

Van Aelst: ‘Het zwarte gat.’

Waar hebben jullie nu behoefte aan?

Peeters: ‘Over niemand de verantwoordelijkheid hebben. En de vrijheid die daarbij komt kijken. (kijkt naar de baby) Dat klinkt nu misschien raar, want een kind is ontzettend veel verantwoordelijkheid, maar die is anders en komt heel natuurlijk. Ik wil de spelende Sofie ontdekken. En dat is moeilijk in een leiding­gevende rol.’

Ikigai

Op het whiteboard in het bureau van Van Aelst staat de term ‘ikigai’ gekrabbeld. Hij kwam het begrip tegen in een boek van Francesc Miralles en Hector Garcia, die vertrekken bij het Japanse eiland Okinawa, waar de oudste en ­gezondste mensen ter wereld leven, om te achterhalen wat het geheim is. Ikigai staat voor je reden van bestaan, waarom je ’s morgens uit bed komt. ‘Rockbottom’ pijltje ‘persoonlijke groei’, schreef Van Aelst erbij. En ‘create yourself’.

Hoezeer hangt jullie zelfbeeld af van jullie werk?

Van Aelst: ‘Dat is de hamvraag: wie zijn wij zonder Shelter? Wat komt er als alles wegvalt? Ontstaat er iets uit het niets?”

“De mens heeft twee grote angsten: doodsangst en de angst om zichzelf te leren kennen. Heel weinig mensen komen aan dat laatste toe in het leven. Dat is echt niet wollig, dat is een essentiële kwestie.’

Van Aelst heeft een spirituele evo­lutie doorgemaakt, sinds hij negen jaar geleden begon te mediteren om zijn burn-out en scheiding te boven te komen. Hij leest boeken van neosjamanisten als Miguel Ruiz, goeroe Deepak Chopra, psychotherapeut Wayne Dyer, spirituele leraar Gary Zukav. Hij leerde transcendent mediteren, volgde heel wat retraites.

‘Zowel zeer waardevolle als belachelijke. Ik heb even in een man-zijn-club gezeten, waar mannen echt mannen mogen zijn. We zaten daar dingen te doen waarvan ik me afvroeg waarom ik er in godsnaam mijn geld aan had uitgegeven. Maar evengoed heb ik geweldige ervaringen en zelfkennis opgedaan in retraites die me uit mijn comfortzone haalden.’

‘Toen Tim nog echt mijn baas was, was ik bang voor hem. Als hij van de trap neerdaalde, werd ik zenuwachtig, het moest allemaal perfect zijn. Er was weinig ruimte voor kwetsbaarheid’
Sofie Peeters

Elke ochtend zet Van Aelst zijn wekker 20 minuten om te mediteren, in zichzelf te keren. En aan het eind van ­elke week is het ‘spirituele zondag’, ‘dan geen familiefeesten of andere afspraken voor mij’.

Ook Peeters maakt bewust veel tijd vrij voor spiritualiteit – ‘het komt niet vanzelf’. Ze betreuren dat spiritualiteit al te vaak wordt gelijkgesteld met zweverigheid of esoterie.

‘Mensen gaan ervan lopen. Maar die zogenaamd softe boel is gestoffeerd met wetenschap. Einstein was een superspirituele mens.’

Van Aelst begint over metafysica, energie, atomen, het higgsdeeltje en gaat op in de theorie dat het allerkleinste deeltje ‘voor 99,9 procent uit lege ruimte bestaat’. ‘Dus 99,9 procent van alle materie is lege ruimte. Oftewel: ­alles is energie. Er is altijd een kracht die iets doet ontstaan, daar zijn alle weten­schappers het over eens.’

Uit niets ontstaat iets. Het moet voor hen een geruststellende boodschap zijn.

Meditatie leverde Tim Van Aelst en Sofie Peeters zelfliefde en zelfwaarde op. ‘Sofie heeft heel veel zelfliefde en had weinig zelfwaarde. Ze kon haar kwaliteiten niet naar waarde schatten, zoals veel vrouwen beschroomd zijn om te zeggen én voelen dat ze goed zijn in wat ze doen.

Mannen kloppen zich sneller­ op de borst, en dat is niet altijd slecht. Als het geen gebakken lucht is, is ego echt niet het grote kwaad, maar een motortje dat je op veel mooie plekken brengt.

‘Ik heb altijd heel veel eigenwaarde gehad. Ik kan dat, ik ga dat doen. Ik heb het nog nooit gedaan, maar het komt wel goed. Maar dieper zit: hoe graag zie je jezelf? En dat heeft niets met narcisme te maken, eerder met: hoe mild kun je voor jezelf zijn? Wie veel oordeelt over anderen, oordeelt ook altijd over zichzelf. Ik worstel al mijn ­hele leven met een gebrek aan zelfliefde. Te perfectionistisch, te weinig vergevingsgezind.’

Vanwaar komt dat gebrek aan zelf­liefde?

Van Aelst: ‘Dat moet je aan de kleine Tim vragen, ergens in de eerste zeven ­levensjaren moet het gebeurd zijn. In een coachingsessie kwam ineens een ­levendige herinnering boven: ik was in de keuken en hoorde ons moeder roepen tegen mijn negen jaar oudere broer dat hij mij moest komen halen en meenemen. Hij riep terug: “Grrr, ik moet die altijd meesleuren!” Dat deed toen zo’n zeer. Ik dacht: die ziet mij niet graag, ik mag er niet bij horen. Ik zeg niet dat het daar is ontstaan en ik verwijt niemand iets. Het kan soms iets heel onschuldigs zijn dat je als kind diep raakt.’

 

Peeters: ‘Zo herinner ik me mijn vader die hevig op mijn kamerdeur klopte toen ik een jaar of twaalf was. We hadden ruzie, ik riep dat ik hem nooit meer wou zien en hij antwoordde: “Zonder mij zal jij nooit iets worden.” Die overtuiging ben ik ongetwijfeld gaan internaliseren.’

Maar hoe doe je dat dan, die overtuiging overschrijven, je ego doen groeien?

Peeters: ‘Door een Emmy te winnen. (lacht) Door veel bevestiging te krijgen.’

Van Aelst: ‘Dat klopt niet helemaal. Zelfwaarde gaat er eerder om zélf te gaan geloven dat je het kunt, in plaats van nog een compliment nodig te hebben, en nog een. Als je na zo’n Emmy weer doorholt, lukt het niet. (tegen Sofie) Jij hebt het in de ogen gekeken en je na dat feestje op het podium afgevraagd: waarom doe ik dit, heb ik nu genoeg complimenten gekregen?’

Peeters: ‘Ik heb veel gehad aan de strategie van dankbaarheid. Dagelijks sta ik stil bij waar ik allemaal dankbaar voor ben. Ik kijk wat er goed is en wat ik zelf goed heb gedaan.’

Dat klinkt eerder als een passieve houding dan het heft in handen te nemen. Of kun je jezelf ook dankbaar zijn?

Peeters: ‘Ik kan dat wel. Ik ben mezelf dankbaar voor het aanpakken van het leven en het niet te laten gebeuren.’

Van Aelst: ‘Als ik mediteer, noem ik vijf dingen op waar ik dankbaar voor ben in de toekomst. Zo kan ik ’s morgens dankbaar zijn voor de geweldige ideeën die ik die dag zal krijgen.’

Een soort positieve selffulfilling prophecy­?

Peeters: ‘En mag ik nog iets toevoegen? Vergeving is voor jou belangrijk geweest om tot zelfliefde te komen.’

Wat heb je jezelf vergeven?

Van Aelst: ‘Mijn scheiding.’

Die was jouw schuld?

Van Aelst: ‘Zo voelde dat voor mij. Dat heeft er vijf jaar stevig in gehakt. Ik heb daar nog spijt van, maar ik voel er geen schuld meer over. Nog zoiets: het uiteenbarsten van Shelter na een paar jaar (het oorspronkelijke team bestond naast Van Aelst uit Tom Baetens, Bart Cannaerts en Katrien Van Nieuwenhove. Die samenwerking is pijnlijk geëindigd, red.). Ook dat heb ik lang meegedragen.’

Wat heb je toen niet goed gedaan?

Van Aelst: ‘Ik heb niet geluisterd, niet goed gecommuniceerd. Het succes kwam heel snel en was overweldigend. Ik had weinig tools om daarmee om te kunnen. Sofie was er nog niet, om maar iets te zeggen. Zij is zo’n goede communicator. Als ik problemen met iemand heb, zet Sofie zich daartussen en binnen de kortste keren is het opgelost. Die vrouwelijkheid binnen een bedrijf, daar hecht ik veel waarde aan. We waren een machobedrijf in de beginjaren. Liefdevol macho, maar toch.’

Ging dat niet ook gepaard met onenigheden over geld en artistieke ego’s?

Van Aelst: ‘Zoals dat bij rockbands gaat: dat riffke is van mij, nee, van mij. En wiens naam zetten we dan op de cheque? Dat soort opportunisme speelde mee. Maar ook onze leeftijd en onervarenheid. Ik heb geen vlekkeloos parcours gelopen als bedrijfsleider, ik zie mijn aandeel. Maar ik wil zeker ook niet alle schuld op mij nemen.’

Peeters: ‘Tim is met de jaren een veel zachtere mens geworden, zowel vanbinnen als vanbuiten. Dus niet alleen in zijn omgang met mensen, maar ook in zijn uitstraling. De energie waarmee je binnenkomt, creëert een bepaalde sfeer en interactie. Die is bij Tim enorm veranderd.’

Volgens de overlevering solliciteerde Tim ooit bij Man bijt hond – met leren jasje, fiere houding en grote mond – waarna de hele redactie de baas angstvallig vroeg: ‘Die patser komt toch niet bij ons werken?’ Heb je het over die intimiderende houding?

Peeters: ‘Hij intimideerde niet bewust, maar mensen voelden zich wel geïntimideerd. Ikzelf incluis. Toen Tim nog echt mijn baas was, was ik bang voor hem. Als hij van de trap neerdaalde, werd ik zenuwachtig, het moest allemaal perfect zijn. Er was weinig ruimte voor kwetsbaarheid.’

Van Aelst: ‘Er werd wel veel gelachen.’

Peeters: ‘Klopt, er was veel humor. De ene wilde de andere overtreffen. Maar durf in zo’n sfeer van machismo maar eens toe te geven dat je een slechte dag hebt. Intussen is Tim 180 graden gedraaid, hij is nu degene die iedereen uitnodigt kwetsbaar te zijn.’

Hoe word je verliefd op een haantje dat de rest wil overtroeven?

Peeters: ‘Als dat haantje zich dan wel een keertje kwetsbaar durft op te stellen, raakt je dat, dan ontstaat magie, dat is de truc van het haantje. Al is het heel geleidelijk gegaan. Het was voor geen van beiden een coup de foudre.’

Er lijken weinig mensen oud te worden in de tv-wereld. Hebben jullie een verklaring ?

Van Aelst: ‘It’s a young men’s game. Je beste ideeën krijg je voor je dertigste.’

Peeters: ‘Dan heb je nog niet te veel ­ervaring en realisme, wat een nood­zakelijk voordeel is, je durft nog wild te dromen zonder zelf op de rem te gaan staan.’

Van Aelst: ‘Als je vijftig bent, kun je nog fantastisch werk maken, maar echt vernieuwing brengen doe je voor je dertigste. Ik daag jullie uit: noem mij een muzikant of schilder die de wereld op z’n kop heeft gezet na zijn dertigste. Dr. Dre heeft daarna nog geweldige platen gemaakt, idem voor Bob Dylan, maar het is in hun eerste jaren dat ze vernieuwend en origineel zijn geweest. Daarna is het gewoon bevestigen wat je kunt.’

Kun je daar vrede mee nemen?

Van Aelst: ‘Ik vind dat dieptriest en maak mezelf geen illusies. Ik hoop nog heel schone dingen te kunnen maken, maar echt bawsy zal ik niet meer zijn.’

Gaan jullie nog naar Amerika om daar tv te maken, zoals ooit Tims plan was?

Peeters: ‘Er staat níéts meer op de planning. Dus álles is mogelijk.’

Sofie Peeters, Tim Van Aelst en dochter Loa: ‘Ik heb geen idee wat we nu gaan doen. Er is geen plan B.’

Bron: De Standaard

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven