Jan Eelen – Dat machtige mensen hun macht misbruiken is van alle tijden

Jan Eelen: ‘Van al mijn reeksen kan ik maar één scène voor de geest halen waar ik vandaag spijt van heb.’ Beeld Thomas Sweertvaegher

Tv-reeks Het eiland lijkt met de jaren alleen maar legendarischer te worden. Bij de twintigste verjaardag ervan – en de reüniespecial – blikt maker Jan Eelen terug. Een gesprek over rode petten, machteloosheid en protgrappen. ‘Seksmoppen? Ik ben geen fan.’

Geert Zagers – De Morgen


“Wat zijn die kartonnen eigenlijk?”, vraag ik. Tegen de muur van de keuken staat een hoge stapel wijndozen met in grote letters ‘Paret’ opgeschreven, een naam die bij fans van Callboys een belletje zal doen rinkelen.

“Dat is de natuurcider die ik samen met Bart Hollanders heb gemaakt”, zegt hij. “De appels komen van hier in de buurt. Bart weet hoe je er wijn van maakt.”

“Genoemd naar Randy?”

Randy Paret, ja”, zegt hij. “Maar je kunt de flessen nergens kopen of zo. Ze zijn uitsluitend bedoeld om hier in de tuin te drinken.”

We zijn in het buitenverblijf van Jan Eelen (53) nabij Leuven. Hoe meer ik er rondkijk, hoe meer ik sporen van zijn tv-carrière zie opduiken.

Behalve de cider van Paret, staat er ook een filmklapper van Callboys op de boekenkast, naast de lege verpakking van de dildo van Jay Vleugels (de dildo zelf staat bij Rik Verheye thuis, mocht u zich dat afvragen).

Tussen de boeken staan de bestofte televisieprijzen die hij voor De ronde won.

In een ander rek staat een sierbord met opschrift ‘Ter herinnering aan In de gloria. Namens vriendenkring Ons Overwerk’.

Daarnaast: een flesje van het limonademerk Sinalco, wat dan weer verdacht veel aan Cynalco Medics, het fictieve bedrijf uit Het eiland, doet denken.

Ooit was het de plek waar hij opgroeide: in dit huis bracht hij zijn tienerjaren door, tot hij op zijn 19de naar Brussel trok om film te studeren.

Vijftien jaar geleden kocht hij het pand, een oude boerderij met zicht op de velden, en begon hij het geleidelijk aan te verbouwen.

Zijn “schrijfkot”, noemde hij het aan de telefoon, maar dat woord vat het niet helemaal. Ik wil niet mancave schrijven.

Maar: het is een mancave. Geen patserige, voor alle duidelijkheid, maar een functionele.

Er is een kamer waar al zijn gitaren staan. Er is een repetitiekot waar hij zo veel lawaai kan maken als hij wil.

Er is een kamer met zijn collectie dvd’s, cd’s en platen (momenteel is hij The Sopranos aan het herbekijken).

Er is plaats voor 13 mensen om te blijven slapen, als dat van pas komt.

‘‘Het eiland’ gaat over macht en machteloosheid. Ik herinner mij hoe verbolgen ik me voelde toen ik de reeks schreef.’
Beeld Thomas Nolf / Woestijnvis

“Maar de grootste troef is de tuin”, zegt Jan Eelen. Het regent pijpenstelen buiten, maar het is duidelijk wat hij bedoelt.

Achter een monumentale treurwilg reiken de Hagelandse velden zo ver als je kunt zien.

“Dit is mijn oase. De ideale plek om mijn hoofd leeg te maken”, zegt Eelen.

“Ik zit hier afgesloten van alles. Ook van wifi trouwens. Het is hier een volledig analoge omgeving. Toen ik voor de special Het eiland moest herbekijken, heb ik de dvd moeten opvragen.”

De komende weken gaat hij er veel zitten – evenwel niet om aan een nieuwe fictiereeks te schrijven, helaas.

Eelen heeft twee maanden onbetaald verlof gevraagd aan Woestijnvis.

“Ik wilde eens volledige rust”, zegt hij. “Ik had het nodig om eens ongedwongen te kunnen niksen. Dingen kijken. Dingen lezen. Dingen luisteren. En niet bij alles te moeten denken: wat kan ik daarmee doen?”

Al is het voorlopig niet aan het lukken, die rust. Volgende week verschijnt 20 jaar Het Eiland, een reüniespecial op Streamz, waarvoor hij met de cast is samengekomen om terug te blikken.

Hoe was de reünie?

“Het was plezant. Een beetje zoals een familiereünie: iedereen was blij om elkaar terug te zien. Met de meeste van de acteurs heb ik ook In de gloria gemaakt. Als je vier jaar zo nauw hebt samengewerkt, pik je de draad snel weer op.”

Toen Friends drie jaar geleden een reüniespecial maakte, voelde je dat het een vriendengroep was die samen iets bijzonders had beleefd. Dat was mooi om te zien.

“Bij deze reünie had ik hetzelfde gevoel. De toon van Het eiland is helemaal over the top. Iedereen moest rare personages spelen die rare dingen doen. De sfeer op de set was heel hevig en opgepompt – in de special zitten er een paar beelden van achter de schermen die dat duidelijk maken.

“Om je dan als acteur te kunnen smijten, moet je volledig op elkaar kunnen vertrouwen. Dat schept een band die niet meer verdwijnt. Iemand zegt dat ook in de special: wat er op de set van Het eiland allemaal gebeurd is, dat hebben ze later nooit meer meegemaakt. Het was echt iets bijzonders.

“Vorige week nog stuurde iemand mij een van de bloopers van In de gloria door, waarin Tom Van Dyck en Wim Opbrouck op de Eroticabeurs de slappe lach krijgen. Ik kreeg er zelf de tranen van in mijn ogen.

“Ze zitten aan een tafeltje en Wim moet, met een dwaze pruik op zijn hoofd, de zin ‘Toch schoon van de organisatie dat ge uw eigen boterhammen moogt meenemen’ uitspreken. En telkens al hij naar die broodjes kijkt, schiet hij in de lach.

“Ik was ontroerd om dat terug te zien. We hebben ons als groep wel echt geamuseerd.”

Om de een of andere reden had ik je niet als het reünietype ingeschat.

“Dat ben ik ook niet. Het initiatief kwam van Streamz. Ze hadden gemerkt dat Het eiland meer en meer opgevraagd werd en wilden iets met de twintigste verjaardag doen.

“Er zijn verschillende dingen voorgesteld. Of ik een nieuwe aflevering wilde maken. Of ik zelf een special in elkaar wilde steken. Maar dat zag ik niet zitten.

“Uiteindelijk is het dan deze reüniedocumentaire geworden, gedraaid door twee mensen van Woestijnvis.

‘Dat is misschien wel mijn grootste kwaliteit als tv-maker: ik raak niet verlamd.’
Beeld Thomas Sweertvaegher

“Nu, het is niet dat ik tegen mijn goesting heb meegedaan. Ik stel vast dat er twintig jaar later nog altijd over Het eiland gepraat wordt en dat er nog altijd interesse in is.

“Ik zou het onnozel vinden om er dan niet meer op te willen terugkomen. Dat is zoals een rockgroep die zijn hits niet meer wil spelen. Dat heb ik ook altijd flauw gevonden. Het hóórt erbij.”

Het blijft verbazend hoe Het eiland in de loop van de jaren alleen maar méér is gaan leven.

“Dat is wel bijzonder, ja. Op de een of andere manier slagen we er nog altijd in om jonge mensen te bereiken. Het zijn niet alleen de twintigers van toen die Frankie Loosveld (het personage van Wim Opbrouck, red.) kunnen citeren: het zijn ondertussen ook hún kinderen, de twintigers van nu.”

Hoe groot is de rol van het internet daarin? Het eiland speelt zich af in tijden waarin mensen grappen per e-mail doorstuurden, maar heeft moeiteloos zijn weg gevonden naar TikTok en de meme-wereld. De shitpost-pagina op Facebook zit aan meer dan 20.000 leden.

“Daar weet ik weinig van. Ik zit niet in de shitpost-wereld. (lacht)

“Wat ik zelf het vaakst hoor, is dat kinderen samen met hun ouders beginnen te kijken en in de loop van de jaren met de reeks opgroeien. En blijkbaar slagen we erin om ook die generatie nog te doen lachen. Dat is een hele fijne gedachte.”

Ter voorbereiding heb ik een paar afleveringen herbekeken. Ik moet zeggen: Het eiland blijft opmerkelijk goed overeind.

“Voor De protpod (een fanpodcast over ‘Het eiland’, ondertussen goed voor meer dan 80 afleveringen, red.) heb ik vorig jaar nog eens een aflevering teruggekeken, de eerste in lange tijd.

“Ik was blij met wat ik zag. Het ritme van de dialogen en de montage ligt heel hoog. Dat was destijds al: ik herinner me dat Het Laatste Nieuws het na de eerste aflevering over ‘De collega’s op speed’ had en dat beviel me zeer.

“Voorts hebben we geluk gehad, denk ik. Het speelt zich af op een administratie, een omgeving die wel tegen wat veroudering kan.

“2004 was nog nét voor de jaren waarin smartphones en Facebook alomtegenwoordig werden. Technologie dateert snel.”

Helpt ook: er zitten geen seksistische of homofobe grappen in.

“Nee, die heb ik nooit graag gemaakt. Niet met Vaneigens. Niet met In de gloria. Toen ik aan Callboys begon, was het eerste wat ik dacht: we gaan niet met seksmoppen beginnen. Ik ben geen fan. Het is vaak gewoon ook iets te makkelijk.”

In tegenstelling tot kakamoppen.

“Ja, maar kaka is anders.” (lacht)

In werkelijk ál je reeksen zitten protgrappen. Het aantal scènes dat zich in een wc afspeelt, is niet op twee handen te tellen.

“Op dat vlak ga ik mij achter Guy Mortier verschuilen, de man die al mijn scenario’s naleest.

“Een van zijn lievelingsfilms is Blazing Saddles van Mel Brooks: die zit van begin tot einde vol protgrappen. Ik snap wat hij daar grappig aan vindt. (lacht)

‘Seksmoppen? Ik ben geen fan. Het is vaak gewoon ook iets te makkelijk.’
Beeld Johan Jacobs

“Van al mijn reeksen kan ik me maar één scène voor de geest halen waar ik vandaag spijt van heb.

“In In de gloria zit een fragment waarin Tom Van Dyck een man in de stal aantreft die op het punt staat om zich op te hangen.

Frank Focketyn heeft geknoeid bij de bank waar hij werkt en staat daar met een touw in zijn handen. Dat zou ik nu niet meer doen. Het is te schrijnend. Te veel ‘kijk eens waarmee wij durven lachen’.

“Maar daarnaast ben ik nog niets tegen gekomen waarvoor ik me moet schamen. Dat is een fijne vaststelling.”

Nog iets wat opviel tijdens het herbekijken van Het eiland: de invloed op onze taal. Ik wist dat er veel quotes een eigenlijk leven waren gaan leiden, maar niet dat het er zó veel waren.

“Om de zoveel tijd zie ik weer een lijstje passeren met ‘Hoeveel van deze 25 quotes uit Het eiland gebruik jij nog?’

“Maar om eerlijk te zijn: ik vind dat dat ondertussen een beetje overdreven wordt. Of toch mijn aandeel daarin. Het is allemaal veel onbewuster geschreven dan mensen denken.”

Een citaat: ‘Jan Eelen heeft een heel goed oor voor wat gewone mensen in dagelijkse situaties zeggen. Dat talent vind je in de literatuurgeschiedenis ook terug bij grote schrijvers als Bredero, Multatuli of Reve.’

(lacht) “Dat aanvaard ik niet. Nee. Wie zegt dat?”

Freek Van de Velde, professor historische taalkunde aan de KU Leuven.

“Een professor kan ik geen ongelijk geven. Maar toch. Die zinnen zijn op zich niet zo bijzonder.

“Neem nu ‘Zever, gezever’ van Frankie Loosveld: dat is geen zin die voor de eeuwigheid bedoeld is.

“‘Ik ben blij dat gij in mijn team zit’: dat is een zin die ik letterlijk uit een managementboek heb gehaald.

“Wat hem zo memorabel maakt, is de context waarin hij uitgesproken wordt. Namelijk: dat Guido Pallemans (het personage van Frank Focketyn, red.), een man die zijn functie niet aankan, hem op de meest knullige momenten als reddingsboei gebruikt.

“Omdat die context gevoelsmatig zo juist zit, blijft die zin hangen. Maar dat zegt meer over het talent van de acteurs dan dat van mij.”

Stilaan hoor je de quotes zelfs los van de reeks opduiken. ‘Pijn is fijn met een p’, zei een van de kandidaten van Kamp Waes begin dit jaar, waarbij het onduidelijk was of hij wist dat hij Sammy Tanghe, een rol van Bruno Vanden Broecke, citeerde.

“Dat heb ik van Keith Richards gepikt. ‘Art is just fart without the f’, heeft hij ooit ergens gezegd. Dat heb ik altijd onthouden. Ach ja. Als dát een verrijking is van de Nederlandse taal, dan pak ik het.” (lacht)

Wat ik me wel afvroeg: gaat Het eiland ergens over?

“Dat vind ik wel, ja. Over macht en machteloosheid.

“De reeks is geschreven in de tijd dat George W. Bush president van de VS was en Amerika onder dubieuze voorwendselen Irak was binnengevallen. Ik herinner mij hoe verbolgen en machteloos ik me voelde.

“Dat machtige mensen hun macht misbruiken is van alle tijden, maar zo flagrant en zo onbeschaamd had ik het nog niet meegemaakt.

“Zeker in de tweede reeks, met de figuur van Bucky Laplasse (Lucas Van den Eynde, red.), de nieuwe baas die Michel Drets (Dirk Van Dijck, red.) manipuleert en tot op de rand drijft, zit dat gevoel erin.

“In de laatste aflevering stormt iedereen naar de vergaderzaal boven om Bucky buiten te werken. Dat was voor mij het volk dat tegen de gevestigde waarden in opstand komt en de macht teruggrijpt.”

‘Ik hoop oprecht dat Trump niet herverkozen wordt dit najaar, alleen al omdat ik dan eindelijk kan stoppen met al die onzin te volgen.’
Beeld Thomas Sweertvaegher
Meen je dat?

“Dat is zelfs geen hineininterpretierung. Die machteloosheid, ik worstelde daar op dat moment erg mee. Ik geloofde oprecht dat we de ergste der tijden meemaakten. Wist ik veel in welke waanzin we twintig jaar later zouden terechtkomen.” (lacht)

Ik zie vandaag inderdaad meer Bucky Laplassen dan in 2004 rondlopen. En ik vermoed dat Alain Vandam (Tom Van Dyck) momenteel langdurig thuis zou zitten.

“Dat is wat Ricky Gervais ook zei, toen hij een paar jaar geleden Life on the Road maakte, vijftien jaar na The Office.

“Dat de bullebakken hadden gewonnen en er geen empathie meer is voor niet altijd even sociaal vaardige mensen als David Brent.

“De film kon een stuk beter, maar ik snapte zijn punt wel. Ik vrees dat we in het tijdperk van Bucky Laplasse zijn aanbeland.

“In de tweede reeks deelt Bucky rode klakskes uit, met als opschrift ‘Bucky’s team’.

“Het grappige is dat als je dat nu ziet, dat precies de ‘Make America Great Again’-petten van Donald Trump zijn.

“Het zijn hetzelfde type leiders: luie mannen zonder verbeelding en zonder empathie, die hun macht niet gebruiken om iets constructief te doen, maar om zich te doen gelden en de dingen in hun eigen voordeel te veranderen.

“En vandaag slagen ze er wél in om mensen in hen te doen geloven. Met dramatische gevolgen.

“Ik hoop oprecht dat Trump dit najaar niet herkozen wordt, alleen al omdat ik dan eíndelijk kan stoppen met al die onzin te volgen.

“Ik ben mateloos gefascineerd door de figuur Trump en zijn acolieten in de Republikeinse Partij. Het is een heel flauwe en afgezaagde vergelijking met nazi-Duitsland, maar ik vind het wel interessant om te zien: aha, zó is dat fascisme dus kunnen ontstaan.

“De laatste tien jaar zijn een cursus massapsychologie die zich voor je ogen voltrekt.”

‘“Ik ben blij dat gij in mijn team zit”: dat is een zin die ik letterlijk uit een managementboek heb gehaald.’ Beeld Thomas Nolf / Woestijnvis
In de podcast Welcome to the AA van Alex Agnew en Andries Beckers vertelde je enkele weken geleden hoe deze plek je als tv-maker heeft gevormd.

“Dit huis?”

Ik vermoed dat je het over Leuven had, maar ik verstond niet alles. Alex Agnew lachte te hard.

“Ah, die passage. We zijn hier in 1980 komen wonen, toen ik 10 was.

“Mijn tienerjaren heb ik in het groot-Leuven van de jaren 80 doorgebracht.

“Aan de ene kant had je de plaatselijke jeugd met haar opgedreven brommers. De Sergio’s van deze wereld: het type mannen dat niet praatte, maar handelde, zeg maar.

“Aan de andere kant had je studenten die van over heel Vlaanderen waren neergestreken. Ik hield van beide werelden even veel, ook al stonden ze vaak diametraal tegenover elkaar.

“Wat ik het vaakst te horen krijg, als het over reeksen als In de gloria of De ronde gaat, is hoe herkenbaar dat Vlaanderen is.

“Mijn personages zijn mensen zoals iedereen ze blijkt te kennen. Ik vraag me af of dat niet aan die streek hier ligt.

“Ik ben altijd al een soort observator geweest die naar de verschillende werelden om zich heen kijkt.”

Je vader was hoogleraar psychologie aan de KU Leuven. Speelt dat ook mee?

“Zeker. Mijn vader was gespecialiseerd in gedragstherapie. Hij vertelde veel over de experimenten die hij met zijn onderzoeksgroep deed.

“Hij behandelde ook mensen met fobieën. Die wereld fascineerde mij. Een heel interessante, lieve man, die jammer genoeg acht jaar geleden gestorven is.”

Er lijkt een psycholoog in jou te schuilen. Personages als Alain Vandam of Sammy Tanghe zijn karikaturen, maar er zit een accurate psychologische dynamiek achter.

“Dat we hier na zoveel jaar over de reeks zitten te praten, heeft volgens mij vooral dáár mee te maken – meer dan met die quotes die een eigen leven zijn gaan leiden.

“Dat je voelt dat Frankie niks heeft buiten dat eiland en plots zijn hele wereld ziet veranderen.

“Dat Sammy moeilijk vrienden maakt omdat hij dingen zegt als ‘Ik heb graag ne warmen bril’ en zich te snel opdringt als hij denkt dat hij een zielsgenoot heeft gevonden.

“Dat die personages juist zitten.

“Na Het eiland zei mijn vader dat ik misschien een betere psycholoog was dan hij.

“Om de psychologische dynamiek tussen mensen te kunnen schetsen, moest je ze ook begrijpen, zei hij. Wat ik, komende van hem, een hele eer vond.”

‘Dat machtige mensen hun macht misbruiken is van alle tijden, maar zo flagrant en zo onbeschaamd had ik het nog niet meegemaakt.’ Beeld RV
Komt het artistieke van je moeder?

“De humor, eerder. Mijn moeder is veel grappiger dan mijn vader. Mijn broers en ik zijn opgegroeid met Life of Brian en Kamagurka en Humo.

“Heel veel BBC ook: voor het werk van mijn vader hebben we twee jaar in Philadelphia gewoond, wat maakt dat ik al jong Engels begreep. We keken The Young Ones. En Bottom. Redelijk absurde, baldadige humor.

“Mijn vader was daar niet helemaal in mee, maar mijn moeder had daar wel voeling mee.

“Ik weet nog dat we soms naar de supermarkt gingen met haar. Als we dan langs de rayon met het bier kwamen, begonnen we heel luid tegen haar te praten.

“‘Mama, we moeten nog bier voor onze pa meepakken, want anders gaat die ons weer afslagen.’ (lacht)

“Hoe gegeneerd ze op zulke momenten ook was, haar blik verried ook dat ze het heel grappig vond. Of toch in mijn herinnering.

“Op de duur mochten we wel niet meer mee naar de supermarkt.”

Ze speelt ook mee in Het eiland.

“Ze is de vrouw aan het eiland van Sammy die nooit iets zegt. Dat was een veredelde figurantenrol, maar waarvoor de acteur wel de hele dag op de set moest zijn.

“Om te besparen, heb ik mijn moeder ingeschakeld. Maar dat is goed uitgedraaid: ik ben heel blij dat we dat samen hebben kunnen doen.

“Ze is geen actrice, voor alle duidelijkheid. Mijn moeder heeft lesgegeven als tekenlerares, gewerkt in klerenwinkels en boekhandels en als secretaresse aan het stresscentrum van de faculteit psychologie.

“En daarnaast heeft ze ons opgevoed. Waar ze dus veel werk aan gehad heeft.” (lacht)

Callboys, je vorige fictiereeks, wordt straks vijf jaar oud.

“Goed dat jij het bijhoudt.” (lacht)

Is het niet stilaan tijd voor iets nieuws?

“Dat zal er wel van komen. Maar het is er niet makkelijker op geworden. In het streaming landschap van vandaag moet je met een oneindige stroom van buitenlandse series concurreren.

“Er is zó veel dat het moeilijk is geworden om daar je plaats in te vinden. Je moet ook weten: zodra je beslist om iets te maken, is dat voor de volgende drie jaar van je leven. Je moet dus wijs kiezen.”

Ondertussen werk je al twee jaar voor De ideale wereld.

“In september begin ik aan mijn derde jaar, ja.

“Toen Ella Leyers de presentatie overnam, hebben ze mij gevraagd om erbij te komen als eindredacteur, samen met Jan Dircksens en Christa Eersels.

“De redactie had nood aan een frisse wind. En daar heb ik met heel veel plezier ja op gezegd.

“Eigenlijk is dat altijd zo geweest: tussen twee fictieprojecten ging ik elders achter de schermen werken.

“Na In de gloria zat ik bij De laatste show.

“Na Het eiland ben ik bij Neveneffecten gaan meehelpen. Af en toe is het verfrissend om totaal niet met je eigen ding bezig te zijn.”

‘De laatste tien jaar zijn een cursus massapsychologie die zich voor je ogen voltrekt.’ Beeld Thomas Sweertvaegher
Mis je dat dan niet?

“Mijn eigen ding? Het klinkt misschien vreemd, maar eigenlijk maakt dat me totaal niet uit. Ik heb geen enkele verteldwang. Ik heb geen enkele behoefte om iets van mezelf te maken.

“Ik heb wél soms goesting om te regisseren. Dat is het liefste wat ik doe, maar daarvoor moet ik zelf iets schrijven.

“Een eigen reeks maken is vaak gewoon een excuus om weer op de set te kunnen staan.”

In Welcome to the AA werd je vlakaf als een icoon van de tv-wereld onthaald. Werkt dat ook niet verlammend?

“Daar heb ik nooit last van gehad. Bij veel makers zie je dat: ze maken een heel goede eerste plaat of film, maar daarna raken ze niet meer onder de schaduw van hun eigen debuut uit.

“Ik was 29 toen ik aan In de gloria begon. Voor veel mensen nog altijd het beste dat ik gemaakt heb, maar dat heeft me nooit tegengehouden om nieuwe en andere dingen te maken.

“Dat is misschien wel mijn grootste kwaliteit als tv-maker: ik raak niet verlamd.”

Dit is geen crisis?

“Ik doe niet aan crisissen. (lacht) Er is niets dat me tegenhoudt. Er zal wel iets nieuws komen.

“Om de zoveel tijd ga ik nog eens kijken naar het document op mijn computer met halve ideeën die ik ooit heb neergeschreven.

“Gisteren nog. Ik was met Bockie De Repper gaan eten, ik zat naar hem te kijken en ik dacht ineens: tiens, heb ik niet ooit een pitch bedacht over kabouters?

“Zodra ik thuis was, ben ik op mijn laptop gaan kijken.”

En?

“Het was toch iets te weinig om een reeks van te maken. Héél fascinerend onderwerp wel.”

De reüniespecial 20 jaar Het eiland, op 11/7 op Streamz.


Jan Eelen: ‘Van al mijn reeksen kan ik maar één scène voor de geest halen waar ik vandaag spijt van heb.’ Beeld Thomas Sweertvaegher
Jan Eelen: ‘Van al mijn reeksen kan ik maar één scène voor de geest halen waar ik vandaag spijt van heb.’ Beeld Thomas Sweertvaegher


Bron: De Morgen

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven