Ik heb mijn tekst ‘Tijd voor een eigen lobby’ herwerkt voor Thomas Goorden en zijn boek Alles komt goed waarin de Kat het pfos-milieu- en bestuursschandaal beschrijft. Ik sprak hem gisteren uit in de Roma voor tweehonderdvijftig betrokken en geëngageerde burgers.
Tijd voor een eigen lobby, 12 oktober 2022
Ze zegt:
‘Het wordt tijd voor een eigen lobby,
Ver weg van het tuinieren in de tuin van de korte termijn en de angst.’
Ja, het is al vaker gebeurd
dat zogenaamd democratische leiders
te zwak bleken
voor bescherming op lange termijn.
Intussen sterven bijen in de tuin, aan de grenzen van een veld of in ons eigen hoofd.
Ze fluistert in mijn oor:
‘Het wordt tijd voor een eigen lobby
Een die doet aan groutouderdenken, zoals jij en ik.’
Een die niets heeft met het venijn
Van de winst, het groeimodel en het exploiteren tot de dood
Ons van deze plek scheidt.
Een die voor mensen zorgt,
Een die een hart betoont aan wie het minder gaat,
Een die liever omarmt dan te zuchten in een wereld vol haat.
Een lobby die volksgezondheid en milieu beschouwt
als twee kamers in hetzelfde hart.
Een lobby die zich niet laat bedriegen,
Die zich niet aan de hand van andere belangen
Laat vangen in een web van banken
Die wapenfabrikanten steunen,
Die leunen op ons, of is het eerder zitten in de hoop dat we niet meer bewegen?
Een lobby zo krachtig als die van media samen met politiek samen met immo en beton, een lobby die zich niet laat inkapselen door leugens en voze praat.
Een lobby die niet zweeft, maar ziet, die zich niet laat beperken door
waar zij angst voor heeft of door individuele wrok.
Een lobby die zich niet verliest in het grote gelijk, of mensen scheidt als wakkeren of niet.
Een lobby van mens tot mens, voor mensen samen,
Voor wie de toekomst anders wil en lacht bij de leugen: er is geen alternatief.
Een lobby die zegt: nee, dit is niet normaal, ook al lijkt iedereen te doen alsof.
Normaal betekent volksgezondheid vrijwaren van een giffabriek,
het betekent luisteren naar wetenschap met de juiste cijfers en feiten.
Je weet dat het al vaker is gebeurd
(en haar stem klinkt plotseling hard:)
‘Dat zogenaamd democratische leiders
dansten met onze onverschilligheid.’
Nee, geen schone pas de deux, geen gracieuze tango
Werd het ooit.
Het was eerder slepen over de vloer,
Vechtend tegen de geeuwhonger van het verlangen
Naar bedrog.
Ge weet dat deals worden gemaakt in het donker,
wat meteen ook hun zwakte blijkt,
gezien het helder licht van onbevangen onderzoek,
gedaan door de koppige volksheld de zwartheid verjaagt.
Ge weet net zo goed als ik, zo zegt ze,
dat onze grond vergiftigd is en dat weg kijken en dromen
over een betere wereld niet helpt.
Ge weet dat het gevecht noodzakelijk is.
Ge weet dat politiek de wonde van de leugen wilt stelpen met meer leugens,
dat er zondebokken moeten worden gezocht
en liefst gevonden in mensen die in de ogen van een minister helemaal niemand vertegenwoordigen,
terwijl zij zelf niet beseft dat de Kat ook haar vertegenwoordigt en de toekomst van haar kind.
Ge weet zoveel dat moet gebeuren
en dat geen van ons zich moedeloosheid kan permitteren,
dat wij allen, zo zegt zij nadrukkelijk, de huisbewaarders zijn van het huis van de toekomst,
en dat je niks bent met een conciërge die het opgeeft en door de gangen sloft.
En ik weet dat zij bijen eeuwig wil horen zoemen
Rond ons beider hoofd.
Ze wil zaden kunnen roemen
Waaruit nooit vergeten groenten schieten.
Ze wil zogenaamde leiders
Die zich laten leiden door vader of moeder te zijn.
Ze wil het denken bannen
dat zich laat wurgen door kortzichtigheid.
Ze wil een land dat zich waagt
Aan alles wat bloeit op lange termijn.
Ze port me aan en zegt:
‘Het wordt tijd voor een eigen lobby
Ver weg van die korte termijn.’
Haar hoofd ligt op een kussen
En ze kijkt me dwingend aan.
En ik, ach ik, verberg mijn woorden,
Achter de scène, achter een fluwelen gordijn.
Misschien wordt drinkwater geen basisrecht meer, maar een vloek.
Misschien zullen bijen slechts als robots overleven,
Misschien dienen boeren nog slechts ggo’s te genereren,
Met hun handen in hun zakken aan een aardappelveld.
Misschien worden we overspoeld door wie of wat ook,
Door handelsverdragen, oorlog of haat, of gewoon oprukkend water
Door de gevolgen van een voor ons gevaarlijk geworden klimaat.
Misschien past het niet te roepen en zal zwijgen opnieuw worden geprefereerd.
Misschien voelt de man op straat zich ooit zo geliberaliseerd dat hij de ondernemer wordt en blijft van zijn eigen ondergang, brullend om die ene extra maatregel die de put van zijn wanhoop dieper maakt.
Misschien krijgen we die pfas nooit meer weg
en al die patsers en plooiers, al die slijmers en dreigers, al die bedriegers en influencers
evenmin.
Misschien heeft het allemaal geen zin
Om wat ook te verzinnen voor wat komen moet.
Wat ze daarvan hoort is slechts een zucht,
Die ze beantwoordt met een lach.
Ze zegt:
‘Nu even serieus;
Het wordt tijd voor een eigen lobby
Een lobby voor het bewustzijn
Dat jij en ik delen en samen met ons velen
Die genoeg hebben van het graaien,
Beantwoord door schouderophalen.
Genoeg van het gokken
Met de toekomst van anderen.
Jij en ik, een eigen lobby
Liefst in een parlement
Waar we pleiten voor het verdelen
Van contentement.
Waar we mensen ontvangen en in hun waarde laten,
Waar niet alleen de kosten worden gezien, maar juist gejuicht wordt bij de baten.
Laat ons dus pleiten
voor bijen die dienen blijven te zoemen,
voor voedsel dat ons sterkt,
voor het saneren van de bodem,
voor meer inspraak voor de burger en dat zijn wij allemaal,
voor alles dat ons helpt en niet schaadt.
voor mensen die dienen te leven op straat
voor dat ene grote gebaar, gevolgd door zoveel anderen
laat ons pleiten voor wat echt werkt.
Alles komt goed omdat het moet.
Alles komt goed omdat wij zullen doen wat moet gebeuren.
Het wordt tijd voor een eigen lobby, schat,
En ik weet dat jij dat ook merkt.
Want toen je nog gisteren zei dat je me graag zag
Ritselde een bewustzijnsrevolutie
En proefde ik jouw lobby-gedrag.’
Portret van Jeroen Olyslaegers
Klik op de foto of op de hyperlink
Bron: Jeroen Olyslaegers