‘Mama, ik wil iets betekenen voor de maatschappij. Ik wil niet zomaar Julie Van Espen zijn.’ Nadat haar ouders zich tweeënhalf jaar afschermden voor de media, haalt de moeder van het vermoorde meisje herinneringen aan haar op in een boek.
Douglas De Coninck – De Morgen
“Ze hebben het ons respectvol en in kleine doses verteld. Tot op de dag van vandaag spelen haar laatste momenten zich voortdurend af in mijn hoofd als een film. Het zijn beelden die ik niet wil zien, maar die zich telkens weer opdringen. Heel belangrijk voor mij is dat Julie niet verkracht is. Ze heeft gevochten, ze heeft niet toegegeven, maar ze heeft die strijd wel met haar leven moeten betalen.”
Het is een van de zeldzame passages in het net verschenen boek waarin moeder Kaat stilstaat bij die fatale dag, zaterdag 4 mei 2019. Toen Julie Van Espen (23) tijdens een fietsrit langs het Albertkanaal richting een etentje met vriendinnen oog in oog kwam te staan met Steve Bakelmans (41). Twee dagen later zou haar lichaam ter hoogte van de oude Theunisbrug in Merksem worden aangetroffen op de bodem van het kanaal.
Bakelmans, wiens naam in het boek geen enkele keer valt, werd eind vorig jaar tot levenslange opsluiting veroordeeld.
‘Ze had een oneindig vertrouwen in de wereld’
REBEL
“Er is heel veel gewikt en gewogen, over wat wel en wat niet kon worden vrijgegeven”, zegt schrijfster Diane Broeckhoven. “Ik ging een half jaar lang wekelijks op bezoek bij Kaat in ’s Gravenwezel. Om met haar te praten, of met familie of vriendinnen van Julie erbij.
Kaat had de grote wens om Julie op de een of andere manier in leven te houden. Ze willen graag dat de wereld weet wat voor een fantastische vrouw Julie was.”
De ontmoeting tussen moeder en schrijfster kwam er toevallig, in de zomer van 2019, in de tuin van het Antwerpse Begijnhof. “We raakten aan de praat en Kaat vroeg bijna meteen of ik dit boek wou schrijven”, vertelt Diane Broeckhoven. “Ik zei eerst nee, want ik had op dat ogenblik een ander project. Zij had me wel haar nummer gegeven, en toen ik thuiskwam en er even over had nagedacht, besloot ik om het toch te doen. We hadden meteen een klik.”
“Ik begreep snel waarom de familie zich altijd zo terughoudend opstelde tegenover de media. Kaat wil niet voor de rest van haar leven de supermarkt of de Meir ontwijken uit vrees herkend worden als de moeder van Julie. Ze wil niet voortdurend verhalen van anderen moeten aanhoren. Want dat is wat mensen vaak willen: ze hebben zelf ook iets naars meegemaakt, en willen dat dan aan haar vertellen. Dat is natuurlijk altijd ontzettend goed bedoeld, maar Kaat kan dat gewoon niet aan.”
Julie Van Espen wordt geboren op 27 februari 1996 en groeit op als een opstandige, eigenzinnige kleuter waar niet mee te onderhandelen valt. Niet over groenten, en nog minder over broodkorsten waarvan op een dag een hele verschraalde verzameling zal worden teruggevonden tussen de snoeren van een oud tv-toestel. Ze is een rebel die al op haar twaalfde op stadspleintjes rondhangt met vroeg-puberale verliefdheden. Het doet haar ouders besluiten om de groene rand op te zoeken: ’s Gravenwezel.
Julie en haar jongere broer en zus worden naar het Vita et Pax-college gestuurd, een katholieke school in Schoten. Haar moeder beschrijft in het boek: “Regels waren er om een mouw aan te passen, te buigen of te breken, vond Julie. Het werd al snel een uitdaging om haar grenzen voortdurend te verleggen. Hoeveel te laat kon ze komen en lukte het haar om nog ongezien bij de groep aan te sluiten?”
VRIENDINNENMEISJE
Na haar middelbaar kiest Julie Van Espen voor Toegepaste Economische Wetenschappen (TEW) aan de Universiteit van Antwerpen. Haar moeder haalt in het boek een gesprek op met haar uit die periode: “Mama, ik wil iets betekenen voor de maatschappij. Ik wil niet zomaar Julie Van Espen zijn.” Hoe druk ze het voor zichzelf ook maakte, ze vond altijd tijd. Ook voor Youssra, een jong Nederlands meisje met Marokkaanse achtergrond dat graag aan de universiteit wou gaan studeren en aan wie ze bijles wiskunde gaf.
Diane Broeckhoven: “Julie Van Espen heeft aan een heel hoog tempo geleefd, altijd heel erg wijs voor haar leeftijd. Elke dag begon voor haar nog voor 7 uur, met de bedoeling er zoveel mogelijk uit te halen. Ze trok twee of drie kamerjassen over elkaar aan en liep met een thermoskan koffie, meestal blootsvoets, naar de buren. Voor een knuffel met hun hond. Om de buitenlucht op te snuiven, studerend met haar tablet of boek in de hand. Ze was heel verbonden met de natuur.”
“Haar moeder vertelde me hoe er altijd een soort glow over haar hing. Ze maakte tijd voor iedereen, ze was een echt vriendinnenmeisje dat zoveel afsprak dat ze meestal te laat kwam, of niet.”
Haar vriendinnen maken een onderscheid tussen de Julie van voor en die van na haar half jaar Erasmus-uitwisseling in Brisbane aan de Australische goudkust, in 2016. Haar haren waren opeens blond, ze was vermagerd, haar vizier op het leven stond nog scherper dan daarvoor.
Broeckhoven: “Ze ging leven zoals ze daar had gedaan, altijd blootsvoets. In Brisbane had ze zich ook lid gemaakt van een bijbelgroepje. Julie komt uit een katholieke familie, toch denk ik niet dat ze ooit veel tijd in een kerk heeft doorgebracht. Maar dat bijbelgroepje voorzag wekelijks gratis eten en drank, en dat – denkt haar moeder – zal er vast ook wel voor iets tussen hebben gezeten.”
“Julie gaf zo weinig mogelijk geld uit aan eten en drank. Ook niet aan kleren. Ze liep rond in goedkope tweedehands outfits. Het materiële zei haar helemaal niks. Ze was anderzijds heel erg gul voor haar vrienden en vriendinnen. Zo stond ze in het leven: omring je zo vaak je kan met zoveel mogelijk waardevolle mensen. Er zijn mensen met wie ze vijf minuten heeft gepraat en die haar nooit zijn vergeten.”
SPIRITUALITEIT
Kort na haar terugkeer leert ze Thomas kennen. Hij is haar ware. Thomas wordt door de Van Espens omarmd als een extra zoon. Een dag voor die fatale 4 mei trekt Kaat naar een bouwbedrijf met de vraag naar de mogelijkheden voor een groot tuinhuis, waar het stel op proef kan gaan samenwonen. “Julie zag het helemaal zitten”, beschrijft Kaat. “Een week na haar dood zat de offerte in de brievenbus.”
Julie Van Espen is in de laatste maanden van haar leven bezig met haar thesis voor haar specialisatiejaar Internationale Betrekkingen en Diplomatie. Ze is erg begaan met de wereld. In maart 2019, twee maanden voor haar dood, neemt ze met een delegatie studenten nog deel aan een conferentie van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties in Genève.
Tijdens het voorbereiden van de uitvaart, met bisschop Johan Bonny, vindt zus Elise tussen achtergelaten spullen het Engelstalige bijbeltje dat Julie in Australië heeft gekoesterd. Ze heeft in het bijbeltje enkele psalmen onderlijnd en haar ouders zien daar profetische tekens in.
Psalm 16.6: ‘Mijn aandeel in het leven is aangenaam geweest: mijn deel was prachtig.’
Psalm 69.2: ‘Ik zink in de modder, er is geen vaste grond meer. Ik bevind me in diep water en de vloed overstroomt me.’
MY HAPPY PLACE
Kaat zegt zich altijd zorgen te hebben gemaakt over de manier waarop haar dochter door het leven raasde: “Julie luisterde naar niemand. Ze deed altijd wat zij zelf het beste vond en wat haar hart haar ingaf. Ze zag nergens gevaar en had een oneindig vertrouwen in de wereld. Over haar ben ik altijd veel ongeruster geweest dan over onze andere twee kinderen.”
Die laatste zaterdag brengt Julie in de tuin bij haar moeder door, om aan haar thesis te werken. Ze gaat rond zessen naar de keuken voor de zalm, de kaas en de wraps. Het is haar bijdrage voor het etentje met vriendinnen en een dag later ook de inhoud van haar fietsmandje dat door vrienden als eerste aanknopingspunt zal worden gevonden langs het kanaal in Merksem.
Kaat in het boek: “Ik wenste haar een fijne avond met de vriendinnen en weg was ze. Net na haar vertrek, iets voor zeven uur, snapchatte ze naar haar vriendinnen vanop de fiets. Dat deed ze voortdurend: foto’s en filmpjes van zichzelf maken en posten, met vrolijke teksten erbij. Een foto van zichzelf op de fiets aan het water met als tekst ‘My happy place’ was haar laatste boodschap.”
Je fluistert in mijn oor, Diane Broeckhoven, 125 p., uitgeverij Vrijdag
Bron: De Morgen