Literatuur – Schrijversduo Elvis Peeters wint de Ultima voor de Letteren

Elvis Peeters

Afgelopen week kreeg Elvis Peeters – het schrijverskoppel Nicole Van Bael en Jos Verlooy – de Ultima voor de Letteren. Ze praten met De Morgen over dertig jaar naast en met elkaar schrijven, het verschil tussen een roman en een pamflet en de gemeenschapsvormende werking van een voetbalkantine.

Marnix Verplancke – De Morgen


‘Een vriend stuurde me een sms, dat hij moest kotsen van ons boek’

Nicole Van Bael


“Een schoner compliment kun je toch niet krijgen?” reageert Nicole Van Bael, de vrouwelijke helft van schrijversduo Elvis Peeters, als ik een zin citeer uit het juryrapport van de Ultima die ze net heeft ontvangen.

‘Telkens is hun werk geëngageerd en daagt het uit om na te denken over actuele en belangrijke thema’s’, staat er.

“Een boek moet voor ons inderdaad relevant zijn,” valt haar man Jos Verlooy – de andere helft van Elvis Peeters – haar bij.

“Je moet toch iets over de tijd zeggen waarin je leeft, betrokken zijn bij je samenleving.”

Al meer dan dertig jaar schrijven Van Bael en Verlooy aan een oeuvre dat bestaat uit verhalen, romans, toneelstukken, poëzie en kinderboeken.

De op Ketnet te bekijken serie Meneer Papier is een van hun creaties, net zoals het onlangs met de publieksprijs van de Boon bekroonde kinderboek Kijk dan toch!, geïllustreerd door Sebastiaan Van Doninck.

Al zouden we misschien beter intellectueel pingpongen zeggen in plaats van schrijven, want Elvis Peeters blijkt een creatuur dat voortspruit uit actie en reactie.

De twee schrijvers werken elk apart, sturen elkaar stukken tekst door en werken daar dan op voort.

Het vertrekpunt en het thema liggen vast, maar een lijn hebben ze niet. Ze zien wel waar ze uitkomen, en dat kan soms voor complicaties zorgen, zoals Verlooy uitlegt:

“We kregen ooit de vraag van een toneelgezelschap of we een stuk wilden schrijven voor hen. Zij kregen subsidies op basis van een synopsis. Maar die konden we natuurlijk niet leveren.

“Dus hebben we het stuk eerst geschreven en hebben we er daarna een synopsis van gemaakt, in de hoop dat die goedgekeurd zou worden. Wat trouwens gelukkig ook is gebeurd.”

De voorbije decennia stond Elvis Peeters niet alleen garant voor geëngageerde literatuur, vaak bleken hun boeken ook bijzonder visionair te zijn.

Wat bijvoorbeeld te denken van hun eerste grote succes, De ontelbaren (2005), waarin de vluchtelingencrisis centraal stond op een moment dat er van zo’n crisis nog geen sprake was?

Of van De ommelanden (2019), een roman over de steeds wijder wordende kloof tussen stad en platteland, die ze bij wijze van spreken werkelijkheid zagen worden toen de gele hesjes de straat op gingen?

En dan is er nog Wij (2009) natuurlijk, het boek dat insloeg als een bom, over acht jongeren die zich uit verveling te buiten gaan aan de grofste immoraliteiten, die een man aanmoedigen om van het dak te springen en hem lachend een loser noemen wanneer hij het ook doet, die zich prostitueren, een wesp in een clitoris laten prikken en een meisje penetreren met een ijspegel tot ze eraan sterft.

“Niemand dacht toen echt na over de mogelijkheid van een vluchtelingencrisis,” herinnert Van Bael zich over het ontstaansproces van De ontelbaren.

“Zelf zijn we er ook niet aan begonnen met het idee om een vluchtelingenroman te schrijven. Er waren twee zaken die ons stimuleerden.

“Het eerste was de verre armoede die iedereen op zijn tv-scherm zag. Wat als we die afstand weg zouden knippen, dachten we, dat er geen mensen in de Sahel liggen te verhongeren, maar wel voor je eigen deur. Wat doet zoiets met een mens?

“Het tweede was wat er tijdens de oorlog in Irak gebeurde in een Turks-Koerdisch dorp. Dat werd op korte tijd overspoeld door Iraakse vluchtelingen, waardoor de lokale bevolking opeens een minderheid werd.”

Verlooy: “Er was toen ook een studie gepubliceerd waaruit bleek dat als iedereen hetzelfde welvaartsniveau als in België zou willen, we vier aardbollen nodig zouden hebben.

“Dat was dus onmogelijk, maar iedereen zou dat natuurlijk wel willen, dachten we, dus zouden al die mensen op zoek naar een beter leven naar het noorden komen.”

Typerend voor jullie schrijfstijl is dat jullie geen moreel standpunt innemen, ook niet in De ontelbaren. De lezer moet het zelf maar uitzoeken?

Van Bael: “We willen onze lezers niet bij het handje nemen en zeggen: dit is het probleem en zo moet je ernaar kijken. Dan onderschat je hen. Je wil dat ze zelf nadenken. Een roman is geen pamflet.”

Die morele neutraliteit is jullie na de publicatie van Wij door velen kwalijk genomen. Ging dat boek te ver?

Verlooy: “We hebben toen inderdaad veel verwijten naar het hoofd geslingerd gekregen: hoe smerig het was om zo’n boek te schrijven en hoe pervers wat er allemaal in ons hoofd omging.

“Maar het straffe is dat we bijna niets moesten verzinnen. Alles kwam gewoon uit de media. Dat van die man die onder veel aanmoedigingen zelfmoord pleegde, stond gewoon in de krant.

“De jongeren in ons boek leefden het verhaal dat hun door de vorige generatie was aangereikt.

“Als je opgroeit in een wereld waarin alleen de economie belangrijk is, spiegel je je aan iets amoreels: wat kan, doe je ook en verantwoordelijk voel je je er niet voor.

“Wat wij toonden was niets anders dan wat je in de Londense City dagelijks te zien krijgt. Wij hebben dat alleen doorgetrokken tot op maatschappelijk niveau.”

Van Bael: “Is Wij een afschuwelijk boek? Natuurlijk, maar wij hielden de lezers alleen een spiegel voor.

“Een vriend stuurde me op een ochtend een sms, dat hij de hele nacht doorgelezen had aan Wij, tot het licht werd, hij de laatste bladzijde omsloeg en moest kotsen.

“Ik kan me dat best voorstellen, al was choqueren niet ons doel. Voor mij vormden die reacties het duidelijkste bewijs dat het genoeg is om bepaalde zaken te tonen om mensen tot nadenken aan te zetten. En dat vind ik toch nog steeds het belangrijkste.

“Men nam het ons vooral kwalijk dat we over middenklassenjongeren schreven zonder dat er van een drank- of armoedeprobleem sprake was. Want dat zie je altijd, uitzinnig gedrag door drugs.

“Maar daar was het ons niet om te doen, wel om het gebrek aan moraal en verantwoordelijkheidszin in de hedendaagse maatschappij.”

Elvis Peeters Beeld Thomas Sweertvaegher

De spanning tussen individu en gemeenschap, en wat er met het individu gebeurt wanneer die gemeenschap verdwijnt, is een constante in het werk van Elvis Peeters.

Ook in hun vorig jaar verschenen roman De tijden.

We volgen boer Emiel, die vanaf de jaren 70 de traditionele, kleinschalige landbouw plaats ziet maken voor de door het Europese Mansholt-plan op een hoger rendement gerichte industrie.

Emiel heeft een dochter, Hannelore, die begint als revolutionaire punker, maar uitgroeit tot zaakvoerder van haar eigen Londense marketingbureau.

En Hannelore heeft op haar beurt een zoon, Matteo, die wat verloren loopt in de hedendaagse wereld, zich van de weeromstuit bekeert tot de extreemrechtse identiteitspolitiek en samen met zijn vriendin en zijn kruisboog een autonoom leven wil gaan leiden in de natuur.

Verlooy: “Begin jaren 1980 hebben we het verschrompelen van het middenveld voor onze ogen zien gebeuren. Het was de tijd van de Burgermanifesten van Guy Verhofstadt, die een rechtstreekse link tussen de burger en de overheid propageerde.

“Het verenigingsleven diende nergens meer toe. Voortaan zou het individu zelf gehoord worden door middel van volksraadplegingen. Maar dat individu had uiteindelijk niets te zeggen. Het werd vermalen tussen de raderen van de macht.

“Aangezien we zo dicht tegen het maatschappelijke aanzitten met ons werk, is het bijna logisch dat die tegenstelling tussen individu en gemeenschap erin aan bod komt.

“Wanneer je de media volgt, krijg je de indruk dat politici veel te zeggen hebben – ‘De overheid moet ontvet worden,’ of ‘Er moet meer geld naar defensie’ – maar uiteindelijk wordt heel veel door bedrijven beslist, en democratisch zijn die niet.

“Wie de meeste aandelen heeft, beschikt over de luidste stem, wat te vergelijken is met het negentiende-eeuwse cijnskiesrecht.

“Ik vind het bijvoorbeeld frappant dat er over veel zaken die ons leven ingrijpend veranderen nooit gediscussieerd wordt.

“Gaan we de gsm invoeren of blijven we met een vaste telefoon werken? Daar is nooit over gepraat.

“Bedrijven bieden aan wat ze willen en daarna moet de samenleving het maar oplossen. We worden gestuurd door algoritmes die ten dienste staan van bedrijven.

“De politiek heeft tot op grote hoogte de macht uit handen gegeven.”

Maar hoe krijg je die terug? Hoe stimuleer je maatschappelijke solidariteit?

Verlooy: “Omdat het middenveld is afgebrokkeld, komen groepen gelijkgestemden vaker bij elkaar.

“Neem bijvoorbeeld mensen die elkaar kennen van de tennisclub. Dat is een bepaald deel van de bevolking. Die kunnen heel solidair zijn met elkaar, maar in hoeverre zijn ze ook solidair met anderen?

“Een bredere solidariteit heb ik in de voetbalkantine ervaren, toen onze zoon nog voetbalde. Daar krijg je een bredere doorsnede van de samenleving. In onze vriendenkring zitten er niet echt Vlaams Belangers, maar in de voetbalkantine kom je die wel tegen.

“Die lijkt veel meer op het middenveld van weleer.”

Van Bael: “Zo’n kantine is het bewijs dat maatschappelijke samenhang nog wel degelijk mogelijk is, alleen moeten we uit onze niche willen breken. Er zijn echt nog wel gemeenschapsvormende initiatieven.

“Samen met tweehonderd anderen hebben wij in Heist-op-den-Berg de Hnita Jazz Club nieuw leven ingeblazen, de loodgieter naast de IT’er, de huismoeder naast de schrijfster.

“We hebben het gebouw samen aangekocht en helemaal gerenoveerd en we organiseren nu meer dan tachtig concerten per jaar.

“Er gebeuren echt veel goeie dingen. Je moet het alleen willen zien en eraan meedoen. Ik ben er zeker van dat dit mensen dichter bij elkaar brengt en op de lange duur het vertrouwen in onze instituties en het rechtsapparaat bevordert.”

Zelfs Robinson Crusoe had zijn Vrijdag nodig, zei je ooit.

Verlooy: “Het is inderdaad een illusie dat je in je eentje zou kunnen bestaan. Wij zijn sociale wezens. Een mens wordt pas een mens door in contact te komen met andere mensen, door de blik van de ander, zoals de Frans-Joodse filosoof Emmanuel Levinas zei.

“Het pure individualisme leidt tot niets, want dan ben je geen mens meer.”


Om hun lezers te bedanken voor het vertrouwen en voor de Ultima, doet Elvis Peeters iedereen het e-boek Oradour cadeau, een novelle die zich in het Franse dorp afspeelt waar op 10 juni 1942 de Waffen-SS een vreselijke wraakactie op touw zette.
Er vielen 642 doden.

Download gratis e-boek Oradour



Elvis Peeters
Jos Verlooy en Nicole Van Bael, samen Elvis Peeters: ‘We willen onze lezers niet bij het handje nemen en zeggen: dit is het ­probleem en zo moet je ernaar kijken. Dan onderschat je hen.’

Lees ook


Bron: De Morgen

Welkom op Facebook

Naar de website