Op zijn 65ste krijgt Tom Lanoye de driejaarlijkse Prijs der Nederlandse Letteren, de meest prestigieuze literaire prijs in ons taalgebied. “Deze prijs is voor mij ook een beetje een erkenning voor spoken word en slampoetry.”
Veerle Vanden Bosch – De Standaard
‘‘“Ik hoop niet dat deze prijs betekent: houd er nu maar mee op”’
Tom Lanoye
Romancier, dichter, columnist, pamflettist, scenarist, theaterauteur: Tom Lanoye (1958) is het allemaal.
En in elk van die disciplines is hij al jaren een gezaghebbende stem.
Het heeft een van de boeiendste oeuvres opgeleverd in de Nederlandse literatuur van de jongste decennia.
Die andere grote bekroning voor zijn werk – de Constantijn Huygens-prijs – kreeg hij al in 2013.
Daar komt een decennium later de grootste erkenning bij die een auteur in ons taalgebied kan krijgen: de driejaarlijkse Prijs der Nederlandse Letteren.
Het is de bekroning van “een van de meest veelzijdige, meest gelauwerde en ook meest gelezen auteurs in ons taalgebied”, aldus het persbericht.
“Niet alleen in het theater en de romankunst heeft Lanoye literaire bakens verzet.
Ook als eerste Antwerpse stadsdichter en satirisch columnist heeft hij het vaarwater van de Nederlandse letteren verbreed met gedurfde stellingnames, maatschappelijke betrokkenheid en steun voor nieuw en jong talent.”
Toen hij ervan op de hoogte werd gebracht dat hij de eerste Vlaamse laureaat is na Leonard Nolens in 2012, was dat een bijzonder moment, zegt Lanoye aan de telefoon.
“Ik kon niet geloven dat ik op een en dezelfde lijst mag staan als Herman Teirlinck, Hugo Claus, Gerard Reve, Jeroen Brouwers …
Dat is niet niets.
“Als je alleen nog maar naar de recentste laureaten kijkt: Judith Herzberg (2015), Remco Campert (2018) en Astrid Roemer (2021). Wat een bijzondere oeuvres.
“Ik weet wel dat ik intussen ook enkele dingen heb geschreven die het rechtvaardigen om daarnaast te mogen staan, maar dat is nog wat anders dan het ook werkelijk te zien gebeuren.”
Schrijver en podiumbeest
Al vanaf het prille begin had Lanoye een heel eigen stem.
“Een druktemaker, een babbelaar, een bemoeial, opdringerig en luidruchtig: Lanoye was het van kindsbeen af. Het hoort bij zijn persoonlijkheid. Voor een schrijver is het een godsgeschenk”, schreef Marc Reynebeau bij zijn 65ste verjaardag in deze krant.
“Samen met generatiegenoten als Herman Brusselmans, Kristien Hemmerechts en Peter Verhelst schudde hij de Vlaamse literatuur in de jaren 80 flink door elkaar.
Hij debuteerde in 1980 met poëzie.
In 1985 verscheen zijn prozadebuut: Slagerszoon met een brilletje, een bundel autobiografische verhalen die een snaar raakte – ook in Nederland, na een televisieoptreden in de talkshow van Sonja Barend.
Van meet af aan trok Lanoye de boer op: hij bracht Slagerszoon met een brilletje ook op diverse podia.
Het werd een constante in zijn oeuvre: Lanoye is schrijver én podiumbeest, een “acteur in het lijf van een schrijver”, zoals hij zichzelf weleens heeft genoemd.
“Het is eigenaardig dat performance als een bijkomstigheid wordt gezien”, zegt hij aan de telefoon.
“Voor mij moet literatuur mooi gedrukt en vormgegeven zijn – ik werk al veertig jaar samen met vormgever Gert Dooreman – maar óók levendig aanwezig zijn op de planken.
“Literatuur heeft geen grenzen, je moet alle mogelijke technieken van het ene ook gebruiken voor het andere.
“Deze prijs is voor mij daarom ook een beetje een erkenning voor spoken word en slampoetry: die moeten een essentieel onderdeel van literatuur worden om de letteren toekomst te geven.
“Literatuur komt voort uit een orale traditie, laat alle genres door elkaar lopen, dat is mijn credo.
“Ik hoop niet dat deze prijs betekent: houd er nu maar mee op. Ik zie hem als een extra aansporing, een bevestiging dat het een goede weg is die ik volg, die combinatie van performance, pamfletten, romans, theater, bewerkingen, poëzie.”
De vrijheid van kunst
Lanoye schreef spraakmakende romans, zoals Kartonnen dozen en Sprakeloos, een ode aan zijn moeder, de slagersvrouw die een grote liefde had voor het amateurtoneel en hem Hugo Claus leerde lezen.
Dat zijn moeder haar spraakvermogen verloor, deed Lanoye terugkeren naar de wortels van zijn schrijverschap: zwijgen is geen goud, was zijn conclusie, spreken is een noodzaak.
Urgentie, theatraliteit en taalvuurwerk zijn de hoekstenen van zijn oeuvre.
In zijn jongste roman De draaischijf (2022) buigt hij zich over de Vlaams-nationalistische collaboratie.
Ook als theaterauteur en bewerker geniet hij internationale faam, met de Shakespeare-marathon Ten oorlog, Mamma Medea, Bloed en rozen en Koningin Lear.
Afgelopen weekend ging een nieuw stuk van hem in première: Lady + Lord MacBeth.
“In totale vrijheid wervelt de taalvirtuoos Tom Lanoye door de Nederlandstalige letteren- en toneelwereld. Tegelijk bevraagt hij juist die twijfelachtige vrijheid van kunst in een tijd die vraagt om stellingname”, zegt de jury.
“Wij bekronen graag het spektakel dat het schrijverschap van Tom Lanoye al veertig jaar is.”
De prijs, waaraan een bedrag van 60.000 euro is verbonden, wordt afwisselend uitgereikt door de Belgische en de Nederlandse koning. In de herfst zal koning Filip de prijs aan Lanoye overhandigen.
“Ik kijk uit naar de uitreiking ten paleize, het is een van de zalen waar ik nog maar weinig heb opgetreden, na Theater Carré en de Bourla”, grapt Lanoye.
“Samen met kunstencentrum Behoud de Begeerte gaan we er een literair woordspektakel van maken, waarin ook het Afrikaans, die geweldige zustertaal van ons, betrokken zal worden.”
Lady + Lord MacBeth is een productie van Theatergroep Suburbia en toert door heel Nederland. De regie is van Olivier Diepenhorst, de hoofdrollen worden vertolkt door Joy Wielkens en Alwin Pulinckx.
Lees ook
Lees ook
Klik op de hyperlinks en lees meer berichten
Bron: De Standaard