Over een maand is het weer zover: verkiezingen. Al mag u dit keer, voor het eerst sinds 1893, ook thuisblijven. De opkomstplicht geldt niet meer voor de lokale stembusgang.
Jeroen Van Horenbeek - De Morgen
‘Zeker niet alleen foertstemmers kunnen afhaken.’
“We vragen dat een historische vergissing wordt vermeden.”
Het is de zomer van 2021 en het Vlaams Parlement buigt zich over de afschaffing van de opkomstplicht bij de lokale verkiezingen.
Een reeks politicologen, onder wie bekende namen als Carl Devos (UGent) en Johan Ackaert (UHasselt), tekent bezwaar aan.
In een open brief waarschuwen ze voor een terugvallende opkomst voor ‘het feest van de democratie’. Met name onder de maatschappelijk zwakkere groepen. Zij dreigen snel af te haken.
De politiek volgt niet.
Binnen de centrumrechtse Vlaamse meerderheid bepleiten Open Vld en N-VA al langer het einde van de opkomstplicht.
Bij de liberalen leeft de erfenis van oud-premier Guy Verhofstadt door. Begin jaren 90 schreef hij in zijn Burgermanifesten al dat een afschaffing nodig is om het politieke debat een boost te geven.
Niet toevallig is bevoegd Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers (Open Vld) nog een tijdlang zijn woordvoerder geweest.
Cd&v is een voorstander van de opkomstplicht, maar de partij heeft tijdens de regeringsvorming in 2019 haar arm laten omwringen.
“Ik heb nog getracht om de afschaffing - een beslissing van voor mijn tijd - tegen te houden in 2021”, herinnert voormalig cd&v-voorzitter Joachim Coens zich.
“Zonder succes, spijtig genoeg.”
Als burgemeester van Damme probeert hij nu zoveel mogelijk kiezers richting het stemhok te praten.
“Al is het soms een beetje dubbel. Veel mensen beseffen nog niet zo goed dat ze eigenlijk niet moeten gaan stemmen op 13 oktober. Je wil ook geen ‘reclame’ maken.
"Hopelijk valt het aantal afwezigen uiteindelijk mee. Ik vind het draagvlak van onze democratie heel belangrijk.”
Woede
Ook mét de opkomstplicht zien politicologen het aantal mensen dat deelneemt aan verkiezingen al decennia afnemen. Traag maar gestaag.
Bij de nationale verkiezingen in juni zijn ruim 300.000 Vlamingen niet komen opdagen aan het stemhokje. Wat overeenkomt met 6,5 procent van de stemgerechtigden.
In het ‘beste’ geval is het desinteresse. In het slechtste geval speelt ongenoegen of woede. Vaak is het een mix.
Sowieso wordt het stijgende aantal afwezigen vaak gelinkt aan het feit dat de opkomstplicht al jaren niet meer afgedwongen wordt door justitie (op voorzet van veelal liberale ministers van Justitie).
Zonder opkomstplicht bij de lokale verkiezingen zal het aantal afwezigen verder oplopen, zoveel is zeker.
Onder specialisten wordt rekening gehouden met nog eens 10 tot 15 procent van het electoraat dat op 13 oktober niet meer opdaagt aan het stemhokje.
Wat betekent dat straks wellicht een op de vijf van de stemgerechtigden zich niet uitspreekt.
Naar verhouding zal het vooral gaan om jongeren en mensen met een laag inkomen.
Over heel Vlaanderen gezien zullen wellicht de Brusselse Rand en de kust als apolitieke hotspots oplichten.
“Ons beste referentiepunt is de afschaffing van de opkomstplicht voor de Nederlandse verkiezingen in 1970”, vertelt politicoloog Ruth Dassonneville (Universiteit van Montreal).
Zij doet al jaren onderzoek naar stemgedrag.
“In Nederland zagen we bij de eerste verkiezingen zonder de opkomstplicht een stevige terugval in de deelname.
"Vervolgens heeft het aantal afwezigen zich wel gestabiliseerd, rond 30 procent van het totale electoraat.
"Ik vermoed dat ook Vlaanderen die kant opgaat. Al zijn de omstandigheden natuurlijk wel heel anders.”
Een enquête van Bram Wauters (UGent) leert alvast dat gemeentenbesturen weinig of geen maatregelen nemen om de opkomst te verzekeren. Of toch zeker geen extra maatregelen.
Nogal wat gemeenten voorzien, zoals gewoonlijk, bijvoorbeeld wel vervoer voor ouderen op verkiezingsdag. Of een bericht op de eigen website dat de stembusslag voor de deur staat.
De reden voor die gelatenheid? Veel gemeentebesturen geven aan dat ze het moeilijk vinden om vanuit hun neutrale rol kiezers naar het stemhokje te lokken. En dat dit uiteindelijk de taak is van de Vlaamse overheid en/of de politiek. Zij hebben de keuze gemaakt.
De Vlaamse overheid heeft begin deze week een campagne gelanceerd die mensen op straat, via tv en op sociale media aanspoort om op 13 oktober te gaan stemmen.
“Iedereen dwingen om naar het stemhokje te gaan is niet meer van deze tijd”, zegt uittredend minister Lydia Peeters (Open Vld). Na het vertrek van achtereenvolgens Somers en Gwendolyn Rutten past zij nog even op het departement Binnenlands Bestuur.
“Er zijn nog amper landen waar een opkomstplicht geldt. Nu kiezen we voor het stemrecht. Maar we willen wel dat mensen hun recht gebruiken.”
Wereldwijd zijn er 28 landen waar de opkomstplicht geldt.
Het gaat onder meer om Argentinië, Australië, Brazilië, Ecuador, Griekenland, Libanon, Luxemburg, Peru, Singapore, Turkije en Uruguay.
In nog een handvol landen is de opkomstplicht eerst ingevoerd en daarna weer afgevoerd. Nederland is hier dus een voorbeeld van, tussen 1917 en 1970.
In België werd de opkomstplicht in 1893 ingesteld. (Sowieso blijft de regel behouden voor de regionale en federale verkiezingen. En in Brussel en Wallonië ook voor de lokale verkiezingen.)
“Ik vind het een idiote beslissing om de lokale opkomstplicht af te schaffen.” Steve Vandenberghe (Vooruit) is burgemeester in Bredene en hij maakt zich zorgen over de gevolgen in zijn gemeente.
“Bij huisbezoeken valt het gevoel mee. Maar in de klas van de zoon van een schepen hebben ze gevraagd: wie wil er gaan stemmen? Ze zijn met meer dan twintig, twee zullen gaan stemmen.
"Ik vind dat een enorm probleem. Ik wil van iedereen weten wat ze van mijn werk vinden. Niet alleen van de mensen die de moeite doen om naar het stemhokje te gaan.”
Vlaams Belang
Een andere vraag is wie electoraal zal winnen of verliezen bij de afschaffing van de lokale opkomstplicht.
Groene kiezers zijn het meest standvastig, leert het recente onderzoek De breuklijnen voorbij? door onder meer politicoloog Marc Swyngedouw (KU Leuven). 74 procent zal altijd blijven deelnemen aan de verkiezingen, ook als thuisblijven mag.
Bij het electoraat van Open Vld (58,7 procent) en Vooruit (59,4 procent) liggen deze percentages ook iets hoger dan gemiddeld.
Als de logica der dingen gerespecteerd wordt, dan horen deze partijen dus bij de winnaars van verkiezingen zonder opkomstplicht. Hun kiezers zullen vaker hun stem blijven uitbrengen.
Bij Vlaams Belang is het een ander verhaal: slechts 36 procent van de uiterst rechtse kiezers zal volgens het onderzoek van Swyngedouw nog steevast aan verkiezingen zonder opkomstplicht deelnemen. Ruim 34 procent van de achterban zegt volledig af te haken en nooit meer naar de stembus te trekken.
“Bij de afschaffing van de opkomstplicht lijkt dus vooral Vlaams Belang stemmen te zullen verliezen”, schrijft Swyngedouw.
Al veel langer wordt de afschaffing van de opkomstplicht gezien als een manier om Vlaams Belang te kortwieken.
Twintig jaar geleden al, in 2004, zei Geert Bourgeois (N-VA) daags na de verkiezingen dat uiterst rechts “vooral veel foertstemmen” aantrekt en dat een afschaffing van de opkomstplicht daarom bekeken moet worden.
VB-voorzitter Tom Van Grieken maakt zich niet druk.
“Ik ben ervan overtuigd dat onze kiezers net bijzonder gemotiveerd zullen zijn om aan de lokale verkiezingen deel te nemen.
"De komende weken zullen we hen op straat en via sociale media ook zoveel mogelijk mobiliseren.
"Ik heb trouwens niet de indruk dat de nationalistische partijen het zo slecht doen in landen zonder opkomstplicht.
"Kijk naar AfD in Duitsland of Marine Le Pen in Frankrijk. Zij sluit haar toespraken steeds af met de oproep: Quand le peuple vote, le peuple gagne. Dat klopt volledig.”
Ook Dassonneville zegt dat voorzichtigheid geboden is. Zij voorspelt “eerder beperkte” electorale verschuivingen zonder opkomstplicht. Onder meer het bonte partijenboeket in Vlaanderen zit hier voor iets tussen. Daardoor wordt de impact van de thuisblijvers waarschijnlijk gespreid.
“En wie erop rekent dat alleen de foertstemmers zullen thuisblijven, die kan weleens bedrogen uitkomen. Ook gematigde kiezers die nu schoorvoetend stemmen - uit gewoonte of plichtsgevoel - kunnen afhaken.
"In dit geval zal bijvoorbeeld een partij als cd&v dit op 13 oktober wellicht voelen.”
Historisch gezien was de opkomstplicht net een middel om de gematigde kiezers te mobiliseren.
In ruil voor de invoering van het algemeen stemrecht – een eis van de socialistische en liberale partijen – vroegen de katholieken dat alle stemgerechtigden moest opdagen op verkiezingsdag.
In de steden waren de socialisten en liberalen in opmars, met dank aan een ‘radicale’ achterban. Ook het gelovige platteland moest van zich laten horen bij verkiezingen.
Nog dit: misschien blijft het straks bij een eenmalig experiment. Op de Vlaamse onderhandelingstafel ligt een voorstel van Vooruit om de afschaffing van de opkomstplicht terug te draaien.
Cd&v is een logische medestander. Het is afwachten hoe stellig N-VA vasthoudt aan de afschaffing.
Lees ook
Bron: De Morgen