De particratie geeft ‘Arizona’ nog niet op, schrijft Marc Reynebeau. Ze verzandt stilaan in wensdenken, geobsedeerd als ze is door de macht.
Marc Reynebeau – De Standaard
Er klopt iets niet.
Het heet al van lang voor de verkiezingen van juni dat het land in een budgettaire crisis verkeert en dat er dus dringend doortastend te handelen – “hervormen” – valt.
Daarvoor lag federaal al snel de Arizona-formule op tafel, een coalitie van de N-VA, de MR, Les Engagés, CD&V en Vooruit.
Die formule lijkt stilaan doodgeboren, maar de urgentie motiveerde formateur Bart De Wever (N-VA) dinsdag toch om in te gaan op het verzoek van de koning en nog eens twee weken lang te proberen die coalitie nieuw leven in te blazen.
Maar terwijl het federaal allemaal zo traag en moeilijk ging – ondanks alle urgentie – gaven de leidende politici van het land zichzelf dit najaar wel bijna twee maanden lang vrijaf in de federale regeringsvorming.
Ze gingen iets anders doen.
Ze gingen zich volop bezighouden met de gemeenteraadsverkiezingen van oktober.
Was het met de federale begroting dan toch niet zo erg gesteld?
Veel nieuwe ideeën heeft de pauze niet voortgebracht. Waar het al in augustus op vastgelopen was, is nu nog altijd een onoverkomelijk obstakel.
Dat ligt in de zogeheten ‘supernota’ van de formateur, waarvan ondertussen tal van varianten bestaan, maar die al sinds de zomer niet wezenlijk is gewijzigd.
Want al die tijd heeft Vooruit er al moeite mee, en altijd om dezelfde redenen.
Omdat de nota te hard hakt in de sociale zekerheid, zeker de pensioenen, en daar staat bitter weinig fiscale solidariteit van de grote vermogens tegenover.
De verhouding van wat aan beide kanten van die feitelijke klassenbarrière aan offers wordt gevraagd, zo verklapte Vooruit-minister Frank Vandenbroucke op de radio, bedraagt 95 tegenover 5.
Met nog wat gepruts aan de index daarbovenop, plus een hoger btw-tarief op basisproducten, wordt dat voor sociaaldemocraten erg lastig.
Als die verhoudingen onwrikbaar blijven, zoals Vandenbroucke van de formateur begreep, heeft Vooruit inderdaad niet zo veel te zoeken in die Arizona-coalitie.
Dan wordt van de partij alleen verlangd dat ze in het parlement de stemmen levert die premier De Wever tekort komt voor zijn rechtse sociale en fiscale beleid, zonder voorts nog veel in de melk te brokkelen te hebben.
Geen “signaal” van kiezers
Toch ligt het niet zo eenvoudig als op het eerste gezicht lijkt.
Als CD&V en, steeds uitdrukkelijker, Les Engagés te mopperen hebben over de “desertie” van Vooruit uit de federale onderhandelingen, dan doen ze dat ook uit eigenbelang.
Ze lijken op Vooruit te rekenen om de erg rechtse visie van de MR en de N-VA te temperen.
Voorzitter Maxime Prévot van Les Engagés wil daarin meer “nuance en welwillendheid”, zijn CD&V-collega Sammy Mahdi deelt zelfs de bezwaren van Vooruit over de pensioenen en de scheve verdeling van de fiscale lasten.
De hoop dat het toch nog wat kan worden met Arizona ligt ondertussen al minder in de politieke realiteit dan in de retoriek.
De onderhandelaars laten zich meeslepen door oppervlakkige, welhaast holle retorische frasen, om niet te zeggen tegeltjeswijsheden. Ze klinken misschien goed, maar betekenen vrij weinig.
Een van die vermeende wijsheden is dat “iedereen over zijn eigen schaduw heen moet springen”.
Fysiek is dat al moeilijk, in de praktijk zou dat vooral voor Vooruit een opdracht zijn, eventueel onder applaus van Mahdi en Prévot.
Maar wat blijft van socialisten dan nog over, als ze het niet langer opnemen voor de pensioenen, de index of de fiscale rechtvaardigheid?
Nog zo’n veelgehoorde gevleugelde uitspraak is dat die vijfledige Arizona-formule een “heldere en logische keuze” is die de kiezer in juni naar voren heeft geschoven.
Ook dat is in het beste geval niet meer dan een rationalisering achteraf, waarvan de substantie erg dun is. Zelfs het uitgangspunt ervan klopt niet, omdat kiezers met hun stem, anders dan vaak wordt beweerd, geen “signaal” geven, laat staan coalities bedenken.
Het enige wat ze doen, is hun volksvertegenwoordigers aanwijzen.
Daarna is het aan de politici om met die mathematische verhouding tussen de partijen aan de slag te gaan, coalities op te tuigen en regeerprogramma’s uit te werken.
Een logica, helderheid en samenhang erin stoppen, moeten ze zelf doen.
Therapeutisch hardnekkig
Wie toch wil beweren dat achter de verkiezingsuitslag de “heldere logica” genaamd Arizona schuilt, bedient zich alleen maar van een metafoor en dreigt te eindigen in louter wensdenken.
De Arizona-logica steunt op niets anders dan op het feit dat de vijf partijen die erin kunnen participeren, al deel uitmaken van de eerder gevormde regionale meerderheden in Vlaanderen en Franstalig België.
Er bestaat geen enkele regel of wet die zo’n parallellisme of een afspiegeling tussen de federale en de regionale regeringen voorschrijft.
Meer nog, die zou zelfs strijdig zijn met de geest van de Belgische federalisering, die elk bevoegdheidsniveau een zo ruim mogelijke autonomie wil garanderen en zelfs precies is bedacht om de regionale politieke diversiteit zo democratisch mogelijk tot uitdrukking te brengen.
Niet dat er geen verklaring denkbaar is waarom Arizona zo lang de na te streven formule blijft, tot de therapeutische hardnekkigheid toe.
Die verklaring ligt in de steeds gulzigere machtsdrang van de partijvoorzitters – of in hun paniek dat die macht zou wegsijpelen.
Daarom willen ze zelf exclusief hun zeg hebben over zowel de federale als de regionale regeringsvorming, als over – nu dat in deze verkiezingscyclus min of meer kan – de lokale coalities.
Ook die willen ze boetseren naar hun beeld en gelijkenis – daar namen ze, budgettaire urgentie of niet, dus vrijaf voor tijdens de federale onderhandelingen.
Zo kan een kleine kongsi van voorzitters het hele democratische apparaat naar haar hand zetten.
De enige helderheid is die van de ongedeelde macht, de enige logica is die van de particratie.
De kiezer, die dat al in het stemhokje bedacht zou hebben, heeft een brede rug.
Lees ook
Lees meer berichten van
Marc Reynebeau
Bron: De Standaard