Marc Reynebeau – Burgemeester, minister, voorzitter – Wil de echte Zuhal Demir nu opstaan

Zuhal Demir: twee carrièreopties in het verschiet? Nee, hoor: drie! © Fred Debrock

Het geval-Zuhal Demir is een Gwendolyn Rutten 2.0, maar nog erger, schrijft Marc Reynebeau. Politiek jobhoppen en cumuleren is nefast voor goed bestuur.

Marc Reynebeau - De Standaard


Het wordt met de dag erger.

Vrijdag zei de nieuwe minister van (onder meer) Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) al dat ze van die functie af wil en liever burgemeester van Genk wordt.

Zondag opperde haar partijvoorzitter en, kennelijk, puppetmaster Bart De Wever dat hij Demir misschien te hard heeft gepusht” om dat Vlaams ministerschap op te nemen.

Wat de conclusie opdringt dat Demir eigenlijk altijd ongemotiveerd en met tegenzin tegen die Vlaamse opdracht aankeek.

Daar komt nu bij dat, zo bericht de VRT, Demir dat burgemeesterschap ook niet echt ambieert, ze ziet het alleen als de omweg om De Wever te kunnen opvolgen als partijvoorzitter, mocht die straks federaal premier worden.

Anders dan een minister kan een burgemeester zijn ambt immers rustig cumuleren met het voorzitterschap (zie: De Wever zelf). Wat de conclusie opdringt dat Demirs voorliefde voor Genk al evenzeer onoprecht is.

Maar het kan allemaal nog tegen­vallen.

Zondag in Genk de populaire CD&V-burgemeester Wim Dries verslaan, is voor Demir niet vanzelf­sprekend.

Een federale Arizona-coalitie is ook nog lang geen gedane zaak, en als het daarmee toch lukt, zal De Wever, zo houdt hij niet op te zeggen, met tegenzin het Schoon Verdiep in Antwerpen inruilen voor de Wetstraat 16 in Brussel.

Dubbelhartigheid en gebrek aan engagement gaan hier hand in hand.

Het zou dus kunnen dat Vlaanderen maandag, als het in Genk niets wordt, eindigt met een minister van Onderwijs voor wie de functie pas de derde keuze is.

En de minister was al gramstorig omdat ze geen viceminister-president is mogen worden. Die functie ging naar haar partijgenoot Ben Weyts, die blijkbaar een troostprijs kon eisen omdat De Wever hem, zeker na het onder­broekendebacle, niet wou behouden als … minister van Onderwijs.

En dan maar beloven dat de Vlaamse regering van onderwijs een prioriteit maakt.

Sfeer en gezelligheid

Demir ontvouwde haar persoonlijke prioriteiten vorige vrijdag, negen dagen voor de gemeenteraadsverkiezingen en twee dagen nadat de nieuwe Vlaamse regering het vertrouwen had gekregen.

Ze legde toen haar eerste werkbezoek af als minister, geheel toevallig in Genk. Het VRT-journaal bracht daarvan een ruim verslag dat gul scoorde op sfeer en gezelligheid.

  • Dat de kindjes de minister met knuffels onthaalden
  • Dat ze er zelf nog school had gelopen
  • Dat de leerkrachten blij en vereerd waren

Al stak er gemor op in de leraars­kamer over het schrappen van de pedagogische studiedagen.

De minister antwoordde dat leerkrachten er zijn om voor de klas te staan en zich maar in hun vrije tijd moeten bijscholen. Maar, beloofde ze, ze wou dat nog wel eens heroverwegen.

Een loze belofte, zo bleek, want toen volgde het nieuws over dat burgemeesterschap.

Het werk­bezoek als minister was dus in feite een onderdeel van de verkiezingscampagne van de aspirant-burgemeester.

Zo begreep ook VTM Nieuws dat. Niets sfeer en gezelligheid in de reportage over het zogezegde werkbezoek, wel hardnek­kige vragen over kiezersbedrog, waar de minister uiteindelijk geen antwoord meer op had.

’s Anderendaags maakte voorzitter De Wever het nog pijnlijker. In een poging om het verwijt van ‘posten­pakkerij’ af te wenden, maakte hij er een geldkwestie van.

Hij bestreed het ene populistische cliché met een ander, alsof politici het alleen om zakken­vullen te doen is.

Want, zei hij, wie zou nu een “zwaar betaald” ministerschap opgeven om burgemeester te worden?

Maar dan verzwijgt De Wever dat Demir ook is verkozen in het Vlaams Parlement, en het is zeer onwaarschijnlijk dat ze die zetel, waarmee wel flink te verdienen valt, zou opgeven, mocht ze burgemeester worden.

Uitgerekend De Wever weet dat ook. Hij strijkt zelf, als goedbetaalde burgemeester van Antwerpen, daarnaast al twaalf jaar ook een parlementaire wedde op.

Zo komt, met de krampachtige en onhandige pogingen om kleine en opportunistische partijstrategieën goed te praten, het hele, zo al fragiele politieke bedrijf weer in een kwade reuk te staan.

Dat is de uitloper van een oude, maar zeer hardnekkige politieke cultuur waarin een kleine groep politici die alleen zichzelf vertrouwt, zo veel mogelijk macht en controle probeert te concentreren.

Al gaat dat in tegen het principe van decentralisatie en subsidiariteit, van respect voor de autonomie en de identiteit van elk beleidsniveau, van transparantie, of het principe dat elke verkozen politicus verantwoording is verschuldigd voor een mandaat, dat hem immers niet is toevertrouwd door de partij, maar door de kiezer.

Parlement van jaknikkers

Dat machtsstreven heeft de parti­cratie voortgebracht, die de macht van het parlement heeft uitgehold en verschoven naar de door geen enkele burger verkozen partijhoofdkwartieren en ministeriële kabinetten.

De nieuwe Vlaamse meerderheid denkt zelfs na over een ‘zwijgakkoord’, zoals in de vorige regeerperiode, dat parlements­leden het recht ontzegt om, zonder voorafgaande goedkeuring van alle meerderheidspartners, eigen parlementaire initia­tieven op te zetten.

Zo krijg je vanzelf een parlement van alleen jaknikkers.

Regionale of federale functies cumuleren met lokale mandaten is ook een instrument van de particratie.

De macht komt in handen van een kleine oligarchie, de partijen laten er de ruimte om breder politiek talent te ontwikkelen mee inkrimpen, en het ­creëert een schimmig vacuüm waarin belangenvermenging een risico wordt, bijvoorbeeld als politici in Brussel beslissen over subsidies aan gemeenten waar ze zelf burgemeester of schepen zijn.

En bij politiek noodweer biedt de cumulatie een nooduitgang voor politici die hun baan en hun inkomen electoraal bedreigd weten.

Wat dat betreft, is de demarche van Demir, die nog kan kiezen tussen Genk en Brussel, nog bedenkelijker dan de vaandelvlucht van Gwendolyn Rutten (Open VLD), die deze zomer opstapte uit de al demissionaire Vlaamse regering om haar claim op het burgemeesterschap van Aarschot te vernieuwen.

Je hoort weleens beweren dat cumulatie nodig is om lokale belangen effi­ciënt op een hoger echelon te kunnen verdedigden.

Dat is de wereld op haar kop, want dat “in Brussel op tafel kloppen” kan alleen leiden tot een verdere pervertering van een al mank lopend systeem.

Elk bestuursniveau moet erover waken dat alle legitieme belangen gelijkwaardig worden behartigd.

De deur openzetten voor cumulaties en “op tafel gaan kloppen” creëert alleen machtsongelijkheid, willekeur, privileges en feodale afhankelijkheid.

Dat is het tegendeel van elk efficiënt en democratisch goed bestuur.


Zuhal Demir: twee carrièreopties in het verschiet? Nee, hoor: drie! © Fred Debrock
Zuhal Demir: twee carrièreopties in het verschiet? Nee, hoor: drie! © Fred Debrock


Lees ook

Lees meer berichten van

Marc Reynebeau


Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven