Arizona moet kiezen, schrijft Marc Reynebeau. Ofwel treuren om Gaza, ofwel meehelpen om er wat aan te doen. De coalitie kiest voor een fatalistische ‘realpolitik’ die niemand zal helpen.
Marc Reynebeau – De Standaard
13 mei 2025
Leestijd: 6 min
Maakte premier Bart De Wever (N-VA) wel helder wat hij bedoelde toen hij vorige week dinsdag over de “beelden van de humanitaire situatie in Gaza” zei dat zij “voor eenieder niet meer om aan te zien” zijn? Die duiding bepaalt immers, toch voor een politicus, welk beleid daarop moet volgen.
Wat te doen met een “situatie” als alleen de aanblik ervan al ondraaglijk is?
Blijven wegkijken is één optie, De Wevers conclusie was een andere: “Dit moet stoppen.”
Dat klinkt als wat de Amerikaanse president Donald Trump al vaak over Gaza of Oekraïne zei, dat het geweld zelfs nooit had mogen beginnen.
Het zijn vrome wensen die velen zullen delen, maar helaas begon het in beide gevallen dan toch en is het nog altijd in alle hevigheid bezig.
Woordspelletjes zijn ongepast als het gaat om drama’s. Temeer omdat net dan woorden ertoe doen, en dan moeten ze helder, ondubbelzinnig en precies zijn.
Het viel dus op dat De Wever “beelden uit Gaza” omschreef als “niet meer om aan te zien”. Dergelijke beelden zijn al lang op televisie te zien en telkens weer tonen ze diezelfde cyclus van geweld, angst, lijden en dood.
Daar draaide de moordende terreur van Hamas op 7 oktober 2023 om, die in Israël een blijvend existentieel trauma naliet.
Met dat “niet meer” in zijn verklaring wekte De Wever, allicht onbedoeld, de indruk dat de menselijke ellende in Gaza toch een tijdlang best “om aan te zien” was geweest.
Meer nog, hij schreef die perceptie toe aan “eenieder” en slechts indirect aan zichzelf. Politiek engagement knoopte deze politicus daar niet aan vast, het bleef beperkt tot emotie.
Alsof De Wever er pas nu over sprak, omdat hij zich daar onder druk van de publieke opinie toe verplicht voelde.
En alsof “eenieder” de Ludovico-behandeling had ondergaan uit de dystopische roman A clockwork orange (1962) van Anthony Burgess en de gelijknamige film (1971) van Stanley Kubrick.
Een vorm van therapie die mensen een aversie voor geweld bijbrengt door ze een onophoudelijke stroom van extreem gewelddadige filmbeelden voor te schotelen die ze, letterlijk, zonder verpinken moeten bekijken.

Beelden uit Gaza van ondervoede kinderen en dode burgers brachten dan die plotselinge aversie teweeg.
Een maand geleden nog kon de Nederlandse premier Dick Schoof zich zelfs niet inbeelden dat Israël in Gaza humanitair of ethisch “een rode lijn” kon overschrijden.
Tot zijn minister van Buitenlandse Zaken Casper Veldkamp, ook vorige week, vond dat hij nu toch “een streep in het zand” moest trekken en aangaf economische onderhandelingen met Israël te willen schorsen.
Ook al heeft dat nog niet veel praktische gevolgen gehad, het klinkt ongewoon ferm voor een minister van een land dat altijd warme sympathie voor de staat Israël koesterde.
Bij De Wever leek dat Ludovico-effect te volstaan.
Om geïnformeerd te zijn over “de humanitaire situatie”, had De Wever niet op gruwelbeelden hoeven te wachten. Tal van internationale en lokale instellingen en organisaties, officiële en ngo’s, humanitaire, wetenschappelijke en journalistieke, hebben de omvang van het Gazaanse drama immers al sinds vele maanden uitvoerig en met veel details gedocumenteerd.
Tal van getuigenissen, rapporten, studies, analyses en zelfs rechterlijke uitspraken had De Wever kunnen raadplegen, en dan heb ik het nog niet over de publieke uitspraken en intenties van de Israëlische regering en al evenzeer van Trump.
Die documenten vertellen over ruim 52.000 oorlogsdoden, onder wie zeer veel kinderen, over honderdduizenden heen en weer gejaagde en met bombardementen bedreigde, gewonde, verminkte of mentaal getraumatiseerde mensen, die doelbewust voedsel, water, medicijnen of brandstof wordt onthouden.
Over de systematische vernieling van infrastructuur, woningen, scholen en ziekenhuizen, of over hoe weinig het Israëlische leger zich eraan gelegen laat liggen om menselijke collateral damage te voorkomen.
In de conclusies is dan steevast sprake van onmogelijk lichtvaardig op te vatten termen als:
- Oorlogsmisdaden
- Misdaden tegen de menselijkheid
- Schending van de mensenrechten
- Etnische zuivering
- En zelfs genocide
De beschuldiging van genocide lijkt echter een averechts effect te sorteren in de Europese politiek: als er daar al sprake is van een rode lijn die niet mag worden overschreden, dan is het het gebruik van het g-woord en niet de Israëlische oorlogsvoering die als genocidaal wordt geduid.
Het is ook maar de vraag of de Europese politiek wel kennis wil nemen van die redeneringen en studies.
Het Nederlandse parlement zegde een afspraak met een rapporteur van de Verenigde Naties af, omdat die een voor Israël erg kritische analyse had gepubliceerd.
“Niet meer om aan te zien” is dan een nogal vrijblijvend eufemisme, waar Gaza vooralsnog weinig aan heeft.
In België richtte het daarop volgende publieke debat zich evenzeer op de eigen besognes, zoals: had de Belgische regering, de premier of diens partij dan ‘een bocht’ gemaakt?
Sinds vorige week besteedde de Arizona-meerderheid al vele uren retorische muggenzifterij aan wat een resolutie zou worden, die, zo liet een gefrustreerde CD&V-voorzitter Sammy Mahdi herhaaldelijk uitschijnen, niet is bedoeld om een constructieve bijdrage te leveren in de kwestie, maar om de verdeeldheid in de coalitie toe te dekken.
Dat doet geen recht aan de historische, ideologische, strategische, religieuze of emotionele complexiteit van het conflict dat ook de niets ontziende gruwel van de Hamas-terreur heeft voortgebracht, waarin nog altijd de herinnering aan de nazi-gruwel van de Holocaust rondwaart, net als de nog altijd niet uitgeroeide gruwel van antisemitisme en racisme.
Daar komt de humanitaire gruwel in Gaza bovenop, die dan weer de herinnering aan de Nakba van 1948 oproept.
België alleen zal die gruwel niet kunnen milderen, maar het is wel mogelijk een constructieve bijdrage te leveren.
Het helpt echter niet als de breuklijn binnen Arizona niet zozeer humanitair of ethisch is, maar vooral ideologisch en misschien zelfs electoraal, tussen de terughoudende MR en N-VA op rechts en het meer voluntaristische centrum-links.
Ze moeten toch iéts doen, nu eenieder het niet meer om aan te zien vindt.
De premier stelt dat hij kiest voor “realpolitik”. Daarom vindt hij dat de Israëlische premier Benjamin Netanyahu niet moet worden opgepakt, mocht die voet op Belgisch grondgebied zetten.
Nochtans vaardige het Internationaal Strafhof in Den Haag een arrestatiebevel tegen hem uit.
Veldkamp, ook in dat Den Haag, verklaarde al lang dat daar geen lievemoederen aan is. De Wever ziet het anders.
Daar is echter niets ‘real’ aan. Het is een negatie van internationaalrechtelijke verplichtingen.
Nochtans is het net dat wat de wereld vandaag destabiliseert en bedreigt, tot in Gaza toe: het afbrokkelen van de internationale rechtsorde, waarna het ieder voor zich wordt en niet de gerechtigheid maar de macht zal winnen, of de publieke opinie dat kan aanzien of niet.

Marc Reynebeau is journalist, verbonden aan deze krant. Zijn column verschijnt wekelijks op woensdag.
Lees ook
Lees meer berichten van
Marc Reynebeau
Bron: De Standaard