Arizona wordt een regering zonder staatshervorming, schrijft Marc Reynebeau. De N-VA zal haar kiezers dan wel wat uit te leggen hebben.
Marc Reynebeau – De Standaard
15 januari 2025
Leestijd: 6 min
Het gaat, ruim zeven maanden na de verkiezingen, nog altijd tergend traag in de federale regeringsvorming.
Al die tijd is dan nog alleen de Arizonacoalitie van de N-VA, de MR, Les Engagés, CD&V en Vooruit uitgeprobeerd.
En dan valt het nog mee dat een klassiek, doorgaans erg tijdrovend en polariserend struikelblok er niet bij is: de staatshervorming. Met immer veel drama en frustratie als gevolg.
Daarvan lijkt nu bij Arizona geen sprake. Wat opmerkelijk is, aangezien de partij die in die beoogde coalitie het voortouw neemt, de N-VA, niets minder dan een “onafhankelijke republiek Vlaanderen” als bestaansreden heeft.
Die paradox kwam afgelopen weekend op een zeer paradoxale manier aan het licht.
Op de nieuwjaarsreceptie van de N-VA zaterdag in Mechelen stelde voorzitter en federaal formateur Bart De Wever toch “concrete communautaire vooruitgang” in het vooruitzicht, omdat “verdere autonomie van Vlaanderen geen taboe” is.
De Wever, misschien de volgende premier, noemde dat zelfs als allereerste voorwaarde voor wat de deelname van zijn partij aan Arizona “de moeite waard” zou maken.
Dat klinkt vastbesloten, maar is tegelijk vrij vaag en minimaal. In commentaren van en rond De Wever werd het niet specifieker dan dat Arizona communautair “niet niets” zou zijn, dat er een lijst voorligt met “dingen die we willen, moeten en zullen hebben”.
Zeer concreet zijn zulke “dingen” allerminst. De conclusie ligt dan voor de hand: als het wat wordt met Arizona, wat over uiterlijk twee weken moet blijken, wordt het een coalitie zonder plan voor een staatshervorming.
Virtueel einde van België
Het was niet anders toen de N-VA de vorige keer in een federale coalitie stapte, de ‘Zweedse’ regering-Michel I (2014-18), die voor de partij in mineur eindigde.
Het verschil is wel groot met hoe het minder dan een jaar geleden nog klonk, in de aanloop naar de verkiezingen van 9 juni. Toen vond de N-VA dat het klassieke communautaire geneuzel en gebricoleer geen zin meer had en dat de partij alleen genoegen zou nemen met een definitieve “confederale omslag”, die het virtuele einde van België zou inluiden.
Maar feiten kwamen in de weg te staan, en ze kwamen voor De Wever onverwacht. Hoezeer hij zichzelf ook een voorspellend talent toedicht, omtrent 9 juni vergiste hij zich deerlijk. Dat kwam ook door zijn blinde wrok tegen Vivaldi, de coalitie van premier Alexander De Croo (Open VLD), door wie hij zich ten onrechte uitgesloten voelde.
Niet alleen werd Vlaams Belang op 9 juni dan toch niet de grootste partij, wat een eind zou hebben gemaakt aan zijn al twee decennia durende voorzitterschap van de N-VA, zo gaf De Wever in Mechelen toe.
Hij vergiste zich ook grondig in Franstalig België. De forse winst van de MR had hij niet zien aankomen.
Het verlies van de hele linkerzijde, van de PS, Ecolo en de PTB, verraste hem evenzeer. Wat ook inhield dat hij communautair niet zou moeten onderhandelen met de volgens hem nog best voor rede vatbare PS-voorzitter Paul Magnette, maar met MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez.
Hem zag De Wever als een onserieuze opportunist, met wie hij wel een conservatieve en rechts-liberale sociaal-economische visie deelt, maar die voorts een oubollig Belgisch unitarisme aankleeft.
En nu de MR samen met Les Engagés de macht heeft overgenomen van de PS, heeft Bouchez er nog weinig belang bij om werk te maken van wat hij voor de verkiezingen eens opperde over meer financiële verantwoordelijkheid voor de deelstaten.
De Wever maakte communautair nog een andere fout. Hij wou het altijd in zijn eentje klaren en zocht nooit bondgenoten voor zijn confederale project. Dat deed hij niet bij Franstaligen, behalve bij Magnette, en al evenmin in de Vlaamse politiek.
Zowel in 2019 als in 2023 verbaasde de CD&V-specialist ter zake, gewezen Vlaams minister Benjamin Dalle, zich daar publiek over.
En dan is er nog dat in 2014 bedachte confederalisme zelf. Nadat de N-VA er in de Zweedse coalitie al niets mee had gedaan, was het nooit nog een onderwerp van gesprek of verbetering, ook niet op partijcongressen, al hangt het van irrealistisch wensdenken aan elkaar.
Hoogleraar staatsrecht Hendrik Vuye, die in 2014 als N-VA-Kamerlid werd verkozen, maar de partij de rug toekeerde omdat hij haar communautair niet ernstig vond, werd nog in 2021 gevraagd om het confederalisme verder te helpen uitwerken.
“Je kunt evengoed bij de duivel te biechten gaan”, zei Vuye toen in De Morgen.
“Als ze mij opnieuw nodig hebben, weet je dat het niet goed gaat.”
Voortijdig ontslag
Politiek België mag er na 9 juni dan al helemaal anders uitzien dan De Wever had voorspeld, van zijn plannen van toen blijft wel het scenario min of meer overeind.
Dat begon met een “minikabinet” met een beperkt, vooral op sociaal-economische en budgettaire hervormingen gericht programma. Zoiets is nu in de maak.
Ondertussen zou in de luwte dat confederalisme worden voorbereid. Met, na een jaar of twee, het voortijdige ontslag van de regering en nieuwe verkiezingen – als de staatshervorming zou mislukken, maar ook in het andere geval, om de bevolking zich over dat confederalisme te laten uitspreken. Daarna zou elke deelstaat zijn weg kunnen gaan.
Die opties liggen met Arizona nog altijd open.
Vooralsnog zijn in het federale parlement geen meerderheden te vinden voor een diepgaande staatshervorming. Een paar kleine, hooguit symbolische communautaire ingrepen zijn wel al denkbaar.
De Wever wil alvast de helft wegsnoeien uit de federale budgetten voor wetenschapsbeleid en ontwikkelingssamenwerking.
Het zijn immers materies die ook tot de gemeenschapsbevoegdheden behoren.
Het zou wel betekenen dat Congo amper nog op steun mag rekenen, omdat de Vlaamse ontwikkelingshulp andere regionale prioriteiten kiest. En bij dat wetenschapsbeleid horen tal van historisch gegroeide instellingen en collecties met een nationaal werkgebied.
Als zo ook het KMI opgesplitst raakt, zal het weerbericht op tv niet langer een kaart van België tonen, maar alleen de bovenste helft ervan.
Dat kan bij sommigen de ergernis wegnemen om telkens weer België te moeten aanschouwen.
Om te weten hoe het gesteld is in Pairi Daiza, zullen ze wel op de RTBF moeten afstemmen. Al is het maar de vraag hoeveel N-VA-kiezers nog vatbaar zijn voor zulke symboliek.
In de loop der jaren en met de leegloop van Open VLD verschoof het profiel van die kiezers, voor wie het rechts-liberalisme en het conservatisme veel zwaarder gingen doorwegen dan het nationalistische sediment.
Zo kan Arizona een langer leven beschoren zijn dan twee jaar, ook zonder confederalisme.
Lees ook
Lees meer berichten van
Marc Reynebeau
Bron: De Standaard