Historische vergelijkingen zijn leerrijk in de politiek, schrijft Marc Reynebeau. Maar Antwerpen moet het doen met een erg pijnlijke en onnodige keuze.
Marc Reynebeau – De Standaard
Bij de gemeenteraadsverkiezingen zou in Antwerpen nog veel meer op het spel staan dan elders: voor de Antwerpenaars wordt het “kiezen tussen Moskou en Rome”.
Dat vindt toch uittredend burgemeester – en Kamerlid, partijvoorzitter en federaal formateur – Bart De Wever (N-VA). Niet dat hij een buitenlands conflict in de lokale politiek wil importeren.
Moskou, dat is zijn nieuwe grootste concurrent, de PVDA.
“Ik zou Rome kiezen”, geeft hij als advies mee, waarmee hij kennelijk zichzelf bedoelt.
Op 13 oktober kan het inderdaad spannend worden in Antwerpen.
Bij de jongste federale en Vlaamse verkiezingen scoorde de PVDA opmerkelijk goed. Ze werd de tweede partij, groter dan Vlaams Belang. Niet dat het succes van de PVDA meteen de N-VA bedreigt, maar ze kan wel De Wevers gedroomde bestuursmeerderheid in gevaar brengen.
Als het een beetje tegenvalt, moet hij straks nog Groen vragen om hem te komen depanneren, en aan die partij heeft hij een grondige hekel.
Hoezeer hij de PVDA vreest, blijkt uit de grote middelen die de burgemeester bovenhaalt in zijn retoriek: “Rome of Moskou.”
Daarin schuilt ongetwijfeld een historische referentie. Maar welke?
De uitspraak circuleert al van in augustus in de Antwerpse politiek, De Wever sprak ze vorige week woensdag uit in een debat en vrijdag herhaalde hij ze in een interview op VTM.
Dat ze al tot de debatfiches van de partij behoort, bleek vorig weekend, toen schepen (en Vlaams Parlementslid) Els van Doesburg, De Wevers gedoodverfde plaatsvervanger mocht hij toch premier worden, ze napraatte in De Zondag.
Met historische referenties is het altijd uitkijken. Niet iedereen begrijpt ze even goed of vindt ze even gepast.
Verwijzingen naar de politiek onstabiele jaren 30 vallen altijd slecht bij Vlaams-nationalisten.
Dat belette De Wever niet om er zich zelf aan te bezondigen, toen hij in 2023 herhaaldelijk waarschuwde voor een “Weimar-moment”, een referentie die hij overnam van VUB-socioloog Mark Elchardus.
Als er te veel kleine partijen zijn, legde De Wever uit, stort het systeem in elkaar en neemt extreemrechts het over, zoals met de machtsovername door Hitler en de nazi’s in 1933, die een einde maakte aan de democratische Weimarrepubliek.
Wat De Wever daar niet bij vertelde, was dat de Weimarrepubliek niet ten onder ging aan partijpolitieke ‘balkanisering’, maar systematisch werd ondermijnd door conservatieve, burgerlijke en aristocratische politici.
Die hadden zo al geen hoge pet op van de democratie en zagen het communisme als een veel groter gevaar dan het nazisme. Zij waren het die Hitler het laatste zetje gaven om aan de macht te komen.
Net omdat zijn Weimar-moment al bij al dubieus uitviel, liet De Wever zich door de Leuvense politicoloog Bart Maddens overtuigen om dan toch maar liever de stichting van de Franse Vijfde Republiek als een positiever ogend model te gebruiken.
Als De Wever de PVDA vandaag demoniseert als “Moskou”, dan zegt hij daarmee de communistische inspiratie van die partij te willen benadrukken. Die zou niet compatibel zijn met de kapitalistische realiteit in onder meer de haven.
Communisme associeert hij met de ruim drie decennia geleden uiteengevallen Sovjet-Unie, en dus met Moskou.
Het helpt natuurlijk dat het Moskou van Poetin vandaag nog altijd geen fijne reputatie geniet, al is daar van communisme al lang geen sprake meer. Maar historisch blijft het een rare kronkel.
De verre oorsprong van wat nu de PVDA is, een halve eeuw geleden, ligt bij de beweging Amada – Alle macht aan de arbeiders, die zich zeer nadrukkelijk liet inspireren door de Chinese Volksrepubliek, een ideologische rivaal van het toenmalige Moskou.
En waar zou die referentie naar Rome dan vandaan kunnen komen?
De stad kan veel symboliseren: het klassieke Rome, het christendom, het pausdom en het katholicisme, maar net zo goed het authentieke fascisme dat in Italië voor het eerst in de vorige eeuw een groot land in zijn greep kreeg.
Desgevallend het Italië van Georgia Meloni – die in West-Europa als eerste radicaal-rechtse politica voor elkaar kreeg wat na haar zelfs Geert Wilders in Nederland nog niet lukte: premier worden.
De Wever koketteert graag met het klassieke Rome en allicht is dat ook hier het geval.
Het “Roma victor” dat hij zich vorige woensdag liet ontvallen, wijst daar ook op: het is een strijdkreet van Romeinse legioenen op hun bloedige veroveringstochten, en is ook de naam van een militaristisch computerspel.
Maar dat maakt “Rome of Moskou” nog geen deugdelijk antagonisme in de lokale politiek.
Het oude Rome van pakweg twintig eeuwen geleden heeft bitter weinig te maken met Moskou, dat pas in de 20ste eeuw zijn referentiewaarde kreeg als het machtscentrum van de Sovjet-Unie.
Die incongruentie neemt niet weg dat de kreet “Rome of Moskou” wel degelijk echt heeft bestaan en met name jonge mensen heel concreet als een zeer dwingende existentiële keuze is voorgelegd. En hij dateert uit die vermaledijde jaren 30.
De tegenstelling verwoordt de onverzoenlijkheid van het communisme (of het bolsjewisme, zoals het toen vaak heette) met het katholicisme en met de westerse beschaving in het algemeen.
Ze past in de in Europa breed verspreide angst voor het communisme, die ontstond met de Russische Revolutie van 1917 en die mee de weg vrijmaakte voor de dictaturen in onder meer Duitsland, Italië en Spanje.
In België bediende een vrij agressieve campagne tot ‘herkerstening’ van het almaar meer seculiere land zich even vaak van die slogan.
Daaruit ontstond onder meer de extreemrechtse, tijdens de bezetting volop in de collaboratie verzonken partij Rex van Léon Degrelle, en ze motiveerde tal van jonge katholieken om de daad bij het woord te voegen en in SS-uniform aan het Oostfront tegen ‘de bolsjewieken’ te gaan vechten.
Misschien heeft de Antwerpse lokale politiek meer concrete en aardsere zorgen dan een ideologisch en historisch zo zwaarbeladen, pijnlijke keuze als die tussen Moskou en Rome.
De Wever heeft die keuze overigens als puber zelf wel moeten maken, in 1987: waar zouden de laatstejaars naartoe trekken op schoolreis, naar Moskou of naar Rome? Het werd Moskou.
Marc Reynebeau – Journalist verbonden aan De Standaard. Zijn column verschijnt wekelijks op woensdag.
Lees ook
Lees meer berichten van
Marc Reynebeau
Bron: De Standaard