Maud Vanwalleghem breekt een lans voor een desnoods gemoderniseerde versie van de alarmbelprocedure. U hoort het in Keulen donderen? Dat zijn de noodklokken.
Maud Vanwalleghem – De Standaard
11 februari 2025
Leestijd: 5 min
Sinds 1970 kende België zes staatshervormingen, die het gefederaliseerde weefsel steeds breder en dieper hebben verfijnd. Dat staatkundige vlechtwerk moet zo optimaal mogelijk zijn afgestemd op de bestuurlijke uitdagingen van het land en de regio’s, zoals een neuraal weefsel vanuit verschillende hersendelen het lichaam aanstuurt.
De staatsvorming is nooit af. Het is onvermijdelijk dat doorheen de jaren sommige van die aansturingen worden uitgebreid, vervangen, hervormd of afgeschaft.
Zo bevat het nieuwe federale regeerakkoord ambities die de bindtekens tussen de regio’s willen afzwakken, op een directe of indirecte manier: respectieve voorbeelden zijn de afschaffing van de Senaat en de beperking in de tijd van de werkloosheidsuitkering.
Als het van de huidige regeringsploeg afhangt, zal de “ideologische en filosofische alarmbelprocedure”, een reliek uit het Belgische unitaire verleden, ook worden afgeschaft. Dat blijkt uit twee summiere zinnen in het regeerakkoord.
Want zo gaat dat met regeerakkoorden: sommige fragmenten ademen pure baldadigheid, terwijl andere je zullen laten wachten op Godot.
De alarmbelprocedure die de regering wenst af te schaffen, is een weinig bekend maar razend interessant palimpsest van de Belgische politieke geschiedenis. Ze werd ingevoerd bij de eerste staatshervorming, in overeenstemming met grondwetsartikel 131 dat opdraagt om preventief bescherming te bieden tegen discriminatie op levensbeschouwelijke gronden.
In 1970 ging het weliswaar niet over de islam, maar over de machtsverhoudingen tussen katholieken en vrijzinnigen. De katholieken waren in de Nederlandstalige Gemeenschap in de meerderheid, maar in de Franstalige in de minderheid. Voor de vrijzinnigen, voornamelijk liberalen en socialisten, gold het omgekeerde.
De alarmbelprocedure was bedoeld om die minderheden in staat te stellen in de gemeenschapsparlementen een dam op te werpen tegen een volgens hen discriminerend wetgevend initiatief.
Daarvoor kon een beroep worden gedaan op het nationale parlement, waar ze op de solidariteit van de meerderheid, katholiek dan wel vrijzinnig, in het andere landsdeel konden rekenen.
De procedure werd in totaal zes keer gebruikt. De laatste keer was in 2019, vanuit het Vlaams Parlement, als reactie op de snelle decreetswijziging van de regering-Jambon waardoor organisaties die “zich terugplooien op de eigen gemeenschap” niet langer gefinancierd zouden worden.
Een implicatie was dat het Minderhedenforum zou ophouden te bestaan.
Voor het eerst in de Belgische geschiedenis werd de alarmbelprocedure toen volledig doorlopen. Dat hield in dat zowel Kamer als Senaat zich over de materie moesten buigen – gemeenschapsmaterie waar het federale niveau geen inspraak meer in had, van een vernedering gesproken!
Ook al verklaarden beide kamers de motie uiteindelijk ongegrond, dat hele gedoe werkte als een rode lap op een stier. En dus behoeft het geen verdere uitleg waarom die vervelende alarmbelprocedure op de schop moet.
Ironisch genoeg werd de Senaat in de vorige legislatuur belast met het opstellen van een informatieverslag over de wenselijkheid om die alarmbelprocedure te behouden dan wel af te schaffen. Dat verslag zullen we misschien nog kunnen consulteren in het toekomstige ‘Museum van de Senaat’.
Laat het duidelijk zijn: de alarmbelprocedure is een archaïsch en aan de huidige tijden onaangepast instrument. Het is een beetje zoals een zonnebank in tijden van zelfbruinende serums en goedkope vliegtickets (ja, die winterdip treft ons allemaal).
Het houdt geen steek, vooral omdat het Cultuurpact bestaat, terwijl ook de Raad van State in zijn advies preventief kan waarschuwen voor potentiële discriminatie in wetgeving en het Grondwettelijk Hof achteraf de wet kan toetsen aan het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel.
Bovendien zijn de oude tegenstellingen tussen katholieken en vrijzinnigen vervangen door superdiversiteit.
Alleen mag de afschaffing van de alarmbelprocedure niet leiden tot het negeren van discriminatie. Er zal al 25 procent bespaard worden op het werkingsbudget van Unia.
In een context van toenemende polarisatie en extremisme is er meer dan ooit nood aan mechanismen die minderheden beschermen.
Sterker nog: met een aangepaste alarmbelprocedure zou men een stokje kunnen steken voor ondemocratische beslissingen van ondemocratische partijen.
Hopelijk blijft grondwetsartikel 131, dat verplicht om te voorzien in een preventief mechanisme om minderheden te beschermen, bestaan.
En blijven we het debat voeren over wat “ideologische en filosofische minderheden” zijn en hoe we die diversiteit in onze samenleving inbedden. De politiek-filosofische toets is behalve een puur juridische afweging immers relevanter dan ooit tevoren.
Zulke grendels blijven belangrijk. Niet om ze oneigenlijk te gebruiken en de meerderheid te boycotten. Wel om extra waarborgen te hebben voor wie niet tot een meerderheid behoort – politiek, maar vooral maatschappelijk.
In de manier waarop een maatschappij omgaat met haar meest kwetsbaren, toont ze haar ware gelaat. En zo wordt de afschaffing van de alarmbelprocedure plots veelzeggender dan eerst gedacht.
Maud Vanwalleghem is schrijver en voormalig senator (CD&V). Haar column verschijnt tweewekelijks op dinsdag.

© Marc Herremans
Lees ook
Bron: De Standaard