Michael De Cock ziet tot zijn ontsteltenis hoe een verwoestende wapenwedloop de wereld in een wurggreep houdt. Hij pleit voor menselijkheid.
Michael De Cock – De Standaard
22 maart 2025
Leestijd: 5 min
Vorige week mocht KVS-artiste Moya Michael, die op het punt stond om met haar nieuwe creatie It’s like a finger pointing to the moon naar Istanbul te reizen, haar koffers weer uitpakken.
Nadat de Turkse president Tayyip Erdogan Ekrem Imamoglu, de burgemeester van Istanbul had laten arresteren (toch vervelend, die tegenkandidaten in een democratie) – is meteen ook het festival zonder subsidie gezet. Een maand voor het zou plaatsvinden.
Cultuur instrumentaliseren of gewoon verbieden, dat recept kennen dictators goed, en het strafste van al: ze komen er mee weg, in tijden van (door henzelf mee aangestuurde) crisis.
In deze verontrustende tijden, waarin defensie en mondiale bewapening het credo zijn, ligt cultuur mee onder vuur.
Waarom zou je bezig zijn met een gedicht, een voorstelling, een schilderij als de wereld brandt? Ik weet wel waarom, maar de mannen in de blauwe pakken niet.
Buiten begroting in schulden gaan, zoals in Duitsland, of in een handomdraai een miljard euro verzamelen die er een paar weken eerder nog niet waren? Geen probleem, toch? Buiten budget, heet dat dan.
De oorlogsindustrie draait op volle toeren, er heerst een crisissfeer, niemand luistert nog naar de tegenargumenten. Alles moet wijken voor de verpletterende wapenwedloop en de oorlogsmachine.
Nieuw is dat allemaal niet, voor wie dat mocht denken. Ga maar eens kijken naar A complete unknown over het leven van Bob Dylan in de woelige jaren 60, om te beseffen dat de oorlogsgeleerden opnieuw de maat aangeven.
Wat een verademing was het om Stef Bos te horen die in een filmpje op sociale media aangaf dat hij zijn zoon zou aanraden zich uit de voeten te maken als de een of andere wereldleider hem zou aanmanen ergens te gaan sterven, duizenden kilometers van huis.
Geen vlag, geen land, geen leider is dat waard.
Iets voor softies
We leven in een tijd waarin oorlog en geweld als oplossing primeren en onderwijs, welzijn en menselijkheid eerder iets zijn voor softies en naïeve wereldverbeteraars.
Het is een mondiaal fenomeen en we moeten ons er bewust van zijn om ons ertegen te kunnen wapenen – pun intended.
De Amerikaanse president Donald Trump heeft zich tot hoofd van het prestigieuze Kennedy Center laten benoemen. Dat doet hij niet omdat hij een eminent kunstminner is.
En zopas besloot hij het ministerie van Onderwijs op te doeken. Dat hij daarmee de toegang tot onderwijs voor miljoenen kinderen bemoeilijkt? So be it. Allemaal weggesmeten geld.
Het lijkt allemaal ‘ver van ons bed’, maar het komt steeds dichterbij. Want ook in Europa wordt het er voor de cultuur niet makkelijker op. Dat is al geruime tijd op sluikse wijze aan de gang. Zo wordt het voor artiesten steeds moeilijker om te reizen.
Niet zo lang geleden wees choreografe Dorothee Munyaneza er in deze krant nog op. Het was een huzarenstukje geweest om haar dansers de nodige papieren te bezorgen om vanuit Kigali naar Antwerpen, Brugge en Brussel te reizen.
De diplomatieke rel tussen België en Rwanda deed er allicht geen goed aan, maar het is intussen een veel breder probleem waar we bij KVS, net als alle andere internationale spelers, steeds vaker mee te maken krijgen.
De wereld slibt dicht
Het gaat vooral dan over artiesten uit Afrika of Latijns-Amerika, het zal u niet verbazen. Maar ook voor Britse artiesten ligt het helemaal niet meer voor de hand om in Europa te komen werken.
En zo slibt de wereld langzaam dicht in bekrompen enggeestigheid en wantrouwen.
Om de haverklap moeten we contact opnemen met kabinetten, administraties en diplomaten, om duidelijk te maken dat het om een kunstenaar gaat die reist om zijn werk te laten zien.
Misschien moet de Vlaamse minister van Cultuur daarover maar eens in gesprek met de federale minister van Asiel en Migratie.
Laten we ons geen illusies maken: we zullen het populisme niet tegenhouden, noch de oorlogsmachine en -retoriek meteen een halt toeroepen.
We stevenen af op een dystopie en we leven in het laatkapitalisme, stelde David Criekemans in Humo. En dat we ons daarop moeten voorbereiden.
We zullen niet anders kunnen. Maar welke prijs willen we daarvoor betalen? Ik vraag het me af, de prachtige fototentoonstelling over Lee Miller en haar ‘vergeten’ foto’s uit Dachau nog op het netvlies.
Misschien moet onze minister van Defensie zijn Europese collega’s maar eens meenemen naar het fotomuseum.
We zullen de Europese bewapeningswedloop niet kunnen tegenhouden, maar we kunnen er wel met zijn allen op toezien dat die middelen niet worden weggehaald bij wat ons tot (empathische) mensen maakt.
Daar maken onderwijs, cultuur en welzijn deel van uit.
Zullen we elke euro die we in defensie investeren, ook aan cultuur en onderwijs geven?
In deze barre tijden hebben we niet minder, maar meer verbeelding nodig.
Met wapens breek je af.
Met cultuur bouwen we weer op.
Michael De Cock
Artistiek directeur van KVS en auteur van het boek Alleen verbeelding kan ons redden.

© Patrick Berger
Lees ook
Klik op de hyperlink hieronder
en vind meer berichten over
Bron: De Standaard