Als een van de weinige vrouwelijke Midden-Oosten-journalisten komt Inge Vrancken (52) al meer dan twintig jaar in oorlogsgebied. Een gesprek over de VRT, risico’s nemen en conflicten toen en nu.
Sofie Mulders – De Morgen
‘Miljoenen moslims zijn razend. Ook bij ons.’
Inge Vrancken
“Ik hou van Brussel”, zegt ze, terwijl ze zichtbaar geniet van de drukte en de chaos in de stad. Even lijkt het zelfs alsof ze de geur van het verkeer opsnuift, maar misschien gebeurde dat alleen in onze verbeelding.
We komen van de Kunstberg, waar we buiten op een terras twee uur hebben gepraat over haar werk, haar leven en de wereld.
De dag is mild, de toestand is dat niet, maar Inge Vrancken verliest er haar aanstekelijke lach niet bij. En nu, op weg naar het station, moet ze denken aan die keer dat ze in Malmö was.
“Veel te proper en te georganiseerd voor mij. Ik ben Beiroet gewoon, ik heb mijn steden liever wat morsig en rauw.” (lacht)
Veel Vlaamse vrouwelijke journalisten zijn er niet die live verslag vanuit het Midden-Oosten uitbrengen. Vrancken doet dat wel. Al jaren.
Tot eind september was ze nog in Beiroet, om er de Israëlische bombardementen op Libanon te coveren, en de vluchtelingenstromen die toen al op gang gekomen waren.
Bang is ze niet geweest in die weken, zegt ze.
“Als we vertrekken, bereiden we ons goed voor: is het veilig genoeg, kunnen we nog wegraken als het precair wordt? Ter plekke laat je je ook met goede mensen omringen.
“Ik kom nu twintig jaar in Libanon, en ik heb er een aantal vaste fixers: locals die de plaatselijke gevoeligheden kennen en dus goed kunnen inschatten wat we op dat moment kunnen doen en wat niet.
“In de weken dat ik er was, werd ik vaak gewaarschuwd: let op, want er heerst een grote paranoia over Israëlische agenten, spionnen en informanten. En aangezien wij er westers uitzien, wordt dat in zo’n sfeer heel gemakkelijk met spionnen van Israël geassocieerd.”
Begin oktober werden VTM-journalist Robin Ramaekers en zijn cameraman in Beiroet ’s nachts door een woedende menigte aangevallen, toen ze verslag wilden uitbrengen van de plek die net door een Israëlische precisieaanval getroffen was. Wat dacht u toen het nieuws daarover binnenliep?
“We kennen elkaar goed. Als we toevallig samen ergens zijn om verslag uit te brengen voor onze omroepen, helpen we elkaar ook altijd wanneer het nodig is.
“Achteraf is het gemakkelijk om analyses te maken, maar ik denk niet dat het aan andere mensen is om te oordelen of het een goede of slechte beslissing was van Robin om naar die plek te gaan. Je maakt een inschatting als je daar bent, en soms heb je geluk en soms heb je pech.
“Ik denk wel dat mijn fixer me tegengehouden zou hebben.
“Enkele dagen eerder maakten wij overdag vlakbij een bombardement mee terwijl we op weg waren naar Tripoli, en ik wilde er graag gaan kijken.
“Maar zo vlak na een bombardement wilde mijn fixer dat niet doen zonder eerst onze komst aan te kondigen bij de mensen uit de buurt.
“Zoals ik daarnet zei: het klimaat was gespannen. De beepers en walkietalkies die al ontploft waren de laatste weken maakten het duidelijk dat er spionnen onder de bevolking zaten.
“Bovendien zijn de inwoners van Beiroet bang dat de oorlog niet alleen in het zuiden van Libanon zal worden gevoerd, maar ook naar hen komt. Er wordt gevreesd voor een Gaza-scenario.
“De oorlog van 2006 (gewapend conflict tussen Libanon en Israël tussen juli en augustus 2006, red.) is nog steeds een groot trauma bij de Libanezen.
“Dat zorgt ervoor dat er heel veel wantrouwen is tegen iedereen die ze niet kennen en die een buitenlander is.”
Gaat u binnenkort terug naar Libanon? Staat er iets gepland?
“Nee, voorlopig is er niets gepland. Momenteel heb je er te weinig bewegingsvrijheid, je kunt er bijna niets doen. Dat was al zo toen ik er enkele weken geleden was, en het is alleen maar toegenomen.
“De Libanezen zelf vinden ook dat deze oorlog anders is dan anders. Omdat het lijkt alsof er geen spelregels meer zijn.
“De fixers met wie ik werk hebben conflict- en oorlogservaring in Irak en Syrië, maar zelfs zij zijn bang om in eigen land op pad te gaan.
“Als je nu toevallig ergens op een verkeerde plek bent, kun je gewoon een raket op je hoofd krijgen (vanochtend zijn dicht bij Beiroet nog drie journalisten omgekomen bij een Israëlische luchtaanval, red.).
“Ik heb het zelf meegemaakt toen ik er was: op een gegeven moment reden we over een weg en passeerden we een auto waar een man naast lag.
“In eerste instantie leek het een auto-ongeluk, maar vijf minuten later kreeg ik het bericht dat het een moordaanslag was geweest. Door zijn voorruit was een kleine drone geschoten. Een precisie-aanval.
“Voor hetzelfde geld wordt jouw auto getroffen terwijl je op die weg rijdt. Of ben je collateral damage. Ik denk dat iedereen in Beiroet leeft met het idee dat dit nu zomaar kan.”
Vrancken studeerde communicatiemanagement, en na haar studies werkte ze eerst vijf jaar bij ROB, de regionale omroep van Vlaams-Brabant.
In 1999 slaagde ze voor het journalistenexamen van de VRT, waarna ze kon beginnen op de buitenlandredactie.
Dertig jaar werkt ze nu als journalist (een jubileum, beseft ze tijdens dit gesprek), waarvan 25 jaar bij de VRT.
Toen ze nog studeerde, lag haar interesse aanvankelijk bij Zuid-Afrika, maar toen kwam Rudi Vranckx een cursus tv-journalistiek geven.
“Hij zei me dat het Midden-Oosten veel interessanter was. (lacht)
“Dat was in 1993, toen de Oslo-akkoorden tot stand waren gekomen (overeenkomsten tussen Israël en de PLO met als doel het Israëlisch-Palestijns conflict op te lossen, red.).
“De Golfoorlog van twee jaar daarvoor had ik ook erg gevolgd, en dus dacht ik: oké, dan ga ik op het Midden-Oosten focussen.”
En zo ging de eerstvolgende vakantie van Vrancken naar Israël, en bezocht ze Gaza als toerist. Ze was toen 22.
“Ik wilde met mijn eigen ogen zien wat ik over dat gebied had gelezen en gehoord. De militairen aan de grens vonden een toerist met een rugzak ietwat raar, maar ze lieten me wel door.
“De toenmalige Palestijnse leider Arafat had zijn hoofdkwartier in Gaza-Stad, en toen ik daar aankwam, werd ik meegenomen door een stel gewapende mannen die vroegen wat ik er kwam doen.
“Ik zei: ‘I’d like to see where mister Arafat lives and works’, waarop die militairen allemaal druk begonnen te bellen.
“Na een kwartier zeiden ze me: ‘Sorry, mister Arafat doesn’t have time for you today.’ (lacht uitbundig)
“En ik dacht: ‘Al een geluk, want ik zou niet weten wat ik moest zeggen.’
(weer ernstig) “Maar er is sindsdien veel gebeurd in Gaza.
“Telkens als ik er kom, is het weer een stuk onherkenbaarder geworden: het puin na de zoveelste oorlog, de vluchtelingenkampen die altijd maar uitdijen. En wat zullen we nu aantreffen, wanneer de journalisten er ooit weer binnen kunnen?
“Ook Beiroet, dat vaak het Parijs van het Midden-Oosten wordt genoemd, is hard veranderd. Het is een prachtige stad, met een fijne uitgaanscultuur, en ze heeft nog steeds de beste keuken van het Midden-Oosten. (glimlacht)
“Maar tegelijk is het verval en de verloedering er onmiskenbaar, omdat het land economisch aan de grond zit. Vroeger streken er veel expats en buitenlanders neer, maar die blijven de laatste jaren allemaal weg. Ook veel Libanezen zijn vertrokken.”
Welke grote gebeurtenissen en conflicten hebt u al van dichtbij gezien?
“De Gezipark-protesten in 2013 in Turkije hebben veel indruk op mij gemaakt.
“In 2010 was ik in Tunesië tijdens de Arabische Lente.
“Ik heb ontzettend veel vluchtelingenkampen rond Syrië gedaan. De Libanon-oorlog van 2006, waarover ik het daarstraks al had, staat ook in mijn geheugen gegrift.
“Voor de documentaire Syrië, de giftige oorlog, die ik samen met Rudi Vranckx maakte, sprak ik met mensen die aanvallen met chemische wapens in Syrië hebben overleefd.
“En voor de documentaire Verkracht aan het front bezocht ik mannen en vrouwen die tijdens de oorlogen in Bosnië en Oekraïne waren verkracht. Ook dat was bijzonder intens.”
Het klinkt misschien cliché, maar met dit soort werk lijkt het me niet abnormaal dat je op den duur het geloof in de mensheid verliest.
“Anderzijds ook helemaal niet, omdat je altijd weer die ongelooflijke moed en veerkracht ziet.
“Meer dan dat ik mijn geloof in de mensheid verlies, vind ik de desinteresse en het totale gebrek aan actie van de internationale gemeenschap frappant.
“Dat was al zo bij de oorlog in Syrië, en dat is nu bij de oorlog in Gaza opnieuw het geval.
“Wat de internationale gemeenschap goed doet, is achteraf de dingen onderzoeken: was er sprake van een oorlogsmisdaad, is het humanitair recht geschonden, was het een genocide, hadden die wapens ingezet mogen worden?
“Maar wij hebben duidelijk geen enkel internationaal mechanisme om de gruwelijkheden te stoppen op het moment dat ze gebeuren.
“Dat we met z’n allen staan te kijken op drama’s zoals in Gaza: ik denk dat we er in het Westen te weinig bij stilstaan hoe dat binnenkomt aan de andere kant van de wereld.
“Miljoenen moslims zijn razend. Niet alleen in het Midden-Oosten. Ook bij ons.
“Wat er nu gezaaid wordt aan haat en verzet, zal ooit naar boven komen en als een boemerang in ons gezicht ontploffen, vrees ik.
“Deze gebeurtenissen zijn haarden van radicalisering. Daar moeten we goed over nadenken.”
Rudi Vranckx gaat eind dit jaar met pensioen, al nuanceerde hij dat toch in augustus in een interview met deze krant. ‘Als het Midden-Oosten ontploft, ga ik nog wat langer blijven’, zei hij. Opmerkelijk, want andere bekende gepensioneerden hebben dat nooit gemogen bij de VRT. Hebt u hier wat meer informatie over?
(lacht) “Nee, echt niet. Maar ik kan het heel goed begrijpen. Ik denk dat elke Midden-Oosten-journalist heel graag naar Gaza wil als het weer kan, en zeker Rudi. Bij elke Gaza-oorlog is hij daar geweest.
“Stel dat het land in het voorjaar weer opengaat, en hij is dan officieel met pensioen, dan vind ik dat hij toch moet gaan.”
Meent u dat? Want ik veronderstel dat u de opvolger wordt van Vranckx wanneer hij stopt.
“Ik vermoed dat dat zo zal zijn, ja. Maar ik heb altijd een ongelooflijk respect gehad voor Rudi. Ik heb zoveel van hem geleerd.
“Rudi leeft ook voor zijn job. Heel zijn leven is ernaar ingericht. En vooral: hij is heel goed. Dat is het belangrijkste.
“Ik heb mijn plaats dus altijd gekend, maar ik heb daar totaal geen moeite mee. Ik denk dat ik genoeg kansen heb gekregen. En gegrepen.”
In 2008 zei u in een artikel in De Standaard: ‘Ik hou van de actie en de spanning op het terrein, al zou ik nooit zo ver durven te gaan als Rudi.’ Is dat veranderd sindsdien?
“Dat denk ik wel. Ik heb in al die jaren van Rudi geleerd hoe je op een weloverwogen manier kunt beslissen om naar een conflictgebied te trekken of niet.
“Daarbij komt dat ik zelf ook al weleens in een benarde situatie ben terechtgekomen en blijkbaar blijf ik daar wel altijd heel kalm bij.
“Ik kan op zo’n moment rationeel blijven nadenken: dit is de situatie, wat gaan we doen om hieruit te raken?
“Tijdens de Egyptische Revolutie in 2011 (opstand tegen de toenmalige Egyptische regering en het regime van president Hosni Moebarak, red.) bracht ik verslag uit in Caïro en plots keerde een groep van 50 à 60 demonstranten zich tegen ons.
“We zijn toen gauw ons busje in gelopen, waarop heel die menigte aan het busje begon te trekken en te duwen.
“Ik weet nog dat ik heel rustig tegen de klankman zei: ‘Ik hoop dat het langs deze kant omvalt als ze het omvertrekken, dan kunnen we nog via de zijdeur naar buiten.’
“Uiteindelijk kwamen er enkele gewapende mannen aangerend die heel die bende uiteendreven, en met ons wegreden.
“Ik heb toen onopgemerkt de klank van mijn gsm afgezet en een bericht gestuurd naar de attaché van de Belgische Defensie, die op dat moment in het land was: ‘We zitten in de problemen.’
“Ik kan wat Arabisch lezen, dus aan de hand van de namen onderweg wist ik waar we ons bevonden. Die man is beginnen rond te bellen, en enkele uren later zijn we vrijgelaten.
“Goed afgelopen dus, maar vooral omdat ik kalm gebleven ben. En dat was voor mij een geruststelling, dat ik niet in paniek sla wanneer we met onze ploeg in de problemen komen. Dus nee, die uitspraak van 2008 klopt niet meer.” (glimlacht)
Ik wil het met Inge Vrancken ook even over de VRT hebben. Want in de coulissen van de Reyerslaan is het nooit saai, maar de laatste tijd is er toch wel heel veel ophef.
- In oktober 2020 was er een rapport van Audit Vlaanderen waarin sprake was van mistoestanden binnen de bedrijfscultuur van de VRT.
- Enkele maanden later was er grote ergernis over dure exclusiviteitscontracten van bepaalde VRT-vedetten.
- In april 2023 stuurde CEO Frederik Delaplace een interne mail uit waarin gesteld werd dat journalisten niet meer over de VRT mochten communiceren.
- Even later kwam uit dat diezelfde CEO erover gedacht had om het uitzenden van de documentaire Het proces dat niemand wou te verhinderen, en dat de VRT-top aanvankelijk ook de documentaire Godvergeten wilde tegenhouden.
- Dan waren er nog de recente ontslagen van Ricus Jansegers, directeur content, en Lotte Vermeir, netmanager van Eén en Canvas, en op dat laatste ontslag volgden drie open brieven van VRT-medewerkers.
Vrancken is niet onder de indruk van mijn opsomming.
“Je zoomt nu in op de onrust die er is geweest, maar voor mij is dat maar 10 procent van de VRT waar ik elke dag ga werken. Er loopt heel veel goed. Maar dat lees je nooit in de kranten. (fijntjes)
“Misschien mogen de kranten trouwens van geluk spreken dat wij niet met dezelfde gretigheid berichten over hun interne perikelen als zij over ons.”
U werkt nu 25 jaar voor de openbare omroep. Kunt u uw job nog altijd doen zoals het moet?
“Zeker. Maar ik kan alleen voor de nieuwsdienst spreken. Uiteraard is het ontzettend belangrijk dat de onafhankelijkheid van de nieuwsdienst gegarandeerd blijft. En tot nu toe is dat zo.”
Ook als er twee documentaires net niet zijn tegengehouden door de VRT-top?
“Maar dat waren geen documentaires van VRT NWS. Zij zijn onder de afdeling Content geproduceerd.”
Binnen de nieuwsdienst wordt off the record toch meermaals geklaagd over de weinige middelen in vergelijking met bijvoorbeeld de dure contracten voor vedetten.
“Weet je, ik ben zelf vier jaar hoofdredacteur geweest van Het journaal, en heb altijd ervaren hoe de VRT binnen Europa wordt beschouwd als voorbeeld voor een performante en zuinige openbare omroep.
“In vergelijking met andere Europese openbare omroepen, ook de RTBF, kost de VRT veel minder aan de belastingbetaler.
“Ik kan alleen maar voor de afdeling Nieuws spreken, maar elke euro wordt hier niet twee maar acht keer omgedraaid.
“Wat de contracten van een aantal schermgezichten betreft: de vraag is in welke mate die marktconform zijn. Bovendien is tv maken nu eenmaal duur.”
Zal Frederik Delaplace voorlopig aanblijven?
“Daar heb ik geen idee van. Twee zaken zullen bepalen hoelang hij nog blijft zitten. Vindt hij zelf dat hij nog kan functioneren? Ik denk dat hij op dit moment het gevoel heeft van wel. Hij geniet ook nog altijd politieke steun. Maar uiteindelijk wordt elke CEO op een gegeven moment vervangen.”
Laten we terugkeren naar de journalistiek. Enerzijds vinden mensen dat journalisten neutraal moeten zijn, anderzijds merk ik ook de nood aan een journalistieke stellingname over bijvoorbeeld de reactie van Israël op de terreurdaad van Hamas op 7 oktober 2023. Vindt u dat een journalist moet kunnen zeggen: deze schaal van vergelding is buiten proportie?
“Er zijn inderdaad veel mensen die dit van journalisten verlangen. Ik krijg ook geregeld de vraag: waarom noemen jullie dit geen genocide? Maar die term heeft juridische voorwaarden, en zolang er officieel niet is vastgesteld dat dit een genocide is, kunnen wij die term niet gebruiken.
“Los daarvan denk ik wel dat dit voor niemand meer binnen proportie aanvoelt. En dat moeten we kunnen benoemen, vind ik.
“Wat er op dit moment in het noorden van Gaza aan het gebeuren is… Ik heb al veel gezien in mijn leven, maar hoe je dit nog uitgelegd krijgt, weet ik niet.
“Jammer genoeg wordt dit dan vaak gezien als ‘kant kiezen’. Terwijl ik dat niet doe.
“In een stuk dat ik naar aanleiding van één jaar na 7 oktober 2023 maakte voor VRT NWS, schreef ik dat ik het oprecht erg vind dat de mensen die de gruwelijke terreuraanslag van Hamas meegemaakt hebben, of hun nabestaanden, niet de aandacht en zorg krijgen die ze nodig hebben en verdienen.
“Maar dan moet je ook durven te kijken naar hoe het komt dat die zorg er blijkbaar niet is, namelijk omdat de wereld al decennialang tamelijk murw geslagen is met dat andere ongelooflijke lijden, in Gaza.
“Nog eens voor alle duidelijkheid: ik kies hierin geen kant, ik probeer gewoon het grotere verhaal te zien.
“Als je een oplossing wilt voor dit conflict, moet je de dingen durven te benoemen. Doe je dat niet, dan ben je volgens mij ook helemaal niet in een oplossing geïnteresseerd.”
Vraagt u zich soms af of het iets uitmaakt wat u doet?
“Ik moet wel geloven dat het iets uitmaakt. Anders zou dit echt wel heel deprimerend werk zijn.
“We zijn het toch verplicht om de mensen te laten horen over wie het gaat in conflicten en oorlogen? Want het gaat altijd om mensen, hoe abstract het cijfer van het aantal doden ook klinkt. 40.000 doden in Gaza, dat zijn honderdduizenden individuele drama’s.”
Heeft uw werk u iets geleerd over de mens?
(denkt na) “Misschien vooral dat wij erg emotionele wezens zijn, en dat emoties het heel snel overnemen van de ratio. Niet alleen in oorlogsgebied overigens.
“Daarnaast blijf ik toch ook wel onder de indruk van hoe veerkrachtig mensen zijn. Mensen kunnen veel miserie aan, heb ik ontdekt.
“Maar er moet wel licht aan het einde van de tunnel zijn. Niet weten wanneer de ellende eindigt, dat is ondraaglijk.
“En momenteel zijn er heel weinig lichtpunten.
“Ik vrees zelfs dat de tunnel nog veel langer is dan we oorspronkelijk hadden ingeschat.”
Zullen we eindigen met iets luchtigers? Uw Instagram-bio begint met ‘Always a woman’, en ook op het truitje dat u vandaag draagt, staat het woord women gedrukt. Dat vrouw zijn is blijkbaar belangrijk voor u?
“Absoluut. Ik heb het altijd essentieel gevonden dat er binnen VRT NWS ook een vrouw is die verslag uitbrengt op het terrein, in oorlogsgebieden of in het Midden-Oosten.
“Toch heb ik er zelf lang mee geworsteld. Ik wilde niet de vrouwelijke journalist zijn die het alleen over vrouwenrechten heeft. Want in die hoek word je snel geduwd.
“Ondertussen heb ik het toch weleens over vrouwenrechten gehad in mijn werk (lacht), en dat is logisch, maar ik denk dat het minstens even belangrijk is om in elke reportage die je maakt ook altijd vrouwen aan het woord te laten.
“Al is het maar om de clichés te doorbreken.
“Neem nu Beiroet. Veel mensen zullen denken: een moslimland in het Midden-Oosten, dus de vrouwen zullen er standaard wel een hoofddoek dragen.
“Wel, dat is niet zo. Libanese vrouwen zijn heel knap en in Beiroet laten ze dat graag zien. (lacht) Ik denk dat de stad zelfs progressiever is dan sommige westerse steden.
“Ik heb op onze nieuwsredactie enkele jaren een project gehad om ervoor te zorgen dat er meer vrouwen aan bod komen bij de VRT, in de berichtgeving en als expert.
“Sommigen zullen denken: ach, vrouwen staan ondertussen toch echt wel waar ze willen staan, maar dat klopt niet.
“Veel vrouwen worstelen nog steeds met wat van hen verwacht wordt in het huishouden of gezin, gewoon omdat ze een vrouw zijn.
“Ik denk wel dat we bij de VRT een grote inhaalbeweging hebben gemaakt als het gaat om vrouwen in leidinggevende functies.
“Mensen van kleur in ons huis hebben, dat is nog een ander verhaal. Daar is nog veel werk. Maar we zijn er erg mee bezig.
“Ook een mix van sociale achtergronden vind ik trouwens belangrijk voor een bedrijf als de VRT.
“De hoofdredacteur van BBC zei me ooit: ‘Zolang ik in mijn redactie niemand heb zitten die in de Grenfell Tower (woontoren in Londen die in 2017 uitbrandde, red.) is opgegroeid, is het werk niet af voor mij.’
“Ik kan hem daar helemaal in volgen.”
‘Rudi heeft het voordeel dat hij dag en nacht klaar staat om te vertrekken’, zei u nog in dat artikel uit 2008, ‘ik kan niet zomaar mijn zeven maanden oude dochter achterlaten om naar het Midden-Oosten te vliegen.’
“Die dochter is ondertussen 17 (lacht), dus het is nu wat gemakkelijker dan vroeger.
“Maar het blijft de eerste vraag die ik mezelf stel als er een opdracht is in het buitenland: kan ik het nu maken om te vertrekken, staat er niet te veel op de planning van de kinderen dat voor hen belangrijk is?
“Nu ja, ik héb mijn kinderen geregeld achtergelaten. En er wordt dan altijd heel goed voor hen gezorgd.”
Bent u een alleenstaande moeder?
“Ik ben gescheiden. Naast mijn dochter heb ik ook nog een zoon van 15.
“Ik verwoord het meestal zo: fysiek zijn de kinderen deeltijds bij mij, maar ze zitten voltijds in mijn hoofd. Al is het maar omdat ze meestal toch naar mij bellen als er iets praktisch geregeld moet worden. (lacht)
“Wanneer ik weg ben, zijn er velen om hen op te vangen: hun vader, grootouders, tantes… Ze zijn heel goed omringd.
“Van hun vrienden krijgen ze op zo’n moment weleens de vraag of ze het niet eng vinden dat hun moeder ergens in een oorlogsland zit. Maar ik probeer mijn kinderen altijd gerust te stellen door hun uit te leggen dat ik weet wat ik doe.”
Maar kenden ze dat verhaal over Caïro al?
“Euh, nee, ik zal dus toch nog een en ander moeten uitleggen als ze dit interview lezen.” (schatert)
Bio Inge Vrancken
- VRT-journaliste, covert vooral het Midden-Oosten
- 52 jaar, geboren in Alken
- Richtte in 2002 met Liesbet Vrieleman het jeugdjournaal Karrewiet op
- Was tussen 2016 en 2020 hoofdredacteur van Het journaal
- Maakte samen met Rudi Vranckx in 2023 de docu Syrië, de giftige oorlog, waarmee ze de Belfius Persprijs wonnen
- Woont in Bierbeek, heeft twee kinderen
Lees ook
Overzicht
Lees meer berichten in deze categorie
Bron: De Morgen