In een nieuw boek brengt Rik Devillé vier getuigenissen van misbruik van volwassenen in kloosters en abdijen. Ze geven een hard beeld van het dagelijkse leven in die besloten gemeenschappen. En er zijn nog 315 andere volwassen slachtoffers.
Peter Vantyghem – De Standaard
Rik Devillé, oprichter van de vzw Mensenrechten in de kerk, liet tot nu mensen aan het woord die als kind seksueel misbruikt werden.
In zijn nieuwe boek, Donkere gangen, heeft hij aandacht voor “een vergeten groep in de kerk”: volwassenen die in de besloten gemeenschap van kloosters en abdijen misbruikt werden.
Hij laat er vier aan het woord. Hun verhaal doet pijn omdat het zo ontmenselijkend is.
Bernard, Trikke, Anne en Peter hebben hun verhaal genoteerd of aan Devillé verteld.
De priester registreert de rauwe verslagen van hun lijdensweg in korte, harde zinnen. Data geeft hij accuraat weer, locaties veeleer troebel, en de namen zijn verhuld.
“Het was voor mij een groot probleem om ‘naamloos’ te moeten schrijven”, zegt hij in een mail.
“Omdat er zoveel abdijen en kloosters in voorkomen, zou ik bijna het hele abdij landschap moeten noemen, wat ik om privacyredenen niet kan …”
Uitgever Wim De Bock erkent dat het eerste manuscript alle namen van personen en locaties wel degelijk bevatte, maar dat er beslist werd die te camoufleren, ook op vraag van de slachtoffers.
“We willen het risico niet lopen dat we van laster beschuldigd worden en dat we het boek uit de rekken moeten halen.
“Wat telt, is dat het verhaal verteld wordt en mensen een beeld krijgen van wat zich afspeelt. Als de rechtbank daar verder iets mee wil doen, kan die zich wenden tot meneer Devillé.”
Drie verhalen zijn kort.
- Bernard werd vier jaar lang, vanaf zijn 23ste, verkracht.
- Trikke werd door een monnik en later ook een priester tot seks gedwongen.
- Anne werd vanaf haar 30ste in een slotklooster door de proost, die later abt werd, jarenlang verkracht.
Alle drie dragen ze een onverwerkt verleden mee. Bernard werd een kluizenaar in de Provence. Trikke liet de kerk achter zich. Anne trad uit.
Het is donkere, schokkende lectuur waarin de auteur de verkrachtingen onverbloemd weergeeft.
Devillé (in een mail): “Ik had dit boek liever niet geschreven, maar moest ik dan wachten tot na mijn dood om deze verborgen geschiedenissen in de archieven te laten verdwijnen?”
In het verhaal van Anne verbreedt hij het panorama door te laten zien hoe haar dagelijkse leven eruitzag.
“Je was niets, je kon niets en je mocht niets.”
Ze legt uit hoe haar identiteit afgebroken werd, er volledige onderdanigheid geëist werd en ze te maken kreeg met indoctrinatie in plaats van spiritualiteit.
Culpabilisering, slavernij, pesterijen en isolatie werden haar lot. Als gevolg daarvan kampt ze met angstaanvallen, ademhalingstoornissen en uitputting.
Ze ging in therapie, diende klachten in, kreeg gelijk en ontving een schadevergoeding.
Anne leeft vandaag als getrouwde vrouw in relatieve isolatie.
“De ultieme erkenning is die van jezelf”, zegt ze over hoe ze leerde om zichzelf niet als medeschuldige te zien.
Volgens Devillé heeft geen enkele abdij zich openlijk schuldig of boetevaardig getoond.
House of cards, de abdijversie
Ruim de helft van het boek gaat over Peter.
Hij is een jonge, homoseksuele man die beroofd wordt van zijn ego en identiteit, ten prooi valt aan seksuele roofdieren, uitgebuit en geterroriseerd wordt.
Volgens de auteur schetsen zijn ervaringen “een doorsnee beeld van het verborgen gehouden leven in abdijen en kloosters hier en wereldwijd”.
De bijwijlen misselijk makende lectuur legt een biotoop bloot die broederlijke en spirituele ambities heeft, maar veel rotte plekken bevat.
Peter vertelt over zijn vroege roeping om mensen te helpen en zijn lange reis langs verschillende abdijen, waar sommige “doms” (priesters in een kloosterorde, red.) hem als lustobject zien en anderen hem proberen te helpen, maar op hiërarchische drempels botsen.
Dat hem altijd opnieuw kwaad wordt aangedaan, komt omdat Jezus hem liefheeft, denkt hij, en dus probeert hij zijn beulen altijd weer te vergeven, in een wereld waarin “elke broeder wel geobsedeerd lijkt door seks”.
Ook hier krijgen we behalve pijnlijke misbruik details, een milieuschets over de weg die een monnik moet afleggen, gelardeerd met beschrijvingen van alcoholisme, diefstal, verraad, laster, sekshonger en veel machtsmisbruik.
“House of cards, de abdijversie”, noemt Peter het wereldje, waarin hij zich meermaals een “duivelsuitdrijving” moet laten welgevallen, maar de verwachte reacties faket.
Na bijna 20 jaar misbruik en uitbuiting treedt hij uit, vindt hij een job als thuisverpleger, trouwt hij en noteert hij zijn verhaal, als een vorm van traumaverwerking. Hij lijdt nog altijd.
Celibaat
De vier getuigenissen zijn volgens Rik Devillé het topje van een ijsberg.
Ze zijn alle vier bekend, er bestaan documenten van, alle vier kennen ze een gerechtelijke afhandeling.
Hun waarheidsgehalte leidt Devillé ook af uit de context, die hij sinds 1992 aan de hand van talloze getuigenissen goed leerde kennen.
In een slothoofdstuk breekt Devillé een lans voor de opheffing van het celibaat, dat “tegen natuurlijke menselijke verlangens ingaat” en mensen “op de toppen van hun tenen laat lopen”.
In de praktijk hebben de meeste priesters daar een oplossing voor gevonden, vindt hij, maar hij trekt van leer tegen een instituut voor wie het misbruik van kinderen minder een probleem is dan een priester die openlijk een relatie zou hebben.
“Elk slachtoffer is mijn aandacht en inzet waard”, besluit Devillé.
Rik Devillé
- Geboren in 1944
- Opleiding tot priester aan het Grootseminarie van Mechelen
- Was pastoor in Buizingen
- Oprichter van de werkgroep Mensenrechten in de kerk
- De heruitgave van In naam van de Vader ligt nu als Godvergeten misbruik in de kerk in de boekhandel
VRT NWS
Ingrid Schildermans en Ibbe Daniëls
Lees alle berichten in deze categorie
Wie vragen heeft of hulp zoekt bij seksueel grensoverschrijdend gedrag, misbruik of geweld kan terecht bij hulplijn 1712.
Bron: De Standaard