Overdag stadsambtenaar, na de werkuren journalist – Paul Van Ostaijen schreef intensief voor Duitsgezinde krant


De Antwerpse hoogleraar Kevin Absillis ontdekte tientallen onbekende teksten die Paul van Ostaijen onder pseudoniem schreef voor een Duitsgezinde krant.

Veerle Vanden Bosch – De Standaard


Dat Paul van Ostaijen (1896-1928) een complexe figuur was, weten we al langer: avant-gardist en radicaal vernieuwer van de Nederlandse poëzie, activistisch flamingant, dandy.

Biograaf Matthijs de Ridder publiceerde eerder dit jaar een vuistdikke biografie over het korte leven van ‘zot Polleken’. Maar de geschiedenis staat niet stil en een biografie is geen grafsteen.

Kevin Absillis, hoogleraar Nederlandstalige literatuur aan de Universiteit Antwerpen, legt in het wetenschappelijke tijdschrift WT alweer nieuwe puzzelstukken met zijn ontdekking van tientallen artikelen die Van Ostaijen tijdens de Eerste Wereldoorlog schreef voor het Duitsgezinde dagblad De Antwerpsche Courant.

We wisten al dat Van Ostaijen er contacten had, maar tot dusver kon slechts één artikel met zekerheid aan hem worden toegeschreven: een in memoriam voor de vader van beeldend kunstenaar Floris Jespers.

Praatje van een sinjoor

Dat veranderde toen Absillis afgelopen zomer een verloren gewaand strafdossier terugvond, een lijvig onderzoek dat het Belgische gerecht al in 1918 opende naar De Antwerpsche Courant. Heel wat mensen werden aan de tand gevoeld.

‘Onafhankelijk van elkaar bevestigen die getuigen de pseudoniemen die Van Ostaijen gebruikte.’ De dichter was toen al naar Berlijn gevlucht.

Met die pseudoniemen ging Absillis aan de slag en ontdekte zo tientallen teksten, van lokale nieuwtjes over politieke commentaren tot een vrijwel dagelijkse column, die Van Ostaijen tussen april en augustus 1917 schreef onder het pseudoniem Rare Marus, met als titel ‘Praatje van een sinjoor’.

‘Sommige teksten bevatten politieke propaganda. Dat laatste is niet zo ophefmakend, het vult het beeld dat we van hem hebben verder aan.

´De columns zijn interessanter, omdat ze het alledaagse leven belichten vanuit het perspectief van de jonge schrijver: bezette stad, zoals een van zijn dichtbundels heet, maar dan als columnist.’

Van Ostaijens medewerking aan de krant was zo intensief dat je gerust van een dubbelleven kunt spreken: overdag was hij stadsambtenaar, na de werkuren was hij journalist.

Op 7 juli 1920 rapporteerde een Antwerpse politiecommissaris aan het ministerie van Justitie dat Van Ostaijen ervan verdacht werd tijdens de bezetting burgers te hebben aangegeven bij de Duitsers.Het gaat al om de tweede verklikkingszaak waarin Van Ostaijen werd genoemd. Transcriptie: ‘N.B. De gevluchte zoon is ook nog verdacht geweest eenen herbergier verraden te hebben aan den vijand, omdat hij zijn koper gestopt had.’
Op 7 juli 1920 rapporteerde een Antwerpse politiecommissaris aan het ministerie van Justitie dat Van Ostaijen ervan verdacht werd tijdens de bezetting burgers te hebben aangegeven bij de Duitsers.Het gaat al om de tweede verklikkingszaak waarin Van Ostaijen werd genoemd. Transcriptie: ‘N.B. De gevluchte zoon is ook nog verdacht geweest eenen herbergier verraden te hebben aan den vijand, omdat hij zijn koper gestopt had.’ 
© Felixarchief, Antwerpen

De nieuw ontdekte teksten stellen ons beeld van Van Ostaijen bij.

‘We wisten al dat hij een radicale activist was, contacten had met August Borms, en zelfs bereid was mee te werken aan de oprichting van een Vlaamse rijkswacht. Nu zien we dat ook zijn rol in de pers en propaganda groter was dan gedacht.

´We zien ook hoe hij radicaliseerde naar het einde van de oorlog. Je krijgt het gevoel dat hij dacht: “Ik ben voorbij het point of no return, ik ga er nu helemaal voor. Als de Duitsers weg moeten, moet ik sowieso ook vertrekken.”

´Dat heeft hij ook gedaan.’

Van Ostaijens vlucht is altijd in verband gebracht met het feit dat hij kardinaal Mercier had uitgejouwd bij een protestactie in 1917.

‘Hij werd toen veroordeeld tot drie maanden met uitstel, en we hebben altijd gedacht dat hij bang was na de oorlog die straf te moeten uitzitten.

´Maar het is veel aannemelijker dat hij is gevlucht vanwege zijn betrokkenheid bij De Antwerpsche Courant. Hij werd bij verstek veroordeeld tot 8 maanden en een boete. Nu weten we waarom die straf zo zwaar was.’

Verklikkingszaak

Maar er is meer. In de marge van zijn onderzoek kwam Absillis uit op een verklikkingszaak.

Het was bekend dat Van Ostaijen Ary Delen heeft verklikt, een collega-schrijver, die daardoor drieëneenhalve maand achter de tralies belandde.

‘Hoe die zaak precies in elkaar zat, is nog altijd niet helemaal duidelijk, maar ik ontdekte nu wel dat hij werd verdacht van nog een tweede verklikkingszaak: een herbergier die koper voor de Duitsers verborgen hield.

Was Van Ostaijen een betaalde tipgever?

‘Daar moeten we heel voorzichtig in zijn’, aldus Absillis.

‘Hij is er vermoedelijk nooit voor veroordeeld. Maar de politiecommissaris die er melding van maakt, is zijn familie niet ongunstig gezind. Je zou kunnen vermoeden dat hij op geregelde basis mensen heeft verklikt. Maar er is nog verder onderzoek nodig naar zijn drijfveren.’

De nieuw ontdekte teksten vertellen vooral een politiek verhaal.

‘Zijn radicalisering en de keuzes die hij bereid was te maken gingen verder dan we tot dusver aannamen. Verder zijn vooral de columns van belang. Ze moeten zorgvuldiger worden bestudeerd, maar je ziet een schrijver die zijn metier aan het testen en bijslijpen is. Sommige columns lopen stilistisch vooruit op het proza dat hij later schreef, zijn grotesken.’

We zijn dus nog niet uitgepraat over Van Ostaijen. En dat is een goede zaak, vindt Absillis.

‘Zo komt zijn werk opnieuw onder de aandacht. Zijn we in staat een artiest vanwege zijn werk en nalatenschap te blijven bewonderen, terwijl we bedenkingen hebben over zijn of haar keuzes ?’

Dat maakt het actueel: het is een discussie die de jongste tijd over heel wat kunstenaars wordt gevoerd.



Paul van Ostaijen. De dichter die de wereld wilde veranderen
Music Hall
Bezette stad
De Feesten van angst en pijn

Paul van Ostaijen als militair in het Duitse Issum, 1922. © Letterenhuis, Antwerpen

Lees ook


Bron: De Standaard

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven