Veelschrijver Arnon Grunberg heeft de P.C. Hooft-prijs 2022 voor proza gewonnen, zowat de belangrijkste Nederlandse taalprijs. Hij is volgens de jury ‘obsessief, nietsontziend en onverminderd nieuwsgierig en maatschappelijk betrokken’.
‘Ongeëvenaard in ambitie, productiviteit en intellectuele kracht’
In augustus verscheen, nog geen twee jaar na Bezette gebieden, zijn zestiende roman: De dood in Taormina. In de tussentijd kwamen er drie bundelingen uit (essays, columns en reportages), nog los van een bijna dagelijkse publicatie in krant of tijdschrift.
Op relatief jonge leeftijd – hij werd dit jaar vijftig – ontvangt Arnon Grunberg in mei 2022 de P.C. Hooft-prijs. Marga Minco, in 2020 de vorige winnaar in het genre proza, was bijna honderd toen haar de oeuvreprijs werd toebedeeld. Al is Grunberg geen uitzondering en zeker niet de jongste winnaar. Lucebert was 43 en Gerard Reve 45. Vorig jaar won de Nederlandse dichter Alfred Schaffer, en die was 47. Met zijn vijftig jaar vertoeft Grunberg ook in mooi gezelschap: Willem Frederik Hermans en Harry Mulisch waren ook 50 toen ze de prijs kregen.
Een veelschrijver is hij, al klinkt dat wellicht oneerbiedig voor een auteur die in de woorden van de jury ongeëvenaard is in ambitie, productiviteit en intellectuele kracht.
De voordracht van de jury was dan ook unaniem. Want: “Grunberg blijft onverminderd nieuwsgierig en maatschappelijk betrokken. Hij is obsessief in zijn zoektocht naar het liefdevolle in de mens en nietsontziend waar het de duistere kanten van het bestaan betreft.”
BLAUWE MAANDAGEN
Arnon Yasha Yves Grünberg (Amsterdam, 22 februari 1971), schrijversnaam Arnon Grunberg, alias Marek van der Jagt, debuteerde op 23-jarige leeftijd bij Nijgh & Van Ditmar met Blauwe maandagen, waarin hij onder meer schrijft over de oorlogservaringen van zijn ouders. Het boek, bekroond met onder andere de Anton Wachterprijs voor het beste debuut, betekende ook een internationale doorbraak.
Hij won onder meer twee keer de AKO Literatuurprijs (voor Fantoompijn in 2000, voor De asielzoeker in 2004); de Libris Literatuurprijs 2007 voor Tirza; de Constantijn Huygensprijs voor zijn oeuvre in 2009 en de Frans Kellendonkprijs voor zijn oeuvre in 2010. In 2017 volgde de Gouden Ganzeveer vanwege Grunbergs grote betekenis voor het geschreven woord in de Nederlandse taal.
Maar de P.C. Hooft-prijs, aldus Grunberg in een reactie, is “zonder hiërarchie aan te willen brengen in de prijzen die ik heb gewonnen, qua eer en inzet de mooiste die je als auteur kunt winnen”. Hij had meteen aan zijn ouders gedacht. “Niet op een droevige manier, maar ik stelde me voor hoe trots zij zouden zijn geweest. Mijn ambities en prestaties zijn onlosmakelijk verbonden met mijn opvoeding en met de verwachtingen die mijn ouders van mij hadden.”
SULLIGE DANSER
Grunberg, altijd bezig met nieuwe dingen buiten zijn comfortzone, werkt nu aan het dansproject Microcosm (de dansvoorstelling die hij samen met dichter Charlotte Van den Broeck maakt). “Toen ik het telefoontje kreeg over deze prijs, liep ik in mijn trainingspak door mijn woning, net terug van de dansrepetities. Dat vond ik een prachtig contrast, want als danser ben ik op heel veel gebieden sullig en onbekwaam. Het herinnerde me eraan dat je altijd zelfkritisch moet zijn en lof, hoe aangenaam ook, weer naast je neer moet leggen.”
Elk boek of elke tekst die hij schrijft, zegt Grunberg, is op een bepaalde manier opnieuw examen doen. Zo heeft hij volgens de jury in zijn romanuniversum ‘een eigen stijl, taal en grammatica ontwikkeld waarin hij gruwel en tederheid met elkaar weet te verenigen, satire en oprechtheid’ en ‘een immense bijdrage geleverd aan de Nederlandse literatuur’.
De P.C. Hooft-prijs bestaat sinds 1947, het jaar waarin de driehonderdste sterfdag van Pieter Corneliszoon Hooft werd herdacht. De oeuvreprijs wordt jaarlijks toegekend aan Nederlandse schrijvers voor een telkens wisselend genre: verhalend proza, beschouwend proza en poëzie. Aan de prijs is een bedrag verbonden van 60.000 euro.
Bron: De Morgen