Koning Filip legt er de zweep op tijdens de audiënties. En tussendoor: een glaasje madeira.
Jo Van Damme – De Standaard
Vertederd bekeek de koning der Belgen de foto van zijn mamaatje op het ogenblik dat ze uit het stemhokje wegstapte met in haar hand dat servetje. Daarop was neergekrabbeld: “MR, 2, Wilmès, tête de liste”.
De pers had daar meteen van gemaakt: een geheugensteuntje voor de 86-jarige Paola (die allicht niet meer zonder kan). Maar de vorst zag dat helemaal anders. Dit beeld overtuigde hem juist van de helderheid van geest en handelen van de oude koningin.
“Knap toch, meneer De Wever?”
De N-VA-voorzitter was na de stemming een van de eersten die bij het staatshoofd op de koffie mochten, en hij wilde zijn gastheer niet grieven door te zeggen wat hij werkelijk dacht. Daarom rolde hij voor een keer niet met zijn ogen, produceerde hij geen oorverdovende zucht, maar hield hij het bij een zuinig, maar protocollair acceptabel “als u het zegt, meneer”.
Filip interpreteerde dat als een instemming: “Weinig mensen weten dat, maar mijn mamaatje heeft werkelijk een neus voor politiek, ze kiest telkens voor de goeie. Ook nu weer: meer dan een half miljoen stemmen kreeg Sophie Wilmès uiteindelijk. Straf hé?”
“Dan moet mevrouw de koningin volgende keer misschien maar eens mijn naam op haar servetje krabbelen”, grijnsde Bart De Wever.
De koning hield wel van komische humor. “Maar alle gekheid op een je weet wel, dinges, waar steken ze in Vlaanderen alweer hun gezever op?”
“Op een stokje, meneer.”
“Welja. Vaak zitten de voorspellingen van mamaatje er dichter bij dan die van de peilingen en alle Carl Devossen en Dave Sinardetten samen.”
“Dat is dan weer geen kunst”, meesmuilde De Wever.
De dagen na de verkiezingen had de koning het liefst doorgebracht met een goed boek in een luie zetel. Hij had geen zin in weer maar eens een stoet van kandidaat-informateurs, preformateurs, verduidelijkers, verkenners, formateurs, traiteurs, amateurs en wat nog allemaal.
Hij baalde als een Oost-Indische tabaksplantage bij het vooruitzicht weer dagenlang te moeten luisteren naar allerlei lieden die er uiteindelijk weer een grotere zooi van zouden maken dan de zooi die ze beloofden op te ruimen.
Uit ondervinding wist hij dat zijn breed-filosofische bijdragen aan de debatten, zijn warme pleidooien voor gezond verstand, voor een humane en duurzame regering, weer op een koude steen zouden vallen. Uiteindelijk zouden de politici toch hun zin doen, namelijk níét wat hij adviseerde.
De koning nam zich voor om het deze keer anders aan te pakken. De korte pijn, was zijn nieuwe tactiek. In plaats van zich te laten opnaaien zou hij er de zweep op leggen, geen tijd te verliezen.
Om het nooit té gezellig mag worden, zou hij geen Costa Ricaanse espresso met gebakjes van bij Biasetto meer laten opdienen, maar kraantjeswater en een zoutkoekje uit de Aldi.
Zijn bezoekers zouden in de plaats van een Louis XV een houten krukje onder hun kont krijgen.
Heel de tijd zou hij naar zijn horloge zitten te loeren, af en toe eens knikken, dan weer ostentatief zuchten of verveeld uit het raam staren. Hooguit zou hij de boel soms wat opluchten met een kwinkslag.
Met dat oogmerk trakteerde hij zichzelf tussen twee audiënties door telkens op een glaasje madeira, om er alvast voor zichzelf de goede luim in te houden alsook zijn fragiele zelfvertrouwen wat te stutten.
“Wel, mevrouw Depraetere, mocht u nog eens buiten van het mateke?”, zo verwelkomde hij de voorzitter van Vooruit. “Is het waar dat het bazeke u al alweer van uw stoel heeft geduwd?” Touché.
“In uw plaats zou ik hem desnoods afbranden”, was de goede raad die hij in de aanbieding had betreffende de snor van Groen-covoorzitter Jeremie Vaneeckhout.
Alexander De Croo werd getroost. “Zelfs als u geen postje in Europa kunt ritselen, er zal altijd werk voor u zijn op het landgoed van uw vader. Heeft die geen stalknecht meer nodig? Knelpuntberoep, hoor!”
Filip liet wel vaker zijn gevoelige kant zien. Als hij mocht kiezen tussen de ideeën van Vlaams Belanger Tom Van Grieken en een ontbijt met een tartaar van gnoe-testikels en Zweedse surströmming verrijkt met Moldavische voetenkaas, dan twijfelde hij geen seconde.
Maar dat betekende niet dat hij niet meeleefde met dat zure mannetje. “Ik heb u bezig gezien tijdens de campagne, meneer Van Grieken. Hebt u al eens hulp gezocht voor uw obsessie met andere geslachten? Worstelt u mogelijk zelf met uw genderidentiteit? Dat is geen schande hoor!”
Een dag later stond Bart De Wever alweer voor de deur. Filip was die afspraak al haast vergeten.
“U was hier gisteren toch ook al? Laat mij raden: u komt mij melden dat u Sophie Wilmès het premierschap wel gunt? Een half miljoen stemmen, tenslotte. Mijn mamaatje zal ook blij zijn.”
“Maar ik wil helemaal niet …”, pruttelde De Wever.
“Natúúrlijk niet! Wie wil nu de baas zijn van een land dat hij wil afschaffen? Terwijl u ook zomaar de nieuwe Jan Jambon kan worden? Mooier wordt het niet, hoor!”
De Wever zat even zonder woorden.
De vorst nog niet: “Parbleu, met een raisonnabele Vlaams-nationalist als u kan België nog honderd jaar mee. Glaasje madeira?”
Jo Van Damme is tekstschrijver en werpt elke week een satirische blik op de actualiteit.
Lees andere berichten in deze categorie
Bron: De Standaard