Paul Goossens – De Bpost-rel leidt af van het ontluisterende spektakel genaamd graaiflatie


Voor enkele partijen is de Bpost-affaire een buitenkansje om hun ideologisch blazoen op te poetsen, hun gehechtheid aan het vrije ondernemerschap te belijden en de spilzieke overheid te kapittelen, schrijft Paul Goossens.

Paul Goossens – De Standaard


Voor meer dan één partij is de heisa over Bpost gefundenes Fressen. Met de verkiezingen in aantocht is het voor enkele parlementsleden een uitgelezen kans om zichzelf op de valreep een uitstekend rapport toe te kennen. Na het collectieve debacle rond de parlementaire pensioenbonussen is dat mooi meegenomen.

Of het de kiezer zal overtuigen, is twijfelachtig. Meer dan 10 jaar geleden was al bekend dat Bpost een ziek bedrijf was dat er dubieuze praktijken op nahield en het Belgische malgoverno incarneerde. Toch liet de Wetstraat begaan. Geen enkele regering greep in, wat ook haar samenstelling was.

Ook al waren er tussen 2014 en 2018 voldoende signalen dat Bpost zich op een hellend vlak bevond, toch liet de Zweedse coalitie van Charles Michel begaan. Bizar, aangezien de PS – die velen in Vlaanderen graag als de drijvende kracht achter het gesjoemel framen – geen deel uitmaakte van die regering.

De N-VA, daarentegen, was er met zwaargewicht Jan Jambon nadrukkelijk in aanwezig. Ook CD&V-boegbeeld Kris Peeters, MR-coryfee Didier Reynders en huidig premier Alexander De Croo (Open VLD) waren lid van het kernkabinet.

Meer zelfs, De Croo was voogdijminister, maar op geen enkel moment maakte hij aanstalten om de bezem door het postbedrijf te halen. Onbegrijpelijk? Niet echt, want er waren ook Vlaamse lobbygroepen die er belang bij hadden dat het potje van het postbedrijf gedekt bleef.

Voor enkele partijen is de Bpost-affaire nu een buitenkansje om hun ideologisch blazoen op te poetsen, hun gehechtheid aan het vrije ondernemerschap te belijden en de spilzieke overheid te kapittelen. Vandaar de gretigheid waarmee ze zich in het dossier vastbijten.

Wordt dit de aanloop naar een campagne voor meer vrije markt en minder overheid? Ongetwijfeld is dat de bedoeling, maar ook mooi meegenomen is dat die campagne de aandacht afleidt van het ontluisterende spektakel dat de naam graaiflatie meekreeg en dat de tegenstanders van de index­koppeling in verlegenheid brengt.

Vandaar de verbazende windstilte op het Belgische indexfront. Die stilte verbaast des te meer omdat alle partijen met steeds nieuwe voorstellen uitpakken om de kiezer in 2024 te overtuigen.

Geen enkele partij, ook de meest conservatieve niet, durfde het tot dusver aan om de automatische indexkoppeling af te voeren.

Ondanks de brandbrieven van het Internationaal Muntfonds (IMF) en de pleidooien van veel centrale bankiers en ondernemers tegen de koppeling neemt momenteel geen enkele partij de afschaffing ervan in zijn kiesprogramma op.

Toeval is dat niet. Uit een recente ­Oeso-studie blijkt dat de Belgische koopkracht in 2022 beter standhield dan die van de meeste andere EU-landen. Terwijl Nederland een tik van ruim 3 procent kreeg en Duitsland ruim 4 procent moest prijsgeven, beperkte België het koopkrachtverlies tot minder dan 1 procent. De index zat daar voor iets tussen en mede om die reden willen de politieke partijen er hun vingers niet aan verbranden.

In België, ook in Vlaanderen heeft de index een breed draagvlak. Hij garandeert stabiliteit en biedt kwetsbare bevolkingsgroepen in turbulente tijden een houvast. In principe zou dat ruimschoots moeten volstaan voor een prominente vermelding in de Vlaamse canon.

Er is nog een reden waarom de index de jongste dagen uit de politieke vuurlinie verdween. In tegenstelling tot de vele alarmkreten van het economische en financiële establishment was er de voorbije maanden geen sprake van een loon-prijsspiraal.

Omdat alle Europese landen de automatische indexkoppeling eind vorige eeuw opdoekten – België is, samen met Luxemburg, de uitzondering – bleven de loonstijgingen achter op de prijsstijgingen. Vandaar het koopkrachtverlies in al die landen.

Niet alleen bleken de voorspellingen van veel economen over een desastreuze loon-prijsspiraal fout, ze verkeken zich ook op de hebzucht van de ondernemingen. Veel bedrijven zagen de kans schoon om in de schaduw van de hogere energiekosten hun winstmarges te verhogen.

Uitgerekend de studiedienst van de Europese Centrale Bank signaleerde in een recente blog dat de bedrijven de hoofdverantwoordelijken voor de inflatieopstoot van vorig jaar waren.

De hefboom van twee derde van de prijsstijgingen in 2022, zo rekende de ECB uit, lag bij de ondernemingen die hun winstmarges verhoogden. Niet meer dan een derde kwam van de loon-prijsspiraal.

Net zoals in de jaren 70 van vorige eeuw leverde dat alvast een neologisme op. Toen beviel het economische establishment van het woord stagflatie.

Met dat verbale hoogstandje werd geprobeerd het problematische samengaan van vertraagde economische groei, ­hoge werkloosheid en muntontwaarding in één woord te vatten.

Vandaag ligt er een nieuw woord op tafel: graai­flatie.

Als het al iets duidelijk maakt, is het dat de huidige inflatie grondig verschilt met die van de jaren 70. Toen slaagden de meeste bedrijven er niet in om de winstmarges op peil te houden, vandaag is het hen wel gelukt.

Niet ­alleen wisten ze het koopkrachtverlies op de werkende bevolking af te wentelen, in veel landen kregen ze het voor elkaar een extra graantje mee te pikken en de winstcijfers een boost te geven.

Dat heeft alles te maken met de veranderde machtsverhoudingen op het economische schaakbord. De marktmacht van de bedrijven is vandaag onvergelijkbaar groter dan in de jaren 70. Daar ­betalen we een forse prijs voor.


Paul Goossens – Europajournalist. Zijn column verschijnt tweewekelijks op vrijdag


Toen Alexander De Croo bevoegd was voor Bpost, hier in 2017, ging hij er ook niet met de bezem door. Kwam dat toen niet goed uit? Foto: belga

Lees ook

Vul hieronder de zoekopdracht Paul Goossens in en vind meer berichten in deze categorie.


Bron: De Standaard

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven