Paul Goossens – Tijd om het over iets anders te hebben dan identiteit en woke


Ook al maakt de samenleving zich druk over identiteit en woke, de werkelijke problemen hebben volgens Paul Goossens nog altijd te maken met scheve sociaal-economische verhoudingen. Dat inspireerde hem tot een boek dat ongelijkheid vanuit een breed historisch perspectief onder de loep neemt.

 Ruben Mooijman – De Standaard


Jazeker, met zijn nieuwe, vuistdikke boek over ongelijkheid wil journalist Paul Goossens op het publieke debat wegen. Het ergert hem mateloos dat er nu al jarenlang over identitaire kwesties wordt gesproken, terwijl de dingen die er écht toe doen ondergesneeuwd­ raken. Ongelijkheid, dus. Koopkracht, ook. De verhouding tussen arbeid­ en kapitaal.

Wie zijn columns in De Standaard leest, weet dat Goossens zich daarin graag verdiept. In zijn boek De ongelijkheidsmachine zet hij nog een stap verder. Of zeg maar gerust­: een paar stappen.

In 580 pagina’s ontleedt hij de geschiedenis van de ongelijkheid, van de oude Grieken tot nu. Met veel nadruk op de rol die de Europese eenwording­ gespeeld heeft in de sociale verhoudingen. Daarom kreeg het boek als ondertitel­ mee: Een verborgen Europese geschiedenis­.

Vier jaar heeft hij eraan geschreven. Het concept van de ‘1 percent’ was een van de triggers om eraan te beginnen, vertelt hij.

Het idee dat een piepkleine elite over onevenredig­ veel macht en middelen beschikt­, kreeg gestalte tijdens de ‘Occupy Wall Street’-beweging in de nasleep van de financiële crisis. De Franse econoom Thomas­ Piketty werkte het verder uit in zijn boeken.

‘Vooral de historische ver­banden die hij legt in zijn tweede boek, Kapitaal­ en ideologie, hebben me getroffen. Toen begon het idee voor het boek te rijpen­. En nu, met de verkiezingen in aantocht­, wordt het wel tijd om het eens over iets anders te hebben dan identiteit en woke.’

BIO

  Wie is Paul Goossens? 

  • Geboren in 1943 in Mechelen
  • Studeerde economie in Leuven
  • Was als studentenleider actief in het protest rond de democratisering en de taalkundige opsplitsing van de Leuvense universiteit 
  • Werkte tussen 1973 en 1978 als economieredacteur voor De ­Standaard
  • Was van 1978 tot 1991 hoofd­redacteur van De Morgen
  • Volgde daarna de Europese politiek voor Belga en Knack
  • Auteur van meerdere boeken over de Belgische en Europese politiek
  • Columnist voor De Standaard

Goossens (80) heeft zowel mei ’68 als de opkomst van het neoliberalisme in de jaren­ 80 actief meegemaakt. Vooral dat laatste­ heeft zijn denken beïnvloed, zegt hij.

‘Door de omslag die toen plaatsvond, met de opkomst van Margaret Thatcher en Ronald Reagan, is het neoliberale kapitalisme dominant geworden in onze samenleving. Dat had een zware impact op het economische denken door de Belgische politici.

´Denk aan de devaluatie van de Belgische­ frank. Het marktdenken werd hip en sexy. Ik heb daar met verbazing en verbijstering naar gekeken. En ook met zorg. Je zag de fundamenten van het embedded­ kapitalisme en de welvaartsstaat wegkwijnen, en je had er geen vat op.’

Daarmee leken ook de verwezenlijkingen van de jaren 60 op de schop te gaan. Speelde ook dat een rol in zijn analyse?

Goossens relativeert. ‘Ik heb voor De Standaard een essay geschreven over de erfenis van mei ’68. Er zit een deel van mijn eigen geschiedenis in, maar voor zover dat meespeelt­, is het toch niet meer dan een voetnoot.’

Je legt in het boek de systematiek van de ongelijkheid bloot. Hoe ziet die eruit?

‘Ongelijkheid is meer dan een ondeugd, of het gevolg van de fratsen van de superrijken. Het is een kluwen van wetten en afspraken, dat een zeer solide indruk maakt en daardoor moeilijk te veranderen lijkt.

´Het is ook de aanvaarding van een orde.

´Het is een systeem van een minderheid met privileges, die via macht en druk worden uitgeoefend.

Hoe kan het dat dat systeem eeuwen overeind kon blijven?

´De basis van de ongelijkheid in de middeleeuwse feodale maatschappij was de ‘stad van God’ waarover Augustinus het had.

´De geestelijkheid kon vanop de kansel de weg wijzen, eeuwenlang werd er ingehamerd dat de samenleving nu eenmaal ongelijk was.

´Pas met de Amerikaanse onafhankelijkheid en de Franse Revolutie is de doos van Pandora geopend, en viel de bodem uit de zogenoemde bovennatuurlijke ordening. Er kwam een egalitaire dynamiek op gang die uiteindelijk tot het algemeen stemrecht zou leiden.

´De samenleving veranderde. In die mate zelfs dat de Verenigde Staten de hoogste belastingschijven optrokken naar 80 procent. Maar bij het los­laten van de afspraken van Bretton Woods (waar de goudstandaard werd ingevoerd, red.) werden de grendels op het kapitaalverkeer losgelaten en kreeg de financiële industrie vrij baan.’

‘Het wordt tijd om het eens niet over woke en identiteit te hebben’
Foto: Jimmy Kets

‘Wat ik zo frappant vind, is dat die middeleeuwse­ orde zo lang kon duren. Meer dan duizend jaar lang was ongelijkheid een verhaal waar de bevolking niets van hoefde te begrijpen, maar dat ze wel moest aanvaarden, als een soort grote soumission­.

´Daarna werden concepten als de laisser-faire-doctrine en het nationalisme gebruikt als de grote verhalen om ongelijkheid­ te rechtvaardigen. Maar dat eindigde met drie catastrofes: twee wereldoorlogen en de grote depressie.’

Een deel van het boek gaat over het paradoxale gegeven dat de sociale dimensie die het Europese economische model kenmerkt, in het project van de Europese eenwording altijd een ondergeschoven kindje is gebleven. Het Europese project is vooral marktgedreven.

‘Je ziet de worsteling van Europa met de sociale problematiek al van bij de stichting. In het Verdrag van Rome gaan maar 12 van de 248 artikelen over de sociale problematiek.

´De welvaartsstaat was een uitvinding van de natiestaten, en het is het territorium van de natiestaten gebleven­. Vanaf het begin werd beslist dat Europa zich daar niet mee bezig moest houden. Het sociale was van bij de aanvang verboden terrein. Dat werd niet als een probleem­ gezien, het idee was dat meer welvaart alle lidstaten ten goede zou komen.

´De sociale pijler kreeg later wel meer aandacht, maar is nooit een topprioriteit geworden zoals de muntunie dat was. Dus er waren twee redenen waarom de sociale dimensie beperkt bleef.

´De bevoegdheidsverdeling tussen de lidstaten en de Commissie, en de strategische keuze om vooral werk te maken van een eengemaakte markt en daarna een muntunie.’

Hoe komt het dat machtige Europese stromingen zoals de sociaaldemocratie en de christendemocratie nooit een rem hebben kunnen zetten op de liberale principes waarop de EU gebouwd is?

‘De Europese Unie zat al voor Reagan en Thatcher op dat spoor. En in Europa waren de christendemocraten de enigen die echt als groep optraden.

´Bij de sociaaldemocraten was die groepsvorming veel minder sterk. Zij beperkten zich tot een liturgie van rituelen, maar de echte strategie in de Raad en het Parlement was bijzonder mager­.

´En wat de christendemocraten betreft­: hun strategie was dat er rechts van hen niets mocht komen. Vandaar dat ze iemand­ als Silvio Berlusconi in hun midden­ opnamen.’

Een van de zaken waarmee Goossens in het boek afrekent, is ‘de mythe dat Europa de geschiedenis vergeet’ door te streven naar een pan-Europees machtsniveau waaraan de natiestaten ondergeschikt zouden zijn.

Hij verwijt onder meer N-VA-voorzitter Bart De Wever die mythe moedwillig in leven te houden.

‘Vanaf het begin hebben de lidstaten vooral voor hun eigen belang­ gevochten. Eigenlijk waren de onderhandelingen­ niet zo verschillend van de gesprekken die in 1918 in Versailles plaatsvonden. Het enige wat telde, was het nationale belang.

´Bij de totstandkoming van de EGKS, de voorloper van de EU, was België zelfs de grootste dwarsligger. De gesprekken­ gingen over douanerechten en de invoer van bananen, niet over een groots visionair project. Er was geen plan om de natiestaten uit te faseren, en dat is er nog altijd niet.’

Het klopt evenmin dat Europa voorkwam uit een ‘nooit meer oorlog’-idee, zegt Goossens.

Vanaf het begin ging het om centen, markten en tarieven. Dat had ook te maken met de Amerikanen, die hun marshallhulp graag nuttig besteed wilden zien. Ze eisten dat de Europeanen met één stem konden spreken en de handen in elkaar zouden slaan.

Kun je zeggen dat de Amerikanen toen bepaald hebben in welke plooi Europa zou komen te liggen, en dat we daar nu nog altijd­ de gevolgen van voelen?

‘De Verenigde Staten waren zeker voorstander van een gemeenschappelijke markt en de schaaleffecten die dat meebracht. Tijdens de gesprekken tussen de stichtende leden, op het kasteel Hertoginnedal, gingen­ de rapporten onmiddellijk naar de Amerikaanse ambassade.

´Als je een beetje grootmacht bent, en je weet dat in Europa twee wereldoorlogen ontstaan zijn, dan is dat een topprioriteit.

´Het psychologische klimaat was er ook naar: de Koude Oorlog en de vrees voor de Sovjet-Unie bepaalden het denken. Maar de Verenigde Staten waren tegelijk nog in de ban van de New Deal van Roosevelt.

´Het was een periode waarin het geen taboe was om de overheid een belangrijke rol toe te kennen. Jean Monnet, een van de oorspronkelijke grondleggers van de EU, stelde een vrij dirigistisch project­ voor.’

De eengemaakte markt heeft in een aantal lidstaten de welvaart aanzienlijk verhoogd. Zou zonder de EU de ongelijkheid in Europa niet groter zijn?

‘Absoluut, zonder het Europese project zou de welvaart minder groot zijn, en de Europese regionale fondsen hebben daarbij een belangrijke rol gespeeld. Maar die convergentie is gestopt na de komst van de muntunie.

´Het verdrag van Maastricht was een soort tweede stichtingsmoment. De kernlanden gaven daar een kroonjuweel van hun soevereiniteit uit handen, namelijk hun eigen munt.

´Het opvallende is dat Bart De Wever dat voor de hand liggende voorbeeld van soevereiniteitsoverdracht niet signaleert.

´Is dat omdat zijn partij­genoot Johan Van Overtveldt als minister van Financiën na de eurocrisis volop meewerkte aan de veldtocht tegen de Grieken? Hoe zat het destijds met de Griekse nationale soevereiniteit? Die werd gewoon aan de kant geschoven. Dat zou een bedenking kunnen zijn als je het hebt over zaken als de volkswil. Maar daarover werd niet gepiept.’

Is de muntunie een voorbeeld van hoe Europa­ ongelijkheid in de hand werkt?

‘Ik ben voor een muntunie, maar wel op een andere leest geschoeid, zodat je minder kwetsbaar wordt voor de financiële markten.

´Iedere muntunie is een streekproduct, omdat de omstandigheden overal anders zijn. Maar er moet een solidariteitsmechanisme zijn.

´Als Florida een dreun krijgt, zijn er stabiliteitsmechanismen om te voorkomen dat die deelstaat in de problemen­ komt.

´Dat ontbreekt in Europa, omdat de Duitsers het niet willen. Ze zijn bang dat het Duitse spaargeld naar Zuid-Europa vloeit. Op hun vraag is de ECB ook compleet onafhankelijk geworden.

´Daardoor heeft bijvoorbeeld ECB-voorzitter Jean-Claude Trichet jarenlang een verkeerde oorlog gevoerd. Hij streed tegen een inflatie die er op dat moment niet was, waardoor de recessie in veel landen nodeloos gerekt is.’

‘Het wordt tijd om het eens niet over woke en identiteit te hebben’
Foto: Jimmy Kets

Dat schrijft het mandaat van de ECB nu eenmaal voor.

‘Nee, het mandaat heeft het over prijsstabiliteit. Maar je kunt zeker kritiek hebben op de opdracht die in het mandaat beschreven is. Als ook volledige werkgelegenheid een doel zou zijn, zoals in de VS, krijg je een ander beleid.

´De ECB is voor een stuk het resultaat van een junta van bankiers, een zeer selecte groep die beslissingen neemt waarover je grondig van mening kunt verschillen.

´De muntunie zit vol constructiefouten, waardoor we erg kwetsbaar zijn voor de kapitaalmarkten. Maar wie daar kritiek op had, werd niet gehoord.

´Pas tijdens­ de coronacrisis zijn enkele taboes eenmalig gesneuveld. Dat werd omschreven als een Hamilton-moment, een grote doorbraak, maar dat is nog niet bewaarheid.

´Voorstellen over een permanent Europees­ werkloosheidsmechanisme zijn bijvoorbeeld van de agenda verdwenen.’

‘Ik stel ook vast dat QE (quantitative easing­, het mechanisme waarmee centrale banken geld in de economie pompen, red.) de ongelijkheid heeft vergroot.

´QE werd gezien als het enig mogelijke antwoord op een crisis die veroorzaakt was door roekeloze kredietverlening. Het falen van de financiële­ sector werd dus gecounterd met een middel dat de banken voedsel geeft om nog forser toe te slaan.

´Door die oplossing kan een nieuwe crisis ontstaan. Kijk naar de Amerikaanse banken die omgevallen zijn.

´De financiële wereld is zo ondoorzichtig geworden dat we in de mist op de rand van een vulkaan wandelen.’

De meeste ongelijkheid vind je in landen buiten Europa. Zo slecht hebben we het dan toch niet gedaan?

‘Reden te meer om dat zo te houden. Er is niet langer een verhaal voorhanden om ongelijkheid­ goed te keuren. Men zegt dat ongelijkheid de ondernemingszin aanwakkert.

´Maar als een ceo honderden keren meer verdient dan zijn personeel lijkt me dat veeleer een aanleiding om een maximumloon in te voeren. Zo’n loonspanning is exorbitant en valt niet te verantwoorden.’

Na de financiële crisis leek het moment rijp om zulke zaken aan te pakken. Hoe komt het dat dat niet gelukt is?

‘Volgens de Amerikaanse historicus Walter Scheidel is de trend naar meer ongelijkheid niet meer te stoppen.

´De traditionele nivelleermachines zijn weggevallen. Neem oorlogen: die worden nu op chirurgische wijze uitgevoerd. Plagen en pandemieën hebben we snel onder controle.

´Hij vermeldt­ ook stemrecht. Het effect daarvan wordt gedempt, zeker in de VS, want veel verkozenen zijn nauw verbonden met de financiële of medische sector. De democratie in de VS is op dat punt verziekt.’

Je bent niet optimistisch?

‘Zolang de financiële industrie niet drastisch aan de ketting wordt gelegd, blijft de toestand onstabiel. De wereldwijde schuldenlast neemt toe, de kans op een nieuwe crisis is groot, niemand weet echt hoe je het moet beheersen.

´De coronacrisis heeft ertoe geleid dat een aantal dogma’s is gesneuveld­, maar nu zitten we weer met een oorlogssituatie en een energiecrisis.

´Tijdens corona hebben overheden enkele maatregelen genomen die voorkwamen dat we door het ijs gezakt zijn. Maar zijn de problemen echt opgelost? Ik geloof er niets van.’

De ongelijkheidsmachine.
Een verborgen Europese geschiedenis.

Kapitaal en ideologie

‘De financiële wereld is zo ondoorzichtig dat we in de mist op de rand van een vulkaan wandelen.’ Foto: Jimmy Kets

Lees ook


Bron: De Standaard

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven