Terwijl Donald Trump golft, kleineert J.D. Vance de bondgenoten. Als de vicepresident in de wachtkamer zit voor het Witte Huis, doet hij het allesbehalve discreet. Maar is hij een zuivere opportunist of een gevaarlijke idealist?
Steven De Foer – De Standaard
18 april 2025
Leestijd: 16 min
Een bovenste beste kerel. Dat beeld kregen miljoenen lezers in 2016 van J.D. Vance, die zijn miserabele jeugd in een vervallen industrie stadje in Ohio van zich af schreef in Hillbilly elegy – vertaald als Hillbilly blues.
Wat fijn dat die jongen dankzij zijn kleurrijke grootmoeder heelhuids aan dat leven van armoede, marginaliteit en drugsmisbruik was ontsnapt.
Wat knap hoe hij in Irak en Afghanistan diende om zijn studies te bekostigen, afstudeerde aan Yale en zich met zijn boek ontpopte als dé autoriteit over de politieke hamvraag van het moment: hoe konden verarmde witte arbeiders die jaren op de Democraten hadden gestemd zich door Donald Trump laten verleiden?
Bij het herlezen van de bestseller valt Vance’ mededogen op. Hij klaagt de verwaarlozing van een klasse aan, maar duidt geen zondebokken aan.
Mensen zijn verantwoordelijk voor zichzelf, dat is de fundamenteel conservatieve ondertoon van zijn medeleven. Hij raast niet tegen het systeem, hij is bezorgd.
Zelfs op de foto op de flap ziet de auteur er een goeierd uit: wat molliger in het gezicht dan nu, zonder de dikke baard en de boze blik die de vicepresident vandaag kenmerken.
- Is het echt dezelfde man die op de Veiligheidsconferentie van München extreemrechtse partijen promootte en de Europese regeringsleiders de les las over ware democratie?
- Die in het Oval Office de Oekraïense president Volodymyr Zelensky naar de keel vloog en kleineerde?
- Die naar Groenland vloog om de inwoners vanaf een VS-legerbasis arrogant te bezweren dat ze veel gelukkiger zouden zijn als Amerikanen?
- Die niets liever doet dan schofferen en schelden?
Aanvalshond
James David Vance (40) is een van de meest aanwezige vicepresidenten in de geschiedenis.
President Donald Trump houdt zich liever bezig met golfen en decreten tekenen dan met vervelende reizen en netelige discussies. Die laat hij graag over aan zijn aanvalshond.
Vance’ verbale strijdlust was een belangrijke reden waarom hij de voorkeur kreeg als running mate.
Bovendien gedraagt hij zich hondstrouw. Zijn enige faux pas maakte hij achter Trumps rug om – of dat dacht hij.
Tijdens een overleg over de aanval op de Houthi’s in Jemen mopperde Vance dat de VS zo weer de kastanjes uit het vuur haalden voor Europa.
Door de flater van veiligheidsadviseur Mike Waltz, die per ongeluk een journalist uitnodigde in de groepschat op de berichtendienst Signal, kwam die kritiek ook aan het licht.
Vance maakte dat goed met de ondankbare trip naar Groenland en met verbale steun voor Trumps draconische handelsoorlog.
Het kostte Vance ontzettend veel moeite om het vertrouwen van Trump te winnen. Hij wil diens kroonprins zijn en blijven.
Op de verkiezingsavond in 2016 zat hij in zak en as. Ervan overtuigd dat Trump zou verliezen van de Democratische presidentskandidaat Hillary Clinton en dat de Republikeinen naar normalisering zouden snakken, had hij zich tijdens zijn boekentournee erg negatief over Trump uitgelaten.
Hij noemde hem “een idioot, totaal ongeschikt om het land te leiden”.
Hij had het over “culturele heroïne”: “Op Trump stemmen geeft kiezers een kortstondig goed gevoel, maar het helpt hen geen stap dichter bij een oplossing.”
Hij vroeg zich zelfs af of Trump geen Amerikaanse Adolf Hitler was.
En dus leek zijn politieke carrière al om zeep nog voor ze begonnen was, gezien Trumps lust naar wraak.
Het is dan ook ongelooflijk dat hij zes jaar later, in 2022, dankzij Trumps steunbetuiging senator voor Ohio werd, en daarna ook vicepresident.
En dat terwijl hij niet eens populair is: in peilingen scoort hij historisch laag voor een kersverse vicepresident. Maar dat zal hem worst wezen, zolang de baas maar tevreden is.
Hogere realiteit
Historici zullen er een kluif aan hebben hoe Vance zich ondanks die voorgeschiedenis in Trumps gratie werkte. Was het één uitgekiend plan, had hij een konijnenpoot of was het een mix van beide?
Zijn politieke dromen zette hij na 2016 op een waakvlam, terwijl hij rijk werd als durfkapitalist in Silicon Valley.
Ondertussen raakte hij goed bevriend met drie mensen met erg veel invloed op Trump:
- Het rechtse schermgezicht Tucker Carlson
- De techgigant Peter Thiel
- En Donald Trump junior
Trumps oudste zoon dweepte met Hillbilly blues, begreep niet dat de auteur zulke lelijke dingen had gezegd over zijn vader, en belde hem op.

Vance antwoordde dat hij misleid was door de leugens over Trump in de mainstreammedia. De twee werden dikke vrienden.
Dat was goed getimed van Vance: na 2020 verdween schoonzoon Jared Kushner immers uit Trumps invloedssfeer en nam Trump junior de positie van invloedrijkste familielid in.
In 2022 spraken we hen even, na een meeting in het clubhuis van de politie in Columbus, Ohio.
Ze vormden een ongewone tandem: Vance inhoudelijk beslagen, Trump jr. meer de volksmenner, applaus scorend met zijn sarcasme.
Wat ze gemeen hadden, was hun neerbuigendheid tegen de pers, zeker uit Europa. Alsof zij toegang hadden tot een hogere realiteit waartoe onkritische liberals en centristen nog geen toegang hadden, omschreef iemand het. Alsof we in The matrix leefden en zij de rode pil hadden gekozen.
De vriendschap deed haar werk. Donald Trump jr. overtuigde zijn vader om Vance te helpen de senaatszetel te bemachtigen.
Trump is haatdragend, maar niet tegen ‘bekeerde’ ex-critici die bereid zijn zich voor hem in de modder te wentelen, en dat deed Vance.
Metamorfose
Twee jaar later woog Donald jr. op zijn vader om J.D. Vance als running mate te kiezen.
Die had zelf ook alle zeilen bijgezet om in Trumps smaak te vallen:
- De immigranten de schuld van alles geven
- Abortus des duivels noemen
- Beweren dat Trump bestolen was bij de verkiezingen
- Meer sympathie tonen voor Rusland dan voor Oekraïne
Vance werd de jongste vicepresident sinds Richard Nixon in 1952.
Sindsdien klinkt hij brutaler dan ooit, zelfs dan Trump zelf. Het doet de vraag rijzen wie hij werkelijk is en hoe hij zal evolueren.
Hij is zeker niet meer de man die hij negen jaar geleden was. Maar was de metamorfose de goocheltruc van een pure arrivist? Of is hij de authentieke leider van een neoreactionaire beweging die zich New Right noemt?
Om zijn enorme bocht in te schatten loont het de moeite nog wat verder terug te kijken, naar 2011, toen hij nog aan Yale studeerde, maar al meewerkte aan een website van de gematigd conservatieve intellectueel David Frum.
FrumForum.com was opgericht na de verkiezingen van 2008, toen Barack Obama de door schandalen uitgeteerde Republikeinen had verpletterd. De partij worstelde met een interne revolte door de populistische Tea Party-beweging.
Frums forum was een initiatief om ideeën te verzamelen voor een nieuwe Republikeinse partij:
- Cultureel moderner
- Economisch socialer
- Bezorgd voor klimaatverandering

Dikke vrienden. © getty
Zes essays waren van de hand van J.D. Hamel, zoals Vance zich toen noemde. Die bijdragen contrasteren wel heel sterk met zijn latere zelf.
Er zijn gelijkenissen. Zo schreef hij toen ook al over hoe de witte arbeidersklasse in de VS verwaarloosd werd, en pleitte hij voor strengere immigratieregels.
Maar de verschillen springen harder in het oog. J.D. Hamel had een hekel aan partijpolitiek gestook en cultuuroorlogen. Hij steunde sociale inclusie en zelfs quota voor minderheden in het hoger onderwijs.
Bovendien hechtte hij veel belang aan expertise, en bepleitte hij een overheid bevolkt door de beste en slimste mensen die het land te bieden heeft.
Hij was ook een fervente voorstander van academische topinstituten zoals ‘zijn’ Yale – dezelfde Ivy League-universiteiten die hij later tot “de vijand van het volk” zou bombarderen.
De VS moesten een grote rol blijven spelen in het beschermen van de wereld tegen agressieve regimes – van America First was nog geen sprake. En voor de Tea Party, die het pad effende voor het trumpisme, had hij niets dan misprijzen.
“Ik bewonderde die jongeman”, schreef Frum in 2022 in The Atlantic.
“Ik nodigde hem uit op etentjes. Ik zag in hem een toekomstige leider van dat reformist conservatism waar ik naar op zoek was – conservatisme met een hart en ethiek.”
Frum, vandaag een fervente criticus van Trump, voegde er sip aan toe: “Vance heeft sindsdien een hele weg afgelegd.”
De ambigue jaren
Vance’ politieke positie bleef lang ambigu, ook na het succes van Hillbilly blues.
Hij liep van congres naar talkshow, deze insider die de misère van de witte arbeidersklasse fileerde met een mix van liefde en bitterheid, en die een aanzet tot uitleg gaf voor de aantrekkingskracht van Trump in die vergeten streken.
Conservatieve lezers onthielden zijn krasse anekdotes over sociale fraude die profiteurs in hun hangmatten houdt.
Progressieve lezers hielden van zijn kritiek op Trump en lazen zijn vrije tribune Barack Obama & me, waarin hij de biografische gelijkenissen tussen hen benadrukte, met name de afwezige vader.
Gematigde Republikeinen dachten dat Vance hun partij weer naar redelijkere vaarwaters kon navigeren. Democraten overwogen hem te overtuigen tot een transfer naar hun partij.
Die twijfel was van korte duur. Zijn radicale bocht naar rechts, vanaf 2017, wordt meestal toegeschreven aan Peter Thiel.
Toen die miljardair en oprichter van Paypal in 2011 een lezing gaf aan Yale, had Vance hem een bewonderende mail gestuurd.
Vijf jaar later plukte Thiel hem weg uit een advocatenkantoor om in San Francisco voor hem te komen werken.
Daar bleef het niet bij. Thiel gaf Vance startkapitaal voor zijn eigen bedrijf, en stopte meer dan 15 miljoen dollar in diens campagne voor de senaatsverkiezingen.
Thiel had ook een ideologische invloed op zijn poulain.
Van Thiel is de schokkende uitspraak dat “vrijheid en democratie vandaag in de VS niet langer compatibel zijn”.
Hij bracht Vance ook in contact met de extreemrechtse blogger Curtis Yarvin, die graag fantaseert over een met spitstechnologie ondersteunde, hyperkapitalistische maatschappij, geleid door een almachtige monarch.
Thiel raadde de katholieke filosoof René Girard aan als leesvoer, en de geschriften van Sint-Augustinus, wiens teksten over het verval van het decadente Rome volgens Vance de reden waren waarom hij zich in 2019 bekeerde tot het katholicisme.
Wel handig, als je als voormalige atheïst een politieke carrière plant en naar de steun van conservatieve kiezers hengelt.
Ook met de politicoloog Patrick Deneen maakte Vance kennis.
Die schreef dikke en steeds radicalere teksten over het falen van het culturele en economische liberalisme, tot hij in Regime change zonder meer pleitte voor “het vreedzame maar krachtdadige omverwerpen van de huidige corrupte progressieve klasse en het creëren van een postliberale wereldorde”.
Bochtenkampioen
Vanaf 2019 stak Vance steeds scherpere sermoenen af tegen linkse indoctrinatie in de academische en culturele wereld, tegen “childless cat ladies die niet bijdragen aan de toekomst van ons land”, tegen woke, tegen verplichte vaccinatie.
Zijn hele publieke imago radicaliseerde. De radicale metamorfose paste zo goed in zijn politieke planning, dat veel critici twijfelen of ze authentiek is. Zelfs zijn vriend James Orr, een Britse academicus, zei: “Er zit in J.D. meer pragmatisme dan ideologie.”
Sarah Longwell, uitgeefster van de conservatieve maar Trumpkritische website The Bulwark, ziet in Vance het vleesgeworden opportunisme.
“Hij zoekt uit wie de rijkste, machtigste alfaman in de kamer is, en begint dan te vleien en diens project over te nemen. Dat deed hij met Thiel, met Carlson, met Trump. Hij wordt louter door dorst naar macht gedreven.”
David Frum is voorzichtiger.
“Welbewuste hypocrisie is zeldzaam in de mens”, zei hij op de openbare radio NPR.
“Ik denk niet dat onze geest het aankan voortdurend iets anders te verkondigen dan wat je werkelijk gelooft.
“Toch is één ding zonneklaar: wat J.D. Vance vandaag zegt, spoort niet noodzakelijk met wat hij gisteren zei, of morgen zal zeggen.”
Trump, die in Vance een man ziet die het trumpisme een toekomst voorbij zijn eigen graf kan geven, past dus maar beter op volgens Frum.
“Vance is geen kloon van hem. Zodra het fout loopt met Trump, kiest Vance zijn eigen weg.”
Maar welke weg zou dat zijn? Hij is zo’n bochtenkampioen, zo’n vat vol contradicties.
- De beroepsmilitair die op zijn 27ste nog als een echte havik klonk, is nu een isolationist en radicale tegenstander van buitenlandse oorlogen, zeker die in Oekraïne.
- De loser die een winner werd door zijn studies aan Yale, is nu de motor achter Trumps inspanning om de academische elite te slopen.
- De man die een Indiase vrouw huwde “omdat immigranten mét verblijfsstatus wél welkom zijn in de VS”, verzint dat immigranten uit Haïti de honden en katten van hun buren opeten.
- De schrijver die jammerde hoe makkelijk de mensen uit zijn contreien de gekste complottheorieën slikken, serveert die nu zelf en voert campagne met de geflipte Marjorie Taylor Greene.
Zegt Vance dan echt om het even wat om hogerop te geraken, is er niets dat écht is aan zijn retoriek?
Misschien wel iets: alvast zijn diepe wrok tegen het academische milieu en de dominantie van een cultureel progressieve elite lijkt geïnspireerd door persoonlijke frustratie.
Walk of shame
In zijn bestseller beschrijft hij hoe moeilijk het was om de sociale codes en manieren van de elite aan Yale te doorgronden.
Zijn redding was zijn vriendin Usha, zijn latere vrouw. Zij is een kind van rijke immigranten uit India: aan een elite-universiteit voelde ze zich veel sneller thuis dan hij.
Usha hielp hem over zijn drempelvrees tegen de professoren, instrueerde hem over tafeletiquette voor de chique diners waar dure advocatenkantoren hun confraters voor de toekomst kwamen selecteren. Ze leerde hem alles; het was omgekeerde My fair lady.
Maar die lessen en tips volstonden niet. De grote meerderheid van zijn medestudenten waren kinderen van steenrijke artsen, advocaten en ondernemers.
Vance was intelligent en ijverig genoeg om in de les verbintenissenrecht zijn boerenkinkel jeugd te maskeren. Maar daarbuiten botste hij op een onzichtbare muur.
“Ik heb me nooit ergens buitengesloten gevoeld, behalve aan Yale”, schreef hij.

Hij moet bovendien aangevoeld hebben dat die drempel zelfs na zijn studies nog niet gesloopt was, toen hij een gevierd schrijver was.
In 2018 werd hem de deur gewezen op een chique receptie in de tuin van het kasteel van Lynda Resnick, de eigenaar van Fiji Water en topdonateur van de Democraten.
Vance was zonder uitnodiging meegekomen met een vriend, maar hij bleek dus niet welkom, en stapte met honderden ogen in zijn rug de oprit van het domein af.
Drie jaar later riep hij op een National Conservatism-congres op tot een oorlog tegen de vijandige progressieve instituten, “dat wereldje dat dicteert wat we in onze maatschappij als waarheid zien en wat als verzinsel.
“We moeten met open vizier die wereld en vooral die universiteiten aanvallen.”
Eigen volk eerst
Vance-aanhangers houden vol dat hij door een consistent idealisme gedreven wordt.
Michael Strain van het conservatieve American Enterprise Institute in The Economist:
“Hij doet niets zonder zich eerst de vraag te stellen: is dit goed voor de werkende mens, is dit goed voor gezinnen?”
Als senator werkte hij tenslotte samen met de Democrate Elizabeth Warren wetsvoorstellen uit voor een verhoging van het minimumloon en meer controle op het loon van ceo’s.
Cultureel rechts gaat bij hem soms (even) hand in hand met economisch links.
Zelfs zijn gebetenheid tegen aanhoudende Amerikaanse steun aan Oekraïne wordt als een sociale reflex uitgelegd: terwijl Europa decennia rekende op de Amerikaanse vriend om het vrije Westen te beschermen, bouwde het een sociaal vangnet uit, terwijl dat in de VS steeds verder verpieterde.
Ook dat verklaart de haat van Vance tegen Europa.
Hij ziet ons als arrogante moralisten die van de Amerikaanse veiligheidsparaplu geprofiteerd hebben. Hij drukt dat misprijzen scherp uit, vol dedain voor ethiek en internationale solidariteit.
“Het kan me niet schelen wat er met Oekraïne gebeurt. Ik hoor over die oorlog precies hetzelfde als twintig jaar geleden over Irak. Diezelfde obsessieve focus op moralisme: democratie is goed, Saddam Hoessein is slecht, Amerika is goed, tirannen zijn slecht. Dat kan toch de basis niet zijn van ons buitenlandse beleid?”
Vance vergeet dat zulk ‘moralisme’ ooit, in de Tweede Wereldoorlog, wél de basis was voor het buitenlandse beleid van de VS.
Hij noemt dat vandaag onzin, pleit er resoluut voor om louter naar het nationale eigenbelang te kijken: eigen volk eerst.
En sommigen zien dat dus als oprechte bekommernis voor de verwaarloosde witte lagere middenklasse.
Spreidstand
Nochtans wringt die uitleg hopeloos met de werkelijkheid.
Vance claimt een brug te slaan tussen populistisch rechts en de Silicon Valley-miljardairs, maar is dat niet gewoon een spreidstand?
Zullen die twee groepen ooit meer zijn dan een electoraal verbond zonder achterliggende logica?
Tientallen miljoenen witte mensen uit de lagere middenklasse steunen Trump zonder te beseffen hoezeer ze tegen hun portemonnee stemmen.
Vance daarentegen weet donders goed wiens belangen hij echt dient: niet die van de kleine man.
En om mee op de golven van Trumps succes te surfen zet hij de autoritaire dagdromen van Thiel, Deneen en Yarvin om in de praktijk.
“Als ik op 6 januari 2021 in de schoenen had gestaan van vicepresident Mike Pence, zou ik bij de zitting in het Capitool wél de machtsoverdracht aan Joe Biden hebben tegengehouden”, zei hij.
In podcasts en interviews moedigde hij Trump aan om alle hogere ambtenaren te ontslaan en te vervangen door volgelingen, en tot het negeren van vonnissen en arresten die zijn beleid tegenwerken.
Hij riep op tot vervolging van journalisten die te Trumpkritisch schrijven en hij herinnerde de president aan zijn voorganger Andrew Jackson, de zevende president van de VS wiens portret in Trumps Oval Office hangt met een reden.
Toen het Supreme Court in 1832 Jackson verbood de Cherokees van hun land te verdrijven, antwoordde Jackson “dat ze dat maar eens proberen af te dwingen”, en gaf tóch groen licht voor de landroof.

Of dat nu ideologische overtuiging is of plat opportunisme, hij kiest volmondig voor een postliberaal en autoritair Amerika.
Wellicht droomt hij dat zulk radicalisme hem ooit tot in het Witte Huis zal brengen.
Trump oppert dat er misschien wegen zijn om de grondwet te omzeilen en een derde keer president te worden.
Sommigen speculeren dat hij iemand anders zou kunnen helpen verkiezen, met de afspraak dat die meteen weer troonsafstand zou doen voor hem.
Volgens de meeste rechtsgeleerden zou ook dat ongrondwettig zijn, maar met het huidige Supreme Court weet je maar nooit.
Het grotere probleem is dat de stroman zich zou moeten houden aan zo’n afspraak. Daar heb je een wel erg trouwe trumpist voor nodig.
En alles wijst erop dat Vance geen trumpist is, maar een vancist.



Lees ook
Lees ook
Lees meer berichten
In de categorie Portretten
Bron: De Standaard