In een nieuw boek laat oud-voorzitter van de Europese Raad Herman Van Rompuy (74) zich uitzonderlijk uit over de (inter)nationale politiek van vandaag. Van de verkiezingen van 2024 tot de verschrompeling van CD&V in peilingen, geen onderwerp is taboe. In “De ochtend” praat hij erover samen met opiniemaker Rik Van Cauwelaert.
Van dilemma van 2024 tot einde van grote partijen: oud-EU-president Van Rompuy wikt (uitzonderlijk) politiek
Vier dagen lang ging Herman Van Rompuy in de bibliotheek van de abdij van Affligem in gesprek met Rik Van Cauwelaert, de oud-hoofdredacteur van Knack. Naar aanleiding van de recente gebeurtenissen in Oekraïne kwam daar achteraf nog een kort vijfde afsluitend gesprek bij. Het resultaat van die gesprekken is in boekvorm gegoten onder de titel: “Wie wij waren“.
Verwacht van dat boek geen politiek interview tussen journalist Van Cauwelaert en de gewezen premier, CVP-partijvoorzitter en voorzitter van de Europese Raad Van Rompuy. Het is een gesprek tussen goede kennissen – zo omschrijven ze zichzelf – en generatiegenoten over zeer uiteenlopende onderwerpen. “Memoires” wil Van Rompuy het niet noemen.
Sinds de christendemocraat met de actieve politiek gestopt is, is hij moeilijk vast te krijgen voor interviews. Over de politieke actualiteit probeert hij sinds begin 2020 zo weinig mogelijk te zeggen. Toch doet hij in het boek enkele actuele politieke observaties.
In “De ochtend” op Radio 1 ging hij daar nog wat verder op in. We pikken er drie opvallende observaties uit.
Het dilemma van 2024
Het boek meandert over verschillende onderwerpen. En hoewel Van Rompuy zich zoals gezegd “niet wil mengen in de actuele politiek”, laat hij toch zijn licht schijnen op de verkiezingen van 2024. In het boek wordt het “het dilemma van 2024” genoemd.
Geen dilemma voor Van Rompuy, maar voor N-VA-voorzitter Bart De Wever om al dan niet de communautaire kaart te trekken.
Letterlijk:
(…)Hij (red. Bart De Wever) is slim genoeg om te beseffen dat het oppoken van het communautaire een artificieel gedoe aan het worden is. Een deel van de pers zal er wel in trappen, in dat verhaal van 2024 als het moment van de waarheid voor Vlaanderen.
Maar ik heb hem horen vertellen over zijn ‘rendez-vous met de geschiedenis’. Er is een contradictie tussen een rendez-vous met de geschiedenis om het confederalisme of separatisme te realiseren, en het feit dat hij niet met het Vlaams Belang wil regeren.
Ofwel zegt hij: ik ga met het Vlaams Belang samenwerken, en dan heb ik een rendez-vous met de geschiedenis, maar dan toch vooral een afspraak met de chaos. Ofwel zegt hij: ik wil met het Vlaams Belang niets te maken hebben. En dan komt er een doodgewone Vlaamse regering. In dat geval met de socialisten. Een nieuw soort paars!
(…)
Daar (red. het communautaire) is veel minder volk mee bezig dan enkele jaren geleden. Tijdens de coronacrisis waren er eigenlijk geen communautaire spanningen. Het overlegcomité tussen alle regeringen van het land functioneerde met deelname van alle partijen, de extremen uitgezonderd.
In “De ochtend” blijft Van Rompuy meer op de oppervlakte over de verkiezingen van 2024.
“We zijn nu in 2022”, zegt hij. “De gasprijs staat 12 keer hoger dan vorig jaar. Er is een oorlog in Oekraïne. We komen uit een zomer vol klimaatrampen. Tussen nu en 2024 gaat de wereld nog drie keer veranderen. U moet die vraag aan mij – of aan anderen – over twee jaar nog eens stellen.”
Hij is naar eigen zeggen momenteel helemaal niet bezig met de communautaire agenda.
“Er zijn andere problemen waar de mensen zich zorgen over maken”, gaat hij verder, verwijzend naar zijn eerdere opsomming.
“Het is een meer een vraag voor de pers dan een die mij aanbelangt.” Van Cauwelaert lijkt het daarmee eens. “Een week is een eeuwigheid in de politiek, wat is twee jaar dan”, zegt hij laconiek.
Europese eensgezindheid
Begin dit jaar is Rusland Oekraïne binnengevallen, maar in 2014 werd het land ook al het slachtoffer van Russische agressie. Toen annexeerden de Russen het schiereiland de Krim.
Ze deden dat in de nasleep van de Maidanrevolutie: pro-Europese protesten op het Maidanplein in Kiev die de Russisch gezinde president Janoekovitsj de kop hebben gekost. Zeker nadat de oproerpolitie tientallen vreedzame actievoerders had gedood.
Herman Van Rompuy was in die tijd voorzitter van de Europese Raad, Europees president.
“Bij de opstand op het Maidanplein werd met Europese vlaggen gezwaaid”, zegt hij daarover.
“Terwijl bij ons eurosceptici bezig waren, was men daar aan het hopen en het uitkijken naar Europa. Het gebrek aan Europese eensgezindheid in 2014 steekt schril af tegen de eensgezindheid nu.”
Nu wijst Rusland naar de NAVO-uitbreiding als een van de voornaamste redenen van zijn agressie tegen Oekraïne, maar dat is volgens Van Rompuy niet correct.
“Alles is begonnen met een associatieakkoord tussen de Europese Unie en Oekraïne. De Russen hebben die nauwe samenwerking willen tegenhouden. Ik heb toen in de Europese Raad moeten vechten – soms tegen de grote leiders in – opdat dat zou goedgekeurd worden. Finaal zijn we daarin geslaagd.”
Het contrast nu kon volgens Van Rompuy niet groter zijn.
“Ik had gehoopt dat ze eensgezind zouden reageren”, zegt hij over de Europese sancties die intussen tegen Rusland genomen zijn.
“Daar hebben we onze vrienden in Oost-Europa aan te danken, zeker Polen en de Baltische staten. Die hebben de Westerse landen als Frankrijk en Duitsland op sleeptouw genomen. Ook de Amerikanen hebben een grote rol gespeeld. Ik verheug me over die eensgezindheid.”
We zijn met 27 en moeten het altijd eens worden. Dat is een bestendige opgave, want er zijn al mensen die niet met zichzelf overeenkomen
Nochtans komt de Europese Unie ook nu verre van altijd eensgezind over.
“Het is niet omdat de Hongaren wat tegenspartelen dat de Unie verdeeld is”, benadrukt Van Rompuy.
“Hongarije vertegenwoordigt 2 procent van de EU en een economie die nog minder is. We zijn met 27 en moeten het altijd eens worden. Dat is een bestendige opgave, want er zijn al mensen die niet met zichzelf overeenkomen. De zes pakketten sancties zijn unaniem aangenomen en blijven behouden tot de territoriale soevereiniteit van Oekraïne hersteld is.”
In het boek maakt hij zich iets meer zorgen over de Europese Unie. Vooral de zwakke positie van Duitsland en Frankrijk – twee stichtende en normaliter leidende landen van de unie – lijkt hem zorgen te baren.
Letterlijk:
(…) Hoezeer ze iedereen ook al verbaasd hebben door hun eensgezindheid sinds het begin van de oorlog in Oekraïne. De EU blijft een statenbond, met een verzwakt Duitsland. Dat mag je niet onderschatten.
Frankrijk heeft anderzijds niet de economie om de politieke rol te spelen die ze zouden willen spelen, zeker nu Macron (red. de Franse president) geen meerderheid meer heeft in het parlement.
De twee grootste actoren binnen de EU zijn op dit moment, naar mijn gevoel, wat verzwakt. Zeker de Duitsers hebben de voorbije jaren ingeboet aan soortelijk gewicht, en dat speelt echt wel een grote rol in de Europese Raad, en bij uitbreiding in de Europese Unie zelf. Macron stond klaar om de fakkel in de EU over te nemen, maar hij is nu gehandicapt.
De Commissie kan dat gat niet vullen. Goed, de Commissie kan natuurlijk wel verklaringen afleggen, maar ik zeg dikwijls: ‘La Commission propose, les Etats membres disposent.’ En die logica is niet opeens verdwenen.
Als het over les Etats membres gaat, dan gaat het nog altijd in de eerste plaats over Frankrijk en Duitsland. Als die er niet in slagen de feitelijke leiding te nemen, dan weet ik niet of die opportuniteit ook daadwerkelijk volledig benut zal worden.
Einde van de grote partijen
Van Rompuy is naast voorzitter van de Europese Raad, premier en minister, ook voorzitter van de Vlaamse christendemocraten geweest. In die tijd nog de CVP, nu de CD&V.
In het boek heeft hij het uitvoerig over het belang van politieke peilingen. Een van zijn latere opvolgers – Joachim Coens – moest recent opstappen als voorzitter na een dramatische peiling voor zijn partij. CD&V werd de kleinste partij van Vlaanderen met amper 8,7 procent van de stemmen.
Letterlijk:
(… ) Alle politieke partijen zijn kleine of middelgrote partijen geworden – op de N-VA na voorlopig. Waarom zeg ik dat? Omdat de onzekerheid bij die partijen enorm is.
Waar staan we? Waar gaan we naartoe? Staan we niet op het punt om te verdwijnen? Al die partijen kampen niet zomaar met gewone problemen, maar met echt existentiële problemen.
Toen ik CVP-voorzitter was, vielen we tijdens een verkiezing terug van 32 procent naar 27 procent. Dat was erg, maar als je dat vandaag bekijkt… Daar was niets existentieels aan de hand. Nu wel. De CD&V en de Open VLD, mét de premier in haar rangen, zitten rond de 10 procent. De socialisten zijn dolblij dat ze in een peiling met Vooruit vooruitgaan tot 14 of 15 procent…
Voor al die partijen is de onzekerheid enorm. En de groenen… Als die niet opletten, hebben ze voor wat ze voorhadden in 2003 en verdwijnen ze weer uit het parlement. Dus, in die onzekerheid kijkt men natuurlijk nog meer dan vroeger naar peilingen. Je kunt zeggen dat het politieke landschap is ‘gebalkaniseerd’.
In “De ochtend” gaat Van Rompuy daar nog wat op verder. “Grote partijen zoals de CVP er een was, hebben nu geen plaats meer”, zegt hij. “De grootste partij van Vlaanderen haalt nu nog 25 procent van de stemmen (red. de N-VA bij de verkiezingen van 2019).”
“De versplintering van het landschap correspondeert met de individualisering van de samenleving”, gaat hij voort terwijl hij aangeeft dat dit een internationaal gegeven is.
“In Nederland heeft men 16 partijen en die hebben niet eens een opsplitsing – zoals bij ons – in een Vlaamse en Franstalige vleugel.”
Bron: VRTnws