Roman – Marieke De Maré – Ik ga naar de schapen

Marieke De Maré. — © Paul Willaert

Waarover men niet spreken kan, moet men zwijgen. Bij Marieke De Maré wordt dat zwijgen net heel sprekend.

Carl De Strycker – De Standaard


“Schrijfster Marieke De Maré probeert het moeilijkste raadsel ter wereld op te lossen: het leven en de liefde”


Simone en Andrej hebben na ruim een half leven samen aan een half woord genoeg om elkaar te begrijpen.

Ze gebruiken korte of afgebroken zinnen.

Hun dochter, die carrière maakt als beeldend kunstenaar, is het huis uit.

Simones moeder is dement en verblijft in een verzorgingstehuis.

Er wordt dus veel gezwegen in Ik ga naar de schapen.

In die wonderlijke vertelling, het tweede boek van Marieke De Maré, volgen we deze vier personages en een huisvriend gedurende twee weken waarin haast niets gebeurt.

Andrej trekt zich terug in de schapenstal, Simone poetst het huis en bezoekt haar moeder, hun dochter komt eten, de vriend doet zijn job als begrafenisondernemer.

Een constante: de conversatie verloopt moeizaam. Er wordt wel gepraat, maar niet echt met elkaar gesproken.

Kwetsuren en trauma’s uit het verleden malen in hun hoofden, maar blijven onuitgesproken; gevoelens worden niet gedeeld.

“Alles goed?” is een vaak terugkerende vraag waarop het antwoord steevast “ja” luidt, ook al is dat gelogen.

Er wordt veel verzwegen in Ik ga naar de schapen.

Wat ze echt voelen, kunnen ze blijkbaar niet direct met elkaar communiceren.

Als de dochter haar ouders het beeld dat ze van hen heeft gemaakt presenteert, gaat ze er snel vandoor.

Simone en Andrej moeten in de catalogus de titel ontdekken: My sweet parents.

Daarop “valt een allesomvattende stilte” en ze bekennen elkaar dat ze niet weten wat te zeggen.

Er wordt vooral veelzeggend gezwegen in Ik ga naar de schapen.

Schapen en lammeren

Die zwijgzaamheid wordt ook weerspiegeld in de vorm: de bladspiegel bevat vaak meer wit dan woorden.

En voor die weinige woorden, die herhaald en gevarieerd worden, put De Maré uit een beperkt arsenaal.

De taal is meestal kaal en wat er verteld wordt op het eerste gezicht banaal: dat Simone insecten verdelgt of dat ze graag raadsels oplost, dat ze samen met Andrej ontbijt en hij weer eens naar de schapen gaat.

Maar die gebeurtenissen krijgen een symbolische lading.

Als Simone zich het hoofd breekt over “het moeilijkste raadsel ter wereld” en graag het antwoord zou opzoeken in plaats van er zelf over na te denken, is dat natuurlijk een metafoor.

De schapen en lammeren bij wie de personages contemplatieve momenten beleven, roepen associaties op met onschuld, domweg gelukkig zijn, nieuw leven, wit of de Bijbel.

Er wordt weinig gezegd in Ik ga naar de schapen, maar tussen de lijnen valt er veel te lezen.

Dit kleine, woordkarige boek bezit een grote suggestieve kracht.

Je kan het makkelijk wegzetten als het verslag van een weinig opzienbarende halve maand uit het leven van vijf mensen die zich moeilijk kunnen uiten.

Maar wie gevoelig is voor wat er allemaal wordt opgeroepen, leest een poëtische parabel over het leven en de liefde, en hoe moeilijk het is daarover te spreken.

Ik ga naar de schapen
Bult

Bio Marieke De Maré

  • Geboren in 1985

  • Studeerde Woordkunst aan het Conservatorium van Antwerpen

  • Ze speelt, regisseert, doceert en schrijft

  • Haar debuut Bult verscheen in 2020

  • Ik ga naar de schapen werd zopas bekroond met de F. Bordewijk-prijs

Marieke De Maré. — © Paul Willaert
Marieke De Maré. © Paul Willaert

Lees ook



Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven