Mentaal welzijn – Eén op de vijf jongeren kampt met mentale problemen


Uit een grootschalig onderzoek van de KU Leuven blijkt dat bijna één op de vijf jongeren kampt met matige tot ernstige mentale problemen. Opvallend is dat de covidpandemie die problemen niet heeft verergerd. Maar de wachttijden voor gespecialiseerde hulp lopen nog altijd op tot twee jaar.

Hans Boersma – De Morgen


‘Bij jeugdwerkers is de frustratie hoog.’

Prof. Inez Myin-Germeys
Hoofdonderzoeker van het SIGMA-project


Waar depressieve klachten tijdens de lockdowns toenamen, zijn deze na de pandemie zelfs iets lager dan vóór corona. Jongeren bleken mentaal veerkrachtiger dan verwacht.

Dit blijkt uit het SIGMA-onderzoek van KU Leuven, waarin 1.913 jongeren van 11 tot 21 jaar vijf jaar lang zijn gevolgd.

De impact van covid was vooral zwaar voor degenen die al met zichzelf in de knoop zaten, terwijl jongeren met een sterke thuisbasis juist minder problemen ervoeren.

“De pandemie heeft vooral de schijnwerper gericht op een onderliggend probleem: een substantieel deel van de jongeren kampt met psychische klachten. Dit heeft een grote maatschappelijke impact”, stelt professor Inez Myin-Germeys, hoofdonderzoeker van het SIGMA-project.

Kwetsbare jongeren en stigma

De onderzoekers voerden een extra onderzoek uit onder kwetsbare jongeren, zoals jongeren in kansarmoede of met een migratieachtergrond.

Zorgwekkend is dat bijna 40 procent van hen te maken heeft met matige tot ernstige psychische klachten.

“Deze jongeren zijn vaak niet op de hoogte van beschikbare hulp en krijgen zo niet de juiste zorg”, stelt onderzoeker Zeynep Akçaoglu (KU Leuven).

Daarnaast hebben meisjes, en jongeren die zich identificeren als lgbtq+ vaker te maken met mentale problemen, vaak door pesten of sociale uitsluiting.

“Mentale gezondheid blijft gestigmatiseerd, zeker als er andere identiteiten aanwezig zijn, bijvoorbeeld een andere seksuele voorkeur, een migratieachtergrond of een beperking,” verklaart Akçaoglu.

Ook is de huidige zorg niet altijd afgestemd op jongeren die opgroeien in een andere realiteit, zoals jongeren in kansarmoede, legt ze uit.

“Behandelingen bouwen vaak voort op een bestaand sociaal leven, terwijl veel jongeren in armoede na school moeten werken of voor hun familie zorgen.”

Bij het departement Zorg is te horen dat de resultaten van het onderzoek overeenkomen met hun gegevens en ervaringen.

“In de gezondheidsdoelstellingen en de actieplannen, zoals het Vlaams Actieplan Suïcidepreventie III, is er dan ook steeds aandacht voor kwetsbare groepen en worden hiervoor indien nodig aparte beleidsacties opgezet”, zegt woordvoerder Lien Thoelen.

Online interacties

De onderzoekers benadrukken dat de online wereld ook een beschermende werking kan hebben, wat opvallend is gezien de groeiende roep om sociale media te beperken.

Zo overweegt de Australische regering dit jaar een verbod op het gebruik van deze app voor kinderen onder een bepaalde leeftijd vanwege de risico’s voor hun mentale gezondheid, zoals pesten en een laag zelfbeeld.

Toch kunnen sociale media juist een belangrijke bron van steun zijn, vooral voor jongeren die worstelen met hun geaardheid of mentale gezondheid.

“Van de smartphone wordt vaak gezegd dat het een bron van alle kwaad is. Wij zien juist dat online contacten zorgen voor meer positieve gevoelens”, aldus Myin-Germeys.

“Face to face interactie blijft wel de belangrijkste vorm van sociaal contact.

Dit betekent echter niet dat sociale media zonder risico’s zijn.

Volgens de onderzoekers is het belangrijk dat jongeren leren omgaan met wat ze online tegenkomen, vooral bij gevoelige onderwerpen zoals zelfbeschadiging of suïcide.

Daarvoor is een sociaal vangnet van belang: jongeren die zich gesteund voelen door familie en vrienden zijn beter beschermd tegen mentale problemen en leren beter omgaan met stress en moeilijke emoties.

Ook initiatieven als MediaWijs, uit de koker van de Vlaamse overheid, leren jongeren beter omgaan met sociale media.

Geïntegreerde aanpak

De onderzoekers pleiten voor een geïntegreerde aanpak van de mentale gezondheidszorg.

Met de eerstelijnspsychologen is het aanbod van vlot toegankelijke en betaalbare hulp uitgebreid en werken zij ook samen met scholen.

Ook groeien de Overkop-huizen nog altijd.
Op deze laagdrempelige, informele ontmoetingsplekken kunnen jongeren binnenwandelen voor een gesprek.

Maar de wachtlijsten lopen enorm op als jongeren meer gespecialiseerde hulp nodig hebben. Zo moeten ze soms twee jaar wachten op een opname.

Zeynep Akçaoglu stond voor dit onderzoek in contact met jeugdorganisaties.

“Bij jeugdwerkers is de frustratie hoog. Een persoon met heel acute suïcidale gedachten komt nu nog altijd niet snel genoeg tot de juiste zorg. Deze jeugdwerkers zijn dan vaak de enige persoon met wie jongeren praten, maar zij hebben niet de juiste expertise of ervaring om met deze complexe problematiek om te gaan.”

Vooral is het zorgaanbod nog altijd te versnipperd.

“Er is kwalitatief goed aanbod, maar jongeren vinden het moeilijk om de weg te vinden naar de juiste hulpverlener. Daar is veel werk aan de winkel.

“Een minister van Mentaal Welzijn is misschien te hoog gegrepen, maar een commissaris voor geestelijke gezondheid zou kunnen helpen om zorg meer te integreren”, concludeert Myin-Germeys.


Nood aan een gesprek?

Praten helpt, dat kan bij Tele-Onthaal: bel 106 of ga naar de website tele-onthaal.be

Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de website zelfmoord1813.be

Wie nood heeft aan een anoniem gesprek over misbruik, kindermishandeling of zelfdoding, kan terecht bij de gratis hulplijn 1712 of op de website 1712.be


Beeld Debby Termonia
Beeld Debby Termonia

Lees ook


Bron: De Morgen

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven