‘Als je in het publieke domein spreekt, ontsnap je altijd een beetje aan jezelf. Je weet niet hoe anderen jou percipiëren en je hebt daar geen controle over‘
Tinneke Beeckman – De Standaard
Het gaat er al een tijdje hard aan toe in het publieke debat. Ik weet het, (vooral) heren: ‘Het is altijd zo geweest; vroeger was het nog scherper; en, ja zeker, mijnheer, ‘if you can’t stand the heat, stay out of the kitchen.’
Blijft de vraag: waarom zou je in die logica willen meegaan? Waarom zou je toch aan het debat willen deelnemen, als je kunt worden weggezet met stropop-redeneringen, als je reputatie kan worden besmeurd met halve waarheden en wat echte sneren?
Ook wie over polarisatie klaagt, doet er vaak aan mee, overtuigd van het eigen grote gelijk en de eigen heilige zaak. Dan lijkt een stevige uithaal legitiem, zodat de opponenten zwijgen.
Begrijpelijk dus dat veel mensen zich terugtrekken uit het debat.
Vrouwen doen dat vaker dan mannen – redacties van duidingsprogramma’s, bijvoorbeeld, erkennen dat ze moeilijk vrouwelijke experts vinden. Die experts aanschouwen de leeuwenkuil en denken: ‘Wegwezen!’
En toch. De publieke wereld is de gemeenschappelijke, gedeelde wereld. Daaraan moet je in vrijheid kunnen bijdragen.
Hoe kun je tewerkgaan?
Een eerste vraag is wat je wilt bereiken door te spreken. Wat is je motief? Het ongelijk van de ander aantonen? Of wil je een idee aandragen?
Voor mij geldt dat laatste: heb ik een (filosofisch) idee waarvan ik denk dat het in een debat nuttig kan zijn? Dan probeer ik dat uit te werken.
Nadenken over je motieven blijft cruciaal. Voor je het weet, gaat je eigen betweterigheid of ijdelheid met je aan de haal. Dat is menselijk, al te menselijk. Tegelijk is zwijgen altijd een optie.
Ik voel me niet verplicht om over alles een mening te hebben.
Tinneke Beeckman
Wanneer scherpe, harde oordelen in het rond vliegen, lijkt het toegelaten om in hetzelfde register te vervallen. Maar doe jezelf een plezier, en laat morele oordelen, persoonlijke aanvallen of intentieprocessen achterwege. Uiteindelijk keren ze zich tegen jou.
Die reactie vraagt soms enige koelbloedigheid: met een vileinere spons kun je wellicht meer ophef creëren dan met een rustig antwoord. Ophef genereert aandacht, en dat lijkt (helaas) het hoogst waardevolle goed in het publieke domein.
Als je in het publieke domein spreekt, ontsnap je altijd een beetje aan jezelf. Je weet niet hoe anderen jou percipiëren en je hebt daar geen controle over
Tinneke Beeckman
Toch geloof ik dat de zoektocht naar ophef op termijn met een hoge prijs komt. Nogal wat mensen hebben het gehad met zulke polemieken. Ze keren zich af van de (sociale) media. Ook dat begrijp ik. Juist daarom moet je je uitdrukken op een manier die de pluraliteit ten goede komt.
Bovendien kun je het effect van je interventies nooit helemaal inschatten. Dat geldt niet alleen voor je boodschap, maar ook voor je imago.
Als je in het publieke domein spreekt, ontsnap je altijd een beetje aan jezelf. Je weet niet hoe anderen jou percipiëren.
In haar boek De menselijke conditie gebruikt Hannah Arendt het beeld van de daimon in de Griekse godenleer. Die begeleidt elke mens als een schaduw; hij kijkt achterom, over de schouder en is alleen zichtbaar voor wie hij ontmoet.
Arendt maakt een onderscheid tussen wie iemand is (de persoon zoals die zich toont in zijn handelen en spreken), en wat iemand is (zijn naam, identiteit, eigenschappen).
Wie je bent, verandert voortdurend, naarmate je je toont. En wie anderen dan zien, kun jij niet plannen of controleren. Die zelfonthulling houdt een risico in.
Arendt beschouwt publiek optreden dan ook als een moedige daad. Ze sprak deels uit ervaring. Nu is ze een gerenommeerde filosofe, maar tijdens haar leven heeft ze felle stormen moeten doorstaan.
Tot slot valt je publieke rol niet samen met je private zelf. Je spreekt over een thema als filosoof, econoom, landbouwer of leraar.
Dat onderscheid tussen het publieke en het private (het intieme) helpt om te blijven spreken.
Een van de redenen waarom kritiek op sociale media zo hard aankomt, is dat mensen er ook hun private leven onthullen – ze vertellen grappige, aandoenlijke verhalen over hun kinderen, relaties en hobby’s.
Als ze op dat forum kritiek krijgen, ervaren ze dat makkelijk als een persoonlijke aanval.
Het lastige is dat mensen op allerlei manieren worden aangespoord om hun private zelf (en hun ego) in de markt te zetten: ‘Vertel jouw verhaal’.
Maar je moet aan die verleiding weerstaan. In de afstand vrijwaar je je vrijheid.
Dus, voor wie aarzelt om zich te laten horen: laat de heren brullen en doe rustig verder met je eigen werk. Het ligt niet in je macht te beslissen wat anderen denken of doen. Maar je kunt wel voor jezelf uitmaken welke rol je wilt spelen.
Verder kun je alleen hopen op het beste en je voorbereiden op het ergste.
Tinneke Beeckman is filosofe en schrijfster. Haar column verschijnt tweewekelijks op donderdag in De Standaard.
Lees ook
Klik hier of op de hyperlink hieronder en vind andere columns van
Bron: De Standaard