Het is begrijpelijk en verleidelijk om fel te reageren, als je voortdurend onder vuur ligt en de wereld elke zin voor maat lijkt te verloren te hebben, schrijft Tinneke Beeckman. En toch is het belangrijk dat de media stoïcijns blijven.
Tinneke Beeckman – De Standaard
Ben je machtig omdat je stoïcijns bent, of ben je stoïcijns omdat je machtig bent?
In het eerste geval helpt je stoïcijnse levenshouding je om invloed en macht te verwerven.
In het tweede geval lukt het je om een strenge stoïcijnse levenshouding vol te houden, omdat je al een machtige en comfortabele positie hebt.
De vraag werd concreet toen ik de memoires las van Martin Baron, Collision of power. Trump, Bezos and The Washington Post (2023).
Baron is de voormalige hoofdredacteur van The Washington Post en een journalistiek icoon – hij leidde The Boston Globe toen die krant het schandaal van seksueel misbruik in de katholieke kerk naar buiten bracht, verfilmd in het met een Oscar bekroonde Spotlight (2015).
In zijn memoires bespreekt Baron de woelige tijden onder Trumps presidentschap.
Trump lanceerde ongezien harde aanvallen op de media en viseerde de Post in het bijzonder. Ook zijn achterban bedreigde journalisten, soms fysiek.
De polarisering groeide: elk thema werd politiek beladen en op sociale media gingen heftige tweets viraal.
Baron was altijd de mening toegedaan dat een journalist zich terughoudend moet opstellen: onverstoorbaar, objectief en rationeel.
Ondanks intimidatie en druk moet je de feiten logisch en kalm beschouwen en ze op die manier weergeven.
Persoonlijke meningen moet je voor jezelf houden, tenzij op de opiniepagina’s. Want voor de buitenwereld vertegenwoordig je de krant, niet je persoonlijke visie.
Over Trump was Baron helder: de krant was “not at war, but at work”. Zo behouden journalisten hun geloofwaardigheid en invloed.
In het boek noemt Baron zich “van nature stoïcijns”. Hij benadert moeilijkheden zonder emoties te tonen en zonder te klagen.
Hier slaat stoïcisme niet op de klassieke filosofische stroming: dan vallen denken (de logos), je bestaan als deel van de kosmos (fysica) en je gedrag (ethiek) samen.
Toch bevat Barons visie enkele praktische richtlijnen die herinneren aan de aanbevelingen van Epictetus in diens Encheridion.
Bij elk voorval ga je na wat onder je controle valt en wat niet.
Je richt je alleen op wat je beheerst: hoe je zelf met de dingen kunt omgaan.
Wat je ook naar het hoofd krijgt geslingerd, blijf kalm. Je concentreert je niet op wat anderen denken of doen, maar op de middelen die je zelf hebt om je doelen te bereiken.
Je reageert niet op negatieve berichten, want dan genereer je meer negativiteit, en dat is tijdverlies.
Het liefst werk je in stilte voort. Maar die stilte is geen passiviteit, wel een actieve strategie om je werkkracht zo doelbewust mogelijk in te zetten.
Voor de journalistiek betekent dat volgens Baron:
- Perspectieven belichten die niet worden gehoord
- Machtsmisbruik aan het licht brengen
- Aan druk weerstaan zodat je de bevolking kunt informeren
Hierbij benadrukt Baron hoe belangrijk aandachtig luisteren is.
Je laat je nooit van je pad afbrengen en je timmert langzaam aan je opdracht. Wanneer blijkt dat je je vergiste, geef je dat ruiterlijk toe.
Baron vermeldt enkele voorbeelden.
Zo bouw je geloofwaardigheid op door de tijd heen. Die reputatie is je wapen in woelige tijden ook omdat eventuele klokkenluiders het liefst werken met gesprekspartners die ze betrouwbaar vinden.
Een aantal van Barons – vooral jongere – collega’s was het vurig met hem oneens. Ze wilden niet meer terughoudend zijn. De strijd tegen ongelijkheid vroeg een publiek engagement.
Zo wilden ze dat de krant organisaties als Black Lives Matter openlijk zou steunen. En ze eisten expressievrijheid op: via sociale media wilden ze politici en andere media snel en fel kunnen bekritiseren.
Barons houding vonden ze elitair.
Natuurlijk kon hij terughoudend zijn; als “witte, heteroman in een topfunctie” voelde hij hun verontwaardiging en woede niet.
Objectiviteit vonden die jonge, kritische collega’s een waanidee: elke uitspraak is het resultaat van een machtsspel en in dat machtsspel mag je niet neutraal blijven.
Maar objectiviteit wil niet zeggen dat je ontkent een eigen perspectief te hebben, legt Baron uit.
Natuurlijk heeft elke mens een beperkte blik. Die moet je bewust proberen open te breken door zelfkritisch te zijn.
Dat terughoudendheid een elitaire houding zou zijn, lijkt de stoa op het eerste gezicht te bevestigen.
De bekendste stoïcijn is tenslotte de Romeinse keizer Marcus Aurelius (121-180). Maar hij liet zich inspireren door de al genoemde Epictetus, een vrijgelaten slaaf.
In zijn Persoonlijke notities tekende Marcus Aurelius de aansporingen op die hij elke dag nodig had, omdat zelfbeheersing, focus en volharding niet spontaan komen.
Het is begrijpelijk en verleidelijk om fel te reageren, zeker wanneer je voortdurend onder vuur ligt en wanneer de wereld elke zin voor maat verloren lijkt te hebben.
Maar de kracht van de stoïcijnse houding ligt erin dat je erin slaagt altijd je eigen koers te blijven varen. En zo een baken te worden voor anderen.
Lees ook
Lees ook
Klik hier of op de hyperlink hieronder en vind andere columns van
Bron: De Standaard