Tom Lanoye – Er zijn drie redenen waarom ik heb gezwegen over de zaak-Brusselmans

Tom Lanoye Beeld Johan Jacobs

Tom Lanoye (66) heeft prijs, en hoe. Straks ontvangt hij uit handen van Zijne Majesteit de Koning der Belgen de hoogste onderscheiding die een letterknecht uit ons taalgebied zich wensen kan: de Prijs der Nederlandse Letteren. Het wordt een feest dat ze zich ten paleize nog lang zullen heugen, en dat begin oktober wordt overgedaan – en allesbehalve dunnetjes! – in volkspaleizen te Gent, Antwerpen en Sint-Niklaas.

Danny IlegemsDe Morgen/Humo


Als geen ander verstaat Tom Lanoye de kunst om tegelijk vereerd en verontwaardigd te zijn. Te paaien en te plagen, te zalven en te slaan, te schmieren en te spotten, niet het minst met zichzelf.

“Zie mij hier zitten”, grijnst hij, achterover leunend in een designstoel. “De salonsocialist, de bureaubourgeois, de brulboei met een brilletje. (lacht) Ik heb me wel opgewerkt, hè?”

We zitten in zijn schrijfloft, driehoog in het pand in de Antwerpse Joodse buurt dat hij betrekt met zijn levensgezel René Los. Naast een salon en een bureau is er ook een keukenblok waar hij espresso van hoge intensiteit zet.

De Prijs der Nederlandse letteren is uw definitieve entree in de galerij der groten. Bescheidenheid is vanaf nu totaal misplaatst.

Tom Lanoye: “Gecanoniseerd bij leven! Al vrees ik dat ik de geschiedenis zal ingaan als de kleinste onder de groten: 1 meter 63, ik heb het pas nog laten nameten. Ik dacht dat het 1 meter 68 was. Ik ben blijkbaar al aan het krimpen.”

Was het een verrassing? Of vond u dat u al jaren schandelijk over het hoofd werd gezien?

Lanoye: “Ik ga niet doen alsof ik niet weet wat mij overkomt. Ik schaam me niet voor deze prijs.

“Als ik mijn eigen oeuvre overschouw, de weg die ik heb afgelegd, de verschillende genres die ik heb beoefend, dan denk ik: ja, er waren wel een paar goeie redenen om hem aan mij te geven.

“Dat de plechtigheid ten paleize plaatsvindt, vind ik enerzijds een grote eer en anderzijds een evidentie.

“Een koning wiens deur altijd openstaat voor Bart De Wever en Georges-Louis Bouchez, voor olympiërs en paralympiërs, voor Rode Duivels, Leeuwen en Panters, mag om de zes jaar weleens een schrijver ontvangen, toch?

(De Prijs der Nederlandse Letteren wordt om de drie jaar toegekend, en om de beurt uitgereikt aan het Nederlandse en het Belgische hof, red.)

“Dus deze old queen zal het koninklijke paar dankbaar de hand drukken, en vervolgens de microfoon opeisen.

“Ik heb ondertussen al drie werkbezoeken aan het paleis achter de rug. Ik heb het feestprogramma zelf mee mogen samenstellen.

Kurt Van Eeghem zal presenteren.

“De speech die ik zelf zal geven, beschouw ik als een belangrijke tekst, die ik met grote ernst heb voorbereid.

“Maar ik zal vooral van de gelegenheid gebruikmaken om mijn eigen ‘gestelde lichamen’ te bedanken: mijn redactrice Anni Van Landeghem, mijn vormgever Gert Dooreman en mijn uitgever Mai Spijkers, die er van in het begin bij waren. Mijn vertalers, mijn collega-schrijvers, de acteurs die mijn theaterstukken hebben vertolkt…”

De laureatenlijst van de Prijs der Nederlandse letteren is bepaald indrukwekkend. Alle zwaargewichten hebben hem gekregen.

Lanoye: “Ga je mij nu ook nog fatshamen?” (lacht)

Gerard Reve, Harry Mulisch en Willem Frederik Hermans, de grote drie uit Nederland. De dichters Lucebert, Gerrit Kouwenaar en Leonard Nolens. Uw helden Gerard Walschap, Jeroen Brouwers en Hugo Claus…

Lanoye: “Ja, alleen Louis Paul Boon ontbreekt, hij is de grote afwezige op de lijst. Maar voor de rest staat hij vol met schrijvers die ik tot mijn idolen reken.

Walschap en Claus: in hun geest heb ik altijd willen werken.

Claus is wat mij betreft het summum. Hij is de beste en compleetste schrijver die de Nederlandstalige letteren hebben voortgebracht. In elk genre – poëzie, romans, theater, verhalen, essays – heeft hij minstens één meesterwerk geschreven.

“Maar ik ben ook heel blij dat er nu een rechtstreekse lijn is naar Herman Teirlinck, groot romancier en toneeltheoreticus, en de allereerste winnaar van de prijs (in 1956, red.).

“En het is ook plezant om in de voetsporen van de straffe Stijn Streuvels te treden. Hij was een bakker, ik een slagerszoon. Tussen bakkerij en beenhouwerij, tussen pistolet en charcuterie: dáár speelt de Vlaamse literatuur zich af.”

Beeld Humo
De culinaire lijn, zeg maar.

Lanoye: “Na de festiviteiten in het paleis gaan we met een groepje intimi eten in Brussel. Maar wáár, dat is altijd de kwestie.

“De eerste suggestie was een vegetarisch restaurant. Toen heb ik bepaalde mensen er toch even aan moeten herinneren dat men mij, cultuurhistorisch gesproken, mijn filet pur en mijn lamskoteletjes niet mag ontzeggen.

“Nu gaan we ergens waar ook ‘niet-vegetarische opties’ zijn. Zover zijn we gekomen. In India is het al honderden jaren zo!”

GESTAMPTE NAZI’S

De Prijs der Nederlandse letteren bekroont oeuvres. Wie hem krijgt, is bijna per definitie oud. Is dat een domper op de vreugde?

Lanoye: “Nee, want zo ervaar ik het niet. Ik ben de jongste van vijf kinderen. Ik ben een eeuwige padvinder, ik voel me altijd en overal de jongste.

“En op de erelijst van deze prijs bén ik dat ook, al was het maar omdat al mijn voorgangers, op vier na, inmiddels zijn heengegaan.”

‘Er is niks in de zaak-Brusselmans dat aanleiding zou kunnen geven tot een vervolging, laat staan tot een veroordeling’

Tom Lanoye

In het juryverslag worden uw werk voor het theater en uw politiek engagement met nadruk geprezen. Zou het kunnen dat De draaischijf, uw laatste roman, het boek waarin alles samenkomt, de doorslag heeft gegeven?

Lanoye: “Voor mij is De draaischijf natuurlijk een heel belangrijk boek. (Denkt na)

“Als Sprakeloos mijn Kapellekensbaan is, het monument van Louis Paul Boon waarmee ik me echt wilde meten toen ik dat boek schreef, dan is De draaischijf mijn Verdriet van België, het magnum opus van Hugo Claus en wat mij betreft hét referentiewerk uit de oorlogsliteratuur.

“Jíj vroeg me om alle bescheidenheid te laten varen, remember? (lacht)

“Aan De draaischijf heb ik vijftien jaar gewerkt zonder te weten dat het boek er ooit zou komen. Ik las alles wat verscheen en niet verscheen over het thema van de Tweede Wereldoorlog en de collaboratie, maar ik had geen kapstok.

“Tot ik in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag het mechaniek van die draaischijf zag, ónder het podium. Toen had ik mijn kapstok. Toen wist ik dat mijn oorlogsroman zich zou afspelen in het theater, mijn grote liefde. En toen ging het snel.

(Stilte) “Ik ben nog nooit zo uitgeput geweest na het schrijven van een boek. Want het was een kapstok die mij persoonlijk uitdaagde, begrijp je?

“Naast een collaboratieroman is De draaischijf ook een lofzang op, en een zwanenzang voor, de universele bibliotheek van het teksttheater.

“Al die collaborateurs die ik ten tonele voer, al die gestampte nazi’s, zijn verslingerd aan dezelfde stukken als ik: de drama’s van de oude Grieken, Shakespeare en Vondel, Molière en Racine.

“Maar ze gebruiken de klassiekers uit de westerse theatercultuur om de gruwelijkste dingen te legitimeren: de Jodenvervolging, white supremacy.

“Met andere woorden: het idee, lange tijd ook mijn idee, dat kunst altijd leidt tot het schone, het ware en het goede, klopt niet.

‘Als ik verantwoordelijk kan worden gehouden voor het antisemitische geraaskal van sommige van mijn personages, moet ik ophouden met schrijven.’ Beeld Johan Jacobs

“En dan stelt zich natuurlijk de vraag: wat zou je zelf doen in die omstandigheden? Wat had ik gedaan als ik Joris Diels was?

(De oorlogsdirecteur van de Antwerpse KNS op wie Alex Desmedt, het hoofdpersonage van ‘De draaischijf’, was geïnspireerd, red.)

“Je bent theaterdirecteur, theater is je enige passie, je kent en kunt niks anders, het wordt oorlog, je hebt een Joodse vrouw die je denkt te kunnen beschermen en een aantal communistische vrienden die je de hand boven het hoofd wilt houden.

“Hoever ga je in het paaien van de bezetter? Wanneer wordt het collaboratie, en wanneer worden die vrouw en die vrienden een alibi, een excuus waarmee je probeert goed te praten wat niet meer goed te praten valt?

“Het is vandaag nog altijd actueel, hè. Neem Renaud Camus, de Franse schrijver die bekend is geworden met zijn omvolkingstheorie: een ouderwetse intellectueel die een eind weg lamenteert over het verval van zijn Avondland en zich laat gebruiken door extreemrechts, door de racisten en fascisten van nu.

“Een volslagen idioot kun je hem echter niet noemen, en dat is misschien nog het ergste.

“Of neem de intellectuelen en de cultuur dragers die in landen als Hongarije, de VS en tot voor kort ook in Polen autoritaire figuren en regimes ondersteunen. (Denkt na)

“Mij zul je niet gauw horen somberen. Ik heb nogal vertrouwen in de democratie. Die kan heel veerkrachtig zijn als het erop aankomt. Maar ja, dat dachten de mensen in de jaren 30 ook…”

Over verval gesproken: met het teksttheater waaraan u zo toegewijd bent, en dat u in overvloed uit uw klavier hebt geramd, gaat het niet zo goed.

Lanoye: “Klopt: er wordt steeds meer theater zonder tekst gemaakt, en als er nog tekst aan te pas komt, is die steeds vaker in het Engels.

“Soms vind ik het geweldig. The Sheep Song van FC Bergman: prachtig! Of Up Your Ass, gemaakt door twee jonge mensen die pas zijn afgestudeerd aan het KASK in Gent (regisseur Nona Demey Gallagher en scenograaf Lieselot Siddiki, red.): fantastisch!

“Totaal over de top, met heel veel bloot en geweld, vloeken en schelden van begin tot einde, in het Engels: woke dat zichzelf in de staart bijt. Mijn God, wat deed dat deugd.

“Er is een geweldige generatie jonge acteurs opgestaan, van wie velen uit het KASK komen. Hun referentiekader is totaal anders dan het mijne.

“Zij halen hun mosterd bij films en tv-series, van dingen die op het internet gebeuren, en steevast uit de Angelsaksische cultuur. Maar of je daar ook diepgang en drama mee scoort?

“Typisch voor het warm water is dat het blijkbaar door elke generatie opnieuw moet worden uitgevonden. Als 65-plusser denk ik: niet te veel mee bemoeien, ze zoeken het maar uit.

“Maar toch even dit: ik zie ook veel gemakzucht en snobisme. Al die jonge theatermensen worden nu opgeleid als ‘makers’, iedereen is en kan zogezegd alles, en ze worden dus allemaal geacht hun eigen partituren te schrijven.

“Velen doen alsof ze in de straten van New York rondlopen, maar ze demonstreren vooral hun onkunde en hun onmacht om de zinnen te schrijven die de muziek van een goeie dialoog vormen. En ze spreken in ernst het soort Engels waar native speakers zich een breuk om lachen.

“In schril contrast daarmee staan de acteurs die wél nog een tekst kunnen uitspreken en overbrengen, maar die nog zelden aan de bak komen.

“Heel veel voorstellingen worden tegenwoordig gemaakt met figuranten die worden geselecteerd vanwege hun ‘authenticiteit’. Ondertussen zijn heel veel van onze beste acteurs heel erg werkloos.

“Misschien is dat de gang der dingen, maar ik vind het hartbrekend.”

Beeld Johan Jacobs

GESTOOK TEGEN WOKE

Hoor ik u nu kritiek geven op het wokisme, waarover u vorig jaar in uw schotschrift ‘Woke is het nieuwe Marrakech-pact’ nog hebt beweerd dat het niet bestaat?

Lanoye: “Ik heb gezegd dat woke niet bestaat als georganiseerde beweging, en antiwoke wél. En ik heb gezegd dat antiwoke wat mij betreft de ware waanzin is. Maar dat wil niet zeggen dat ik het eens ben met alles wat diverse zelfverklaarde wokers uitkramen.

“Ik vind dat hele wokediscours over culturele toe-eigening bijvoorbeeld verregaand onnozel en verwerpelijk. Je inleven in een personage, ook al komt het uit een andere cultuur of een ander tijdperk, vormt de kern van toneelspelen.

“Als dat stopt, als dat niet meer mag, dan stopt het acteren. Alsook het schrijven van fictie. In veel kunstvormen wordt de verbeelding verdacht gemaakt en aan banden gelegd.”

‘Ik heb lang gedacht dat kunst altijd leidt tot het schone, het ware en het goede. Dat klopt niet’

Tom Lanoye

Humo verkeerde onlangs in zwaar weer door een inmiddels beruchte zinsnede in een column van Herman Brusselmans. Velen voelden zich geroepen om deel te nemen aan het debat, of om olie op het vuur te gooien, maar aan uw kant bleef het stil. Dat is niet van uw gewoonte.

Lanoye: “Het heeft me moeite gekost om te zwijgen, hoor. Maar ik heb vroeger nog in de horeca gewerkt.

“Ik weet: als om vier uur ’s nachts een gevecht uitbreekt in het café, moet je rustig naar buiten lopen en pas terugkomen om iets te zeggen als de gemoederen bedaard zijn.

“Bovendien: als ik iets te melden heb over Herman of over Humo, dan doe ik het wel in Humo.”

Beeld Johan Jacobs
Bij dezen. Wat dacht u toen u die zin las?

Lanoye: “Ik was gechoqueerd. Zo’n zinsnede zou nooit in mij opkomen. Of ik zou me specifiek richten tegen de Israëlische premier Netanyahu en zijn trawanten.

“Ik woon in de Joodse wijk in Antwerpen. Wanneer ik de straat opga, kom ik mannen en vrouwen tegen, kinderen en bejaarden, die er zeer herkenbaar Joods uitzien. Dus ja, die woorden pakten mij.

“Zoals Herman ook oprecht gepakt was, door de genocide die aan de gang is in Gaza, door de beelden die hij zag van een Palestijns jongetje dat buiten zinnen om zijn onder het puin liggende moeder riep.

“Hij stelde zich voor dat het jongetje zijn zoontje Roman was, en de moeder zijn vriendin Lena. Hij was gechoqueerd en hij schreef die zin.

“Ik denk: eerst zonder na te denken over de mogelijke consequenties. Om in de volgende zin meteen zelf te zeggen: natuurlijk mag je zo niet redeneren. Er staat letterlijk: ‘Je moet er natuurlijk altijd bij denken: niet iedere Jood is een moorddadige rotzak.’

“Die paragraaf in zijn column was met andere woorden een denkoefening. (Denkt na)

“Er zijn drie redenen waarom ik heb gezwegen.

  • “Eén, emotioneel: Herman is mijne maat. We zijn altijd vrienden geweest en we zullen vrienden blijven. We komen allebei uit het Waasland, onze beider ouders zaten in de vleessector, we hebben samen gestudeerd in Gent, we zijn samen begonnen als schrijver. Al veertig jaar proberen sommigen een wig tussen ons te drijven, maar dat zal nooit lukken. Als je maat in de shit zit, doe je er niet nog een schep bovenop, wetende dat je opmerkingen moedwillig verdraaid zullen worden.

  • “Twee, praktisch: in de eerste fase is een zaak als deze altijd een blender zonder deksel. Iedereen gooide er iets in, sommigen bewust opdát het alle kanten op zou spatten, met als doel de aanklacht tegen Herman nog te versterken: zie je wel, die en die interpreteert het ook als een oproep tot geweld. Zelfs zijn vrienden hebben kritiek!
    Bovendien was er volgens mij ook een beschadigingsactie tegen Humo aan de gang. Uiteraard had ik geen zin om daaraan deel te nemen.

  • “En drie, fundamenteel: mag ik nog nadenken voor ik iets zeg? Want op de achtergrond spelen zaken die ik niet licht opvat: toenemend antisemitisme, maar ook toenemende islamofobie, een terroristische oorlogsmisdaad én een schokkende volkerenmoord die maar blijft duren.”

De Wever wordt wellicht premier, en dan laat hij Antwerpen achter in de handen van Els van Doesburg: een arrogant ijskonijn dat het oerconservatieve Italiaanse draaiorgel Giorgia Meloni als rolmodel heeft’

Tom Lanoye

BRUG TE VER

Uw collega Arnon Grunberg beschuldigde Brusselmans van revisionisme en zette zijn eigen Humo-column stop.

Lanoye: “Arnons ontsteltenis kan ik óók begrijpen. Ik was ontdaan toen het standbeeld van Anne Frank in Amsterdam werd besmeurd met pro-Gaza-leuzen. Ik kon alleen maar denken: vermeng die twee dingen toch niet met elkaar, de Holocaust en wat Israël nu doet in Gaza.

Two wrongs don’t make a right. Ik denk dat we niet mogen onderschatten hoe lastig het is om in dit tijdsgewricht een progressieve Jood te zijn. Maar revisionisme? Nee, dat is een brug te ver.

Herman is geen antisemiet die liederen van de SA uit het hoofd kent, en een Holocaustontkenner is hij nog minder. Als je zijn column revisionistisch noemt, is dat in mijn ogen zelfs een banalisering van het revisionisme.

“Ik bewonder Arnon Grunberg, ik vind hem briljant, en dat weet hij. Maar hierover zou ik vroeg of laat toch eens een hartig woordje met hem willen wisselen.

“Godzijdank heeft hij op de radio gezegd dat Herman wat hem betreft niet strafrechtelijk veroordeeld hoeft te worden.”

Grunberg vindt dat de bewuste column van Brusselmans niet kan worden afgedaan als satire.

Lanoye: “Oké, dat mag hij vinden, maar wat is het dan wel? Hermans verhalen spelen zich onmiskenbaar af in een grotesk, nihilistisch, anarchistisch en tegelijk sentimenteel universum, waarin hij zichzelf veelal als een typetje opvoert…”

En dat dus in hoge mate fictief is.

Lanoye: “… maar waarin de werkelijkheid soms binnendringt.

“Deze column was volgens mij een sentimentele ontboezeming van pure woede en onmacht, waarin de auteur zichzelf wel meteen corrigeerde: natuurlijk mag je zo niet denken.

“Ik heb de indruk dat Grunberg zich in zijn reactie net zo goed liet leiden door zijn emoties, door onmacht en woede. De felheid ervan verbaasde me. Dat zijn we niet van hem gewend.

“Ik zag ineens een parallel tussen Arnon en Hugo Claus, en ik heb daar een theorie over: wie in zijn werk zo consequent en systematisch alle sentimentaliteit bestrijdt, zoals Hugo deed, zoals Arnon altijd heeft gedaan, is volgens mij diep in zijn hart een rotsentimenteel wezen.

“Dat gezegd zijnde: ik betreur dat Arnon Humo heeft verlaten. Ik snap het wel en ik snap het niet. Hij heeft zo lang samengewerkt met Humo, hij weet toch dat zo’n column, hoe heftig ook, volledig in lijn ligt met wat Humo is en kan zijn?”

Hoezo?

Lanoye: “Dat provocerende kantje heeft Humo toch altijd gehad? Dat vinden we toch juist zo geweldig?

“Het format van Humo – die mengvorm van totale flauwekul, ernstige reportages, literaire interviews, tv-berichtgeving, hedendaagse muziek en comedy – is uniek in de wereld. Dat bestaat nergens anders.

“Wat het nu extra moeilijk maakt om die geïsoleerde zinsnede van Herman te verklaren aan de internationale pers, die het ook heeft opgepikt.

“Wie Humo niet kent, begrijpt eenvoudigweg niet hoe die woorden gedrukt zijn geraakt. Daarom is Humo nog altijd mijn lijfblad. Ik weet wat ik aan Humo te danken heb, wat mijn generatie aan Humo te danken heeft.

“Volkomen terecht heeft Guy Mortier, de uitvinder van het format, vorige week een eredoctoraat gekregen aan de VUB.

Herman is trouwens in mijn spoor naar Humo gekomen. Het is eigenlijk allemaal mijn schuld.”

Beeld Johan Jacobs
Hoe gaat het ondertussen met hem? Is hij bang voor wat nog komen gaat: een gerechtelijk onderzoek, misschien een rechtszaak?

Lanoye: “Die discussie moet eigenlijk nog beginnen. Volgens mij is er niets wat aanleiding zou kunnen geven tot een vervolging, laat staan een veroordeling.

“Juristen als Leo Neels, Henri Heimans, Walter Damen en Pol Deltour (voormalig algemeen secretaris van de Vlaamse Vereniging van Journalisten, red.) denken er ook zo over.

“De mensen en de organisaties die Herman voor de rechter willen brengen, vinden dat je twintig woorden uit de column moet isoleren, dat je die letterlijk moet nemen en dat je ze moet interpreteren als een onverholen oproep tot geweld.

“De rest van de column moet je daarentegen níét letterlijk nemen, die woorden doen blijkbaar niet ter zake. Dat kan natuurlijk niet, dat klopt niet.”

Kortom: justitie gaat deze zaak verticaal klasseren?

Lanoye: “Dat hoop ik. Maar iedereen heeft het recht om naar de rechter te stappen, en justitie moet dat au sérieux nemen. Dat heet een rechtsstaat.

“Toen Gerard Reve destijds werd aangeklaagd wegens godslastering in het befaamde ‘Ezelsproces’, waren er fans van hem die bij voorbaat riepen: ‘Onzin, schande, censuur!’

“Het was Reve zelf die zei: ‘Nee, ik wil mij verantwoorden en verdedigen, want dat is net het bewijs dat we niet in een autoritair regime leven.”

Reve schreef in 1965 een verhaal waarin hij God naar het ondermaanse liet terugkeren als een ezel: ‘Ik zal God begrijpen en meteen met Hem naar bed gaan, maar ik doe zwachtels om Gods hoefjes, dat ik niet te veel schrammen krijg als Hij spartelt bij het klaarkomen.’

Lanoye: “De vraag was: is dat blasfemie? Het antwoord was volgens velen ja, volgens Reve zelf niet. Maar was het ook strafbaar? Het antwoord was nee.

“Bij Herman luidt de vraag: is die ene zin choquerend? Ik vind van wel. Maar moet hij daarvoor veroordeeld worden? Heeft hij mensen schade toegebracht of opgeroepen tot geweld? Met alle wetten die we hebben: ik zie het niet gebeuren.”

U gaat er nogal formalistisch overheen, vind ik. Een gebeurlijke veroordeling zou toch enorme consequenties hebben?

Lanoye: “Dat zou inderdaad betekenen dat alles wat wij schrijven geen dubbele bodem en geen provocatief karakter meer mag hebben. En dat is verregaand.

“Kunnen er dan nog boeken van iemand als Michel Houellebecq verschijnen, vraag ik me af.

“De discriminerende, kwetsende, haatdragende uitspraken die hij zijn personages in de mond legt, daar kan Herman nog een puntje aan zuigen. En in zijn interviews maakt Houellebecq de verwarring vaak nog groter, door de ideeën en de overtuigingen van zijn personages met veel vuur te verdedigen.

“Of neem De draaischijf, dat meesterwerk uit de Nederlandstalige literatuur: het antisemitische geraaskal van sommige personages vliegt je om de oren! Als ik daarvoor verantwoordelijk kan worden gesteld, moet ik ophouden met schrijven.”

‘Humo is mijn lijfblad. Die mengeling van ernstige reportages, literaire interviews, tv, muziek en totale flauwekul vind je nergens anders ter wereld.’ Beeld Humo
Heeft Herman Brusselmans de afgelopen tijd overwogen ermee op te houden?

Lanoye: “Herman koketteert voortdurend met het einde van zijn schrijverschap, maar dat is er eigenlijk ook de essentie van: de diepe zinloosheid van alles, de mensheid als schertsvertoning, het leven als grap, het schrijven als tijdverdrijf.

“Men heeft de afgelopen weken geprobeerd hem te broodroven, men heeft hem met de dood bedreigd, maar vraag hem een tekst van duizend woorden te schrijven en je zult zien: hij levert binnen het uur.

“Is wat hij schrijft altijd even geweldig? Uiteraard niet, wiens verzameld werk is dat wél? Zijn wij het altijd over alles eens? Verre van!

“In interviews heeft hij mij vaak genoeg een bolwassing gegeven. Herman is altijd recht voor de raap, zonder onderscheid des persoons.

“Maar één ding weet ik zeker: Herman Brusselmans heeft meerdere generaties Vlaamse en Nederlandse lezers bij de literatuur gehouden. Lezers die anders al lang zouden hebben afgehaakt.

“Een goeie maatstaf voor de kwaliteit en de betekenis van een auteur is je proberen voor te stellen dat hij of zij niet bestaat.

“Beeld je even in dat Louis Paul Boon of Hugo Claus nooit zou hebben bestaan: Vlaanderen zou toch niet hetzelfde zijn? Wel, hetzelfde geldt voor Herman.

“En voor mij! Want we zouden nog vergeten dat ík vandaag de prijsduif ben.” (lacht)

Beeld Johan Jacobs

GROOT BAKKES

Vorig jaar voorspelde u in ‘Woke is het nieuwe Marrakech-pact’ dat Bart De Wever de verkiezingen glansrijk zou verliezen met zijn gestook tegen woke. Als politiek strateeg gaat u geen prijzen winnen.

Lanoye: “Bart De Wever hééft stemmen en zetels verloren. Hij heeft alleen maar gewonnen van de opiniepeilingen. Maar zijn campagne was zo straf dat we dat al zijn vergeten.

“Het thema woke heeft hij wijselijk in de ijskast gestopt. De toer langs de universiteiten die hij heeft gedaan met zijn boekje Over woke, dat gênante vod, heette nog ronduit: ‘Woke vernietigt onze cultuur!’.

“Later, na kritiek van velen, werd de lezing op het internet gezet met ‘De valkuilen van woke’ als titel. Wat iets totaal anders is, iets waarover je een boeiende discussie kunt houden.

“Zijn verkiezingscampagne had uiteindelijk maar één thema – Vivaldi bashen – en één doel: de vijandige overname van Open Vld.”

En groter blijven dan Vlaams Belang, wat ook gelukt is.

Lanoye: “Door ook over migratie te zwijgen. En geholpen door Het conclaaf, waarin Tom Van Grieken afging als een gieter. Wat ik uiteraard heerlijk vond.

Het conclaaf was fascinerende politieke porno. Maar wel van begin tot eind in scène gezet, als je het mij vraagt, en rond De Wever gebouwd.

Van Grieken zei achteraf: ‘Pas toen ik de eerste aflevering zag, snapte ik waarom De Wever tijdens de eerste opnames zeker vijf keer heeft geroepen: ‘Amai, dat is nogal een patserbak waar gij mee aan komt karren!’’

“Dat moest minstens één keer in de montage zitten, hè. En toen het tussen Van Grieken en Petra De Sutter over gender ging, een belangrijk thema in elke discussie over woke, zweeg De Wever als vermoord.

“In het bespelen van de media moet iederéén in hem zijn meerdere erkennen.

“Maar als het over beleid gaat, snap ik echt niet waarom hij door sommigen een politiek genie wordt genoemd.

“Kijk naar wat er is gelekt uit de supernota waarmee hij de Arizona-coalitie op de been wil krijgen. Ik ben niet zo slim als professor Paul De Grauwe, maar ik denk dat het klopt wat hij daarover zegt: pure reaganomics, thatcherisme.

“Hoe meer we besparen, hoe rijker we gaan worden, door de terugverdieneffecten. Wishful thinking. Of liever: wishful counting, de logica van dementerende renteniers.”

Beeld Humo
Kijkt u uit naar de gemeenteraadsverkiezingen?

Lanoye: “Zeker, het wordt spannend. Ik ben verslaafd aan verkiezingen.”

En naar de terugkeer van Patrick Janssens?

Lanoye: “Patrick Janssens zou de Tim Walz van Antwerpen kunnen worden.”

Haha, dat moet u uitleggen.

Lanoye: “Vooruit heeft een aantal sterke vrouwelijke leiders in zijn rangen: Caroline Gennez, Melissa Depraetere, Kathleen Van Brempt in Antwerpen.

“Voorzitter Conner Rousseau is gay, blijkt nu, Pascal Smet in Brussel ook, en Frank Vandenbroucke is meer een ascetische pastoor dan, zeg maar, een body double van Tom Waes.

“Wat ontbreekt in de diversiteitsmix, is een stuk hardcore mannelijkheid.

“De Amerikaanse komiek en presentator Bill Maher heeft in dat verband iets interessants gezegd over Tim Walz, de kandidaat-vicepresident van Kamala Harris:

Walz maakt duidelijk dat je een man kunt zijn zonder een lul te zijn.’ ‘Without being a dick,’ zei hij letterlijk.

“In de cultuuroorlogen en in de strijd tegen woke is het dominante manbeeld in de VS stevig opgeschoven naar rechts en extreemrechts.

“De nieuwe toonbeelden van mannelijkheid zijn nu figuren als Elon Musk en JD Vance, de kandidaat-vicepresident van Trump.

“Dát is pas zelfverheerlijkende huftercultuur! Mannen die klagen dat mannen geen mannen meer mogen zijn en dat ze straks allemaal lingerie zullen moeten dragen.

“Dat kinderloze kattenvrouwen – lees: heksen – onze maatschappij nog altijd ondermijnen. De man als domme primaat, kortom.

“Ik vind dat we de mannelijkheid niet mogen laten gijzelen door de dicks.

“Ook aan progressieve zijde hebben we mannetjesputters nodig die kunnen zeggen waar het op staat, die een groot bakkes kunnen opzetten als het nodig is, maar die zich niet bedreigd of beledigd voelen door al wie geen macho is.”

En dat verwacht u allemaal van Patrick Janssens?

Lanoye: “Ik verwacht in elk geval dat Kathleen Van Brempt en hij zich niet opzij zullen laten duwen door De Wever en zijn club.”

Hij lijkt zich al te hebben aangeboden als schepen van Stadsontwikkeling in een coalitie met de N-VA.

Lanoye: “Dat vind ik jammer. En ook ongelofelijk saai. Hopelijk komt hij erop terug. Vooruit zou zich moeten vastklikken aan Groen. En vooral: nu nog niet kiezen tussen De Wever en Jos D’Haese.”

Beeld Johan Jacobs
Is dit een pleidooi voor een kartel met de PVDA?

Lanoye: “Voor een echt verkiezingskartel is het te laat, maar samenwerken kan altijd, hè. Waarom zou je de PVDA op voorhand uitsluiten? (Denkt na)

“Nu moet ik opletten wat ik zeg, want ik slaap bij een PVDA’er. (lacht) René wordt helemaal lyrisch als het over linkse frontvorming gaat. Dat zorgt voor pittige discussies in dit huis, van de keuken tot de slaapkamer.

“Ik heb veel sympathie voor communisten… zolang ze in de oppositie zitten. En à la limite ook als ze in een sterke coalitie voluit hun sociale rol kunnen spelen.

“Grassrootsorganisaties als Geneeskunde voor het Volk kun je niet zomaar wegwuiven. Maar voor een jarenlange alleenheerschappij van communisten pas ik. Schrijvers hebben daar over het algemeen geen al te beste ervaringen mee.

“Anderzijds: het zijn de jarenlange heerschappijen van kapitalisten en oligarchen die telkens weer revoluties uitlokken, overal, altijd.

“We mogen ons niet laten wijsmaken dat sociale stadsontwikkeling en een sprankelend buurt- en cultuurleven slechter en duurder zijn dan de puinhopen die De Wever aanricht met zijn gabbers uit de immobiliënsector.

“Tel daarbij:

  • Lamlendig openbaar vervoer

  • Onnodige ondertunnelingen

  • Het saboteren van de sociale woningbouw

  • De gigantische oversubsidiëring van een verlieslatende luchthaven

  • Een ‘smaakhaven’ van 40 miljoen

  • In ruil voor almaar meer sociale besparingen, zelfs op jeugd- en buurtwerk…

“Dát beleid verklaart mee het succes van de PVDA.

“Trouwens, lijsttrekker De Wever wordt naar alle waarschijnlijkheid federaal premier.

“Hij laat ons Antwerpen achter in de handen van Els van Doesburg, een arrogant ijskonijn met een grootvadercomplex en het oerconservatieve Italiaanse draaiorgel Giorgia Meloni als rolmodel. Weet wat ons te wachten staat!

“De Antwerpse coalitie wordt vandaag al bedisseld met een schuin oog op de Vlaamse en de federale regeringsvorming.

“In plaats van dat lot gewillig te ondergaan zou verzameld links moeten zeggen: niks van, wij zijn van Antwerpen, wij buigen niet voor partijvoorzitters, ook niet als ze uit fucking Mons of Sint-Niklaas komen, ons hart klopt hier en het klopt links.

“Dus wij gaan samen ongegeneerd proberen om ’t Stad terug te nemen. En dan wordt het, euh, interessant.”

© Humo


Tom Lanoye Beeld Johan Jacobs
Tom Lanoye Beeld Johan Jacobs


Bron: De Morgen/Humo

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven