Eenzaamheid is aan een opvallende opgang bezig als beleidsprioriteit, ziet Tom Naegels. Maar met wat sentimentele virtue signalling los je het probleem niet op.
Tom Naegels – De Standaard
19 oktober 2024
Leestijd: 6 min
Eén op de twee Vlamingen voelt zich soms eenzaam. Met die stelling opent de precampagne van De Warmste Week, die dit jaar draait rond “vlammen tegen eenzaamheid”.
Het themalied, een klagerige cover door Portland van het classic rock anthem Don’t stop believing, wordt grijsgedraaid op Studio Brussel.
Eenzaamheid is aan een opmerkelijke opgang bezig als aandachtspunt voor het beleid.
In 2021 stelde de vorige Vlaamse regering een Eenzaamheidsplan voor, waarmee ze tegen 2024, nu dus, het bewustzijn erover wilde vergroten en lokale initiatieven wilde steunen die voor meer verbondenheid ijveren.
Die doelstellingen lopen sterk parallel met die van De Warmste Week.
Nederland heeft ook zo’n plan, en Vivek Murthy, de Amerikaanse Surgeon General, het gezicht van het gezondheidsbeleid, publiceerde vorig jaar een lijvig rapport over wat hij “de epidemie van eenzaamheid” noemde.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelde hem daarop prompt aan om een internationale commissie te leiden, die het probleem wereldwijd moet aanpakken.
‘Eenzaam zijn is even ongezond als 15 sigaretten per dag roken”
verklaarde hij bij die gelegenheid.
Ten dele is die verhoogde aandacht te danken aan de coronapandemie, toen uit tal van enqûetes bleek hoezeer de sociale isolatie woog op de mentale gezondheid.
Dat er tijdens en net na de lockdowns zoveel enquêtes werden gehouden, verklaart trouwens ook de enorm hoge cijfers die almaar terugkeren: ook in Nederland en de Verenigde Staten zou de hélft van de volwassenen met eenzaamheid kampen.
Het Vlaamse plan heeft het zelfs over “45 tot 59 procent”.
Dat, en de bizarre gewoonte om mensen mee te tellen die “soms” antwoorden op de vraag of ze zich eenzaam voelen.
Ik neem aan dat het de bedoeling is om met het hoogst mogelijke percentage een gevoel van urgentie te creëren – kijk eens hoe slecht het met ons gesteld is! – maar op mij heeft dat alvast het omgekeerde effect.
Het komt absurd over, het concept wordt uitgehold. Iedereen voelt zich “soms” eenzaam. “Soms” is geen probleem.
Het zijn de mensen die “meestal” of “altijd” antwoorden die alarmbellen moeten doen rinkelen. En die zijn, volgens de recentste resultaten van Statbel, in Vlaanderen met bijna 8 procent. Is dat niet genoeg?
Totale mislukking
Sowieso lijkt bescheidenheid geboden.
Volgend jaar zal het een kwarteeuw geleden zijn dat Bowling alone verscheen, het beroemde boek van de Amerikaanse politicoloog Robert Putnam, waarin hij de erosie beschrijft van het sociale leven in de VS.
Kerken, sportclubs, scouts, politieke partijen, vakbonden, natuurverenigingen, buurtcomités, liga’s ter bevordering van een verzorgd taalgebruik, alle zagen ze hun ledenaantallen dramatisch krimpen.
Amerikanen nodigden minder vaak vrienden uit, hadden minder contact met hun buren, gingen minder vaak na het werk met hun collega’s op café, gaven zich minder vaak op als vrijwilliger.
Het boek sloeg destijds in als een bom, ook bij politici in Europa die zich zorgen maakten over de opkomst van extreemrechts en het gekelderde vertrouwen in de instellingen – twee neveneffecten van dat verarmde sociale leven.
In deze krant werd onlangs nog een correlatie vastgesteld tussen de mate van eenzaamheid in een gemeente en het percentage dat zondag niet was komen opdagen om te stemmen (DS 15 oktober).
Putnam had het oor van presidenten. Het herstel van sociale cohesie stond hoog op de agenda. Maar heeft dat ook resultaat gehad?
Wie vandaag de recepten leest waarmee hij in 2000 het tij wilde keren:
- Erop toe zien dat Amerikanen in 2010 minder vaak passief alleen achter een oplichtende scherm zitten en actiever contact hebben met hun medemensen
- Manieren vinden om meer Amerikanen zich in 2010 kandidaat te laten stellen voor een politiek ambt, want
- Nergens is de nood om verbondenheid, vertrouwen en engagement te versterken groter dan in de nu vaak lege publieke fora van onze democratie
heeft moeite om een cynische grimas te onderdrukken.
‘Vijfentwintig jaar geleden voorspelde ik alles wat er zou gaan gebeuren,’ zei Putnam in een recent interview in The New York Times.
‘En toch is het gebeurd. Ik heb het grootste deel van mijn volwassen leven gewerkt om een betere, gelijkere, meer verbonden gemeenschap in Amerika op te bouwen.’
‘Ik ben nu 83, en het is een totale mislukking gebleken.’
Sentimenteel
Dat kwam niet per se door politieke onwil.
De atomisering die Putnam beschreef, was diep verbonden met structurele culturele, economische en technologische trends:
- de instroom van vrouwen op de arbeidsmarkt
- de erosie van het huwelijk
- de daling van het geboortecijfer
- het succes van de televisie (het internet stond nog in de kinderschoenen)
- de afbouw van de fysieke dienstverlening door bedrijven en overheden
- stadsvlucht
- secularisering …
Die zijn makkelijker te betreuren dan om te keren.
Het maakt dat wie eenzaamheid wil terug dringen, goed moet nadenken over de concrete haalbaarheid van de te nemen maatregelen, en of je hun efficiëntie op de een of andere manier kunt meten.
Van nature is eenzaamheid een thema dat zich makkelijk leent tot louter sentimentele virtue signalling – zeker tijdens de kerstperiode, waarin De Warmste Week plaatsvindt.
De ‘meisje-met-de-zwavelstokjes’-esthetiek van het campagnefilmpje, met zijn overdadig winterlandschap – hoe lang is het geleden dat het in Vlaanderen nog eens zo gesneeuwd heeft?.
Met zijn nadrukkelijke contrast tussen ‘zij die het goed hebben’ en ‘de eenzame die verdrietig apart zit hoewel die er nochtans geweldig sympathiek en goedgekleed uitziet’ waarna die eerste de laatste eenvoudigweg de hand reikt en kijk eens aan, het probleem is opgelost
Ondertussen houdt die ellendige Jente Pironet maar niet op met wat ooit een energiek uptempo nummer was, een heerlijk foute fistpumper vanjewelste, te verdrinken in kleffe tranerigheid – boezemt alvast weinig vertrouwen in.


Lees ook
Bron: De Standaard