‘Wilders is een stokebrand, een geperoxideerde proleet.’ Of het nu om binnenlandse politiek, het klimaat, of de oorlog in Oekraïne gaat: de Nederlandse successchrijver Tommy Wieringa (57) neemt geen blad voor de mond.
Sofie Mulders – De Morgen
‘Links is het poetsdoekje waarmee rechts zijn falen reinigt.’
Tommy Wieringa
Het is zo’n dag in juli waarvan je denkt dat het november is en de regen nooit meer lijkt te stoppen. Met als bekend gevolg: ellende op de weg.
Om vanuit Nederland in Knokke te raken, zat Tommy Wieringa bijna vier uur in de auto. In de auto van zijn vrouw bovendien, die veel te klein is voor zijn lange benen en waarin zijn telefoon niet op te laden valt.
“Op een gegeven moment dacht ik onderweg: als ik nu een lekke band krijg, heb ik een mooi excuus om terug te rijden.”
Hij lacht er smakelijk om en misschien heeft hij onderweg gemediteerd − want dat doet hij, twee keer twintig minuten per dag − maar humeurig kun je de schrijver niet noemen na zijn taaie tocht.
Wat hij wel onmiddellijk wil, is de boel herschikken. De tafel die ons toegewezen was, midden in het restaurant, tussen enkele andere tafels in, nee, dat is voor hem geen optie als we willen dat hij vrijuit spreekt.
Zijn verzoek wordt ingewilligd. We mogen naar een zaaltje achter in de zaak verhuizen, waar niemand ons kan horen.
Wieringa blij, wij blij en bij restaurant Dunas doen ze het allemaal met de glimlach. (Dank daarvoor, ook voor het plantaardige menu dat speciaal voor deze gelegenheid bereid is voor de journalist.)
Bio
- Geboren op 20 mei 1967 in Goor (NL)
- Bracht zijn jeugdjaren door op het Caribische eiland Aruba
- Brak in 2005 door met de voor vele prijzen genomineerde roman Joe Speedboot
- Kreeg in 2013 de Libris Literatuurprijs voor zijn roman Dit zijn de namen
- De heilige Rita werd bekroond met de BookSpot Literatuurprijs
- Zet zich in voor Oekraïne door o.m. hulpkonvooien te begeleiden
- In september verschijnt daarover zijn boek Konvooi. Reizen naar een land in oorlog
Wieringa is in de eerste plaats een gevierd beoefenaar van literatuur. Zijn roman Joe Speedboot (2005) bezorgde hem bekendheid in Nederland en Vlaanderen, en met boeken als Caesarion, Dit zijn de namen of De heilige Rita belandde hij op verschillende lijstjes van prestigieuze prijzen.
In het familie-epos Nirwana, zijn meest recente roman, klinken helder de echo’s van enkele huidige heikele kwesties, zoals de wederopleving van het fascisme en de impact van de mens op de planeet.
Wieringa studeerde geschiedenis en journalistiek, en de laatste jaren schrijft hij in diverse kranten en tijdschriften ook geregeld over politiek en actualiteit.
Kortom, een geschikte gast in deze reeks, om het met zicht op zee over zwaarwichtige zaken te hebben.
Sinds begin deze maand heeft uw land een nieuwe regering, bestaande uit Partij voor de Vrijheid (PVV), Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD), Nieuw Sociaal Contract (NSC) en BoerBurgerBeweging (BBB). Bent u daar blij mee?
(lacht) “Dat is wel de meest provocatieve vraag die me in lange tijd is gesteld. Nee, natuurlijk ben ik niet blij. Het is een schande.
“Uit een recent onderzoek is gebleken dat in Nederland het verlangen naar een sterke man toeneemt, naar iemand die de problemen oplost. Ze denken dan aan een soort van verlichte despoot, maar dat is natuurlijk niet wat je krijgt.
“Wat je krijgt, zijn gewetenloze populisten. Zoals Geert Wilders (PVV) en Caroline van der Plas (BBB). En populisten zijn er niet om problemen op te lossen. Ze zijn er om ressentiment op te stuwen en dat politiek te kapitaliseren.
“Neem nu stikstof. Daarvan zeggen Wilders en Van der Plas: er is geen probleem. Wat een leugen is, en waarmee ze het vooruitschuiven tot er weer iemand aan de macht komt die wél de verantwoordelijkheid durft te nemen om dit probleem op te lossen.
“De veestapel in Nederland is gewoon veel te groot, daar is ieder weldenkend mens het ondertussen over eens.
“Nederland is een land dat is ingericht op het produceren van stront.
“We importeren soja uit het buitenland, dat stoppen we in een dier, we maken er vlees van, en vervolgens exporteren we het grootste deel van dat vlees naar het buitenland.
“En wat blijft er achter in Nederland? Stront.
“Wij zijn een strontproducerende natie. Dat zinnetje dat je nu overal op de vrachtwagens van de agro-industrie ziet, ‘Zonder de boer geen eten’, kolder is het.”
Veel mensen stemmen blijkbaar wel voor deze politici. Wat kunnen andere politici doen?
“Er zal niks anders opzitten dan heel hard het goede, het ware en het schone te blijven verkondigen. En dat mag best een beetje agressief gebeuren, vind ik. Een linkse vechtersbaas, niks mis mee.”
Op dag één van het regeringsdebat waren er al stevige rellen. Toen de partijloze premier Dick Schoof het opnam voor zijn ministers, die door de oppositie racistisch waren genoemd, zei Geert Wilders dat zijn reactie ‘slappe hap’ was. En de dag erna heerste er opnieuw grote chaos binnen de meerderheid.
“Het was het meest schaamtevolle politieke toneel dat je ooit hebt gezien.”
Een voorsmaakje van wat nog zal komen, denkt u?
“Absoluut. Hoe kun je ook verwachten dat Wilders ineens een andere toon zal aanslaan nu zijn partij in de regering zit?
“Die toon is zijn politieke kapitaal. Daar moet hij het van hebben.
“Ik ben er overigens van overtuigd dat hij dit niet gewild heeft. Wilders is een stokebrand. En nu moet hij opeens het land gaan leiden.
“Ik denk dat dit een nachtmerrie is voor hem. Het dragen van politieke verantwoordelijkheid zit niet in zijn DNA.
“Bovendien heeft hij er de mensen niet voor. Zijn partij is een eenpersoonsvehikel. Er is alleen deze geperoxideerde proleet.”
U deinst er niet voor terug om zulke woorden te gebruiken?
“Nee, ik hoef geen blad voor de mond te nemen. Dat is een geweldig voorrecht. Bovendien: als het goed gezegd is, zou het toch jammer zijn om je in te houden?” (schatert)
Zal Wilders na enige tijd door de mand vallen als politicus?
“Nee. Omdat hij niet op zijn falen zal worden afgerekend. Radicaal-rechts wordt daar nooit op afgerekend.
“Wilders heeft eigenhandig een puinhoop van die eerste dagen gemaakt, maar hij tweette: ‘Zuur links is een heksenjacht begonnen’, en hij kwam er weer mee weg. Dat is het griezelige. Links is het poetsdoekje waarmee rechts zijn falen reinigt.
“Journalist Marijn Kruk heeft net het mooie boek Opstand gepubliceerd, over het rechts-populisme en de illiberale contrarevolutie in het Westen.
“Ik ben bezorgder over het neofascisme dan hij. Ik denk ook dat sinds de parlementaire democratie bestaat fascisme er altijd is geweest.
“Nu de misdaden van het fascisme en nationaalsocialisme steeds meer zijn bedekt door het stof van de geschiedenis, en de Holocaust voor velen niet langer geldt als afschrikwekkend voorbeeld, komt het opnieuw tevoorschijn.”
Was de tweede ronde van de parlementsverkiezingen in Frankrijk, waarbij Rassemblement national toch niet de grote winnaar werd, dan een hoopvol teken?
“Waarom? De eerste ronde werd door extreemrechts gewonnen en alleen met politieke handigheidjes hebben ze de boel nog weten te keren.
“Ik denk niet dat je dat als een overwinning kunt zien. Het zal het brede ongenoegen niet wegnemen.
“Mensen die in de ban zijn van het ressentiment en voortdurend het gevoel hebben dat ze bestolen worden, zullen ook nu denken dat ze bedrogen zijn.”
De politieke en maatschappelijke actualiteit zit steeds meer in uw boeken verweven. In uw laatste roman Nirwana zitten verwijzingen naar Trump, Thierry Baudet, extreemrechts en de klimaatopwarming. In uw eerste grote succesroman Joe Speedboot was dat nog niet het geval. Wanneer is dit beginnen te groeien?
“Ik ben bang dat het met ouder worden te maken heeft. En met het feit dat ik twaalf en veertien jaar geleden kinderen heb gekregen.
“Ik word vaak gekweld door bezorgde gedachten over het klimaat en de toekomst.
“Voor Nirwana ben ik op tournee door Vlaanderen en Nederland gegaan en ik stelde het publiek dan wel eens de vraag: ‘Wie van u durft nog twee generaties vooruit te kijken? Of zelfs maar één?’
“Telkens viel er dan een grote stilte.
“Het is een pijnlijke vaststelling, maar van een utopisch verlangende soort − we dachten altijd dat degenen na ons het beter zouden hebben − zijn we een dystopisch verwachtende soort geworden. En dat binnen één generatie.
“Die ondergangsmentaliteit heb ik in mijn leven nog niet eerder meegemaakt.”
Als het hoofdpersonage Hugo in Nirwana het pasgeboren dochtertje van zijn vriend bezoekt, klinkt het: ‘Hij dacht aan het leven dat haar wachtte. Gedurende haar leven zou de gemiddelde temperatuur op aarde onafgebroken stijgen. De mensheid betrad een tijdperk van extreem lijden. De planeet zou een haar vijandige plaats zijn, een nieuwe dageraad van massale migratie en extinctie was aangebroken. Misdaad, militaire conflicten en de strijd van allen tegen allen waren de verwachte karakteristieken van de hittetijd van Nora Jane. Strijd om water, strijd om koelte. Het ga je goed, Nora Jane, op dit brandende narrenschip.’ Dat komt binnen.
“Ja, ik ben blij dat mijn dochters mijn boeken nog niet lezen. Maar het is een waarheid waar niemand zich nog voor kan verschuilen.
“Hoewel we in Nederland dus nu twee partijen hebben die zeggen dat het niet zo is.
“De BBB ontkent de klimaatproblemen, en Wilders noemt het ‘klimaathysterie’. Daar gaat natuurlijk een enorme geruststelling van uit. Want als je zegt dat het niet waar is, of maar half waar, kun je gewoon voortdoen zonder dat je erover hoeft na te denken.
“Het is een prettige negatie van de dingen. Het vervelende is natuurlijk ook dat je met de waarheid geen verkiezingen wint.”
Al in 2007 zei Vlaams politicus Bruno Tobback: ‘Ik ken de oplossingen voor het klimaatprobleem. Alleen weet ik niet hoe ik daarna nog herkozen raak.’
“Ja, en toch ben je verplicht om het te doen.”
Hoe kijkt u dan bijvoorbeeld naar het feit dat Petra De Sutter, boegbeeld van de Vlaamse groene partij, in volle kiescampagne biefstuk at op tv en meelachte met een grap over vegetariërs? Terwijl ondertussen toch gekend is hoe groot de milieu- en klimaatimpact van vlees is?
“O, stop. Dit soort argumenten wordt de hele tijd gegeven, met als gevolg dat links principieel onbetrouwbaar wordt bevonden.
“Waarom zou je niet mogen vliegen of vlees eten en tegelijk progressieve gedachten hebben?
“Waarom zou je het leven van een heilige moeten leiden?
“Greta Thunberg is een heilige, zij is bereid het offer voor haar ideeën te brengen. Maar kun je dat ook van gewone mensen verlangen?
“We zitten nu eenmaal in een perfide machinerie. We zijn in deze mierenkolonie geworpen en moeten leven met de wereld zoals die is.
“Wat niet wil zeggen dat je ondertussen niet kunt proberen om die wereld te veranderen, maar je moet er een systeemkwestie van maken.
“Val het systeem aan, niet de individuen over de kleine zonden die ze begaan.”
Maar wij zijn toch het systeem? En mogen we van politici niet verwachten dat ze principieel handelen? Practice what you preach?
“Een systeemverandering bekom je niet door mensen een schuldgevoel aan te praten. En dat is wat je krijgt: de morele schuldenlast die jij bij politici legt, valt dan ook neer op de schouders van gewone mensen. Ik vind trouwens niet dat politici zelf een icoon van hun opvattingen hoeven te zijn.”
Wat mogen we dan wel van politici verwachten?
“Dat ze empathie verspreiden. Dat ze de eenzaamheid bestrijden. Ik geloof niet dat veel mensen zich nog door de politiek vertegenwoordigd voelen.
“Tegen iemand als Frans Timmermans (fractievoorzitter van GroenLinks-PvdA, red.) zou ik willen zeggen: spreek die eenzaamheid aan, vertel de mensen dat ze ergens bij horen, geef ze een gemeenschap.”
Wat Geert Wilders met verve doet.
“Precies, extreemrechts heeft dit onderwerp gekaapt. Hoog tijd dat de progressieve partijen en het midden het weer overnemen.”
De mensen van Dunas komen een volgende gang serveren.
“Wat ik heel fijn vind”, zegt Wieringa tegen de ober, “is dat jullie hier niet zeggen: ‘Geniet ervan.’”
Er valt een stilte, en de ober probeert zijn mondhoeken niet te bewegen, maar het is te laat, Wieringa heeft de grimas gezien.
“O, of zou je dat normaal wel doen?” De arme man kan niet anders dan bevestigen.
“Jullie waren zo ernstig aan het praten en ik wilde niet storen, daarom zei ik niets.”
“Shit zeg”, lacht Wieringa, “en ik had nu zo graag de superioriteit van Vlaanderen benadrukt.”
Wat stoort er u zo aan? De gebiedende wijs?
“Ja, de opdracht die ermee gepaard gaat: je móét genieten. Nee, ik moet niks, bemoei je er niet mee!”
Vrijheid is belangrijk voor u, lijkt het.
(onmiddellijk) “Vrijheid is alles voor mij. Alles. Daarom word ik zo aangetrokken door een land als Oekraïne.
“Ik ben er in 2008 voor het eerst geweest en in 2010 opnieuw.
“Dat jaar maakte ik een lange reis door het land om aan mijn roman Dit zijn de namen te schrijven.
“Een van de Kozakken die ik toen ontmoette (de Kozakken zijn een traditionele gemeenschap die leven in o.a. de zuidelijke steppe van Oost-Europa en bekendstaan om hun vechtkunst, red.), zei me:
‘Voor een Kozak is de vrijheid belangrijker dan zijn leven.’
“Kozakkenromantiek natuurlijk, maar veel Oekraïners voelen dat zo. Toen Rusland in februari 2022 Oekraïne binnenviel, was ik razend. Ik wilde ernaartoe. Ik wilde gaan meevechten.”
Maar u hebt een gezin.
“Dat was één reden. Maar ik ben ook te oud. En ik spreek de taal niet. Bovendien weet ik alleen hoe je een Glock 17 (een handvuurwapen, red.) in en uit elkaar haalt en een tourniquet aanlegt. Ik zou dus een waardeloze soldaat zijn.
“Wij beseffen het niet meer in het Westen, maar het feit dat we nu ongeveer tachtig jaar in vrede leven, is uitzonderlijk in de wereldgeschiedenis.
“Ik heb het geluk om in die periode te zijn geboren, maar ik zou willen dat de mensen na mij ook nog dat geluk kennen.
“Vrijheid is iets heel precairs. In Oekraïne weten ze dat. Ze schreeuwen erom. Ze schreeuwen om bij de westerse moderniteit te horen. Omdat ze weten wat het betekent om een onderdeel van een verschrikkelijk imperium te zijn.”
Sommige analisten zeggen dat om het gewapende conflict te beëindigen, Oekraïne misschien beter zou afzien van een NAVO-lidmaatschap en instemmen met een neutrale status.
(zwijgt even) “Ik kan hier slecht over praten zonder me op te winden.
“Suggereren dat Oekraïne een soort bufferstaat tussen Oost en West moet worden, is een brutaliteit.
“Het land wenst dat niet. Al die miljoenen dappere Oekraïners wensen dat niet.
“Ik denk dus niet dat wij hen moeten vertellen wat ze zouden moeten willen, zodat wij weer op onze beide oren kunnen slapen.
“Dit land mag zijn eigen bestemming kiezen.
“Kijk, materieel gezien kan Rusland deze oorlog niet winnen. Ze kunnen de informatieoorlog winnen, ze kunnen hier de stemming beïnvloeden en extreemrechts geweld in de kaart spelen − wat ze ook doen − maar een verenigd Westen kan niet verliezen.
“Tenzij Poetin zich tot de nucleaire optie wendt. Maar dat is dan ook meteen zijn eigen einde.”
Sinds de oorlog in 2022 begon, bent u al een paar keer met een hulpkonvooi, samen met enkele andere Nederlandse schrijvers, naar Oekraïne gereden?
“Ja, we hebben een stichting genaamd Protect Ukraine, die door schrijver Jaap Scholten is opgericht.
“Vier keer zijn we nu naar daar gereden, telkens met vijftien terreinwagens vol met hulpgoederen.
“We vertrekken in Twente, dan gaat de rit door Duitsland en Polen, en vervolgens rijden we naar Lviv, om daar de eerste auto’s af te leveren.
“Daarna rijden we door naar Kiev voor een tweede reeks auto’s, en ten slotte doen we nog een laatste plek aan het front aan.
“Uiteindelijk gaan we dan met de trein vanuit Kiev weer naar Warschau en van daar vliegen we terug naar Nederland.”
Welk materiaal nemen jullie mee?
“Kettingzagen. Want als de energiebevoorrading is afgesneden, moet je bomen omzagen om vuur te maken.
“Generatoren. Die zijn van levensbelang in de winter.
“Teenwarmers. Dat klinkt misschien lullig, maar teenwarmers zorgen ervoor dat tenen niet bevriezen en dat maakt een groot verschil. Een soldaat met bevroren tenen moet door gevaarlijk terrein naar een ziekenboeg worden afgevoerd en is enkele weken onbeschikbaar.
“We brengen ook helmen, scherfvesten, geruisloze dieselkacheltjes, slaapzakken en visnetten. Afgeschreven netten die voor de visvangst op de Noordzee werden gebruikt, hangen nu in Oekraïense bomen langs het front, zodat de Russische drones er niet doorheen kunnen.
“We hebben koelwagens gebracht. Daar worden doden in vervoerd. Er rijden lijkwagens van en naar het front waar ‘Vishandel Steur Volendam’ op de zijkant staat geschilderd.
“We steunen dronefabrieken en hebben met onze stichting meer dan 300 drones geleverd. Niet eens zoveel minder dan Defensie.”
Door wie worden jullie gesteund en gesponsord?
“Door rijke mensen uit Nederland. (lacht) Jaap kent veel rijke mensen, hij komt uit een familie van textielindustriëlen.
“Ik heb steeds meer spelers van mijn rugbyteam bij de organisatie betrokken (Wieringa speelt al jaren rugby, red.).
“Rugbyspelers zijn niet zo bang, daar kun je wel een oorlog mee in. Enkele van die jongens hebben ondertussen ook een bloedbank opgericht, zodat er bloed uit Nederland naar gewonde soldaten in Oekraïne kan gaan.”
In september brengt u een boek uit over uw reizen naar het front. Wat voor boek wordt het?
“Het heet Konvooi en het is een reisverslag van de vier reizen die we hebben gemaakt en van alle mensen die we onderweg hebben ontmoet.
“Ik heb het beschreven als één lange reis waarin het tegelijkertijd zowel zomer, herfst als lente is. De chronologie heb ik compleet losgelaten.
“Waar in de ene scène het graan nog op de velden staat, sneeuwt het in de volgende. Daar heb ik een soort vrijheid in ervaren die heel goed bij het land past.
“Tijdens die reizen heb ik ook gefotografeerd, heel wat van die foto’s komen in het boek.”
Op de laptop die hij meeheeft, laat hij enkele foto’s van hem zien. Prachtige zwart-witbeelden zijn het. Van mensen, landschappen, velden, wegen, situaties aan het front.
Naast schrijven en rugbyen heeft Wieringa duidelijk ook talent voor fotografie. Hij vertelt nog dat hij in Brody, een stad die tussen Lviv en Kiev ligt, ook op zoek is gegaan naar het geboortehuis van Joseph Roth. In dat huis zit nu een snoepwinkeltje.
Wieringa heeft een plaat laten maken, in vier talen, waarop staat: ‘Hier is Joseph Roth geboren, een van de grootste schrijvers van de eerste helft van de 20ste eeuw.’
“De volgende keer dat ik er ben, ga ik die plaat op de muur van het winkeltje schroeven.
“Ik hoop alleen dat Natalia, de eigenares, het oké vindt dat we met een klopboor haar gevel zullen bewerken.” (lacht)
In Israël en Gaza is ook een oorlog gaande. In de essaybundel Wie over vrede spreekt, heeft moed (2023) schrijft u er een stuk over.
“Het is een vreselijk conflict. Maar ik vind het een veel complexere situatie dan die van Oekraïne. Daar is het vrij eenvoudig: een gangster valt een ander land binnen en begint een oorlog.
“Bij de situatie in het Midden-Oosten zit ik eerder met een gekke, dubbele loyaliteit. Ik zie de schande van het openluchtkamp Gaza, waar je mensen als een soort rattenplaag van de ene naar de andere kant jaagt.
“Waar sinds 2012 een zesmijlszone op zee is afgebakend waar je mag vissen, en je boot bij elke centimeter buiten die zone aan flarden wordt geschoten.
“Onderwijs, water, gezondheidszorg: het is er al decennialang een rampzalige toestand.
“En Israël heeft niets, maar dan ook niets gedaan om daar enigszins verbetering in te brengen. Terwijl het de bovenliggende partij is, en de bovenliggende partij heeft daar een verantwoordelijkheid in te nemen.
“Daarnaast is Hamas natuurlijk een gruwelijke groepering, waarvan je inderdaad geneigd zou zijn om te zeggen: roei die met wortel en tak uit.
“Ik vind het dus moeilijk om hierover een heldere positie in te nemen. Ik wil gewoon met auto’s heen en weer rijden voor the good guys.”
U maakt zich grote zorgen om de toekomst en het klimaat, zei u daarstraks. En toch hebt u zelf kinderen op de wereld gezet.
“Om heel eerlijk te zijn was ik toen nog niet zo bezig met de klimaatcatastrofe. Het was een andere tijd.
“De eerste rapporten over de schadelijkheid van CO2 dateren al van eind 19de eeuw, en sinds de jaren 1970 werd er geregeld over gesproken, maar pas sinds een paar jaar staat het echt op de agenda.
“Het is natuurlijk een nutteloze vraag, maar toch vraag ik me af en toe wel eens af of ik opnieuw aan kinderen zou beginnen. Ik weet het niet.
“De vooruitzichten vind ik echt schrikbarend. Ik lees de boeken wel die het defaitisme omtrent het klimaat proberen tegen te spreken. Zoals Niet het einde van de wereld (2024) van Hannah Ritchie, dat vooral wil geruststellen.
“Maar ondertussen kijken we wel naar tientallen soorten die we per dag verliezen. Het gaat heel, heel snel.
“In mijn eigen leven − toch nog maar 57 jaar − heb ik het landschap totaal zien veranderen.
“Telkens als ik nog eens een kievit zie, springt mijn hart op. Een fantastische vogel. Een reiziger. De mooiste baltsvluchten die bestaan, komen van de kievit.
“Ooit heb ik boven een graanveld gezien hoe een kievit indruk probeerde te maken op een vrouwtje door op zijn kop te vliegen.
“(Roept) Dit is echt waar! En het is natuurkundig onmogelijk! En toch heb ik het gezien! Gedreven door zijn hormonen vloog hij gewoon op zijn kop. Misschien herkende ik er wel iets van mezelf in, maar dit terzijde. (lacht)
“Maar je vroeg naar mijn kinderen. Kijk, mijn eigen belang hebben ze wel gediend.
“Ze hebben mijn leven verrijkt met vreugde, en alles wat ik uit mijn eigen jeugd vergeten was, zie ik nu weer opbloeien bij hen.
“Mijn kinderen hebben mijn leven kortom van een onvoorstelbare betekenis voorzien. Maar wat ze te wachten staat, daar ben ik niet gerust op.
“Ik ga hier een essay over schrijven. Over hoe je kunt leven in een tijd als deze, zonder er gedeprimeerd of mismoedig over te zijn.
“Het is een moeilijke opdracht om je niet te laten verleiden tot ofwel te veel ondergangsgedachten, ofwel de ontkenning.”
Hebt u nooit zin om al die maatschappelijke en politieke ontwikkelingen opzij te schuiven en u alleen nog in de microkosmos van familie en vrienden terug te trekken?
“Ik denk dat dit van nature gebeurt als je ouder wordt. Dan wordt de wereld vanzelf wat kleiner. Ik woon ook tamelijk geïsoleerd, op het platteland. De dagelijkse sociale botsingen zijn daar tot een minimum beperkt.
“Daarbij komt dat ik eigenlijk alleen nog maar wil schrijven. Het echte schrijven, bedoel ik. Romans, essays. Niet meer zoveel voor kranten.
“Ik heb nu nog een tweewekelijks stuk in de Volkskrant, en zeg nog te vaak ja op leuke en te gekke dingen. Maar ik heb nog zoveel boeken die ik wil maken.
“Ik heb het laatst eens geïnventariseerd: ik zou nog veertig jaar moeten leven om dat voor elkaar te krijgen.”
Wat kan.
“Mja. Ik ben nu 57, dus dan zou ik tegen de 100 zijn. Dan moet ik wel een beetje gas gaan geven.”
U bent een van de belangrijkste schrijvers van de Lage Landen. Had u dat ooit gedacht toen u een jongetje was?
“Ha, ik ga je iets over de kracht van fictie vertellen. Het is altijd een sterke droom van mij geweest om schrijver te worden en daarvan te kunnen bestaan. Al van toen ik een jaar of 13 was.
“En toen ik vanaf mijn 19de begon te reizen − het was een tijd waar je in het register van het hotel waar je verbleef je beroep nog moest invullen − noteerde ik writer, escritor of écrivain. (glimlacht)
“Ik voelde zo’n opwinding als ik dat woord zag staan, en dacht: ‘Zouden ze het geloven?’
“Als je zoiets maar krachtig genoeg herhaalt en je leven ernaar inricht, voegt de werkelijkheid zich daarnaar. Fictie bezit die kracht.
“Wist je trouwens dat Adolf Hitler dit ook deed? Die registreerde zich als Schriftsteller op de burgerlijke stand van München.
“Wat een idee, dat de wereldgeschiedenis bepaald is door een miskende kunstenaar. (Buigt zich naar de dictafoon) Miskende kunstenaars, pas op voor die mensen.
“Maar dit was wel leuk laatst. Ik belde naar een hotel op Schiermonnikoog om een kamer te reserveren. De receptionist vroeg mijn naam, en ik zei: ‘Wieringa’. ‘Zoals de schrijver?’, vroeg de man aan de andere kant van de lijn.
“‘Ja’, zei ik, ‘zoals de schrijver’. En ik dacht: alles is gelukt.”
Lees ook
Bron: De Morgen