Exact 80 jaar geleden brak in Mortsel de hel los. Op 5 april 1943 moesten 104 Amerikaanse B-17-bommenwerpers de Erla-fabriek, waar Duitse gevechtsvliegtuigen werden hersteld, met de grond gelijk maken. Maar de meeste bommen misten hun doel en kwamen op woonwijken en scholen terecht. Er vielen maar liefst 936 burgerslachtoffers en duizenden gewonden, het zwaarste bombardement van de Tweede Wereldoorlog in de Benelux. We spraken met twee getuigen van die verschrikkelijke dag.
“Ik heb het er nog steeds enorm moeilijk mee”
Simonne Carvers (88)
Toen 9 jaar oud
Toen maandag 5 april aanbrak, was er geen vuiltje aan de lucht. Het was een zonnige dag. De 6-jarige Lea Van Gerven (nu 86) zat in het eerste leerjaar van de Sint-Lutgardisschool.
De moeder van voormalig burgemeester van Mortsel Ingrid Pira (Groen) herinnert zich wat volgde nog alsof het gisteren was.
“Ik zat in de klas. Eerder werd er regelmatig geoefend wat we moesten doen als er een bombardement zou plaatsvinden: onder onze schoolbank kruipen. Maar toen het die dag echt gebeurde, deed niemand dat. Iedereen wilde vluchten”, vertelt Lea Van Gerven.
“Gelukkig hielden de leerkrachten de deur dicht. Anders waren we buiten op de speelplaats terechtgekomen, met alle gevolgen van dien.
“Ze hebben ons toen onder een grote, brede trap geduwd en daar hebben we het bombardement meegemaakt.
“We gingen meters omhoog en weer naar beneden, zoals op een cakewalk op de kermis.”
Over lijk stappen
“Nadat de eerste golf bommenwerpers was gepasseerd, kwam mijn moeder aangelopen. Ze nam mijn zus en mezelf mee. We kropen over het puin – ik zie het nog voor me dat ik over een lijk moest stappen – en staken de straat over, naar het huis van mijn grootvader. Daar schuilden we in de kelder voor de tweede golf bommen.”
Lea had enorm veel geluk. “Dankzij het optreden van de leerkrachten heeft iedereen van het eerste en het tweede leerjaar het overleefd.”
Ook in haar familie vielen er geen slachtoffers. “We woonden in de Pieter Reypenslei en daar waren verschillende huizen verwoest. Maar dat van ons stond nog recht.”
Gered door medelijden
De familie van Simonne Carvers (88) had minder geluk. Ze was op 5 april 1943 bijna 9 jaar oud en zat in Sint-Vincentius op school. Maar ze zat niet in de klas toen de bommen vielen, wat waarschijnlijk haar redding betekende.
“Ik had net een blindedarmoperatie ondergaan, wat toen een gevaarlijke procedure was”, vertelt Simonne Carvers.
“Toch moest ik die dag naar school, al had ik helemaal geen zin. Het was mooi weer en ik wilde niet in de klas zitten. Maar mijn moeder drong aan en dus gingen we in de namiddag, ik bleitend, naar school.”
Maar een lerares had medelijden met de kleine Simonne.
“Zuster Jeanne d’Arc zei tegen mijn moeder dat we naar Edegem moesten gaan om daar een kaarsje te branden voor mijn succesvolle operatie.”
Onderweg naar Edegem begonnen de bommen te vallen. “Moeder en ik doken in een gracht om te schuilen.
“Het eerste wat ik me daarna herinner is mijn nonkel die op het puin lag. Zijn been was afgerukt en hij riep naar mijn moeder: ‘Gabby, Gabby, help mij! Ons Mit ligt eronder!’
“Daar vonden ze later mijn tante. Ze was dood.”
Eens thuis, op de Statielei, zag ze Yvonne, een vriendinnetje dat een paar jaar ouder was.
“Ze zat onder het bloed en wilde naar huis. Maar dat mocht niet van mijn grootmoeder. Die wist namelijk al dat haar moeder en zus overleden waren.”
Ook onder haar klasgenoten vielen heel wat doden: van de circa dertig stierven er acht.
Ook zuster Jeanne d’Arc, die waarschijnlijk het leven van Simonne had gered, zou het niet overleven. Zij overleed met bijna het hele eerste leerjaar.
“De broer van mijn latere echtgenoot Franske behoorde eveneens tot de slachtoffers.
“De eerste dode die mijn schoonvader – toen de directeur van de jongensschool – van onder het puin haalde, was zijn eigen zoon.”
Simonne sprak jarenlang met niemand over haar ervaringen tijdens en na het bombardement.
“Het is inmiddels tachtig jaar geleden, maar ik heb het er nog steeds enorm moeilijk mee.”
Eindelijk erkenning
“Het bombardement op Mortsel was een kantelpunt in onze geschiedenis, maar toch werd er jarenlang over gezwegen“, zegt Pieter Serrien, historicus en auteur van boek Tranen over Mortsel.
“Dit oorlogsleed haalde de meeste geschiedenisboeken niet.
“Dat het bommengeweld van onze bondgenoten en latere bevrijders kwam, maakte het voor de slachtoffers nog moeilijker om er over te praten.”
“De laatste jaren kwam er in Mortsel een herdenkingscultuur op gang, waardoor er eindelijk wel gesproken kan worden over de verschrikking van 5 april”, zegt Serrien.
“En er wordt massaal naar die getuigen geluisterd, ook door jongeren. Dat is de échte erkenning van het leed.”
Lees ook
Bron: GVA