Bij het Antwerpse Tutti Fratelli zindert het overlijden van Reinhilde Decleir nog na. Al sinds woensdag komen er acteurs, bestuursleden en sympathisanten samen om te rouwen. ‘Reinhilde was een grote aanwezigheid, daardoor is ze nu heel erg afwezig.’
“Ik had het behoorlijk moeilijk toen ik dit schilderde”, zegt Katty Verbeeck, die al tien jaar deelneemt aan voorstellingen van het sociaal-artistieke gezelschap Tutti Fratelli. Ze maakte een schilderij op basis van de iconische foto die fotograaf Stefaan Temmerman van Decleir maakte. Met de rode bloem in haar haar, zoals ze verscheen in de reeks ‘Vragen van Proust.’
Verbeeck zit in de foyer van het gebouw, samen met enkele andere ‘Fratelli’. Binnen het gezelschap staat Verbeeck bekend als degene die goed teksten kan onthouden. Degene die ook alle tramlijnen in Antwerpen uit haar hoofd kent én alle verjaardagen bijhoudt.
“Op 16 mei zou Reinhilde 74 worden”, zegt Verbeeck. “Die dag ga ik het weer moeilijk hebben.”
De organisatie zet tot zondag haar deuren open voor iedereen die wil samenkomen, een boodschap wil schrijven in het rouwregister, of om een bloem neer te leggen voor Decleir. Al sinds woensdag, de dag van haar overlijden, zoeken de Fratelli er steun bij elkaar.
‘DE STÖRM’
Tal van affiches hangen in de foyer omhoog. Van voorstellingen die jaren geleden zijn gespeeld en ook van De Störm,de herwerking van Shakespeares The Tempest door Tom Lanoye. Het zal de eerste productie worden die de Fratelli na de coronapandemie weer voor een volle zaal kunnen spelen. Maar de acteurs moesten het zonder de aanwijzingen van Decleir doen, die meer dan een jaar geleden ziek werd.
“Nico Sturm heeft tijdens haar ziekte het artistiek leiderschap op zich genomen”, zegt coördinator Elisa Goossens. “Het was voor haar een hele geruststelling dat haar levenswerk verder zou gaan. Zolang het kon, hebben we intensief contact gehouden. ‘Doe maar voort’, zei ze tegen ons.”
Goossens kan haarfijn uitleggen hoe dat levenswerk tot stand is gekomen. De actrice had er voordien al bijna een hele loopbaan op zitten. Ze speelde onder meer bij Blauwe Maandag Compagnie, was docente aan Studio Herman Teirlinck en kwam al sinds de jaren 70 op televisie.
“In 2007 is Tutti Fratelli ontstaan”, zegt Goossens. “Daarvoor was ze door het Antwerps Platform Generatiearmen gevraagd om een voorstelling te maken voor mensen die niet in aanraking kwamen met theater. Die speelde ze in een overvolle Bourla. Samen met Ilse Moors heeft Reinhilde dan Tutti Fratelli opgericht.”
Er waren nooit audities voor acteurs. Wie wou deelnemen moest bij Decleir op gesprek komen. Aan dat gesprek hebben veel Fratelli nog levende herinneringen. Chantal Boels, die ondertussen aan haar vijfde stuk zit, vond het spannend om meteen tegenover een grote artieste te zitten.
“Mensen met een moeilijke problematiek, zoals een zware drugsverslaving, kon ze niet toelaten”, zegt Goossens.
“Omdat we niet de mogelijkheden hebben om hen goed te begeleiden. Verder accepteerde ze iedereen. Ze aanvaardde dat iemand wat minder kon spelen, of kon zingen. Maar ze verwachtte wel dat die persoon alles zou geven voor de voorstelling.”
Soms viel al eens het woord streng. Maar dat was volgens haar niet correct. Veeleisend is volgens Goossens wel een goede omschrijving. Het was haar missie om mensen via kunst en schoonheid nieuwe vaardigheden te leren.
“We wisten wel dat we iemands problemen niet konden oplossen”, zegt Goossens. “Maar we konden hen wel goed leren spreken voor een publiek en hen weer zelfvertrouwen geven.”
Op de planken of ernaast, Decleir was steeds dezelfde persoon, zeggen de Fratelli: een rasartieste. Haar look straalde dat artistieke ook uit, zeker door die rode bloem. “Ze droeg lange gewaden en die kwamen uit een speciale winkel uit Nederland”, zegt Christine De Clerck.
“Eigenlijk was ze wel een verdoken diva.”
Maar ook was ze iemand die de touwtjes in handen hield, meteen de telefoon nam als een acteur niet voor een repetitie kwam opdagen. In de ‘Vragen van Proust’ zei Decleir dat ze bij Tutti Fratelli geduld heeft leren oefenen. “Van nature was ze geen geduldig persoon”, zegt De Clerck. “Dus ik vond het grappig om dat te lezen. Maar niemand anders kon deze groep leiden zoals zij.”
BERTOLT BRECHT
Decleir bestuurde het schip vanuit haar bureau op het eerste. Ze omringde zich er met teksten voor stukken, en onder meer een poster van Bertolt Brecht. Aan de muur tegenover haar bureau hing vroeger een planning voor het hele jaar. Als de Fratelli samen in de kamer plaatsnemen, komen er nog een hele hoop herinneringen boven.
Ook de andere Decleir passeert de revue. “Eigenlijk was ze wel fier om de zus van Jan Decleir te zijn”, zegt De Clerck. “Als er kindjes niet braaf waren tijdens de productie, zei ze: ‘Pas op, want ik ben wel de zus van Sinterklaas, hé!’ Hoe kleiner de kinderen, hoe groter de ogen die ze trokken.”
Al dagen herdenken de Fratelli hun Reinhilde zo: telkens met een lach en een traan. Aan melodrama had ze volgens hen een hekel gehad. Jammer vinden ze het wel dat Decleir hun nieuwe productie niet meer in première ziet gaan – Jan Decleir heeft er trouwens de poster voor ontworpen.
De première van De Störm is het eerste eerbetoon. Telkens als de acteurs een podium opstappen of een voorstelling spelen, zullen ze haar in gedachten hebben.
“Ze was een grote aanwezigheid”, zegt Goossens. “Daardoor is nu zo heel erg afwezig.”
In memoriam Reinhilde
Bron: De Morgen