De krant is in rouw. Met Stijn De Paepe (1979-2022) heeft ze haar huisdichter verloren, de auteur van het ‘Dagvers’ dat sinds 2017 dagelijks een vaste plek in De Morgen had. Dit is de brief die Joël De Ceulaer eerder voor hem schreef.
Joël De Ceulaer – De Morgen
´Beste Stijn De Paepe, jij, je vrouw en je dochters moeten weten wat je voor ons betekent.´
Beste Stijn De Paepe,
“Het is wat het is” – wat had ik een verrekte hekel aan die uitdrukking. Een hollere frase werd zelden voortgebracht in de Nederlandse taal. Er wordt niets medegedeeld, niet de minste informatie verleend, het is de totale ledigheid in woorden gevat. Het zwarte gat in de lijst van spreekwoorden en gezegden.
Toen Maggie De Block die woorden uitsprak na afloop van de eerste coronagolf, moest ik mijn hoofd in een emmer ijs duwen om het voor ontploffing te behoeden.
“Het is wat het is.” Tja, wat zou het ánders zijn?
Vandaag weet ik beter, dankzij jou. Twee weken geleden sloot je een prachtig interview met Friedl’ Lesage op Radio 1 af met precies die vijf woorden. Je voegde er nog de West-Vlaamse versie aan toe.
Sindsdien weet ik dat die woorden helemaal niet hol of leeg zijn, maar een diepe betekenis in zich dragen. Zo kunnen ze bijvoorbeeld worden aangewend door een man die waardig, met zachte blik en kin omhoog, de pijn draagt die het brute lot hem heeft toegeslingerd.
Je weet het al een tijdje, en deelde het ook met Vlaanderen: je hebt kanker. En het gaat niet meer weg.
De Man in het Zwart komt ons allemaal vroeg of laat halen, maar jij weet dat het moment van afscheid zich niet meer onzichtbaar diep in de toekomst bevindt.
Dat is – ik zit namens jou te vloeken terwijl ik dit opschrijf – ten zeerste onaanvaardbaar, gekmakend en triest.
OUDE ZIEL
Je vindt, weet ik, dat je al meer dan genoeg aandacht hebt gekregen. Je bent bekommerd om wie achterblijft – vooral om je drie meisjes – je bent niet bezig met jezelf.
Je bent zó niet bezig met jezelf dat je niet bij deze tijd past. Je bent een oude ziel, om Mark Coenen te citeren, decennia te laat geboren, door een engel op weerlichten doortocht verloren.
Toch heb ik, met toestemming van je vrienden Saïd en Koen, besloten om je hier nog eens hulde te brengen.
Mediafaam is vluchtig. Het gebeurt zelden dat een schrijvende mens onvergetelijk blijkt en verder leeft in de hoofden en harten van lezers.
Dat is wel zo met Johan Anthierens, met (pdw), die we nog vaak missen, en dat is zo met (mm), Marc Mijlemans, de gouden Humo-pen van wie we onlangs voor de 35ste keer het al te vroege heengaan herdachten.
Jij bent van dat kaliber. Jij bent, Stijn, een zeldzaam innemende mens en schrijver, die we zullen blijven lezen en beluisteren.
Hoe jij troost bracht vorig jaar, met je gedicht ‘Wat helpt’ – dat is er eentje voor de eeuwigheid.
Bij de volgende crisis, een meteoorinslag in 2075, zal minister-president Stijn Weyts die tekst via drones laten verspreiden zodat iedereen onder jouw woorden kan schuilen – had ik al gezegd dat mensen hun kinderen naar je zullen vernoemen?
“Oenoemdegij, manneke?”
“Stijn, meneer, gelijk den dichter.”
TAALRAADSMAN
Er ligt nog een plan op de planken. Samen met Benno Barnard zouden wij een manifest schrijven ter verdediging van de Nederlandse taal tegen de laksen en de rekkelijken die haar geweld aandoen.
Mocht de VRT, ook inzake dat vervloekte jijen en jouwen, zich nog willen herpakken, dan moet jij nú aan de slag als taalraadsman. Het zou je niet veel tijd en moeite kosten om orde op zaken te stellen. Dat is je vak: Nederlands doceren.
Je roeping is de dichtkunst. Je bent de Vlaamse Drs. P.
Men zou je ook subiet tot dichter des vaderlands moeten benoemen, met ambtswoning in een vleugel van het koninklijk paleis, waar je dochters als prinsessen van het ene betoverende vertrek naar het andere kunnen dartelen, terwijl jij met gouden kroontjespen dagverzen vervaardigt en samen met W. op Armstrong en Fitzgerald cheek to cheek danst.
Jij schudt nu het hoofd: niets begrijp ik ervan, het geluk moet je niet zoeken op bijzondere plekken, het geluk ligt voor je neus, voor het grijpen – in jouw geval: in Zele, of all places, waar je in het huis van je grootvader woont.
“Zoek ‘het’ niet te ver”: nog zo’n levensmotto dat de hedendaagse hipster – die zijn tijd verdeelt tussen Oslo en Berlijn – niet begrijpt.
KEIZERLIJK
Zonder dat expliciet te beogen, met een aantal gedichten en in een paar interviews, heb je ons meer geleerd dan auteurs die zich met pretentieuze oeuvres opblazen als kikkers.
Er is een chatgroepje waar mensen die je graag zien elkaar vasthouden en altijd aan jou denken.
Ik spreek namens velen als ik zeg dat jij, je vrouw en je dochters moeten weten wat je voor ons, voor de lezers van deze krant, en voor de rest van Vlaanderen betekent.
Lees dit thuis nu hardop voor: “Mensen zien mij graag.”
Niet allemaal, dat zou belachelijk zijn – je spaart de roede niet, dus trollen vinden je ook. Maar wel de meerderheid.
Het is wat het is, kameraad. Je bent een man van stand en tevens gewoon een fijne peer.
En als men in een Nepalees dorpje alsnog een kuur ontdekt die je baat kan brengen, dan dienen zich meteen vrijwilligers aan om jou daar desnoods per draagstoel, op keizerlijke wijze, naartoe te voeren. Neem in voorkomend geval iets mee om te lezen onderweg.
Wij omhelzen je allemaal
Joël De Ceulaer, senior bewonderaar
Lees ook
Vul hieronder de zoekopdracht Uitkijkpost in en vind andere brieven van JDC.
Bron: De Morgen