Wannes Cappelle – Het Zesde Metaal – Hopelijk kan het deugd doen om iemand immens verdriet te horen uitspreken


Met Het langste jaar nemen Wannes Cappelle en Het Zesde Metaal afscheid van Tom Pintens, die het album mocht produceren, van Cappelles schoonbroer én van het onbezorgde leven.

Peter Vantyghem – De Standaard


“Ik ben een optimist, maar dat is deels omdat ik mijn pessimistische kant niet toelaat.”

Wannes Capelle


Wannes Cappelle herinnert zich nog levendig de dag, in februari vorig jaar, dat hij de song ‘Het langste jaar’ voor het eerst aan zijn vrienden van Het Zesde Metaal liet horen: 

“Ach, weet je in hoeveel tijd / da’ zulk verdriet verslijt / Ben ik u voor altijd kwijt?” 

“Toen ik dat lied gezongen had, keek Tom naar mij met die typische geamuseerde blik van hem, en vroeg: ‘En waarover gaat het?’”

Tom Pintens (1974 – 2023)

Tom is Tom Pintens, de muzikant die in augustus 2023 overleed.

Hij wandelt vandaag mee in onze gedachten in een winters bos, en zingt in ‘Winter maakt ons vrolijk’ uit 2009: 

“We gaan weer met sleeën spelen / Ons geluk met vrienden delen.”

Het is bijna een halfjaar geleden dat hij die vrienden en het leven zelf uitzwaaide.

Cappelle: “Ik had ‘Het langste jaar’ geschreven over mijn schoonbroer Einar, maar iedereen voelde dat de song ook over Tom zou gaan. Van kanker zou hij het niet winnen.”

Ze hebben de plaat nog net samen kunnen maken, met Pintens achter de productietafel. Dat was hun cadeau aan hem: hij mocht helemaal zijn ding doen, want niets gaf hem meer kracht dan muziek maken. Nu is het zijn cadeau aan hen.

“Wanneer ik een van zijn pianolijnen speel, is hij er toch”, zegt Cappelle.

“En dat vind ik zo ongelooflijk mooi, dat je via muziek nog een rechtstreekse verbinding met elkaar hebt. (stilte) 

“Het wordt een emotionele tournee.”

We hebben afgesproken in Banhout, een privéjachtdomein van 25 hectare in Zwevegem waar Wannes Cappelle graag gaat uitwaaien bij een vriend, Olivier de Beaufort, die het oude gebouw probeert te renoveren.

De ontbladerde eiken en beuken drukken precies het gevoel van vergankelijkheid uit dat van Het langste jaar afstraalt.

In ‘De tijd die ons nog rest’, een opvallend funky song, horen we dat de tijd hem, jonge veertiger, een beetje ontglipt.

“Ik had een boek gelezen van Oliver Burkeman over timemanagement. Hij gaat ervan uit dat je, als je tachtig wordt, vierduizend weken te vullen hebt. Dat is plots veel minder lang, niet? (lacht) 

“Rond die periode hoorde ik dat een scenario waaraan ik bijna twee jaar gewerkt had niet gedraaid zou worden.

“Daar sta je dan. Tijd verloren, maar tegelijk rees de vraag: wat wil ik nog vertellen?

“Want als er wél een tweede en derde seizoen van Grond (het eerste seizoen van de serie, waarin Cappelle ook meespeelde, liep in 2021 op Play4, red.) was gekomen, was ik daar tot mijn vijftigste mee bezig geweest.

“Ik besefte ineens dat elk project me vijf jaar van mijn leven kost.”

Nu blijft er, als hij die tachtig haalt, nog 35 jaar over. Zeven projecten. 

“Kin omhoge nu en rug en schoeren rechte / W’èn geen seconde te verliezen”, zingt hij in die dialectische, romantische stijl waarmee hij in Vlaanderen en Nederland een aanhang opbouwde. Maar onder dat vitalisme broeit een donkere onderlaag.

“Ik ben een optimist, maar dat is deels omdat ik mijn pessimistische kant niet toelaat. In mijn dagelijks leven en bij de mensen rondom mij kost het me niet veel moeite om positief te zijn, maar als ik over de mensheid denk, zie ik het donkerder.”

Ten oorlog

‘De storm’ schreef hij vanuit angst:

“Ik bedacht hoe het zou zijn om wakker te worden in een extreemrechts land, waar de wetenschappers en de artiesten nergens meer binnen kunnen. Het gaat ook over vluchtelingen.

“Voel ik angst? Ja, toch wel. Mijn kinderen hoorden op school dat Rusland klaarstond om Oekraïne binnen te vallen, maar ik suste hen: dat zou nooit gebeuren. Tot Poetin daar was.

“Op IJsland, waar ik een halfjaar gewoond heb, leefde dat gevoel nog sterker. Ik vond dat als vader erg confronterend, dat ik mijn kinderen niet kon geruststellen.”

Zijn huis voelt niet meer veilig aan, klinkt het, en dat doet pijn. Hij is opgegroeid met het idee dat veiligheid voor het leven was.

“Een oorlog zoals in Joegoslavië, dat zou hier nooit gebeuren. Hier zou het alleen maar beter gaan. Maar nu waaien daken weg, overstromen dorpen en klopt in het Noorden en Oosten de oorlog aan de deur.

“Mensen zijn aan het verliezen, en daarmee stijgt de spanning.”

Hij was verbijsterd dat de vraag zich aan hem opdrong: zou hij zelf gaan vechten, als dat nodig zou blijken?

“Ten oorlog trekken, dat hoorde voor mij bij geschiedschrijving. Zo zot zouden ze ons toch niet meer krijgen? En nu, voor het eerst, dacht ik: misschien wel. Of ik zou het toch begrijpen als anderen zouden gaan.”

© Titus Simoens

Al die hoop en twijfels verwoordt hij in een zachte, universele beeldtaal.

Daar steekt hij veel werk in, schavend en schrappend om het metrum en de noten in het gareel te krijgen, maar vooral wil hij dat het geheel goed aanvoelt – en dat is intuïtie.

De eenzaamheid van de vluchteling vat hij even simpel als aangrijpend: 

“Waar brandt er nog vier vanavond / Waar wordt er ip mie gewacht?” 

Met grote dank aan Willem Vermandere, nog steeds zijn grootste muze.

Hoe zou een schilderij van hem eruitzien?

“Redelijk klassiek, wellicht. Eén keer ben ik door een doek tot tranen toe bewogen, toen ik in het Prado in Madrid het werk El tres de mayo (1814) van Francisco Goya zag.”

Het werk, een protestschilderij, gaat over de hoge prijs die gewone mensen in oorlogstijd betalen.

El tres de mayo (1814) van Francisco Goya

Verdriet

Meer dan een muzikant is Cappelle een verteller.

“Ik zing over de dingen die me wakker houden of waarover ik nadenk wanneer ik elke dag 20 minuten naar het station van Kortrijk fiets. Als ik dus nu en dan iemand wakker kan schudden, zou dat fijn zijn.”

Wat hij met deze plaat vooral wil zeggen, is dit: 

“De gevaren zijn geweten / De problemen zijn gekend / Ze negeren als remedie / Maakt ze stilaan resistent.” 

Zo raakt zijn muziek aan politiek, en neemt hij het woord in het verkiezingsjaar 2024.

In songs als ‘Alles moet veranderen’, ‘De zaden van morgen’ en ‘Moeder Aarde’ vat Cappelle het simpel samen: als we willen houden wat we hebben, moet er veel veranderen.

“Ik zou onze kinderen graag een zorgeloze jeugd geven, maar dat kan niet als we niet meegaan met de veranderingen, met het voortschrijdend inzicht, zeker wat het klimaat betreft. Maar dat ligt moeilijk.

“Mensen behouden graag de goeie dingen die ze hebben, en ik ook! Ik kan er zelfs nostalgisch van genieten, maar het heeft geen zin om terug te willen naar een geïdealiseerd verleden dat er nooit geweest is.”

De sociale media mogen ze voor zijn part meteen afvoeren.

“Ze vragen erg veel aandacht, voegen weinig toe aan mijn leven en dus verzet ik me ertegen.

“Tegelijk besef ik dat ik ermee móét omgaan, want ik weet dat sommige mensen het waarderen om iets persoonlijks van mij te krijgen.

“Sommige songs zijn ook zo: ze delen. We zijn er altijd snel bij om iemand die verdrietig is goedbedoeld aan te porren dat het leven verdergaat, maar met ‘Het langste jaar’ wil ik net verwoorden hoe erg het is om iemand te verliezen.

“Ik denk dat het mensen deugd doet om iemand dat immense verdriet te horen uitspreken.”

De zonnige weg

Begin januari 2022 overleed totaal onverwachts Einar Egilsson, Cappelles schoonbroer. 

“Hoe wend je dat af, nen dreun zo dof? Ziet ons wankelen”, zingt Cappelle in ‘Geweun nen dag’, in een vergeefse poging het afscheid in woorden te beitelen.

Als een West-Vlaamse W.H. Auden vraagt hij de tijd om op zijn stappen terug te keren: 

“Wind, zuigt al uw wolken weer naar binn’n / Spoelt weer en ’k ga alles geven voor u were te winnen.”

Drie maanden na het overlijden van Egilsson had Tom Pintens zijn dramatische afspraak met een arts. Hij voelde zich niet goed, iets met zijn darmen.

“Hij sprak er weinig over”, zegt Cappelle.

“Gewoon, dat het niet zo goed ging. Zo was Tom: altijd de zonnige weg nemen. Fietsten we door de stad, dan nam hij een langere weg omdat hij die mooier vond.

“Ik denk dat hij geen zieke wilde zijn, en vooral muziek wilde maken. Hij was ook bang dat we hem zouden vervangen, dat lag gevoelig. Hij heeft tot het einde vastgehouden aan het leven en is met de rug naar de dood toe gewandeld.”

De groep vroeg Pintens, die klassiek geschoold was, om de plaat te producen. Dat was bijzonder, want die job was altijd naar een buitenstaander gegaan.

Pintens was blij. In zijn laatste interview, in juni 2023 in De Standaard, sprak hij over “langere nummers, doorcomponeren, echt diep gaan”, alsof dat eerder niet mogelijk geweest was.

Tom was soms wat gefrustreerd omdat hij de leiding wilde nemen”, zei zijn vriendin Laurence Roothooft toen:

“Hij denkt dat het allemaal sneller kan, en zocht altijd naar manieren om anderen zelf te laten ontdekken wat híj eigenlijk wilde. Een beetje manipulatief, maar zo waren beide partijen blij.

“Maar nu heeft hij een mandaat, iedereen zet zijn ego’s opzij, en die ballast dat ze zich onzeker voelen tegenover hem, is ook weg. Zo kan hij efficiënt zijn: daar houdt hij van.”

© Titus Simoens

“We hebben met een enorme focus gewerkt”, zegt Cappelle.

“Op vroegere albums probeerden we soms van alles en daar kroop veel tijd in. Nu speelde ik een nieuw nummer, hij suggereerde om iets anders te doen, en dat gebeurde.

“Ik had me nooit gerealiseerd hoe efficiënt hij was, en zie nu pas dat als ik destijds een nieuw nummer speelde, hij er waarschijnlijk meteen al het hele arrangement in hoorde.

“Dat zei hij nooit, hij liet ons ook ideeën uitzoeken, maar op het eind kwamen we meestal uit bij wat hij van in het begin al in gedachten had.”

Tom Pintens zal even verrijzen tijdens de komende tournee van Het Zesde Metaal, waarop Kasper Cornelus naast Filip Wauters, Robin Aerts en Tim Van Oosten de gitaarpartijen van Pintens zal overnemen, en Wannes Cappelle in ‘Het langste jaar’ zijn pianosolo zal spelen.

Hij zal tot leven komen in de twee minuten durende outro van ‘Geweun nen dag’, een instrumentaal stuk dat Pintens helemaal uitgeschreven heeft, tot de ingewikkelde drumpartij toe.

Maar hij leeft evengoed in hits als ‘Naar de wuppe’, dat ooit een braaf walsje was, tot Pintens het herwerkte tot een pompende popklassieker.

Lief en leed

We wandelen helemaal verkild het bos uit.

Toms arrangementen zitten in zoveel songs”, zegt Cappelle.

“We voelden elkaar zo goed aan. Ik voelde het meteen als hij iets niet zag zitten. En als hij het wél goed vond, maakte hij het altijd nog beter.

“In mijn hele muzikale carrière is Tom in mijn buurt geweest, zelfs nog voor hij bij de band kwam. Hij is een deel van mij dat weg is, maar toch is hij er nog, omdat veel van mijn muzikale reflexen vandaag die van hem zijn.”

Zo is Het langste jaar uiteindelijk een ‘ja aan het leven’ geworden, en om er zeker van te zijn dat we dat voelen, zingt Wannes Cappelle in het begin ‘Nog maar begonnen’, een liefdeslied over zijn vrouw Alda, dat ons er nog eens aan herinnert hoe samen zijn helpt: 

“Ik zocht u en gie zocht mie / Zo èn w’ mekaar gevonden.”

En ja, het leven gaat verder.

“Ik leef nog steeds met de confrontatie dat hij er niet meer is”, zegt Cappelle.

“We hebben tien jaar lief en leed gedeeld, elkaar zo veel gezien. Wat ik vooral ga missen is die rots in de branding. Met hem voelde ik dat we muziek maakten.

“Het was altijd spannend, fris, hij gaf me zoveel vertrouwen dat ik me veilig voelde, omdat hij me altijd zou opvangen. En tegelijk liet hij me goed voelen dat ik meer en beter kon.

“De eerste repetitie zonder hem als kapitein was een confrontatie, maar zo móést iedereen uit zijn kot komen en verantwoordelijkheid nemen. Dat was meteen interessant.” 


Het langste jaar van Het Zesde Metaal is uit op News. De tournee is volledig uitverkocht.


“Als ik nu en dan iemand wakker kan schudden, zou dat fijn zijn.”  © Titus Simoens

Lees ook


Lees ook

Lees andere portretten


Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven