Wie in een woonzorgcentrum belandt en een gemiddeld pensioen heeft, moet al snel 500 euro per maand bijpassen. Hoe doen de bewoners dat? En wat als ze die 500 euro niet hebben? Moeten de kinderen dan bijpassen?
Nathalie Carpentier – De Standaard
An Diels
“Mijn moeder vindt het verschrikkelijk dat wij moeten bijleggen”
“Mijn moeder is net verhuisd, na een tussenstop elders woont ze sinds maandag in een woonzorgcentrum. Ze is 94 en kan niet meer stappen of zelfstandig wonen”, zegt An Diels.
“De kostprijs voor de kamer bedraagt 2.400 euro per maand. Mijn moeder heeft een pensioen van ongeveer 1.700 euro en een bijkomend pensioen als weduwe.
“Met nog wat extra kosten erbij, komt ze elke maand ongeveer 400 euro te kort. Maar ze heeft geen eigendommen en bijna geen spaargeld”, zegt Diels.
“Hoe we dat financieel zullen oplossen, weet ik niet. Je kunt blijkbaar bij het OCMW aankloppen, maar of mijn moeder recht heeft op een tegemoetkoming, is nog niet duidelijk.
“Dit is allemaal erg snel gegaan, we moeten alle paperassen nog bekijken. We weten niet hoeveel wij, de vier kinderen, zullen moeten bijpassen. We zijn alle vier met pensioen.”
“Tot voor kort woonde mijn moeder boven mij in een huurappartement. Ze betaalde 700 euro huur. Met mijn hulp redde ze zich, ik was haar mantelzorger”, vertelt Diels.
“We hadden gehoopt dat ze hier tot aan het einde had kunnen blijven. Ze heeft de verhuis naar een woonzorgcentrum zo lang mogelijk uitgesteld door de kosten. Maar ze werd steeds hulpbehoevender. Nadat ze in het ziekenhuis was beland, kon ze niet meer terug.”
“Het beetje spaargeld dat ze nog heeft, zal wegsmelten na de eerste factuur en de waarborg. Die paar duizend euro had ze opzijgelegd voor haar begrafenis. Die wilde ze zelf kunnen betalen.
“Ze vindt het verschrikkelijk dat wij nu moeten bijleggen voor haar kamer. Dat heeft ze nooit gewild.”
Frans Bruelemans (83)
“Als ik geen steun krijg, zullen ze mij – cru gezegd – een spuitje moeten geven, zeker?”
“Ik ben 83 en alleenstaand. Ik heb geen kinderen of familie meer”, zegt Frans Bruelemans.
“Ik heb een minimumpensioen van 1.500 euro en woon nog altijd zelfstandig. Dat wil ik zo lang mogelijk volhouden. Een woonzorg centrum van 2.200 euro betalen, lukt me gewoon niet. Daarom probeer ik ook zo lang mogelijk mentaal en fysiek gezond te blijven.
“Ik lees elke dag drie kranten en maak kilometerslange wandelingen. Ik ben nog erg gezond, al besef ik dat het plots kan kantelen en je toch naar een rusthuis moet. Geen idee hoe ik dat zou betalen.”
Spaargeld heeft hij amper. “Ik heb de kinderen van mijn ex-partner lang financieel gesteund, tot ze op eigen benen stonden.
“Nu denk ik wel: verdorie, als ik dat niet aan hen had uitgegeven, had ik nu niet voor dit probleem gestaan. Maar je kan de klok niet terugdraaien.”
“Ik kan mijn huurwoning betalen omdat mijn huisbazin de huur goedkoop houdt. Wel neem ik alle herstelkosten op mij. Ik leef erg zuinig, ik hoef niet op restaurant”, zegt Bruelemans.
“Ik leef rustig voort naar het einde. Dat zeg ik om te lachen, maar als ik naar het wzc moet en geen steun krijg van de overheid, zullen ze mij – cru gezegd – een spuitje moeten geven, zeker?”
Hij is blij te horen dat hij mogelijk recht heeft op een tegemoetkoming.
“Dat wist ik niet. Een tegemoetkoming van 700 euro zou een oplossing bieden.”
Lieve V. (81)
“Ons huis dient om een home te betalen, dat vinden de kinderen normaal”
Hoewel ze hoopt nog vijf jaar thuis te wonen, begint Lieve V. (81) toch stilaan rond te kijken.
“Mijn man (83) heeft beginnende dementie, ik zoek nu dagopvang voor hem. Intussen informeer ik mij al over de prijzen van woonzorgcentra.
“We hebben allebei altijd voltijds gewerkt, dan heb je samen een goed pensioen. Maar daar kan je een woonzorgcentrum voor twee niet van betalen. Zelfs als je geen luxe verwacht, kom je al snel uit op 3.000 euro per persoon per maand.”
“Ik ga ervan uit dat ik ook nog weleens een uitstapje met de kinderen wil maken, iets fijns wil kopen of eens naar de kapper wil. Ik schat dat we daar 1.000 euro per maand voor twee moeten bijrekenen.
“We hebben wel wat spaargeld. Als we dat gebruiken en we ons huis verkopen, zullen we genoeg hebben. Dan kunnen we nog meer dan vijf jaar verder.”
“Mijn kinderen vinden het normaal dat de verkoopsom van ons huis zal dienen om een home te betalen. Schiet er nadien nog iets over, dan is dat voor hen. Dat zou leuk zijn, maar een erfenis is geen garantie. Niet iedereen denkt er zo over.
“Anderen hebben voor hun huis gespaard om het aan hun kinderen te kunnen geven, die vinden dat de overheid het moet oplossen.
“Sommige kinderen zijn zelfs boos omdat hun ouders hun erfenis opsouperen door te reizen. Maar zij hebben daar toch voor gewerkt?”
“Ik wil leven zolang er nog te genieten valt. Ik wil niet naar een woonzorgcentrum om in bed te liggen, gevoed en gewassen te worden. Ik zou euthanasie vragen zodra dat nodig is.”
Ann
“Binnenkort leggen mijn zus en ik elk 900 euro per maand bij”
“Mijn moeder is 88 en heeft dementie. Ze heeft opgeteld 1.000 euro aan pensioen en alimentatie. Het woonzorgcentrum kost maandelijks minstens 2.700 euro. Ze kan dat niet betalen”, zegt Ann.
“Sinds de scheiding van mijn vader leeft mijn moeder van onderhoudsgeld dat ze pas na een lange scheidingsprocedure heeft gekregen. Tijdens haar huwelijk mocht ze van mijn vader niet werken. Ze was huisvrouw.
“Soms denk ik: ze had na de scheiding weer kunnen werken, maar de tijden waren toen anders. Het huis heeft mama nog net kunnen overkopen, maar we hebben armoede gekend.”
“Gelukkig zag ze het belang van studeren in. Mijn zus en ik hadden elk één jeans en één trui tijdens onze studies, maar we hebben dankzij ons diploma nu allebei een goede job.
“Zodra we werkten, hebben wij mama geld toegestopt. Wij hebben de renovatiekosten van het huis betaald, zij kon dat niet.”
“Toen mama in 2021 naar een serviceflat moest, hebben mijn zus en ik dat eerst betaald. Vervolgens heeft ze zo snel mogelijk haar huis verkocht. Dat bedrag hebben we onder ons drie verdeeld. Met haar deel betaalt ze nu het woonzorgcentrum”, vertelt Ann.
“Van dat spaarpotje schiet nog 20.000 euro over. Reken maar uit: als ze elke maand 1.700 euro van dat spaargeld moet betalen, komt ze nog elf maanden toe.”
“Ik heb alle instanties gecontacteerd, maar mijn moeder krijgt geen tegemoetkoming.
“Die verkoopsom van het huis was ooit een groot bedrag, maar nu niet meer. Dat ze goed op haar centjes heeft gelet en aan onze toekomst heeft gedacht, maakt nu dat ze nergens recht op heeft.
“Mama zei altijd: ‘Dat huis is jullie erfenis.’ Maar dat is op, hé.”
“Binnenkort moeten mijn zus en ik elk bijna 900 euro per maand bijleggen. Dat is een pak meer dan voor mijn studerende zoon. Dat lukt, maar prettig is het niet.
“Ik vind het erg voor mijn man dat ons gezinsbudget daarnaartoe gaat. Al klaagt hij zeker niet.”
Lieve V. en Ann wilden niet met hun volledige naam in de krant; die is wel bij de redactie bekend.
Okra
“Verhuur je huis in plaats van te verkopen”
In een Vlaams woonzorgcentrum betaal je vandaag gemiddeld 2.246 euro per maand, berekende de ouderenvereniging Okra. Dat is dik 500 euro meer dan het gemiddelde nettopensioen (dat momenteel 1.706 euro bedraagt). Wat doe je als je de factuur van het woonzorgcentrum niet kan betalen?
“In dat geval vraag je best een tussenkomst van het OCMW. De sociale dienst van het wzc kan je daarover informatie geven”, zegt Herman Fonck van Okra.
“Er bestaan ook tegemoetkomingen. Zo heeft elke wzc-bewoner recht op een maandelijkse premie van 140 euro.”
Daarnaast is er een inkomens- en vermogensafhankelijke tegemoetkoming. Als alleenstaande kom je daarvoor in aanmerking als je minder dan 2.000 euro inkomen per maand hebt, zegt Fonck.
“De berekening van dat inkomen is vrij complex. Je pensioen telt voor 90 procent mee, maar er wordt ook gekeken naar je spaargeld, bezittingen, gronden of gebouwen die je de voorgaande tien jaar bezat. Van dat kapitaal wordt 6 procent bij je pensioen geteld.”
“Ook al heb je je huis vijf jaar eerder weggeschonken of verkocht, toch wordt dat erbij gerekend. Het is in die zin beter je huis te verhuren dan te verkopen, als je naar het wzc gaat. De huurprijs wordt in de berekening niet meegeteld.”
Moeten de kinderen tussenkomen als de bewoner het woonzorgcentrum zelf niet kan betalen?
“Die onderhoudsplicht hangt af van gemeente tot gemeente”, zegt Fonck.
“In negen op de tien ervan geldt die onderhoudsplicht voor kinderen en zal het OCMW het tekort bij hen verhalen. Sommige gemeenten zoals Dendermonde, Sint-Niklaas en Blankenberge hebben beslist om die plicht af te schaffen. Maar mogelijk veranderen de nieuwe gemeentebesturen dat weer.
“En vergeet niet: heel wat wzc’s vragen bij de opname dat de kinderen een borgstelling ondertekenen: dan zijn ze meteen burgerrechtelijk aansprakelijk als de bewoner zijn facturen niet kan betalen.” (nc)
Lees ook
Bron: De Standaard